Het begin van de Griekse filosofie

Vergelijkbare documenten
reeks ontmoetingen 2 een ontmoeting met Heraclitus

Filosofie VWO 4 periode 1 Dikgedrukt: betekent dat dit woord in de woordenlijst staat

Inleiding geschiedenis Griekenland

Inleiding geschiedenis Griekenland

Ter inleiding (tot een inleiding)

Filosofie. Op het VWO. Filosofie juist op Lyceum Oudehoven!

Geloven en redeneren. Religie en filosofie

De verbeelding van het denken

Inhoud. Inleiding Zevende brief Nawoord Waarom filosofen moeten zwijgen Kleine bibliografie

Woordenlijst Het oog in de storm

Verslag Geschiedenis Tijdvakkendossier tijdvak 2: tijd van Grieken en Romeinen

MIRARI Van kritiek naar dialoog.

taal reliëf > stadstaten (polis / poleis) machtstrijd poleis (Athene <> Sparta) zelfde vijand Homerus

DE WETENSCHAP DER THEOSOFIE

INLEIDING TOT DE VERWONDERING

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Iris van der Graaf. Verhalen over filosofen en hun ideeën

Tijdsdiagnose I. Column door Jan Bransen

WIJ DENKEN OVER KENNIS EN WETENSCHAP. Verwerkingsboek. Philippe Boekstal DAMON. WD kennis wetenschap 2601.indd :16

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Geschiedenis Tijdvak CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Kinderboeken in de klas. Begeleidingsbrochure voor leerkrachten

GELOOF EN WETENSCHAP. Modellen over de relatie tussen geloof en (natuur)wetenschap in historisch perspectief.

Sint-Jan Berchmanscollege

Johannes 8:58 Nooit meer afscheid met Jezus (oudjaarsdag)

Aardse mystiek. Inleiding in de filosofie van de verwondering. Arnold Ziegelaar

Onthullingen van Kennis

11 De ontdekking van de mens en de wereld - internet oefentoets

Wist Socrates iets wat wij niet weten? Inleiding door Karel van Haaften van Socratisch café Zwolle

Openingstoespraak Debat Godsargument VU Faculteit der Wijsbegeerte 11 April Emanuel Rutten

Eindexamen filosofie vwo I

5,8. Samenvatting door een scholier 933 woorden 28 november keer beoordeeld. Geschiedenis. Begrippen:

Essays over bewustzijn en verandering

Rene Descartes. René Descartes, een interview door Roshano Dewnarain

Inhoud. Hoofdstuk 1. Recht en existentie in filosofie en literatuur: redactionele inleiding 13. Claudia Bouteligier & Timo Slootweg

Latijn: iets voor jou?

Sint-Jan Berchmanscollege

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eindexamen Filosofie havo I

pagina 2 van 5 Laten we maar weer eens een willekeurige groep voorwerpen nemen. Er bestaan bijvoorbeeld -- om maar iets te noemen -- allerlei verschil

GRIEKEN EN ROMEINEN KENNISVRAGEN VWO-4

- 2 - Dat is dus de reden van het niet zondigen:

Uit God geboren. Wat een voorrecht om uit God geboren te zijn. We lezen hierover in Joh. 1:12

Van Bethlehem tot Golgotha

Verslag Geschiedenis De Grieken

Andere boeken in deze serie:

LUCRETIUS, DICHTER EN PROPAGANDIST 11. BOEK l 32

Wie iets van de diepe lagen van het Johannesevangelie wil begrijpen, moet goed lezen en goed luisteren.

2 keer beoordeeld 22 maart Sociale filosofie gaat over de maatschappij, het gaat over hoe je een goede samenleving kan hebben.

maieutiek Inhoudsopgaven

De zotheid van de filosofie

kernbegrippen Petersen Gerrit Fronik Peter van Hasselt Freek Velthausz Hubert Winters

Opgave 2 Politiek en emoties

Eindexamen filosofie vwo I

Leren Filosoferen. Laatste avond

Politieke Filosofie Oudheid en Middeleeuwen

Getallen vertellen het verhaal van het leven, deel 3

Wat is de mens? - Context. De opkomst van de filosofische antropologie

Paper Architectuurtheorie deel II Kunst: een doel of een middel?

Ontmoetingskerk Laren NH 1 mei Johannes 14

Filosofisch Café Socrates. Dienstencentrum de Roos Beekstraat 29 Weert. Trefcentrum Stramproy Fr. Strouxstraat 53 Stramproy.

Examenprograma filosofie havo/vwo

Filosofisch Café Socrates Dienstencentrum de Roos Beekstraat 29 Weert. Trefcentrum Stramproy Fr. Strouxstraat 53 Stramproy.

Spinoza s Visie. Dag 3. Hoe verhoudt de mens zich tot de Natuur?

Openbaring een overzicht. Een overzicht van Openbaring, zoals toegepast in de Bijbelstudies in Christengemeente het Kruispunt, begin van 2010.

Eindexamen havo filosofie I

Zondag 21 februari 2016; 2 e zondag van de 40-dagen; project: zet een stap naar de A/ander; kleur Paars; ds. A.J.Wouda

Verdeling van de samenvattingen van de hoofdstukken:

Voorwoord 7. Inleiding 9. Renaissance, humanisme, verlichting 13 Renaissance en humanisme 15 Verlichting 20

Van Fröbel tot Freudenthal

Wat is? filosofie? Wat is. en kwaad. Hoofdstu

Waarom doet Hij dat zo? Om de diepste bedoeling van Gods geboden aan te geven. Daar kom ik straks op terug. Hij geeft in de Bergrede de beloften en

Opgave 3 De troost van muziek

Oosterse filosofie. Over de denktradities in India en China

Openbaring verbeeld in de Douce Apocalypse

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: 1 Korinthiërs 7, 14 Middagdienst Dopen. Broeders en zusters,

Christa Mesnaric. Aristoteles. voor. managers

Eindexamen vwo filosofie 2013-I

SOEFISME IN HET DAGELIJKS LEVEN

1. Inleiding. De normale, driedimensionale ervaring is nog maar een begin van wat het leven te bieden heeft. De levensbloem

Vertaald, ingeleid en geannoteerd door dr. Rein Ferwerda

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1, Griekse Politiek

FILOSOFIE TUSSEN DE PALMEN II EMMANUEL LEVINAS

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL I KENNIS... 6 DEEL II WETENSCHAP... 76

Samenvatting Filosofie Wegen naar wijsheid, hoofdstuk 4 en 5

Het geheim van de ontmoeting

Zin in filosofie. Ludo Abicht en Hendrik Opdebeeck. Acco Leuven / Den Haag

discussiëren. Begrippen van hoofdstuk 1 die je moet kennen Schepping Evolutie Spontane waarneming Mythe Moraal TeNaCH Bijbel Koran

Wist Socrates iets..?

INHOUDSOPGAVE 5 DEEL II HET GOEDE 60

Versluierde boodschappen van Jezus in het Thomas Evangelie (392, 406, 407, 408, 409)

Een nieuw begin. De schepping van hemel en aarde Genesis 1:1-10

We zullen het zelf moeten doen

Zonder bloedstorting is er geen vergeving

TOLEDOT (Generaties) Beresjiet 25:19-28:9

Vragen stellen 1. Een filosofische workshop

KEUZEVAKKEN. 3 de GRAAD ASO DUITS

Ds. Arjan van Groos ( ) Tekst: Johannes 1, 1 Middagdienst

een zee Sparta Sparta is een stad in Griekenland. Rond 600 voor Christus waren de steden in

Het gymnasium, iets voor jou?

Transcriptie:

Het begin van de Griekse filosofie Om iets zinnigs te kunnen zeggen over het begin van de filosofie is het nodig tevoren enige notie te hebben van wat filosofie is. Wanneer we filosofie zonder meer gelijkstellen met nadenken, moeten we eenvoudig constateren dat zij zo oud is als de mensheid en dat hetgeen voordien heeft plaatsgevonden niet tot de menselijke geschiedenis behoort, maar tot de biologische evolutie. Het begin van de filosofie valt dan samen met het moment waarop levende wezens denkende wezens werden. Hier zal een wat striktere omschrijving van filosofie worden gehanteerd. De bedoeling daarvan is niet alleen de mogelijkheid te scheppen een begin te bepalen op de lijn van de geschiedenis, maar tegelijk ook een zekere mate van eenheid te brengen in het verslag van de ontwikkeling van de filosofie. Ofschoon in de loop van deze ontwikkeling ongeveer elke vorm van denken, van de meest speculatieve tot de meest getoetste, in de filosofie is geïntegreerd, zodat die alle weten en denken ging omvatten, zal dit deel uitgaan van datgene wat doorgaans als het begin van de filosofie wordt omschreven: het punt waarop het denken op een beslissende manier van karakter verandert door zichzelf in zijn reflecties te betrekken. Filosofie is niet zonder meer denken, speculatief of niet, maar denken óver het denken, en denken óver de werkelijkheid, beschouwd als datgene wat te denken geeft, via de omweg van een reflectie over het denken. In deze opvatting begint de filosofie wanneer een voorafgaande manier van denken tot voorwerp van kritiek en reflectie wordt. Filosofie is dus, als product van een geschiedenis, minstens een generatie jonger dan de mensheid. Haar geschiedenis is er een van een voortdurend verlies aan vanzelfsprekendheid en van kritiek op eerdere denkers, hun pretenties en vanzelfsprekendheden. Hierdoor is zij ook in een andere dan de gebruikelijke zin geschiedenis, meer dan een verhaal van gebeurtenissen en meer dan een losse verzameling van anekdoten en curiosa. Haar onderwerp blijft hetzelfde en van dat onderwerp kunnen we zeggen dat het zich in de loop van die geschiedenis ontwikkelt.

28 de oudheid Spreken over dit begin houdt in dat er een voorfilosofische manier van denken is of wordt verondersteld die een zekere heiligheid bezit en waartegen de filosofie als kritiek en als reflectie in verzet komt. Door dit verzet veroorzaakt zij een knik in een lijn van de geschiedenis, die zich als herhaling van gedragspatronen leek te ontwikkelen; die knik kunnen we het begin van de filosofie en haar geschiedenis noemen. Wat daarna komt, is niet een nieuwe rechte lijn, maar een beweging die sporen achterlaat in de vorm van een zigzaglijn, een spiraal of een grillige figuur waarin helemaal geen lijn valt te ontdekken. Enig patroon is niet bij voorbaat vast te stellen, al ligt het wel voor de hand aan te nemen dat met het toenemende verlies aan vanzelfsprekendheid de vooruitgang, of alleen al het loutere doorgaan van hetzelfde proces, het aantal vragen eerder zal vergroten dan een vast bestand van definitieve zekerheden zal opleveren. Als radicalisering van de verwondering, waarmee volgens Plato en Aristoteles de filosofie begint, kan zij niet ver voorbij haar eigen begin komen zonder van karakter te veranderen en over te gaan in positieve wetenschap of terug te vallen in de mythe. MACEDONIË Zwarte Zee Olympus THESSALIË Delphi Thebe Megara ATTICA Corinthe Athene SPARTA Egeïsche Zee LESBOS Troje SAMOS Ephese Milete ANATOLIË RODOS Ionische Zee 0 250 km KRETA Knossos CYPRUS [8015] Kartomedia.nl Griekenland van 800 tot 600 v.chr.

het begin van de griekse filosofie 29 mythe Mythe is hier een globale aanduiding van een voorfilosofische manier van denken, waarin het denken zo weinig obstakels lijkt te ontmoeten, dat het zelf en zijn pretenties nog niet tot voorwerp van kritiek zijn geworden. De benaming is vaag en heeft niet alleen betrekking op verhalen over goden en de oorsprong van de wereld, maar in het algemeen op een manier van denken waarvan de resultaten eerder in een verhaal dan in een betoog worden uitgedrukt. De mythe gaat vooraf aan de filosofie: zij spreekt over de fundamenten van de wereld en de samenleving met de pretentie die te verklaren. Op het moment dat de filosofie zich ontwikkelt, in de zevende eeuw voor Christus, hebben de verschillende Griekse samenlevingen hun eigen lokale mythen en een daarop steunende maatschappelijke orde. Een van de redenen waarom de filosofie haar intrede doet, moet erin gelegen zijn dat in de ontmoeting met andere culturen die lokale mythen en overgeleverde wijsheden onder druk komen te staan en hun vanzelfsprekendheid beginnen te verliezen. Dat gebeurde in havensteden en handelscentra aan de kust van Klein-Azië, waarvan Milete, de bakermat van de zogenoemde Ionische natuurfilosofie, er een was. De filosofie heeft hierbij een functie die te vergelijken is met die van het gestandaardiseerde muntgeld, dat vanaf de zevende eeuw in omloop kwam: zij geeft de overgeleverde mythen een universeel en wereldlijk karakter en treedt al bij haar vroegste vertegenwoordigers, zoals Xenophanes (zesde eeuw v.chr.), in concurrentie met het oudste medium: de poëzie. In deze lijn beschouwt Aristoteles in zijn kritische terugblik op vroegere filosofen de mythedichters Homerus en Hesiodus als verre voorgangers. Elders spreekt hij de veronderstelling uit dat de mythen restanten zijn van een vroegere filosofie. In elk geval beschouwt hij degene die van mythen houdt in zekere zin als iemand die van wijsheid houdt, een filosoof, omdat de mythe volop stof tot verwondering geeft en daarmee de aanleiding is tot het ontstaan van wijsgerige reflectie. het woord filosofie Wanneer men ervan uitgaat dat de filosofie bij de Grieken ontstaat als een kritische reflectie op een tot dan toe gangbare manier van denken die we mythisch kunnen noemen, betekent dit ook dat de reflectie op de eigen status en pretenties niet uitsluitend het kenmerk is van de latere

30 de oudheid filosofie, bijvoorbeeld die van Kant. Die reflectie vormt een onlosmakelijk onderdeel van wat wij, in tegenstelling tot andere manieren van denken en andere methoden van onderzoek, filosofie noemen. Dat blijkt al meteen uit de naam die zij zichzelf geeft: filosofia. Het gaat niet om een vanzelfsprekende en definitieve wijsheid, die als een kostbare verworvenheid, te vergelijken met de techniek van bijvoorbeeld pottenbakken of het geheim van de smid, van de ene generatie op de andere kan worden doorgegeven, maar om het denken daarover en het zoeken daarnaar. Mogelijk ook geeft zij zichzelf de naam niet, maar legt zij al een bestaand woord dat iets als leergierigheid betekent, etymologisch uit als verlangen naar wijsheid. Sofia betekent aanvankelijk, vrij neutraal, kennis of vaardigheid, ook in praktische zin. De zeven wijzen, voorgangers van de presocraten, waren toonbeelden van die sofia. Maar de reflexieve uitleg van het woord heeft het gewonnen en wordt telkens herhaald, bijvoorbeeld door Plato in zijn dialoog Symposium, waar hij er nog aan toevoegt dat alleen de goden echt wijs zijn. De eros, ook die van de wijsgeer, die immers begerig is, beweegt zich tussen de armoede of het niet-weten en de rijkdom of het weten. De goden filosoferen niet omdat zij al wijs zijn en dus niet hoeven te verlangen wijs te worden. De onwetenden en ongeïnteresseerden filosoferen ook niet omdat zij niet het gevoel hebben iets te missen. Zonder een besef van eigen onwetendheid komt de filosofie niet van start. Dat beginsel is door Socrates met nadruk uitgesproken, maar het ligt ook al ten grondslag aan het denken van zijn voorgangers, voor zover die een onderscheid maakten tussen de definitieve wijsheid en het streven daarnaar of tussen gefundeerde kennis en willekeurige opinie. Dat onderscheid kan niet tot stand komen zonder een vorm van kritiek op vroegere denkers en op de pretenties van het denken in het algemeen. Een groot deel van de Griekse filosofische teksten is dan ook geschreven vanuit deze reflectie op het eigen denken en dat van voorgangers. Het is dus minder een inleiding tot of een bijdrage aan iets wat al bestaat en een vaste vorm heeft gevonden, zoals de wiskunde, astronomie en geneeskunde, dan wel een aansporing tot wakker worden en denken, of een poging de filosofie als een zelfstandige manier van denken te funderen. De onderdelen van het gebied dat de wijsbegeerte in de loop van de eeuwen is gaan bestrijken, kunnen rechtstreeks uit deze reflectie worden afgeleid: de kenleer is een denken over het denken en zijn pretenties, de metafysica is een denken over de relatie van denken en werkelijkheid, en

het beg i n van de gr iek se filosofie 31 De zeven wijzen. Mozaïek in Pompeï. de antropologie is een denken over het denkend wezen. Juist de filosofie denkt dan ook vanouds de mens als denker, terwijl hij door dichters als sterveling wordt gedefinieerd. Voorts is de ethiek een denken over de relatie tussen denken en handelen. In dit lijstje ontbreekt de natuurfilosofie, waarop volgens de traditionele opvatting bij de presocraten de nadruk ligt. Zij is te beschouwen als een onderdeel van de metafysica. De verbeelding van het denken 31 Elgraphic - Vlaardingen 12-11-14 15:30

De presocraten De naam presocraten is pas in de negentiende eeuw gegeven aan de filosofen die vóór Socrates leefden of buiten de sfeer van zijn invloed bleven. Ofschoon de aanduiding louter chronologisch is, heeft zij ook al bij Nietzsche de pretentie te suggereren dat de filosofen vóór Socrates nog niet waren aangetast door de decadentie die zijn optreden inluidde. De voorplatoonse filosofie is in de ogen van Nietzsche gezond en aards, vanaf Plato is de filosofie gericht op het metafysische en op een imaginaire wereld achter en boven de gegeven wereld. Vanuit een heel andere opvatting over de geschiedenis en de lijn die zij vormt, kan de naam ook in verband worden gebracht met de veronderstelling dat het begin van de filosofie iets kinderlijks en primitiefs had en dat bij Socrates en Plato de filosofie pas echt begint. In beide opvattingen wordt aan Socrates een beslissende invloed toegeschreven en wordt zijn optreden beschouwd als een knik in de lijn van de geschiedenis. Al in de Oudheid gold Socrates als degene die een omwenteling in de wijsbegeerte teweegbracht. Cicero omschrijft deze omwenteling als volgt. In een vroegere fase van de filosofie werd door filosofen een studie gemaakt van de getallen en bewegingen en van de vraag waaruit alles ontstaat en waarin het weer terugvalt. Ook bestudeerden zij gretig de grootte, onderlinge afstanden en banen van de sterren en al het andere dat aan de hemel is waar te nemen. Maar Socrates riep als eerste de filosofie van de hemel naar beneden, gaf die haar plaats in de steden, bracht haar zelfs binnen in de huizen en eiste van haar dat zij haar aandacht zou richten op het leven, de levenswijze, op vraagstukken van goed en kwaad. Deze kenschets is misleidend wanneer de omwenteling zonder meer wordt opgevat als een gebeurtenis die bepalend is voor alle filosofen en voor de hele filosofie. Zij heeft vooral betrekking op Socrates zelf en zijn ontwikkeling als filosoof. Ook filosofen vóór hem dachten na over kwesties van ethische aard en filosofen na hem speculeerden over de natuur en over kosmische vraagstukken. De naam presocraten is dus wat slordig gekozen en suggereert meer dan historisch is te verantwoorden.

de presocraten 33 De presocraten vertegenwoordigden niet een primitief voorstadium dat pas in het licht van Socrates zijn ware betekenis krijgt, zij vormden geen homogene groep of school, zij beoefenden niet alleen de natuurfilosofie en leefden niet allemaal vóór Socrates. Bovendien zijn de veranderingen die aan Socrates worden toegeschreven voor een deel ook het gevolg van het optreden van zijn tijdgenoten: de sofisten. anaximander Aristoteles overzicht van de geschiedenis van de filosofie in het eerste boek van de Metafysica wordt niet helemaal terecht beschouwd als de vroegste geschiedenis van de filosofie. Het is onderdeel van een fundamentele bespiegeling over de aard van de filosofische kennis als wijsheid, door Aristoteles opgevat als kennis van de eerste oorzaken. In die beschouwing worden de voorafgaande denkers kritisch betrokken, maar ook vóór Aristoteles volgden bijvoorbeeld Xenophanes, Heraclitus en Plato deze methode, waarin zij zich tegen vroegere filosofen afzetten. Filosofie is vanaf het begin ook een weigering louter leerling te zijn en kritiekloos een traditie te volgen. De elementen (archai) waarover bij Aristoteles wordt gesproken, worden opgevat als de eerste oorzaken waarnaar de wijsgeer op zoek is om tot echte wijsheid en kennis te komen. Zij zijn dus de beginselen van de kenbaarheid van de wereld. Die beginselen, zegt Aristoteles, werden door de vroege filosofen uitsluitend materieel opgevat: Thales van Milete (ca. 624-ca. 545), de eerste natuurfilosoof hij voorspelde de zonsverduistering van 585 voor Christus en droeg daardoor bij tot de ontmythologisering van de kosmos, noemde het water de oorzaak van alles, dus datgene waaruit alles begrepen kan worden. Voor Anaximenes was het de lucht, voor Heraclitus het vuur, terwijl Empedocles vier wortels of elementen aannam. Anaximander (611-547) uit Milete, een plaats waar culturele verschillen onder een gezamenlijke noemer moesten worden gebracht, is de eerste filosoof van wie een tekst bewaard is gebleven. Deze is te vinden in een commentaar van de neoplatonist Simplicius (zesde eeuw n.chr.) op de Fysica van Aristoteles. Het is niet helemaal duidelijk waar Anaximander zelf aan het woord is en waar zijn gedachtegang door Simplicius wordt samengevat. Wat wel blijkt is dat zijn aandacht even sterk is gericht op het vergaan van de dingen als op het ontstaan ervan, en dat hij begin en einde op een cirkel bijeenbrengt. Ontstaan en vergaan wisselen

34 de oudheid elkaar af in een cyclus, zoals de seizoenen. Die cyclus is niet alleen een beginsel van ordening, maar ook een beeld van onvergankelijkheid en eeuwige terugkeer. De cyclische opvatting van de tijd, waarin gebeurtenissen kenbaar zijn door hun herhaling en begrepen kunnen worden als verwerkelijking van een al sluimerend aanwezige mogelijkheid, staat tegenover de lineaire opvatting, waarin de gebeurtenissen zich maar één keer voordoen en onvoorspelbaar zijn. De tekst luidt als volgt. Anaximander uit Milete, zoon van Praxiades, was opvolger en leerling van Thales. Van hem is de uitspraak dat het beginsel en het element van wat er is het onbepaalde (apeiron) is, waarbij hij als eerste die benadering voor het beginsel invoerde. Hij zegt dat het beginsel niet water is en evenmin enig ander van die dingen die element worden genoemd, maar een wezen van heel andere aard, dat onbepaald is, waaruit alle hemelen en alle werelden zouden ontstaan. En de elementen waaruit de dingen ontstaan, daarin gaan ze naar behoren weer over bij hun vergaan (zegt hij), want ze geven elkaar recht en boete voor hun ongerechtigheid volgens de orde van de tijd. En zo praat hij daarover in rijkelijk poëtische bewoordingen. pythagoras Van de legendarische Pythagoras uit Samos (zesde eeuw v.chr.) is, ondanks zijn faam en het onder zijn aanhangers circulerende gezegde Hij heeft het zelf gezegd, geen woord bewaard gebleven. Heraclitus, die in de tijd dicht bij hem stond, had een afkeer van hem, maar bij andere filosofen, onder wie Plato, is zijn invloed duidelijk aanwezig. De school van Pythagoras was een religieuze gemeenschap met een strenge leefregel. De leerlingen geloofden in de onsterfelijkheid van de ziel en vatten de ordening van de wereld op naar wiskundig model. Begrijpen was voor hen: een mathematisch model herkennen in de verschijnselen. Deze herkenning vraagt om een reflectie die zich van de waarneming losmaakt. Theophrastus, leerling van Aristoteles, schrijft over Alcmaeon van Croton, een pythagoreeër uit de vijfde eeuw: Hij zegt namelijk dat de mens van andere wezens verschilt, doordat hij als enige begrijpt, en de andere wel waarnemen maar niet begrijpen. Philolaus uit Thebe, tijdgenoot van Socrates, vat de leer aldus samen: Alles wat gekend wordt, heeft een getal in zich, want het is niet mogelijk dat er iets gedacht of gekend wordt zonder dat.

de presocraten 35 Heraclitus. Munt uit Ephese. heraclitus Blijkens de overvloedige stroom van literatuur over Heraclitus (ca. 500 v.chr.) heeft men heel wat moeite gehad met zijn weerbarstige werk. Wat allereerst door de lectuur van de fragmenten wordt afgestraft, is het kosmologische simplisme dat bij Heraclitus alles vuur zou zijn en weer in vuur opgaat. Ook Alles stroomt is twijfelachtig. Maar het woord alles is wel een van de favorieten in Heraclitus taal: het vertolkt op welsprekende manier de pretentie van zijn denken het zijnde in zijn geheel te bestrijken. xenophanes Een van de oudere filosofen tegen wie Heraclitus zich afzet, is naast Pythagoras de uit Colophon afkomstige en naar Zuid-Italië getrokken Xenophanes (577-480). Heraclitus verwijt hem veelweterij zonder innerlijke samenhang. Van zijn kant had Xenophanes zelf kritiek uitgeoefend op Homerus en Hesiodus vanwege de misleidende voorstelling die zij van de goden gaven, een kritiek die door Heraclitus wordt gedeeld. Zo luidt een tekst: Alles hebben Homerus en Hesiodus aan de goden toegeschreven wat bij mensen schande en smaad is: stelen, overspel en elkaar bedriegen. Ook heeft Xenophanes gezegd: Als runderen en leeuwen handen hadden of met handen konden schilderen en kunstwerken konden voltooien zoals mensen, dan zouden paarden het uiterlijk van goden schilderen gelijkend op dat van paarden en runderen, en ze zouden hun lichamen precies zo uitbeelden als elke soort er zelf uitziet. Daarnaast geeft Xenophanes nadrukkelijk blijk van reflectie over de gangbare manier van denken in een lof van de filosofie, een genre dat door latere filosofen veelvuldig werd beoefend. Maar de filosofie die hij prijst, heeft bij hem al sceptische trekken. Als iemand door de snelheid

36 d e ou dhei d Strijdwagen. Vaasafbeelding. van zijn voeten een overwinning behaalt, of in de vijfkamp, op de plaats waar het heiligdom van Zeus ligt, bij de stromen van Pisa in Olympia, of in het worstelen, of als hij de kunst van het pijnlijke vuistgevecht verstaat of de verschrikkelijke strijd die ze pankration noemen, dan zal hij voor zijn medeburgers roemrijker zijn om naar te kijken, hij zal een duidelijk zichtbare plaats vooraan bij de wedstrijden krijgen en in zijn onderhoud zal worden voorzien uit het bezit van het volk, namens de gemeenschap, en een geschenk zal hij krijgen dat voor hem een kostbaar kleinood is. Ook als hij met zijn paarden wint, zal hij dat alles verwerven, hij die dat niet in dezelfde mate verdient als ik. Want meer waard dan de kracht van mannen en paarden is onze wijsheid. Maar willekeurig in hoge mate wordt van die conventie uitgegaan en het is niet rechtvaardig de voorkeur te geven aan kracht boven gedegen wijsheid. parmenides Hoe het precies is, heeft geen mens nog gezien, en er zal ook nooit iemand zijn die een juist inzicht heeft inzake de goden en alles wat ik ter sprake breng. Want zelfs als het iemand lukt in de hoogste mate iets te zeggen dat volmaakt is, dan weet hij het toch niet echt zelf: een mening is over alle dingen gevormd. Wat Xenophanes in deze regels uitspreekt, is niet een individuele inval waarmee hij alleen staat in de geschiedenis van de filosofie. Telkens weer leidt de kritiek op voorgangers tot reflectie op de macht van het denken zelf en tot een vorm van scepsis, op zijn minst in die zin dat De verbeelding van het denken 36 Elgraphic - Vlaardingen 12-11-14 15:30