LES 32. GROEP: 3 t/m 8 DOELSTELLINGEN: Groep 3/4 Beoordelen Koprol O De leerling komt niet zelfstandig rond op een dun turnmatje. V De leerling maakt zelfstandig een koprol op het dunne turnmatje. G De leerling maakt tijdens de koprol op het dunne matje zoveel vaart dat hij kan opstaan zonder de handen te gebruiken. Chinese muur: - De leerling richt zich op alle lopers. Omgangsbaan: - De leerling kan zonder problemen de omgangsbaan passeren. Groep 5/6 Beoordelen Koprol O De leerling komt niet zelfstandig rond op een dun turnmatje. V De leerling maakt tijdens de koprol op het dunne matje zoveel vaart dat hij kan opstaan zonder de handen te gebruiken. G De leerling maakt een koprol voorover, halve draai, koprol achterover op het dunne matje. Chinese muur: - De leerling richt zich op alle lopers. Omgangsbaan: - De leerling kan zonder problemen de omgangsbaan passeren. Groep 7/8 Beoordelen Koprol O De leerling komt niet zelfstandig rond op een dun turnmatje. V De leerling maakt een koprol voorover, halve draai, koprol achterover op het dunne matje. G De leerling maakt een zweefrol op het dunne matje en een koprol achterover waarbij de leerling uitkomt op de voeten. Kegelroof: - De leerling wisselt in tactiek tussen zelf pakken en de ander laten pakken. Hindernisbaan: - De leerling kan zonder problemen de omgangsbaan met andere leerlingen passeren.
LES 32. GROEP: 3 t/m 8 HET MATERIAAL: Groep 3/4 Inleiding: - Geen Vak 1: - Kast - springplank Afsluiting: - Geen Groep 5/6 Inleiding: Vak 1: - Kast Afsluiting: Groep 7/8 Inleiding: Vak 1: - Kast - Toversnoer - 2 korfbalpalen - springplank Afsluiting: Vak 2: - 1 lintje voor de tikker - pion Vak 2: - 1 lintje voor de tikker - pion Vak 2: - Gekleurde kegels, ringen, ballen. Vak 3: - 3 banken - 1 kast - 2 touwen - 1 springplank Vak 3: - 3 banken - 1 kast - 2 touwen - 1 springplank Vak 3: - 2 turnmatten - 2 banken - 1 kast - kastkop - 2 touwen - 1 springplank - hoepels
LES 32. GROEP: 3 t/m 8 OPSTELLING VAN HET MATERIAAL: Groep 3 t/m 6 KOPROL CHINESE MUUR OMGANGSBAAN Groep 7/8
LES 32. GROEP: 3/4 INLEIDING. Vrienden Tikkertje - Er worden twee tikkers aangewezen. - Je kan niet getikt worden als je als vrienden bij elkaar gaat staan (zie plaatje). - Je mag maar 10 tellen blijven staan. (de tikker moet dan weg gaan) - Als je getik wordt ga je zitten op de bank. 3 is teveel - Tijdens 1 spelletje mag je maar 1 keer met dezelfde vriend gaan staan. VAK 1. Koprol/zweefrol. - Iedere leerling kan de koprol op zijn eigen niveau oefenen. 1) Koprol vanaf de kast, handen op de mat zetten. 2) Koprol met een aanloopje vanaf de springplank. 3) koprol op de dunne matjes. - Klem een pittenzakje tussen borst en kin om de kin goed op de borst te houden. - De kast staat ongeveer 10 cm hoger dan de mat. - Hulpverlenen achter het hoofd en bij de bovenbenen. - Als de koprol vooruit lukt dan kan je ook de koprol achteruit proberen. VAK 2. Chinese muur. - Alle leerlingen staan aan 1 kant van het vak. Er is 1 tikker, deze staat in het midden van het vak. - Als de tikker START roept, rennen alle kinderen naar de andere kant van het veld en proberen de tikker te ontwijken. - Kinderen die getikt worden, vormen een muur halverwege het veld, beginnend bij de bank of de pion. Zij staan met gespreide benen in de muur, met de voeten tegen elkaar aan en houden elkaars handen vast. - De lopers mogen niet door de muur heen. - Begin met 2 tikkers - De leerling die de laatste van de muur is kan ook tikken. VAK 3. Omgangsbaan. De leerlingen gaan achterelkaar verschillende onderdelen af; - Slingerend met de touwen van de kast op de dikke mat. - Door de tunnel - Lopend over een bank die op een springplank staat en in de kast hangt. Tips - Je mag pas gaan als degene voor je van het onderdeel af is. AFSLUITING. Hi5 Tikkertje - Er worden 2 tikkers aangewezen. - Als je getikt bent ga je staan met je hand omhoog. - Als iemand anders jou een high five dan mag je weer meedoen.
LES 32. GROEP: 5/6 INLEIDING. Vrienden Tikkertje - Er worden twee tikkers aangewezen. - Je kunt niet getikt worden als je als vrienden bij elkaar gaat staan, armen om elkaars schouders - Je mag maar 10 tellen blijven staan. (de tikker moet dan weg gaan) - Als je getik wordt ga je zitten op de bank. 3 is teveel VAK 1. Koprol/zweefrol. - Iedere leerling kan de koprol op zijn eigen niveau oefenen. 1) Koprol voorover en achterover op de dikke mat 2) Koprol met een aanloopje vanaf de springplank. 3) Koprol voorover en achterover op de dunne matjes. 4) Maak de koprol achterover. - Klem een pittenzakje tussen borst en kin om de kin goed op de borst te houden. - De kast staat ongeveer 10 cm hoger dan de mat. - Hulpverlenen achter het hoofd en bij de bovenbenen. - Bij de koprol achterover ook op de voeten beginnen. - Handen neerzetten naast de oren en afduwen. VAK 2. Chinese muur. - Alle leerlingen staan aan 1 kant van het vak. Er is 1 tikker, deze staat in het midden van het vak. - Als de tikker START roept, rennen alle kinderen naar de andere kant van het veld en proberen de tikker te ontwijken. - Kinderen die getikt worden, vormen een muur in het midden van het veld. Zijn staan met gespreide benen in de muur, met de voeten tegen elkaar aan en houden elkaars handen vast. - De kinderen die nog over zijn in het spel kunnen dan onder de benen van de kinderen in de muur kruipen. Hiermee kunnen kinderen in de muur bevrijd worden. Het spel is afgelopen wanneer alle kinderen zijn getikt, of wanneer de tijd om is. Moeilijkheidsgraad aanpassen door: - Laat de lopers onderweg iets ophalen. Zet een bak met pittenzakjes, een bak met blokjes en een bak met balletjes in het veld neer. - Kunnen ze onderweg alle drie de dingen pakken, zonder getikt te worden? - Wie heeft er aan het einde van het spel de meeste spullen gepakt? - Getikt is spullen terug leggen en meedoen met de muur. VAK 3. Omgangsbaan. De leerlingen gaan achterelkaar verschillende onderdelen af; - Slingerend met de touwen van de kast op de dikke mat. - Door de tunnel - Lopend over een bank die op 2 springplanken staat. - Je mag pas gaan als degene voor je van het onderdeel af is. Moeilijkheidsgraad aanpassen door: - De bank omkeren. AFSLUITING. Hi5 Tikkertje - Er worden 2 tikkers aangewezen. - Als je getikt bent ga je staan met je hand omhoog. - Als iemand anders jou een high five dan mag je weer meedoen.
LES 32. GROEP: 7/8 INLEIDING. Vrienden Tikkertje - Er worden twee tikkers aangewezen. - Je kunt niet getikt worden als je als vrienden bij elkaar gaat staan, armen om elkaars schouders - Je mag maar 10 tellen blijven staan. (de tikker moet dan weg gaan) - Per spel mag je maar 1 keer naast dezelfde vriend staan. - Als je getik wordt ga je zitten op de bank. 3 is teveel VAK 1. Koprol/zweefrol. - Er zijn 2 situaties waarbij er geoefend kan worden. 1) De koprol voorover (zweefrol) en achterover op de dunnen matjes. 2) Zweefrol met de springplank op de dikke mat. - Bij de koprol achterover ook op de voeten beginnen. - Handen neerzetten naast de oren en afduwen. - Bij de zweefrol op de dikke mat kan er over een toversnoer gesprongen worden. VAK 2. Kegelroof. - Er worden 2 teams gemaakt en er wordt een spelleider aangewezen. - De teams staan achter een lijn aan de ene kant van de zaal en aan de andere kant van de zaal. - In het midden staan/ liggen allemaal verschillend gekleurde voorwerpen. - Van ieder team krijgt iedere speler een nummer. (zie organisatie tekening) - Het is de bedoeling dat de spelers de voorwerpen gaan pakken, dit gaat op de volgende manier: De spelleider noemt eerst een voorwerp en daarna een nummer. De leerlingen met dat nummer moeten proberen het genoemde voorwerp veilig achter hun eigen lijn te krijgen zonder getikt te worden. Als je het voorwerp pakt dan kan je getikt worden door de speler van het andere team en verlies je het voorwerp alsnog. - Als het voorwerp na 30 seconden door niemand gepakt is dan is het voorwerp voor de spelleider. - Maak het moeilijker door meerdere nummers en voorwerpen te noemen. VAK 3. Hindernisbaan. De leerlingen passeren elkaar op verschillende onderdelen. De baan kan met de klok mee en tegen de klok in gelopen worden. - Op de wipwap - Over de omgekeerde bank die in de kast hangt - Bij de touwen klim je omhoog naar de kast of zwaai je pet het touw op de mat. - Houd bij alle onderdelen rekening met elkaar! Het gaat niet om snelheid. - Let op dat er bij de wipwap hulp is met het opstappen en het afstappen. Niet afspringen. - De manier van passeren: de ene leerling loopt naar het midden, kantelt de bank, de andere leerling stapt op. AFSLUITING. Hi5 Tikkertje - Er worden 2 tikkers aangewezen. - Als je getikt bent ga je staan met je hand omhoog. - Als iemand anders jou een high five dan mag je weer meedoen.