DEELGEMEENTE FEIJENOORD 2007 2011



Vergelijkbare documenten
1. AANLEIDING. Kleinschalige proef. Ervaring en evaluatie Uitgangspunten terrasvlonders

Terrasvlonders

Beleidsregels ondersteunende horeca Zaanstad

Parapluherziening Terrassen

Bijlage 2: Staat van Horeca-Activiteiten

De Rotterdamse horeca uitgelicht Vijf ambities voor een aantrekkelijke stad

Onderwerp: Beleidsnota horeca Gastvrij Bergen. Aan de raad,

Voordracht voor de raadsvergadering Datum:

Plan van Aanpak Horecavisie Emmen

*Z0137B072C6* Voorstel van: L.W. Wignand Registratienummer: Z / 789. Onderwerp: Horecabeleid Goeree-Overflakkee en Wijzigingsverordening APV

BELEIDSNOTA ONDERSTEUNENDE HORECA

Exploitatievergunning

Pilot verlengde openingstijden horeca in de centra van Sittard en Geleen

Feijenoord. Gebiedsplan. Kop van Zuid. Ambtelijke inventarisatie

Beleidsregel Bed & Breakfast in Lelystad

GEMEENTE OLDEBROEK. Beleidsnotitie ondersteunende horeca

Gemeente Woerden. De bevoegdheid van de raad komt voort uit de volgende wet- en/of regelgeving:

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

Zundertse Regelgeving

toezegging aan de commissie Middelen (TCM 131)

Beleidsregel Ondergeschikte horeca op locaties zonder horecabestemming

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014

Notitie sluitingstijden horeca tijdens zon- en feestdagen 2014 t/m 2017, gemeente Deurne

Gemeentebreed Interventieteam

Nota Samenvatting en beantwoording zienswijzen. Bestemmingsplan Ambachtsschool

Ontwikkelstrategie Lammenschansdriehoek, Gemeente Leiden (februari 2013) Ontwikkelstrategie

15 september 2015 Toolbox terrassenbeleid Groote Markt

Aanvraagformulier exploitatievergunning horecabedrijf Als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Rijswijk

Evaluatie kapsalons aan huis Handhaven of loslaten van het verbod op nieuwe kapsalons aan huis?

Concept verordening doelgroepen woningbouw Uithoorn 2019

Beleid inzake sluitingstijden Gemeente Leidschendam-Voorburg

Ontwerp Beleidsregel Ondergeschikte horeca bij Detailhandel 24 februari 2015

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 14 juli 2015, nummer ;

Raadsvergadering: 22 mrt 2016 Besluit: Unaniem Aangenomen

BELEIDSREGEL VERGUNNINGEN EN HANDHAVING SLUITINGSTIJDEN HELMOND 2008

Aanvraagformulier exploitatievergunning horecabedrijf Als bedoeld in artikel 2.28 van de Algemene Plaatselijke Verordening voor Rijswijk

Feijenoord. Gebiedsplan. Katendrecht-Wilhelminapier. Ambtelijke inventarisatie

ONTWERP Locatievisie terrassen binnenstad Gemeente Weesp 2017

TOEZICHTINFORMATIE. Toezichtindicatoren Drank en horecawet

Collegebesluit Collegevergadering: 11 december 2018

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 14 juli 2011

30 oktober Beleidskader huisvesting arbeidsmigranten Noord- Limburg (short-stay)

Wijziging beleidsregels Nachtwinkels

Algemeen aanwijzingsbesluit gebied Feijenoord bij de APV Rotterdam 2012

Aan de raad van de gemeente lingewaard

Bed and Breakfast 2010

Hieronder de reactie op de vragen die u gesteld heeft over de bewoning van Roestuin 43 te Hendrik- Ido-Ambacht.

Horeca; ontwerp nieuw locatiebeleid

Aanpassing Apv i.v.m. inwerkingtreden reclame-uitingenbeleid. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

BELEIDSREGELS ONTHEFFING AVONDWINKELS OP ZON- EN FEESTDAGEN

Toelichting Standplaatsenbeleid gemeente Moerdijk

Amendement: bestemmingsplan Klarenbeek

Algemeen aanwijzingsbesluit gebied Feijenoord bij de APV Rotterdam 2012

Onderwerp Beantwoording vragen PvdA-fractie inzake gebruik leegstaande panden om woningnood op korte termijn op te lossen

: kaderstellende notitie voor het opstellen van een integraal horecabeleid

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

Aanvraagformulier Exploitatievergunning horeca

Toelichting Artikel 2.40a Verbod exploiteren bedrijf zonder benodigde vergunning

Raadsstuk. Onderwerp: Lastenverlichting reclame- en uitstallingen Reg.nummer: 2013/50350

OPLEGNOTITIE; TOELICHTING OP DE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING WESTVOORNE 2012

Handhavingsmodel Drank- en Horecawet

Beleidsregel Horecahandhaving

CONCEPT Exploitatie- en terrasvergunning + aanhangsel, "Stichting Dorpshuis Austerlitz, Oude Postweg 144 (tijdelijk)

Beleidsregel kwalitatief sturen op appartementen

FHP Konings. Telefoonnummer:

Exploitatievergunningvrije ondergeschikte horeca(3b, 2015, 22)

Raadsleden College van Burgemeester en Wethouders

Manifeste lokale woningbehoefte. Vraag zoekt locatie

Doetinchem, 31 mei 2017

Beleidsregels sluitingstijden voor horecabedrijven in de gemeente Wageningen 2006

Concept beleidsregels

Notitie vaststelling uitgangspunten bestemmingsplannen "Woonwijken Zuidoost", "Woonwijken Zuid en West" en "Woonwijken Noordoost".

Aanvraagformulier vergunning terrassen

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN

Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening i.r.t. prostitutie Kenmerk dp

Visie op evenementen Waar is dat feestje?

: 6e wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV): sluitingstijden horeca

Terrasvlonders (parklets) 2016

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Terrassen in Zwolle, versie 30 januari Opgesteld door de afdeling AFJ

Een horecabedrijf starten

Beleidsregels. Bed & Breakfast en verhuur (boven)woningen in centrumgebieden voor recreatief gebruik. Kaatsheuvel l Loon op Zand l De Moer

Bomenbeleidsplan Sliedrecht

RAADSVOORSTEL Agendanummer 8.2

Vast te stellen de Regeling financiële compensatie verbetering ruimtelijke kwaliteit 2014, luidende als volgt:

RAADSVOORSTEL. Aan de raad van de gemeente Wormerland. Datum aanmaak 25 mei Onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening Wormerland 2011

Inhoudsopgave. Bijlagen bij de toelichting. Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, 8 december 2009 Nummer voorstel: 2009/140

Evenementen in Waalwijk

BELEIDSNOTITIE BED AND BREAKFAST 2012

Programma Prostitutie. 29 september 2014 Beleidsregels voor voldoende toezicht in raamprostitutiebedrijven

Bijlage 1 Brief Rijksdienst voor de Monumentenzorg (verplaatsing wipwatermolen)

CONCEPT Verordening doelgroepen woningbouw Diemen 2019

AANVRAAGFORMULIER HORECA-EXPLOITATIEVERGUNNING

Rotterdam, 1 maart 2016.

Resultaten openbare marktconsultatie: Verkoop en herontwikkeling gemeentehuis Schijndel

Uitvoeringsbesluit artikel 2:28a, tweede lid Algemene Plaatselijke Verordening

Beleidsregels Wet bibob Bloemendaal 2008

Terrassen in de Gemeente Losser Nadere regels terrassen gemeente Losser 2011

Gemeente Losser. Convenant H aproef 2017

Transcriptie:

HORECABELEID DEELGEMEENTE FEIJENOORD 2007 2011

Horecabeleid Deelgemeente Feijenoord 2007 2011 Opgesteld door de deelgemeente Feijenoord Rotterdam, 4 e kwartaal 2007 Contactpersoon: Erik Pover Beleidsmedewerker horeca 010-2916057 1

Voorwoord Binnen de deelgemeente Feijenoord is de horecabranche sterk vertegenwoordigd en is in het straatbeeld niet meer weg te denken. Naast het creëren van levendigheid zorgt de horeca tevens voor steeds meer werkgelegenheid. Zo werkten in 2003 er 25 procent meer personen in de horeca in Feijenoord dan in 1997. Gezien de vele ontwikkelingen in de horeca is het van belang dat het horecabeleid wordt geactualiseerd. Het deelgemeentelijk horecabeleid is in navolging van de stedelijke horecanota opgesteld en is voor de komende vijf jaar beschreven. Hierin worden vanuit de stedelijke visie en doelstellingen deelgemeentelijke targets benoemd, zodat voor een ieder inzichtelijk wordt waar voor de komende vijf jaar op wordt ingezet en aan wordt gewerkt. Bij de totstandkoming van het beleid zijn vele partijen betrokken geweest, zoals de bewonersorganisaties, Koninklijke Horeca Nederland en diverse gemeentelijke diensten. Uiteraard heeft ook de horecaondernemer zelf voor input gezorgd tijdens verschillende horecaschouwen en andere contactmomenten. Een belangrijke rol van het horecabeleid van de deelgemeente Feijenoord is om vanuit verschillende pijlers als veiligheid, economie en ruimtelijke ordening de diverse horecagebieden in te kleuren. Zo wordt per deelgebied aangegeven of er wordt ingezet op het ontwikkelen, consolideren of verminderen van de horecafunctie. In bijzondere gevallen kan worden afgeweken van het beleid, welke kan zijn gelegen in de verwachting dat het woon- en leefklimaat positief wordt beïnvloed door de (nieuwe) horecagelegenheid. In deze nota wordt meer dan in de vorige ruimte geboden om uitbreidingen gepaard met kwalitatieve verbetering binnen de horecabranche toe te staan. Kwaliteitsverbetering wordt gewaarborgd door met (particuliere) pandeigenaren afspraken in een convenant af te sluiten. Hét voorbeeld van een dergelijke ontwikkeling is het project Eat & Meet, dat vanuit het Pact op Zuid in het leven is geroepen. Een ontwikkeling van diverse eet- en ontmoetingsfuncties gaat hierbij gepaard met andere elkaar versterkende activiteiten zoals evenementen en zal zorg dragen voor een aantrekkelijker Rotterdam Zuid. René Kronenberg Portefeuillehouder horeca Deelgemeente Feijenoord 2

Inhoudsopgave Pagina Voorwoord Samenvatting 5 Hoofdstuk 1 Inleiding 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Participatie 7 1.3 Status van de horecanota Feijenoord 7 1.4 Leeswijzer 8 Hoofdstuk 2 Horecanota gemeente Rotterdam 2007 2011 9 2.1 Inleiding 9 2.2 Visie op ontwikkeling horeca 9 2.3 Doelstellingen Rotterdamse horecabeleid 10 2.4 Stedelijke beleidskaders 2007 2011 12 2.4.1 Ontwikkelen 12 2.4.2 Consolideren 13 2.4.3 Verminderen 13 2.4.4 Bijzondere omstandigheden 14 2.4.5 Nieuwe beleidskaders Horecanota Rotterdam 2007 2011 14 Hoofdstuk 3 Horeca-aanbod deelgemeente Feijenoord 15 3.1 Inleiding 15 3.2 De woonmilieus 15 3.2.1 Centrumwijk 15 3.2.2 Stadswijk 16 3.2.3 Tuindorp 16 3.3 Horeca-aanbod op deelgemeenteniveau 17 3.4 Horeca-aanbod op wijkniveau 18 3.5 Tot slot 20 Hoofdstuk 4 Beschrijving clusters 21 4.1 Inleiding 21 4.2 Project Eat & Meet 21 4.3 Noordereiland 23 4.3.1 Cluster Noordereiland / Van der Takstraat (1.) 23 4.4 Kop van Zuid 24 4.4.1 Cluster Entrepot Stieltjesplein (2.) 25 4.4.2 Cluster Vuurplaat Laan op Zuid (3.) 27 4.4.3 Cluster Wilhelminapier 27 4.5 Feijenoord 28 4.5.1 Cluster Roentgenstraat Nassaukade (4.) 29 4.5.2 Cluster Oranjeboomstraat (5.) 29 4.5.3 Cluster Feijenoord Oost (6.) 30 4.6 Katendrecht 31 4.6.1 Cluster Deliplein e.o. (7.) 32 4.6.2 Cluster bestemmingsplan Katendrecht Zuid (8.) 33 4.6.3 Cluster Pols Katendrecht (9.) 34 4.7 Afrikaanderwijk 35 4.7.1 Cluster Afrikaanderplein / Winkeldriehoek / Maashaven O.z. (10.) 35 4.8 Bloemhof 37 4.8.1 Cluster Putsebocht / Dordtselaan (11.) 38 3

4.8.2 Cluster Hart van Oleander (12.) 39 4.8.3 Cluster Lange Hilleweg (13.) 40 4.9 Hillesluis 41 4.9.1 Cluster Boulevard Zuid (14.) 42 4.10 Vreewijk 43 4.10.1 Cluster Zuidplein / Motorstraat (15.) 44 4.10.2 Cluster Ziekenhuislocatie (16.) 45 4.10.3 Cluster Groenezoom (17.) 46 4.11 Lange lijnen 46 4.11.1 Lange lijn Putselaan (I) 46 4.11.2 Lange lijn Strevelsweg (II) 47 4.12 Woongebieden 48 4.13 Samenvatting clusters 48 4.14 Terrassenbeleid 50 4.14.1 Soorten terrassen 50 4.14.2 Algemene Plaatselijke Verordening 50 4.14.3 Deelgemeentelijk terrassenbeleid 51 Hoofdstuk 5 Handhaving 54 5.1 Inleiding 54 5.2 Handhavingniveau 54 5.3 Integrale horecacontroles 55 5.4 Geluidsoverlast 56 Bijlagen Bijlage I Overzicht horeca 57 Bijlage II Kwaliteitscriteria horeca 64 4

Samenvatting De stedelijke horecanota 2007 2011, die in april jl. is vastgesteld, draagt zorg voor de kaders en richting bij de opstelling van het nieuwe deelgemeentelijke horecabeleid. Zo dienen de beleidskaders ontwikkelen, consolideren en verminderen te worden gehanteerd binnen de deelgemeentelijke beleidsclusters. De stedelijke visie en doelstellingen hebben verder hun grondslag in de deelgemeentelijke targets. Een voorbeeld van een deelgemeentelijk target is het waarborgen van kwaliteit en diversiteit binnen de horeca. De deelgemeente Feijenoord kent een drietal woonmilieus met ieder een eigen scala aan gebiedskenmerken: de centrumwijk, stadswijk en tuindorp. Binnen het noordelijk deel van de deelgemeente bevinden zich vijf centrumwijken, te weten Noordereiland, Kop van Zuid, Feijenoord, Katendrecht en Afrikaanderwijk. Deze wijken moeten een gebied vormen dat aantrekkelijk is voor een zeer brede doelgroep van stedelijk georiënteerde huishoudens. De stadswijken zijn in het midden gelegen en bestaan uit Bloemhof en Hillesluis. Het versterken van de karakteristiek rustig wonen in de stad is de belangrijkste opgave voor deze wijken. Verdunnen en revitaliseren van de huidige woongebieden is daarbij het thema. Tot slot is het woonmilieu voor Vreewijk te bestempelen als tuindorp, waarbij de opgave zich concentreert rond de thema s behouden en vernieuwen. Het totale horeca-aanbod is in de periode 2000 2007 gedaald van 312 naar 292 inrichtingen. Een verklaring is dat als gevolg van herstructurering op diverse locaties horeca ter plaatse veelal is onteigend. Verder is een daling binnen de exploitatievorm café/bar waarneembaar. Verspreid over de gehele deelgemeente zijn 19 clusters beschreven. Hierbij zijn de ligging en karakter, het bestemmingsplan en de openbare orde bepalend voor het inzetten van de geldende stedelijke beleidskaders. Hieronder treft u een overzicht aan van de clusters en het geldende beleid voor de periode van 2007 2011, waarbij de ontwikkelings-, consolidatie- en verminderingsgebieden respectievelijk in de kleuren groen, oranje en rood zijn aangemerkt. Cluster Gebied Beleid 2007-2011 Ontwikkelen Jan Eleveld / spoorbruglocatie 1. Noordereiland / Van der Beperkt ontwikkelen met terrassen aan kaden Takstraat Consolideren Van der Takstraat 2. Entrepot - Stieltjesplein Overige straten woongebied Ontwikkelen Entrepotgebied Consolideren Stieltjesplein-Stieltjesstraat-Rosestraat 3. Vuurplaat Laan op Zuid Consolideren 4. Roentgenstraat - Consolideren Nassaukade Ontwikkelen volgend op planvorming 5. Oranjeboomstraat Consolideren Consolideren 6. Feijenoord Oost Ontwikkelen Feijenoordkade (Dillenburgkop), zuidwestzijde Piekstraat en ten zuiden van Spiekmanstraat 7. Deliplein e.o. Ontwikkelen 8. Bestemmingsplan Ontwikkelen (havenkwartier met 500 m2 en rivierkwartier) Katendrecht Zuid Consolideren (laankwartier en parkkwartier) 9. Pols Katendrecht Ontwikkelen volgend op planvorming 10. Afrikaanderplein / Ontwikkelen eet- en ontmoetingsfunctie Winkeldriehoek / Maashaven O.z. Verminderen alcoholfunctie 11. Putsebocht / Dordtselaan Consolideren Dordtselaan Consolideren Verhageplein Verminderen Putsebocht 12. Hart van Oleander Verminderen 13. Lange Hilleweg Consolideren 14. Boulevard Zuid Ontwikkelen Strijenseplein, Boulevard Zuid eetfunctie 5

Verminderen Beijerkoppen 15. Zuidplein / Motorstraat Consolideren 16. Ziekenhuislocatie Consolideren 17. Groenezoom Consolideren Lange lijn I Putselaan Consolideren Lange lijn II Strevelsweg Consolideren Overig Woongebieden Consolideren Ten aanzien van de exploitatie van terrassen worden stedelijke en deelgemeentelijke beleidskaders gehanteerd. Ten behoeve van een verdere ontwikkeling van terrassen is ruimte gecreëerd binnen het horecabeleid voor de gebieden kaden Noordereiland, Entrepotgebied en Eat & Meet. Om de kwaliteit van de horeca enigszins te waarborgen en misstanden binnen de horeca tegen te gaan, wordt samen met diverse partners tijdens integrale horeca-acties handhavend opgetreden. Zo worden op jaarbasis minimaal 75 horeca-inrichtingen integraal gecontroleerd. Geconstateerde overtredingen kunnen leiden tot het treffen van bestuurlijke maatregelen door de burgemeester. Overlastsignalen op het gebied van mechanische geluidsoverlast worden door de milieudienst DCMR in behandeling genomen, die sancties kan opleggen in de vorm van een dwangsom. In 2007 is in het werkplan voor de gemeente Rotterdam opgenomen dat er 50 geluidmetingen worden gedaan waarbij ongeveer 20 handhavingbeschikkingen worden verwacht. 6

Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding De horecabranche is voortdurend aan veranderingen onderhevig. Het gaat daarbij om verschuivingen in de bedrijfstak, opkomende trends, wijzigingen in wettelijke regelgeving, maatschappelijke veranderingen en nog veel meer. Deze veranderingen hebben gevolgen voor het gemeentelijke horecabeleid. Het is daarom van belang dat dit beleid eens in de vijf jaar wordt aangepast, waarbij wordt gekeken naar genoemde ontwikkelingen en naar de effecten van het horecabeleid in de voorafgaande jaren. Volgend op de stedelijke horecanota is de deelgemeentelijke horecanota, waarin lokaal beleid wordt gevormd binnen de stedelijke beleidskaders en wordt uitgevoerd. Voor u ligt de nieuwe horecanota van de deelgemeente Feijenoord. Gezien het feit dat de vorige deelgemeentelijke horecanota gold voor de periode 2002 2006, is voor deze nota de geldigheidsperiode gesteld op 2007 2011. De deelgemeentelijke horecanota is een aanvulling op de Horecanota Rotterdam 2007 2011, die in maart 2007 door de gemeenteraad van Rotterdam is vastgesteld. De deelgemeentelijke horecanota heeft in het vierde kwartaal van 2007 de vaststellingsprocedure doorlopen via het dagelijks bestuur, de commissie AZR, de deelraad (d.d. 18 december) en de burgemeester (d.d. 21 december). 1.2 Participatie Bij de totstandkoming van het deelgemeentelijk horecabeleid zijn diverse partijen betrokken geweest. Met alle bewonersorganisaties zijn afzonderlijk gesprekken gevoerd, waarbij verschillende zaken aan bod zijn gekomen zoals mogelijke horecagerelateerde overlast, soorten en aantallen horecainrichtingen en de verschillende te beschrijven clusters. Verder hebben Koninklijk Horeca Nederland, de politieafdeling Horecataken, Team Horeca en Evenementen, het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam en de DCMR input geleverd. In de maanden mei en juni van 2007 zijn tevens vier horecaschouwen georganiseerd, waarbij de portefeuillehouder horeca, een vertegenwoordiging vanuit de deelraad en de beleidsmedewerker horeca gebiedsgericht bezoeken aflegden aan de horeca. Het doel was om vooruitlopend op het nieuwe deelgemeentelijk horecabeleid van de ondernemers te horen hoe zij tegen het beleid en gebied aan kijken. 1.3 Status van de horecanota Feijenoord Integraal beleid In deze nota wordt getracht de deelgemeentelijke horeca op een integrale wijze te benaderen. Ontwikkelingen op het gebied van onder andere economie, ruimtelijke ordening, milieu en overlast worden in samenhang tot de gewenste horecaontwikkeling bekeken. Beleidsstukken die direct of indirect van invloed zijn op de horecasector in onze deelgemeente zijn: - Horecanota Rotterdam 2007 2011; - Coffeeshopbeleid gemeente Rotterdam; - Prostitutiebeleid gemeente Rotterdam; - Stedelijk beleid feestzalen; - Ontwikkelingsvisie Feijenoord 2020 een ruimtelijk economische visie; - Wijkveiligheidsactieprogramma s. Het gebruik van deze deelgemeentelijke nota is drieledig: - de nota geeft inzicht in het deelgemeentelijk beleid en de relatie tot het stedelijk beleid; - de nota vormt het toetsingskader voor de beoordeling van aanvragen ten behoeve van de exploitatievergunning en andere vergunningen; - de nota vormt een richtinggevend kader voor ambtelijke diensten bij horecaontwikkelingen. Om het horecabeleid in de deelgemeente Feijenoord te effectueren, zijn een aantal zaken structureel geregeld. Zo vindt er afstemming plaats met interne en externe partijen, zoals Koninklijk Horeca 7

Nederland, Horecataken, Team Horeca en Evenementen, het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam, DCMR en partners van de integrale horeca-acties. De voornaamste overlegvormen hierbij zijn het horecapanel, het driehoekoverleg, deelgemeentelijk overleg horecacoördinatoren, Lokaal Milieu Overleg en de briefing horeca-actie. Daarnaast fungeert de beleidsmedewerker horeca als vraagbaak voor (potentiële) horecaondernemers. Ten tweede wordt het beheren, coördineren en afhandelen van klachten over horeca gewaarborgd middels het deelgemeentelijk meldpunt Overlast en het bijhouden van een deelgemeentelijk panddossier. Hierdoor kunnen tevens ontwikkelingen op het gebied van horeca worden gemonitoord en kan tijdens bezwaar- en beroepsprocedures effectief worden gehandeld. Daarnaast wordt voor het voorkomen van ongewenste nieuwe vestigingen en het zorgdragen voor kwaliteitsverbetering publiekrechtelijk (middels bestemmingsplannen, leefmilieuverordeningen e.d.) en privaatrechtelijk (overleggen met pandeigenaren c.q. corporaties) ingezet. 1.4 Leeswijzer De Horecanota deelgemeente Feijenoord 2007 2011 bestaat uit vijf hoofdstukken. Aangezien de stedelijke horecanota beleidskaders aanreikt voor de deelgemeenten, komen deze in hoofdstuk 2 aan bod. Tevens worden de stedelijke visie en doelstellingen neergezet, waarbij de deelgemeente Feijenoord haar eigen targets benoemt. Hierdoor wordt het beter mogelijk om de beleidseffecten effectiever te meten en resultaten te evalueren. In hoofdstuk 3 wordt het horeca-aanbod zowel op deelgemeente als op wijkniveau inzichtelijk gemaakt. Aangezien de acht wijken binnen de deelgemeente Feijenoord verschillende kenmerken bezitten, wordt een indeling in woonmilieu gehanteerd. Dit geeft een goed beeld van de wijken in relatie met de (aanwezige of te creëren) horecafunctie. De stedelijke kaders en de wijkbeschrijvingen monden uit in hoofdstuk 4, waar het gebiedsgerichte beleid is vormgegeven. Tevens wordt een beschrijving gegeven van het project Eat & Meet, dat belangrijke gevolgen kent voor de horecaontwikkelingen binnen de aangewezen gebieden. Per wijk worden vervolgens de verschillende clusters beschreven waarbij de informatie over het gebied, het bestemmingsplan en de openbare orde resulteert in het uiteindelijke beleid. Hierbij kunnen overigens bijzondere omstandigheden een afwijking van het beleid rechtvaardigen. Ten slotte wordt in hoofdstuk 5 aandacht geschonken aan de verschillende handhavingsaspecten op het gebied van horeca. Het handhavingniveau, de integrale horecacontroles, het deelgemeentelijke meldpunt Overlast en geluidsoverlast komen hierin aan bod, waarbij mogelijk deelgemeentelijke targets worden benoemd. 8

Hoofdstuk 2 Horecanota gemeente Rotterdam 2007 2011 2.1 Inleiding De deelgemeente Feijenoord maakt deel uit van de stad Rotterdam. Stedelijke ambities zijn derhalve van invloed op het deelgemeentelijk horecabeleid. In dit hoofdstuk wordt daarom aandacht besteed aan twee ambities uit de stedelijke horecanota. Daarnaast zullen tevens de doelstellingen van de gemeentelijke horecanota in kaart worden gebracht, waarbij stedelijke en deelgemeentelijke targets zullen worden benoemd. Ten slotte worden ten behoeve van het gebiedsgerichte deelgemeentelijke horecabeleid beschreven in hoofdstuk 4 - de gemeentelijke beleidskaders in paragraaf 3 beschreven. 2.2 Visie op ontwikkeling horeca De visie van de gemeente Rotterdam, voorzover relevant voor de deelgemeente Feijenoord, stoelt op de gewenste ontwikkeling van de horeca op twee hieronder volgende uitgangspunten. Na de beschrijving van deze uitgangspunten wordt vervolgens een vertaalslag gemaakt vanuit het deelgemeentelijke horecabeleid. 1. De markt bepaalt, de gemeente schept condities De gemeente Rotterdam wil dat de stad zich verder ontwikkelt als vrijetijdsstad. De horeca speelt hierin een belangrijke rol. Goede uitgaansgelegenheden fungeren als publiekstrekker. Daarnaast vervult de horeca een belangrijke ondersteunende rol voor voorzieningen als theaters, musea, winkels, ziekenhuizen en kantoren. De ontwikkeling van de Rotterdamse horeca is afhankelijk van particulier initiatief. Het horeca-aanbod wordt mede bepaald door de vraag van de consument. De gemeente schept de condities voor een verantwoorde ontwikkeling van de horeca. In de gemeentelijke horecanota en in de bestemmingsplannen geeft zij de kaders aan waarbinnen de branche zich kan ontwikkelen. Het gaat dan onder andere over de geschiktheid van locaties voor de vestiging van horeca. De gemeente beoordeelt de geschiktheid aan de hand van openbare orde, woon- en leefklimaat en veiligheidsaspecten enerzijds en ruimtelijke, planologische en economische belangen anderzijds. De gemeente is ervoor verantwoordelijk dat er voldoende mogelijkheden zijn voor de ontwikkeling van de horeca in Rotterdam en zorgt ook voor een goede ruimtelijke setting waarin de horeca kan floreren. Elementen die hierbij een rol spelen zijn de bereikbaarheid, de buitenruimte en de herkenbaarheid van de locatie. Daarbij wordt gestreefd naar een goede mix van verschillende soorten horeca. Een grote diversiteit aan horeca verhoogt de attractiviteit van de stad. Bij de vestiging van nieuwe horeca is het uitgangspunt dat er sprake moet zijn van wederzijdse versterking van horeca en andere functies als bijvoorbeeld kantoren, winkels en ziekenhuizen. Horecagebieden moeten goed verbonden zijn met het openbaar vervoer, de parkeergarages en de taxihaltes door middel van aantrekkelijke, goed verlichte en veilige looproutes. Een goede kwaliteit en een buitenruimte die schoon, heel en veilig is, vergroot de aantrekkelijkheid en de mogelijkheden om tot een gevarieerd en interessant horeca-aanbod te komen. 2. Minder regels, strakker toezicht Meer ruimte voor de ondernemer, een transparante vergunningverlening en een strak handhavingregime vormen de basis voor een aantrekkelijk horeca- én woonklimaat in Rotterdam. De regelgeving op het gebied van de horeca is zeer complex. Ondernemers worden geconfronteerd met een woud van regels. Vergunningen, ontheffingen en meldingen moeten bij verschillende loketten worden aangevraagd. Daarnaast is de horeca een branche die voortdurend in beweging is, waardoor de regelgeving niet altijd goed aansluit op de werkelijkheid. Van belang is dat alle ondernemers weten wat er van hen verwacht wordt. Het moet voor een ondernemer duidelijk zijn of voor de exploitatie van een bedrijf een vergunning is vereist, welke gegevens en documenten moeten worden aangeleverd, wat de gemeente met de informatie doet en op welke termijn een vergunning wordt verleend. Om deze redenen wil de gemeente komen tot een betere serviceverlening, minder regels en minder lasten. Dat betekent dat de horeca-exploitanten een grotere eigen verantwoordelijkheid krijgen. De gemeente gaat ervan uit dat zij hier op een goede manier mee omgaan. Zo niet dan vergroot de gemeente haar inspanningen op het gebied van toezicht en handhaving. Veroorzaakt een 9

horecagelegenheid overlast, dan wordt hiertegen snel en strikt opgetreden. In het belang van de bewoners en bedrijven in de buurt van de horeca. 3. Deelgemeentelijk maatwerk De gemeentelijke horecaontwikkelingsvisie biedt voor de deelgemeenten de ruimte om op lokaal niveau maatwerk te leveren door het vaststellen van een eigen deelgemeentelijke horecanota. Hierin zal tevens de visie van de deelgemeente worden beschreven (zie hieronder). 4. Rookvrije horeca en alle podia Met ingang van 1 juni 2008 wordt door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport de rookvrije horeca en alle podia ingevoerd. Besloten is om geen onderscheid te maken tussen horecasectoren en de horeca en podia krijgen de mogelijkheid om desgewenst afgesloten rookruimten te creëren waar niet bediend wordt. Horecawerknemers krijgen dan dezelfde bescherming als andere werknemers. De effecten van de maatregel zullen vanuit de deelgemeente Feijenoord van nabij worden gevolgd. 5. Focus op kwaliteitsverbetering als voorwaarde voor het meer ruimte bieden aan de horeca Binnen de deelgemeente Feijenoord is de horecafunctie flink vertegenwoordigd. Het is van belang om de kwaliteit ervan te waarborgen c.q. te verbeteren ter voorkoming van aantasting van de openbare orde en het woon- en leefklimaat. Tegelijkertijd wordt op een aantal locaties binnen de deelgemeente in samenhang met gewenste toekomstige ontwikkelingen meer ruimte geboden aan de ontwikkeling van horeca. Zo is om meer aansluiting te zoeken bij ontwikkelingen in de omgeving en ook om daarmee een samenhangende aanpak te kunnen ontwikkelen rond horeca, vrijetijdsbesteding en ontmoeting binnen het Pact op Zuid de gedachte van Eat & Meet ontwikkeld. De ontwikkeling van nieuwe kwaliteitshoreca gaat daarbij hand in hand met het ontwikkelen van evenementen, attracties en andere ontmoetingsmogelijkheden voor het publiek. Binnen dit ontwikkelingsproject wordt, net zoals dat eerder ook in de Eetwijk gebeurde, ingezet op het opstellen van kwaliteitsafspraken met de pandeigenaren zodat de gewenste kwaliteit bereikt wordt en/of behouden blijft. Deelgemeentelijke targets zullen in de volgende paragraaf worden opgesteld. 2.3 Doelstellingen Rotterdamse horecabeleid Ook de stedelijke doelstelling is mede bepalend voor het deelgemeentelijke horecabeleid. Hieronder worden daarom de drie stedelijke doelstellingen besproken waarbij, als afgeleide daarvan, deelgemeentelijke targets zijn benoemd. 1. Verlichten van de lasten van ondernemers Op verschillende overheidsniveaus is in de afgelopen jaren aandacht besteed aan de vermindering van lastendruk voor ondernemers. Zo zijn op landelijk niveau voorstellen ontwikkeld voor minder (administratieve) lasten, kortere doorlooptijden en een betere stroomlijning tussen verschillende vergunningsprocedures. In Rotterdam heeft het college in zijn programma De stad van aanpakken, voor een Rotterdams resultaat aangegeven de omvang van de regelgeving te verminderen en de kwaliteit te verbeteren. Dit voornemen heeft geleid tot het project vermindering Rotterdamse Red Tape. Als gevolg daarvan zijn onder andere beslistermijnen en geldigheidsduur van vergunningen in de APV aangepast. De gemeente zorgt er voor dat de komende vier jaar de administratieve lasten voor de horecaondernemers afnemen en de vergunningverlening eenvoudiger wordt. Minder inrichtingen hebben een exploitatievergunning nodig. Stedelijke targets - het inrichten van één gemeentelijk horecaloket voor het aanvragen van alle vergunningen; - één aanvraagformulier voor alle vergunningen voor het exploiteren van een horecabedrijf; - één aanspreekpunt/accountmanager voor alle vergunningen; - betere coördinatie van de vergunningverlening waardoor alle vergunningen tegelijkertijd verstrekt kunnen worden; - het aanbieden van alle vergunningen in een overzichtelijke map: de Integrale Vergunningen Portefeuille; - exploitatievergunningen blijven langer geldig, vijf in plaats van drie jaar; - de proefvergunning wordt afgeschaft; 10

- voor het aanvragen van een Verlaatje, dat de ondernemer de mogelijkheid geeft om zijn horecabedrijf langer open te houden, wordt een kraskaart ingevoerd. Hiermee kan de ondernemer tien keer per jaar langer open zijn en desgewenst tien keer per jaar meer geluid produceren. Deelgemeentelijke targets - binnen de gestelde termijn adviseren op de aangevraagde exploitatievergunning; - bespreken van aanvragen binnen het deelgemeentelijk driehoekoverleg. 2. Beschermen van het woon- en leefklimaat en handhaven van de openbare orde en veiligheid Het horecabeleid reguleert potentieel conflicterende functies zoals uitgaan, wonen en bedrijvigheid. Vooral s avonds en s nachts ondervinden bewoners overlast van horecagelegenheden en vertrekkende bezoekers. Het gemeentelijk beleid heeft als doel het creëren van een goede balans tussen wonen en uitgaan, het beschermen van het woon- en leefklimaat en het handhaven van de openbare orde en veiligheid. De gemeente vult deze verantwoordelijkheid op verschillende manieren in: door consequent toezicht en strikte handhaving en door maatregelen die bijdragen aan het verbeteren van de balans tussen uitgaan en wonen. Stedelijke targets - continueren van regelmatige integrale horecacontroles die ervoor moeten zorgen dat de praktijk in overeenstemming is met hetgeen in de vergunning is toegestaan. Waar dat niet zo is, wordt nagegaan of de wijziging kan worden toegestaan of dat handhavend moet worden opgetreden; - raming van de te verwachten geluidsoverlastklachten voor de komende jaren en op grond daarvan capaciteit c.q. financiële middelen toekennen aan de DCMR; - jaarlijks nagaan - door de Directie Veiligheid - van noodzaak om het handhavingarrangement te actualiseren c.q. aan te scherpen; - gemeentebreed invoeren van de afkoelperiode voor de reguliere horeca (tot een half uur na sluitingstijd krijgen de gasten de gelegenheid om hun laatste drankje te drinken en de zaak te verlaten); - uitbreiden en slimmer inzetten van BIBOB met hulp van het gemeentelijke kenniscentrum BIBOB om vergunningverlening aan malafide horeca te voorkomen. BIBOB staat voor Bevordering Integriteitsbeoordeling door het Openbaar Bestuur en geeft bestuursorganen een instrument in handen om zich tegen het risico dat zij ongewild criminele activiteiten faciliteren te beschermen; - beperken openingstijden overlastgevende binnenterrassen; - houden van een proef met vrije sluitingstijden voor de horecabedrijven die in het bezit zijn van een nachtontheffing. Deelgemeentelijke targets - het continueren van de integrale horeca-acties; - het houden van intakegesprekken met (nieuwe) ondernemers in samenwerking met de politie, waarbij BIBOB-informatie kan worden vergaard. - versterken van de informatiepositie; - het binnen twee weken geven van follow-up aan de via het meldpunt Overlast gemelde horecagerelateerde overlastklachten; - afstemming aanpak bij overlastklachten via het driehoekoverleg; - het doorsluizen van overlastklachten op het gebied van mechanische geluidsoverlast naar de bevoegde handhavende instantie DCMR. 3. Creëren van een gevarieerd horeca-aanbod van goede kwaliteit Horeca kan bijdragen aan de attractiviteit en aan de (sociale) veiligheid van de omgeving. Soms werken horecavestigingen echter het tegendeel in de hand, zoals een onaantrekkelijk straatbeeld of gevoelens van onveiligheid. Dichte gevels, gevels met rolluiken, schreeuwerige teksten en uithangborden, slecht onderhouden en verloederde gevels en luid dreunende muziek die vanuit de zaak de straat op klinkt moeten zoveel mogelijk worden voorkomen. De (deel)gemeente kan op kwaliteit sturen door het inzetten van publiekrechtelijke en privaatrechtelijke instrumenten. Publiekrechtelijke instrumenten kunnen gebruikt worden voor de vestigingslocatie, de hygiëne in de horeca, de veiligheid, de uitstraling en zijn vastgelegd in regelingen 11

zoals de Algemeen Plaatselijke Verordening Rotterdam, de Drank- en Horecawet, de Woningwet (bouwtechnische en esthetische voorwaarden) en de milieuwetgeving (geluid, overlast). Door de inzet van dit publieksrechtelijke instrumentarium kan een bepaalde minimale kwaliteit van de horeca worden gegarandeerd. Daarbovenop kan de (deel)gemeente het privaatrechtelijke instrumentarium inzetten. De gemeente Rotterdam is namelijk eigenaar van een aantal panden waarop een horecabestemming rust. In deze gevallen kan de gemeente dus zelf bepalen aan welke horecaondernemers het pand wordt verhuurd en daarmee dus invloed uitoefenen op de kwaliteit van de horeca. Als criteria hierbij gelden onder andere de bewezen kwaliteit van de horecaondernemer en de mate waarin de horecafunctie een toegevoegde waarde heeft voor de omgeving. In een convenant kunnen dan nog afspraken tussen gemeente, horeca, brouwerijen of vastgoedeigenaren worden vastgelegd over kwaliteit. Handhaving en regelmatige toetsing van de kwaliteit vormt een onderdeel van die afspraken Stedelijke targets - indien de gemeente zelf pandeigenaar is, gebruik maken van de mogelijkheid om te verhuren aan kwalitatief goede horeca; - zoveel mogelijk stimuleren van andere pandeigenaren om ook voor kwaliteit te kiezen; - onderzoeken van de mogelijkheid om in de bestemmingsplannen van een aantal gebieden een nadere verfijning van het begrip horeca op te nemen en de horeca daarbij in een aantal categorieën in te delen; - op orde houden van de buitenruimte, samen met exploitanten. Het collegeprogramma geeft aan dat het gemiddelde schoonniveau in Rotterdam naar 4 of hoger moet (op een schaal van 1 t/m 5). Deelgemeentelijke targets - het houden van intakegesprekken met (nieuwe) ondernemers in samenwerking met de politie, waarbij gewenste kwaliteit kan worden besproken; - waar mogelijk kwaliteit waarborgen middels het opstellen van een convenant dat pandeigenaren dienen te ondertekenen bij bepaalde ontwikkelprojecten. 2.4 Stedelijke beleidskaders 2007 2011 Wat de vestigingsmogelijkheden in een bepaald gebied zijn, wordt in beginsel bepaald door het bestemmingsplan. Hierin wordt een integrale ruimtelijke afweging gemaakt van alle mogelijke en gewenste functies in een bepaald gebied. Binnen de contouren van het bestemmingsplan is vervolgens de horecanota bepalend ten aanzien van de gewenste ontwikkeling van de horeca. In Rotterdam is er een stedelijke horecanota waarin het beleidskader voor de gehele gemeente is opgenomen. De gewenste ontwikkeling van de horeca in een bepaald gebied of gedeelte van een gebied wordt aangeduid met de begrippen consolideren, ontwikkelen en verminderen. Ook wordt ingegaan op bijzondere (gewenste) afwijkingen. In deze paragraaf worden deze begrippen nader omschreven, welke in hoofdstuk 4 in het gebiedsgerichte beleid terug zullen komen. Tevens wordt een kernachtige opsomming gegeven van de stedelijke nieuwe beleidskaders (zie Horecanota Rotterdam 2007 2011). 2.4.1 Ontwikkelen Het ontwikkelingsbeleid beoogt het versterken van de positie (en waar mogelijk de kwaliteit) van horeca ten opzichte van andere maatschappelijke functies. In gebieden waarvoor de beleidsinzet ontwikkelen geldt, is in principe uitbreiding van het aantal horecagelegenheden, uitbreiding van het aantal vierkante meters bij bestaande horecagelegenheden, verzwaring van exploitatievorm en uitbreiding van exploitatietijden mogelijk. Alles uiteraard binnen de mogelijkheden van het bestemmingsplan. Wel geldt dat in een gebied waarvoor het ontwikkelingsbeleid van toepassing is eerder zal worden onderzocht of er mogelijkheden zijn om vrijstelling van het bestemmingsplan te verlenen. 12

2.4.2 Consolideren Het consolidatiebeleid beoogt de positie van de horeca te handhaven ten opzichte van de overige maatschappelijke functies. In de aangewezen consolidatiegebieden worden geen nieuwe inrichtingen toegestaan. Het consolidatiebeleid geldt tevens voor iedere afzonderlijke bestaande inrichting. Niet toegestaan wordt het vergroten van het aantal vierkante meters vloeroppervlakte (met inbegrip van de terrassen), verruiming van de openingstijden en verzwaring van de exploitatievorm. Het aantal horecabedrijven dat op het moment van inwerkingtreding van deze horecanota of een deelgemeentelijke horecanota, legaal in een bepaald gebied aanwezig is, geldt hierbij als uitgangspunt. Beperkt ontwikkelen binnen het consolidatiebeleid Met beperkt ontwikkelen worden drie vormen aangeduid van gewenste uitbreiding binnen het consolidatiebeleid, te weten beperkt ontwikkelen met nachthoreca, beperkt ontwikkelen met inrichtingen met een beperkte openingstijd en beperkt ontwikkelen met terrassen bij bestaande inrichtingen. In het gebiedsgerichte beleid wordt steeds aangegeven welke van de drie vormen van beperkt ontwikkelen wordt toegestaan. Het zal hierbij doorgaans gaan om gebieden waarbij een algemeen ontwikkelingsbeleid het woon- en leefklimaat te sterk zou belasten, maar waar een gerichte c.q. beperkte ontwikkeling van horeca wel acceptabel kan zijn. In deze gebieden zal veelal reeds een behoorlijke druk op het woon- en leefklimaat bestaan. De Horecanota 2002-2006 kende naast de bovengenoemde begrippen ook nog het begrip beperkt ontwikkelen met buurt- en winkel ondersteunende horeca. Uit de evaluatie van de nota is gebleken dat het instrument beperkt ontwikkelen met buurt- of winkelondersteunende horeca, vooral is ingezet vanwege de mogelijkheid om de reguliere openingstijden te kunnen beperken. De mogelijkheid om te sturen op het soort horeca-inrichting bleek minder van belang. Het begrip buurt- of winkelondersteunende horeca wekt bovendien verwarring bij ondernemers. Dit beleidsinstrument komt daarom in deze Horecanota niet meer terug. Wel worden twee nieuwe vormen van beperkt ontwikkelen geïntroduceerd. Het betreft het beperkt ontwikkelen met horecabedrijven die maar tot 23.00 uur mogen exploiteren en het beperkt ontwikkelen van een gebied of bedrijf door het uitbreiden van het aantal of de afmeting van de terrassen. De drie varianten van beperkt ontwikkelen worden hieronder beschreven. - Beperkt ontwikkelen met nachthoreca In gebieden met de kwalificatie beperkt ontwikkelen met nachthoreca kan uitbreiding van horeca door middel van een nachtontheffing worden toegestaan als dit naar verwachting slechts in beperkte mate zal bijdragen aan verhoging van de druk op het woon- en leefklimaat. Het gaat dan alleen om het uitbreiden van het aantal nachtontheffingen van bestaande horecagelegenheden. - Beperkt ontwikkelen met inrichtingen met beperkte openingstijden In gebieden waar het woon- en leefklimaat onder druk staat doordat er in de late uren veel overlast is, maar waar wel behoefte bestaat aan de uitbreiding van het horeca aanbod, kan worden gekozen voor het toestaan van de uitbreiding van het aantal horecagelegenheden met een beperkte openingstijd, namelijk van 07.00 tot 23.00 uur. - Beperkt ontwikkelen met terrassen Met beperkt ontwikkelen met terrassen kan in een bepaald gebied een uitbreiding van het aantal of de afmeting van terrassen worden toegestaan. Voor deze gebieden geldt dat een uitbreiding van het aantal horecabedrijven niet gewenst is, vanwege de reeds aanwezige druk op het woon- en leefklimaat of vanwege de wankele balans tussen de diverse in het gebied aanwezige functies. 2.4.3 Verminderen Het verminderingsbeleid beoogt de positie van de horeca ten opzichte van andere maatschappelijke functies terug te dringen en de druk van de horeca op de openbare orde en het woon- en leefklimaat te verminderen. De vestiging van nieuwe inrichtingen wordt niet toegestaan, evenmin als het vergroten van het aantal vierkante meters vloeroppervlakte (met inbegrip van de terrassen), verruiming van de 13

openingstijden en verzwaring van de exploitatievorm. Bestaande inrichtingen worden gestimuleerd zich elders te vestigen. Overdracht van een inrichting aan een andere exploitant is mogelijk, maar alleen in dezelfde vorm en onder dezelfde voorwaarde als de huidige exploitatie. Indien in een pand met een horecabestemming al geruime tijd geen horecabedrijf meer is gevestigd, wijzigt de gemeente de bestemming van dat pand. In gebieden waar het verminderingsbeleid geldt, zal de gemeente meewerken aan verzoeken om het wijzigen van het bestemmingsplan, om zodoende de vestiging van andere functies mogelijk te maken. Het verminderingsbeleid treedt tegelijkertijd met de Horecanota in werking. In een gebied waar het verminderingsbeleid geldt moet het totaal aantal horecabedrijven worden teruggebracht. Het aantal horecabedrijven dat op het moment van inwerkingtreding van de nota legaal in een bepaald gebied aanwezig is, geldt daarbij als uitgangspunt. 2.4.4 Bijzondere omstandigheden De hiervoor beschreven begrippen geven een gewenste ontwikkelingsrichting voor de horeca aan. In de gemeentelijke en deelgemeentelijke horecanota s worden de begrippen gebruikt om voor elk gebied aan te geven wat de mogelijkheden of onmogelijkheden voor dat gebied zijn. Is er voor een gebied eenmaal bepaald welk beleid er van toepassing is, dan liggen de mogelijkheden voor dat gebied in beginsel vast. Slechts in bijzondere gevallen kan gemotiveerd van het beleid worden afgeweken. Dit betekent dat in bijzondere gevallen marginale uitbreiding van de oppervlakte van bestaande horeca-inrichtingen in consolidatiegebieden niet per definitie in strijd hoeft te zijn met het beleid. Een bijzondere omstandigheid kan zijn gelegen in de verwachting ligt dat het woon- en leefklimaat zal verbeteren door een kwalitatieve verbetering van een horecagelegenheid. Bij beoordeling van aanvragen wordt daarom zoveel mogelijk gekeken naar de individuele omstandigheden. Het kan ook betekenen dat ondanks het consolidatiebeleid of zelfs verminderingsbeleid toch de vestiging van een nieuwe onderneming kan worden toegestaan. Uiteraard moet er dan sprake zijn van bijzondere omstandigheden die een afwijking van het beleid rechtvaardigen. Hiervan kan sprake zijn als de (deel)gemeente verwacht dat het woon- en leefklimaat in sterke mate positief wordt beïnvloed door de komst van de nieuwe horecagelegenheid. Zo wordt maatwerk geleverd in die gebieden waar dit wenselijk en mogelijk wordt geacht. Kwalitatieve verbetering dient waar mogelijk gewaarborgd te worden door middel van het sluiten van een convenant met de pandeigenaar. Andersom betekent deze beleidsvrijheid ook dat in gebieden waar het ontwikkelingsbeleid geldt, de vestiging van een nieuwe zaak kan worden geweigerd indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. 2.4.5 Nieuwe beleidskaders Horecanota Rotterdam 2007 2011 - de invoering van de categorie vergunningvrije inrichtingen ; - ondernemers regelen vanaf nu al hun zaken aan één horecaloket; - iedere ondernemer krijgt alle vergunningen in één overzichtelijke map: de integrale vergunningenportefeuille (IVP); - een proef met vrije sluitingstijden voor horecazaken met een nachtontheffing; - de afkoelperiode na sluitingstijd geldt nu voor heel Rotterdam; - makkelijker en goedkoper aanvragen van verlaatjes en geluidjes door middel van een kraskaart; - de exploitatievergunning is niet langer drie maar vijf jaar geldig; - uitbreiding van controles van geluidsoverlast door de DCMR; - het handhavingsarrangement wordt aangescherpt; - feestzalen worden evenwichtig over de stad verspreid: er worden twee nieuwe locatie gezocht. 14

Hoofdstuk 3 Horeca-aanbod deelgemeente Feijenoord 3.1 Inleiding In hoofdstuk 3 zal in verschillende grafieken het horeca-aanbod binnen de deelgemeente Feijenoord in kaart worden gebracht, waarbij de exploitatievormen worden weergegeven. Het registratiesysteem Divweb van Team Horeca en Evenementen heeft hierbij als voornaamste bron gediend, aangevuld met actuele cijfers en gegevens vanuit het deelgemeentebestand. Voor een overzicht van het totale horeca-aanbod binnen de gemeente Rotterdam en deelgemeenten onderling wordt verwezen naar de horecanota Rotterdam 2007-2011. Alvorens hiertoe wordt overgegaan, zullen de acht wijken van de deelgemeente in paragraaf 3.2 worden verdeeld in Centrumwijk, Stadswijk en Tuindorp. Deze gebiedsgerichte driedeling van woonmilieus is een richtinggevend kader voor verdere ontwikkelingen. 3.2 De woonmilieus Het zijn de functie en het karakter van de omgeving die bepalen hoeveel en welk soort horeca in een bepaald gebied gewenst is. Het gaat hierbij om een beschrijving van een aantal soorten gebieden (milieus) die elk een eigen consequentie kennen voor de aanwezige en eventueel te vestigen horeca. De verschillende woonmilieus onderscheiden zich van elkaar door onder andere de bouwperiode, de bouwvorm, de buitenruimte, de ligging in de stad, de functie en het karakter. In dit horecabeleid wordt de indeling van Centrumwijk, Stadswijk en Tuindorp overgenomen, zoals gemaakt in de Ontwikkelingsvisie Feijenoord 2020 een ruimtelijk economische visie. 3.2.1 Centrumwijk De Centrumwijken worden gevormd door de wijken Noordereiland, Feijenoord, Kop van Zuid, Katendrecht en Afrikaanderwijk. Deze wijken moeten een gebied vormen dat aantrekkelijk is voor een zeer brede doelgroep van stedelijk georiënteerde huishoudens. Een nog steeds sterke vraag naar goedkope woningen zal samengaan met een duidelijke behoefte aan duurdere huisvesting, zowel in de huur- als in de koopsector. De buitenruimte heeft een uitgesproken openbaar karakter. Het gebruik van water is belangrijk in de vorm van bijvoorbeeld vervoer over water, waterrecreatie, jachthavens en drijvende paviljoens. Er wordt gestreefd naar een zo groot mogelijke mix van voorzieningen en bedrijvigheid. Dat betekent kleinschalige functiemenging op buurtniveau, zoals wonen met wijkvoorzieningen en mogelijkheden om de woningen flexibel te gebruiken. Maar ook grootschaliger functiemenging met een meer stedelijk programma, zoals wonen met kantoren en culturele en recreatieve voorzieningen. Speciale aandacht krijgen de bijzondere plekken in en rondom historische, unieke (haven)gebouwen zoals aan het Deliplein, in het polsgebied van Katendrecht en bij het Stieltjesplein. De belangrijkste kans ligt in het verdichten en transformeren van de braakliggende voormalige haventerreinen. Andere belangrijke en te benutten kwaliteiten zijn de nabijheid van de rivier en de havens, de mogelijkheid voor een intensief ruimtegebruik, een grote mate van functiemenging en de kansen om de omliggende wijken mee te laten profiteren van de ontwikkelingen. Elk van de wijken kent een eigen specifieke opgave: - bij de Afrikaanderwijk gaat het om een verbeterde inpassing in het stedelijk netwerk en om het opnieuw definiëren van de economische positie en de toekomst van de woningvoorraad; - in de wijken Feijenoord en Kop van Zuid Entrepot staat de ontwikkeling van de knooppunten rond Parkstad en de spoortunnellocaties centraal. Hier kan een substantieel aandeel woningen, voorzieningen en economische functies worden toegevoegd, wat zijn weerslag zal hebben op het functioneren van de omliggende wijken; - op Katendrecht ligt een integrale en zeer gedifferentieerde opgave met de nieuwbouw in Katendrecht Zuid en het Polsgebied en met de herstructurering van de bestaande woningvoorraad; - op het Noordereiland gaat het met name om het behouden van de historische waarde en de maritieme karakteristiek. 15

3.2.2 Stadswijk De Stadswijken bestaan uit de wijken Bloemhof en Hillesluis. Het versterken van de karakteristiek rustig wonen in de stad is de belangrijkste opgave voor deze wijken. Verdunnen en revitaliseren van de huidige woongebieden is daarbij het thema. In het kader van het revitaliseren van de openbare ruimte wordt een aantal bestaande parken en pleinen opnieuw bekeken. Allereerst gaat het om de kwaliteit van de inrichting en de gebruiksmogelijkheden. Daarnaast is ook de verankering met de wijken en de toegankelijkheid vanuit de woongebieden zeer belangrijk. In de bestaande woningvoorraad spelen grootschalige opgaven met een integraal karakter onder de noemer herstructurering. Hierbij wordt gedacht aan de Walravenbuurt, de Riederbuurt, de Slaghekbuurt en aan Bloemhof-Zuid. Aan de vlieten en hoofdverkeerswegen liggen kansen om de uitstraling van de hele deelgemeente te verbeteren. De verbetering van de openbare ruimte en de woningvoorraad speelt een belangrijke rol, en daarnaast de toekomst van de Boulevard-Zuid en de mogelijke koppeling aan de ontwikkelingen rond Parkstad. Bloemhof is een wijk met verschillende gezichten. Het tuinstedelijke woonmilieu in Bloemhof-Zuid en de Kossel gaat samen met een meer stedelijk woonmilieu rond het Bloemhofplein en de Oleanderbuurt. In beide woongebieden staat het rustig wonen voorop. De randen van de wijk bieden een heel eigen woonmilieu. Enerzijds zijn er de drukke doorgaande wegen als de Putselaan, de Dordtselaan, de Strevelweg en de Groene Hilledijk, waar veel van de voorzieningen en bedrijven zijn geconcentreerd. Anderzijds is het wonen aan de Hillevliet en de Lange Hilleweg zeer onderscheidend. De volgende kansrijke elementen kunnen worden onderscheiden: - het groene karakter van de vlieten; - de kleinschalige stedenbouwkundige structuur en positieve uitstraling van Bloemhof-Zuid; - het monumentale karakter van de Kossel en de Kiefhoek; - de kleinschalige bedrijvigheid en de goede voorzieningen aan de randen; - de relatieve rust van de woongebieden, toch dicht bij het centrum van de stad. In Hillesluis hebben de Slaghekbuurt en het noordelijke deel van de Riederbuurt een stedelijk karakter. De Walravenbuurt en het zuidelijke deel van Riederbuurt zijn rustiger. Ze vormen een overgangsgebied naar het tuindorp Vreewijk. De woningmarktpositie van Hillesluis verbetert zich in de laatste jaren langzaam, onder andere door de aanleg van tram 20. Beeldbepalende en kansrijke elementen zijn: - de uitstraling van Parkstad; - de trekkracht van de Boulevard-Zuid; - de kleinschalige bedrijvigheid en de goede voorzieningen aan de randen; - het groene en recreatieve karakter van het West-Varkenoordsepark; - de nabijheid van het stadscentrum. 3.2.3 Tuindorp De deelgemeente Feijenoord kent één Tuindorp, te weten Vreewijk. De kwaliteit van tuindorp Vreewijk als woonmilieu is onomstreden. Daarom concentreert de opgave voor Vreewijk zich rond de thema s behouden en vernieuwen. Het behouden heeft betrekking op de stedenbouwkundige structuur van de wijk. Bij vernieuwen gaat het om versterking van het groene karakter van de wijken betere relaties met onder meer het Zuiderpark. De hoeveelheid voorzieningen in Vreewijk is beperkt. Er is slechts sprake van een klein aantal buurten wijkvoorzieningen in de sfeer van detailhandel en recreatieve functies. Voorzieningen buiten de wijk zijn goed bereikbaar voor de wijkbewoners. De woningvoorraad dient te worden gemoderniseerd, waarbij gestreefd wordt naar een breder aanbod door meer grote, middeldure en dure koopwoningen. Tenslotte moet de economische slagkracht van de wijk vergroot worden. De betekenis van het Motorstraatgebied kan worden versterkt en zeker ook de herstructurering van de Ziekenhuisdriehoek biedt mogelijkheden. Een aantal sterke elementen van de wijk zijn: - het groene karakter; - de aanwezigheid van voor- en achtertuinen; - de heggen als beeldbepalende elementen; 16

- de ruim opgezette stedenbouwkundige structuur; - de eenheid in architectonisch beeld in de verschillende buurten; - de ligging nabij het Zuiderpark. 3.3 Horeca-aanbod op deelgemeenteniveau Ten behoeve van een totaaloverzicht van het horeca-aanbod binnen de deelgemeente Feijenoord zijn alle exploitatievormen in beeld gebracht die een exploitatievergunning vereisen. Dit is gedaan voor de jaren 2000 en 2007 om zo een verloop in aanbod te kunnen weergeven. Exploitatievormen deelgemeente Feijenoord 2000-2007 120 100 80 Aantal 60 40 2000 2007 20 0 afhaalbedrijf café/bar cafetaria coffeeshop eetcafé hotel/pension ijssalon koffie-/theehuis ontmoetingscentrum party-/zalencentrum Exploitatievorm restaurant seksinrichting speelhal speeltuin sportaccommodatie Bron: divweb Team Horeca en Evenementen Binnen de deelgemeente Feijenoord is het totale horeca-aanbod in de periode 2000 2007 gedaald van 313 naar 291 inrichtingen. Dit betekent een daling van ruim 6 procent. Een verklaring hiervoor zijn de herstructureringstrajecten die in de periode hebben plaatsgevonden (en nog steeds plaatsvinden), zoals aan het Deliplein en het Stiroblok. Een gevolg van herstructurering is dat de horeca ter plaatse veelal wordt onteigend en de exploitatie derhalve wordt beëindigd. Uit de bovenstaande grafiek valt af te lezen dat de exploitatievorm café/bar sterk binnen de deelgemeente is vertegenwoordigd. Het aantal is in de periode 2000 2007 afgenomen van 108 naar 91. Deze ontwikkeling is te verklaren doordat wegens de eerder genoemde herstructurering veel cafés van slechte kwaliteit zijn onteigend en zo in handen zijn gekomen van de gemeente. De exploitatievorm restaurant is gestegen van 25 naar 30 tegen een daling van het aantal cafetaria s van 60 naar 57. Voor de overige exploitatievormen geldt dat het aantal in de loop der jaren nauwelijks is veranderd. Naar de toekomst toe kan voorspeld worden dat het horeca-aanbod zal toenemen, aangezien het project Eat & Meet, het Deliplein, de komst van het schip De Rotterdam en het ECC voorbeelden zijn van ontwikkelingen waarbinnen de horecafunctie sterk verankerd zal worden. 17

3.4 Horeca-aanbod op wijkniveau In deze paragraaf wordt middels de driedeling in woonmilieus (Centrumwijk, Stadswijk en Tuindorp) overzicht gegeven in het aanbod van verschillende exploitatievormen. Voor het in kaart brengen van het aanbod zijn de gegevens van begin 2007 gebruikt. Opvallende zaken zullen in de beschrijving worden aangegeven. Overzicht exploitatievormen Centrumwijken 30 Aantal 25 20 15 10 5 café/bar cafetaria coffeeshop eetcafé koffie-/theehuis ontmoetingscentrum restaurant seksinrichting overig 0 NE KvZ FE KA AW Centrumwijk Bron: divweb Team Horeca en Evenementen In de bovenstaande grafiek is het horeca-aanbod voor de Centrumwijken in kaart gebracht. Onder overig zijn de exploitatievormen hotel/pension, ijssalon, party-/zalencentrum, speelhal, speeltuin en sportaccommodatie ondergebracht, aangezien deze een klein aandeel van het totale aanbod vormen binnen de Centrumwijken. Binnen de vijf Centrumwijken zijn 136 vergunningplichtige inrichtingen gevestigd. Het aanbod binnen de vier wijken Noordereiland, Kop van Zuid, Feijenoord en Katendrecht is nagenoeg gelijk: respectievelijk 18, 25, 22 en 18 inrichtingen. Opvallend is het grote aantal (53) binnen de Afrikaanderwijk, waar de exploitatievorm café/bar sterk vertegenwoordigd is met 25. 18

Overzicht exploitatievormen Stadswijken 25 Aantal 20 15 10 5 café/bar cafetaria coffeeshop eetcafé koffie-/theehuis ontmoetingscentrum restaurant seksinrichting overig 0 BH Stadswijk HS Bron: divweb Team Horeca en Evenementen De Stadswijken Bloemhof en Hillesluis zijn in de bovenstaande grafiek weergegeven. Onder overig zijn de exploitatievormen afhaalbedrijf, hotel/pension, ijssalon, party-/zalencentrum, speeltuin en sportaccommodatie ondergebracht, aangezien deze een klein aandeel van het totale aanbod vormen binnen de Stadswijken. De twee Stadswijken Bloemhof met 52 en Hillesluis met 67 vergunningplichtige inrichtingen zorgen voor een totaal aanbod van 119 horeca(gerelateerde) panden. De vertegenwoordiging van de exploitatievormen café/bar en cafetaria zijn hierbij het meest opvallend. In de Stadswijken en de centrumwijk Afrikaanderwijk is het horeca-aanbod voornamelijk geconcentreerd met 172 van de in totaal 292 gevestigde inrichtingen binnen de deelgemeente Feijenoord. 19