Projectvoorstel Ondersteuning Passend Zorgaanbod

Vergelijkbare documenten
Rapport passend zorgaanbod voor cliënten met complexe problematiek

Samenhang Communicatie Langdurige Zorg

Ondersteuning Passend Zorgaanbod

Ondersteuning voor mensen met Hersenletsel, naasten en professionals

Introductie. wetsvoorstel Toegang tot de Wlz voor mensen met een psychische stoornis en het bijhorende implementatietraject

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

ONDERZOEK NAAR INFORMATIEBEHOEFTE EN ZOEKGEDRAG M.B.T. LANGDURIGE ZORG

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

Programmaplan Ondersteuning Passend Zorgaanbod

Onafhankelijke cliëntondersteuning Wlz

Projectplan Samenhang in informatie over de langdurige zorg

Startnotitie voor de totstandkoming van een handreiking Organisatie en bekostiging Ketenveldnorm Levensloopfunctie en Beveiligde Intensieve Zorg

Hierbij ontvangt u de antwoorden op de schriftelijke vragen van het Kamerlid Bergkamp (D66) over overgangsproblemen tussen zorgdomeinen (2015Z19261).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Convenant Autismenetwerk Zuid-Holland Zuid

Verslag bijeenkomst communicatie beweging sociaal domein Amersfoort Donderdag 16 oktober 2014

Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem

Innovatiebudget Sociaal Domein regio Arnhem

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

PROJECTPLAN Proeftuin AWBZ naar Wmo

EN WERK & INKOMEN. 2 e leer en kennisbijeenkomst 24 mei 2018

Respijtzorg in de regio

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 26 juni 2017 Betreft Advies Overige zorg voor cliënten met ADL assistentie en een zeer zware zorgvraag

FACTSHEET. Allen te bereiken via: Korte omschrijving van het programma. Looptijd: Programma algemeen

Inhoud. 1. Wmo in de HLZ context

Tweede Kamer der Staten-Generaal

!7": ZORG 'EHANDICAPTENZORG

Autismenetwerk Zuid-Holland Zuid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 september 2014 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Zorg en ondersteuning voor mensen met ernstige psychische aandoeningen. Elly van Kooten. Directie Maatschappelijke Ondersteuning, Ministerie van VWS

Informatiebijeenkomst Wijkverpleging 25 - juni 2014 Gewijzigde versie. De Friesland Zorgverzekeraar

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 16 mei 2018 Betreft Oplossingen voor de zorgval

Onafhankelijke cliëntondersteuning vanuit cliëntenperspectief. De stand van zaken medio 2015

ECSD/U Lbr. 14/010

Maatschappelijke Ondersteuning Meerjarenprogramma Van Beschermd wonen naar wonen met begeleiding op maat

Regionale koers beschermd wonen en maatschappelijke opvang U16 gemeenten

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt.

Spiegelrapportage Holland Rijnland op jaarrapportage van de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ).

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 november 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Cliëntondersteuning bij complexe zorgvragen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA..DEN HAAG

Agendapunt 7. Pagina 1 van 1

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 6 juni 2019 Betreft Maatwerk in de Wlz-zorg thuis

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitwerking scenario Belangenbehartiging

Autisme Netwerk Zaanstreek-Waterland 25 september 2018 [1]

Naar school gaan met een beperking of aandoening

CONCEPT Visieontwikkeling Informatie, Advies, Cliëntondersteuning: Wmo-loket Dalfsen

Plan van Aanpak regiovisie en vorming AMHK Zeeland

Lerende Aanpak Cliëntondersteuning Het programma waarbinnen Koploper II gaat lopen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Signalering en zorgcoördinatie bij begeleiding in de Wmo voor specifieke groepen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Cliëntprofielen t.b.v. arrangementvorming en inkoop Wmo Gemeenten Best, Oirschot en Veldhoven 17 juli 2014

Onderwerp Regionale koers Maatschappelijke opvang en. Datum 26 september 2017

Er moet gericht werk gemaakt worden met de bekendheid over het recht op cliëntondersteuning bij cliënten of hun naasten.

De VGN heeft voor de gehandicaptenzorg in de Wlz een aantal speerpunten benoemd:

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren

Plan van Aanpak. Definiëring zorgprofielen wijkverpleging

Memo. De Wkkgz nader toegelicht. Voor wie is de Wkkgz? 1 LSR

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 7 december 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Projectplan Monitor bevordering arbeidsparticipatie ( )

Samenvatting projectplan Versterking bevolkingszorg

Factsheet. Samenwerking bij de inkoop in het Sociaal Domein. maart 2016

Voorbeeld projectplan

Marktconsultatie

Denktank Ondersteuning Passend Zorgaanbod

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

Toelichting BenW-adviesnota

Zorginkoop Wlz Presentatie & Verslag Bijeenkomst cliëntenraden gehandicaptenzorg zorginkoop Wlz April 2016 Zwolle- Amersfoort- Amsterdam

Grote veranderingen. door de. stelselwijziging. in onderwijs en zorg

Ontwikkelingen binnen de jeugdhulp

AWTJF: In dialoog naar een sterker opvoedklimaat, effectieve preventie en doelmatige zorg voor jeugd. ZonMw site-visit 9 april 2018

Communicatie Decentralisaties Sociaal Domein

Cliëntenradenbijeenkomst 16 april 2013

Raadsledendag 20 september

BOUWSTEEN 1: inbreng mensen met verward gedrag en omgeving Geeft de regio invulling aan de

Actieplan Jeugdhulp. Evaluatie van de Jeugdwet op 30 januari In januari 2018 is de nieuwe Jeugdwet voor het eerst geëvalueerd.

Zorg Verandert en wat nu? , SBOG, Westervoort

Workshop Meerzorg gehandicaptenzorg. Symposium Een nieuw antwoord voor een bijzondere doelgroep 11 november 2016

STAP IN KLANTROUTE Knelpunten Wmo Knelpunten Jeugdwet Positieve punten Aanbevelingen

Voorstel Kennis te nemen van de stand van zaken op het terrein van decentralisatie van de jeugdzorg.

Landelijke Toegangspoort. Update projectplan LOHL

aan deze doelgroep zorg geleverd worden vanuit

Onderwerp: Advies over de informatievoorziening betreffende de Amsterdamse jeugdhulp

Informatiebijeenkomst Proeftuinen vernieuwing KK GZ. 15 December 2015 Domstad Utrecht

7. Samenwerking t.b.v. infrastructuur exameninstrumenten

Van een smalle blik naar een brede basis.

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Zorgkantoor Friesland Inkoopdocument Wlz 2016

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Voortgangsbericht projectopdrachten en voortgang Strategische Agenda Versterking Veiligheidsregio's

Onderzoek naar ervaren knelpunten bij burgerinitiatieven in zorg en ondersteuning

Wmo 2015 in uitvoering:

Transcriptie:

Projectvoorstel Ondersteuning Passend Zorgaanbod Via een passend netwerk met de juiste informatie naar een passend zorgaanbod [Ontwerpfase] Elke Buis Versie 1.0 1 juli 2016

Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 3 1.1 Niet alle zorgvragen passen in het stelsel... 3 1.2 Van probleemdefinitie naar ontwerp... 3 1.3 Leeswijzer... 4 2 DOEL EN INHOUD... 5 2.1 Doel... 5 2.2 Doelgroep... 5 2.3 Relatie met andere trajecten... 6 3 RESULTATEN ANALYSEFASE... 7 3.1 Uitkomsten verkenning... 7 3.2 Analysemodel... 7 3.3 Overige resultaten... 9 4 AANPAK... 10 4.1 Casussen, modellen en gesprekken... 10 4.2 Netwerken... 10 4.3 Informatievoorziening... 11 4.4 Van ontwerp naar aanpak voor implementatie... 13 4.5 Fasering en mijlpalenplanning... 14 4.6 Projectorganisatie... 14 5 BEHEERSPLAN... 15 5.1 Begroting... 15 5.2 Risico s en maatregelen... 15 5.3 Communicatie en rapportage... 15 Bijlage: overzicht stakeholders en omgeving... 17 2

1 Inleiding Nederland heeft een gedegen zorgstelsel waarbinnen het merendeel van de mensen met een zorgvraag goed wordt bediend. Uitvoeringsorganisaties zijn verantwoordelijk voor de toegang en financiering van de zorg, en vele aanbieders leveren de benodigde zorg en ondersteuning. Kenmerkend is dat het zorgaanbod van oudsher sectoraal en doelgroepgericht is ingedeeld; denk aan ouderenzorg, GGZ, gehandicaptenzorg (onderverdeeld in lichamelijke, verstandelijke en zintuiglijke gehandicaptenzorg) en thuiszorg. 1.1 Niet alle zorgvragen passen in het stelsel Een deel van de mensen heeft een zorgvraag die niet goed past in de manier waarop de zorg is georganiseerd. Een aantal keer zijn er mensen in schrijnende situaties geweest met veel mediaaandacht. Dat gebeurt bijvoorbeeld als de zorgvraag de grenzen van de sectoren overschrijdt en de rolverdeling en verantwoordelijkheden ingewikkeld zijn. Deze problematiek is niet nieuw. Op dit moment, bijna anderhalf jaar na de transitie van de langdurige zorg, zijn er signalen dat meer mensen moeite hebben om passende zorg te vinden. Zij voelen zich van het kastje naar de muur gestuurd of de zorg die zij nodig hebben blijkt moeilijk vindbaar of beschikbaar te zijn. Onwennigheid door de nieuwe regelgeving zal hier deels debet aan zijn. Tegelijkertijd is het opvallend omdat de nieuwe zorgwetten juist meer ruimte bieden om zorg op maat te organiseren en te financieren. Dit lijkt nog niet voldoende bekend en benut. Het vereist dat professionals goed luisteren naar wat een cliënt nodig heeft, maar ook kennis van de ruimte die de wet biedt, de durf om creatieve oplossingen te realiseren en goede samenwerking tussen zorgaanbieders en soms ook financiers. Het ministerie van VWS vindt dat mensen de zorg moeten krijgen die bij hen past. Dit project zal daar een bijdrage aan leveren. Niet door het zorgstelsel te veranderen, maar door cliënten en professionals te ondersteunen om de juiste zorg te vinden en realiseren en zo nodig de volle ruimte te benutten die het stelsel biedt. 1.2 Van probleemdefinitie naar ontwerp Goede oplossingen worden pas gevonden als er voldoende aandacht is besteed aan het verhelderen en definiëren van het probleem. En door daarbij veel casussen en experts te betrekken. Dit project is vorig jaar gestart met een definitiefase, gevolgd door een analysefase begin dit jaar. Er is veel aandacht besteed aan welk probleem willen we oplossen. Gevolg is dat de scope anders is dan bij het begin van het project vorig jaar. In de definitiefase is een voorlopige probleemdefinitie gemaakt op basis van de informatie die op dat moment beschikbaar was. In de analysefase is een verkenning uitgevoerd in verschillende regio s en bij landelijke organisaties waarin we hebben getoetst of het veld de problematiek herkent en welke trajecten al lopen die relevant zijn voor het onderwerp. In de nu volgende ontwerpfase blijven we steeds de vraag stellen; doen we de juiste dingen? Er zijn twee oplossingsrichtingen waarin VWS naar verwachting een relevante rol kan spelen. Deze worden uitgewerkt: verbetering van informatievoorziening, en ondersteuning van samenwerking rond een cliënt. Beiden gericht op de ondersteuning van de zoektocht naar passend zorgaanbod. In deze fase zullen we de oplossingsrichtingen samen met andere organisaties vormgeven en breed toetsen om te komen tot oplossingen die een wezenlijke bijdrage leveren aan de ondersteuning van cliënten en professionals. Als hieruit gewenste én haalbare oplossingen voortkomen, wordt vervolgens uitgewerkt hoe de voorstellen in de vierde fase kunnen worden geïmplementeerd. Aan het eind van deze fase moet dus duidelijk zijn of en hoe we aan de slag gaan met de implementatie. De Kamer wordt over de aanpak geïnformeerd in het najaar. 3

1.3 Leeswijzer In dit projectvoorstel wordt de ontwerpfase nader uitgewerkt voor de periode van 1 juli 2016 tot 1 april 2017. Het document is primair bedoeld voor het MT-DLZ en betrokkenen, en vormt een leidraad voor de komende periode. De opbouw van dit voorstel is als volgt: Hoofdstuk 2: toelichting op het doel van het project, de doelgroep en de gerelateerde trajecten. Hoofdstuk 3: aandacht voor de resultaten van de vorige fase. Hoofdstuk 4: beschrijving van de aanpak met de geplande producten en resultaten. Hoofdstuk 5: aandacht voor het budget, communicatie, de risico s en de maatregelen. Bijlage: overzicht stakeholders en omgeving Versiehistorie Versienummer Datum Auteur Opmerkingen 0.1 20 juni 2016 Elke Buis Ingrid Claassen Eerste concept, verspreiding onder betrokken collega s en naar opdrachtgever ter bespreking. 0.2 22 juni 2016 Elke Buis Tweede concept waarin reacties van Marie-Claire de Vries, Ingrid Claassen, Daan Wijnmaalen en Arne de Jong zijn verwerkt. 0.3 23 juni 2016 Elke Buis Kleine verbeteringen en opmerkingen van Maaike Spierenburg en Marie-Claire de Vries verwerkt. Versie voor MT-DLZ. 1.0 1 juli 2016 Elke Buis Opmerkingen MT-DLZ verwerkt. Definitieve versie voor verspreiding. 4

2 Doel en inhoud 2.1 Doel Doel van het project is het bieden van ondersteuning zodat de cliënt met een complexe zorgvraag en het netwerk om hem/haar heen, in staat wordt gesteld tot passende zorg te komen. Het gaat erom dat mensen tijdig passende zorg krijgen, maar ook dat er tijdig gesignaleerd wordt dat er mogelijk een probleemsituatie aan de orde is en organisaties aan de slag gaan om een oplossing te zoeken. Hiervoor is goede samenwerking nodig tussen professionals en naasten van de mensen waar het om gaat, en goede informatie voor zowel de klant als de professional. Naar verwachting betekent een structurele aanpak óók dat er beter passende zorg kan worden geleverd aan mensen die niet in de oorspronkelijke doelgroep vallen. Het onderzoeken en oplossen van bestaande en nieuwe incidenten maakt geen deel uit van het project. Bij escalatie van incidenten is hier aandacht voor bij de beleidsmedewerkers van de betrokken directies en in praktijkteams en aanjaagteams gericht op verschillende doelgroepen. Het project zou uiteindelijk wel als effect moeten hebben dat minder casussen worden geëscaleerd richting VWS en dat duidelijker is hoe en naar wie escalatie dient plaats te vinden.. Er is sprake van passend zorgaanbod, als er een goede match tussen complexe zorgvraag en zorgaanbod te maken is. Hierbij wordt gedacht aan: Tijdige signalering van een complexe zorgvraag Een goede analyse kunnen maken van de zorgvraag van de cliënt Overzicht van het zorgaanbod per regio Inzicht in financieringsmogelijkheden Overzicht van de betrokken partijen per casus Helderheid over de speelruimte en verantwoordelijkheden van de betrokken partijen Contact, afspraken en commitment tussen betrokken partijen om een oplossing te vinden De mogelijkheid om zorg op maat te financieren, en dus zo nodig af te wijken van het bestaande zorgaanbod Deze eerder geformuleerde opsomming blijft uitgangspunt voor het project. 2.2 Doelgroep Het project richtte zich in eerste instantie op moeilijk plaatsbare cliënten : cliënten die door complexe problemen geen of moeilijk een plek vinden in bestaande zorginstellingen. In de gesprekken met professionals en organisaties bleek echter dat deze definitie erg nauw is, zeker nu na de transitie mensen met complexe zorgvragen minder snel naar een instelling verhuizen. Er is soms behoefte aan het afbakenen en kwantificeren van de doelgroep. In de praktijk blijkt dat ontzettend lastig. Hoewel de problematiek op alle niveaus, in de regio s en in landelijke organisaties wordt herkend en bijna iedereen die we spraken wel een beeld heeft van mensen om wie het gaat, kan niemand een sluitende definitie geven. De variatie in de doelgroep is groot. Professionals en landelijke organisaties zijn doorgaans gericht op een specifieke groep mensen. Zij hebben weliswaar een duidelijk beeld wie van hun mensen moeite heeft om passende zorg te vinden, maar vaak niet van mensen uit andere groepen bij wie dat ook niet lukt. We hanteren daarom een brede werkdefinitie: het gaat om mensen die het in de praktijk niet lukt om passende zorg te vinden. De complexiteit houdt doorgaans in dat de zorgvraag de afgebakende zorgdomeinen overstijgt. Vanuit het perspectief van de cliënt zelf hoeft de zorgvraag helemaal niet ingewikkeld te zijn. We werken met casussen en in de ontwerpfase kunnen we met behulp van persona s of cliëntprofielen de variatie nader in beeld brengen. 5

Het gaat bijvoorbeeld om: Mensen met een bijzondere combinatie van zorgvragen ( domeinoverstijgend ), waarvoor geen of beperkt zorgaanbod bestaat. Mensen met ernstige gedragsproblemen, vaak in communicatief en sociaal opzicht. Mensen die niet goed gedijen in een zorginstelling, bijvoorbeeld door onrust of de invloed van medebewoners. Kenmerkend is dat problematiek verergert als zij geen passende zorg krijgen. Deze problematiek kan bij iedereen voorkomen, maar er is relatief vaak een combinatie van één of meer van deze aandoeningen en beperkingen: Niet-aangeboren hersenletsel (Lichte) verstandelijke beperkingen en ernstige gedragsstoornissen (SGLVG) Autisme Psychische aandoeningen en verslavingen Dat kunnen mensen zijn die voldoen aan de criteria voor de Wlz, maar ook mensen wiens zorgvraag valt onder de Wmo, Zvw of Jeugdwet. Een belangrijk aandachtspunt is dat deze mensen vaak problemen hebben op meerdere levensgebieden, zoals wonen, inkomen/schulden, school, werk of relaties. Een deel van de mensen is in aanraking gekomen met justitie. Deze problemen kunnen de onderliggende zorgvraag sterk beïnvloeden. Aandacht voor huisvesting, goede daginvulling, eventuele schuldhulpverlening en zinvolle relaties kan leiden tot een veel minder intensief beroep op de zorg. 2.3 Relatie met andere trajecten Uit de analysefase is gebleken dat er heel veel trajecten lopen en organisaties zijn die te maken hebben met de beschreven of gerelateerde problematiek. Er is geïnventariseerd welke andere projecten, beleidsdossiers en trajecten een bijdrage (kunnen) leveren aan het komen tot een passend zorgaanbod. Dit krijgt de komende periode nog veel meer aandacht. Dit omdat in de analysefase door verschillende gesprekspartners werd aangegeven dat er behoefte is aan inzicht en overzicht. In de bijlage is een overzicht toegevoegd dat de komende periode verder zal worden vervolmaakt. Dit project wil waar mogelijk een verbindende en ondersteunende rol spelen op dit terrein. Een aantal trajecten wordt hier uitgelicht omdat ze in ieder geval van groot belang zijn; Vanuit Autisme Bekeken In het project wordt kennis ingebracht van het programma Vanuit autisme bekeken, waarin op verschillende levensgebieden oplossingen worden uitgewerkt die de participatie van mensen met autisme vergroten en die een goede input vormen voor de aanpak van complexe zorgvragen. Aanjaagteam Verwarde Personen Dit project werkt deels samen met dezelfde organisaties en er is overlap in de doelgroep. Men heeft ervaringen opgedaan en bouwstenen ontwikkeld die relevant zijn om te betrekken bij het uitwerken van oplossingsrichtingen. Meldpunt juiste loket Het meldpunt is eind 2014 ingericht naar aanleiding van de hervorming in de langdurige zorg. Informatie over mensen die daar aankloppen, omdat ze niet weten waar ze terecht kunnen om informatie of de juiste zorg te krijgen is zeer relevant als input voor het project. Cliëntondersteuning Binnen VWS wordt gewerkt aan een brede visie op cliëntondersteuning. Er wordt onder andere gedacht aan een landelijk steunpunt, borging van de onafhankelijkheid en het ontwikkelen van professionele standaarden. Er zijn veel raakvlakken met dit onderwerp. 6

3 Resultaten analysefase 3.1 Uitkomsten verkenning De afgelopen periode is een verkenning uitgevoerd door MEE 1, het rapport wordt op korte termijn gepubliceerd. De problemen bij het vinden van passend zorgaanbod zijn nader in kaart gebracht en er is een verkenning geweest naar oplossingsrichtingen. Daarbij is bekeken hoe de betrokken partijen samenwerken, wat ze weten van de doelgroep, en wat de knelpunten en de succesfactoren zijn om wel passende zorg te kunnen bieden. De onderzoeker heeft daarvoor 32 gesprekken gevoerd met 42 vertegenwoordigers van 11 gemeenten, 5 zorgkantoren en 13 MEE-organisaties. Voor de groep mensen met zeer complexe problematiek is veelal zorg en ondersteuning nodig op vele of alle levensdomeinen. Daar waar meerdere aanbieders of financiers betrokken zijn bij het leveren van die zorg en ondersteuning leidt dit soms tot afstemmings- en afbakeningsproblemen. Daarbij speelt een groot aantal factoren, waar het rapport inzicht in geeft. Er wordt geconstateerd dat er weliswaar veel expertise is, maar dat deze alleen bij bepaalde personen en organisaties aanwezig is en niet altijd rondom de cliënt beschikbaar. In de praktijk gaat veel tijd en energie zitten in het verhelderen van complexe casuïstiek, de interpretatie van wet- en regelgeving en het tot overeenstemming komen over de te volgen aanpak. Nog te vaak lukt het niet tot gedeelde opvattingen te komen en ontbreekt het aan een beslissende stem of uitsluitsel gevend proces. Dat betekent ook dat bij vergelijkbare casussen de discussie meerdere malen aangegaan moet worden. Professionele netwerken als die voor jeugd, LVB, autisme en hersenletsel zijn niet (meer) overal aanwezig of in beeld of zij hebben een andere rol dan het oplossen van casuïstiek. Verder is de betrokkenheid van de cliëntondersteuning binnen de Wlz en Wmo niet overal vanzelfsprekend bij het oplossen van complexe problematiek. Het rapport biedt een lijst van ingrediënten voor een betere samenwerking, doet de suggestie om te werken aan een platform voor informatie- en kennisdeling, vraagt om duidelijkheid over toegangscriteria en noemt de afbakeningskwesties n.a.v. de transities. Als samenwerking niet vanzelfsprekend op gang komt, is het nodig om te zoeken naar afspraken waardoor op tijd de juiste partijen betrokken worden die escalatie kunnen voorkomen. Bestaande overlegstructuren en netwerken moeten worden benut om te komen tot regionale opschalingsnetwerken voor cliënten met complexe problematiek. De MEE verkenning bevat veel informatie, heeft richting gegeven en is een handig document om te benutten bij de verdere discussies en analyses. Een deel van de geconstateerde punten is of wordt onder de aandacht gebracht bij beleidsmedewerkers, vooral als het knelpunten in de werking van het beleid betreft. De ingrediëntenlijst voor passende zorg van MEE zal worden ingezet bij het vervolg. 3.2 Analysemodel Naast de verkenning van MEE heeft de analysefase een rapport 2 met bevindingen en aanbevelingen opgeleverd, op basis van de eigen analyses en gesprekken. Zo ontwikkelden we onderstaand model van het proces dat mensen doorlopen om zorg of ondersteuning te realiseren. Het model toont ook welke stappen nu doorgaans worden gezet als het niet lukt om via het reguliere proces tot passende zorg te komen. Deze procesmatige weergave van het systeem doet uiteraard geen recht aan de werkelijkheid waarin het gaat om mensen, maar het model blijkt een handige kapstok om samen met veldpartijen te analyseren waar knelpunten zitten en waar verbeteringen mogelijk zijn. Op basis van dit model wordt verder gewerkt aan het aanbrengen van focus in de mogelijke oplossingen. 1 MEE NL, Passende zorg voor cliënten met complexe problematiek, 20 april 2016, versie 1.0 2 Ministerie van VWS, E. Buis en I. Claassen, Rapport passend zorgaanbod voor cliënten met complexe problematiek, 15 april 2016, versie 1.0 7

Toelichting Hoe komt een persoon van zorgvraag tot passende zorg en ondersteuning? Het begint in het eigen netwerk, als iemand daar tenminste een beroep op kan doen. Soms is ondersteuning vanuit het eigen netwerk (voorlopig) voldoende. In de praktijk is echter vaak ook professionele zorg nodig, direct of na verloop van tijd. Het standaard 3 klantproces voor professionele zorg is: Aanmelding/aanvraag Indicatiestelling Zorgaanbieder kiezen Zorg invullen Zorg levering Declaraties Evaluaties. Op verschillende plekken in dit proces kunnen haperingen ontstaan waardoor het niet lukt om passende zorg te realiseren. In het model is sprake van een complexe zorgbehoefte als het iemand niet lukt om via het reguliere proces te komen tot passende zorg. Vaak gaan dan de zorgaanbieder(s) met de financier(s) in overleg om toch tot een goede oplossing te komen. In de praktijk zijn die processen vaak traag en lang niet altijd succesvol. Het zijn vaak cliënten en hun naasten, eventueel met een cliëntondersteuner die (soms wanhopig) proberen voortgang te boeken. Een deel van hen vindt de weg naar het Meldpunt Juiste Loket die advies kan geven en zo nodig contact legt met de juiste instanties. Bij langdurige schrijnende situaties trekken familieleden soms aan de bel bij een ombudsman, de media, bij Kamerleden of het ministerie. Dat kan leiden tot bemiddeling op individueel niveau, met wisselend succes. In een workshop met betrokken organisaties in mei is het model gebruikt om verder in te gaan op de huidige situatie en mogelijke oplossingen. Daarbij is verder inzicht ontstaan in knelpunten en mogelijke oplossingen. De komende periode wordt het model verder ontwikkeld tot één of meerdere toetsmodellen, te gebruiken bij gesprekken. 3 We beschrijven hier de generieke hoofdlijn, er zijn variaties (met name in de terminologie) bij de verschillende loketten. 8

3.3 Overige resultaten Is de analysefase stond de vraag centraal; wat is er en wat is er nodig? Dit is zowel binnen VWS als bij betrokken organisaties onderzocht. Er is naast de MEE-verkenning, gesproken met organisaties zoals VNG, CIZ en zorgbranches. De casuïstiek die bij VWS bekend is van de afgelopen jaren, is daarbij meer gecategoriseerd. Ook is een aantal casussen beschreven, zoals onderstaand voorbeeld van Jeroen. Dit om een goed beeld te krijgen over wie we het nu eigenlijk hebben. Voorbeeld uit projectrapportage - Casus: Jeroen Jeroen is 19 jaar, woont in een grote instelling voor mensen met een verstandelijke beperking met een ZZP LVG-5. Jeroen gedijt slecht in de grote instelling. Periodes van heftig gedrag wisselen af met apathie. Zijn ouders maken zich grote zorgen en zijn al sinds 2014 op zoek naar een andere instelling, mede gestimuleerd door de toenmalige jeugdzorg die de situatie als zorgelijk had ingeschat. De ouders hebben een kleinschalige instelling gevonden waar Jeroen twee keer heeft gelogeerd en zich duidelijk prettig voelt. De instelling heeft een permanente plek beschikbaar en heeft de expertise in huis om Jeroen de juiste zorg te bieden. Probleem is dat de instelling niet gecontracteerd is om de zorg uit ZZP LVG-5 te leveren. Dit kan opgelost worden als een zorgaanbieder die hiervoor wel is gecontracteerd de hoofdaannemer wordt. De huidige instelling van Jeroen wil die rol wel vervullen, maar geeft geen betalingsgarantie af aan de onderaannemer. De kleinschalige instelling kan zonder die garantie het risico voor de intensieve zorg niet nemen. Het gaat om cliënten van alle leeftijden met uiteenlopende achtergronden. Kenmerkend is dat hun zorgvraag, vooral gezien vanuit het perspectief van de zorgverlener, complex is. De complexiteit houdt in dat de benodigde zorg kennis veronderstelt over meerdere doelgroepen én meerdere zorgdomeinen omdat de cliënten meer dan één aandoening of beperking hebben en hun zorgvraag de afgebakende zorgdomeinen overstijgt. Vanuit het perspectief van de cliënt zelf hoeft de zorgvraag helemaal niet ingewikkeld te zijn. Op basis van de MEE analyses en de eigen gesprekken en analyses zijn twee oplossingsrichtingen ontstaan. Met behulp van een projectkaart is in april het vervolg op hoofdlijnen afgestemd met het MT- DLZ. Daarbij is geadviseerd om twee sporen in te zetten voor de rest van het jaar, binnen één project; één deel gericht op het verbinden, versterken en ondersteunen van netwerken voor passend zorgaanbod. één deel gericht op samenhang in informatievoorziening en stimuleren van kennisdeling. De aanbevelingen uit de analysefase vormden de basis voor verdere discussies met beleidsmedewerkers van diverse directies en met betrokken organisaties en het uitwerken van de aanpak voor het vervolg. De opgebouwde contacten met experts en geïnteresseerden bieden niet alleen de mogelijkheid om te toetsen, maar op termijn ook een basis voor de gewenste samenwerking om te komen tot passend zorgaanbod. Eind mei is een workshop georganiseerd, waarin de aanbevelingen en gekozen richtingen werden besproken en de koers werd bevestigd. Daarnaast leverde de bijeenkomst aanscherpingen en aandachtspunten voor de verdere uitwerking. De volgende organisaties waren aanwezig; Koninklijke Bibliotheek, MEE, Federatie Opvang, GGZ NL, NvA, Movisie, VGN, Vilans, De Blauwe Zon en CCE. Deelnemers benadrukten de urgentie en zien ook duidelijk een rol voor VWS. Twee van de belangrijkste concrete suggesties waren; spoor goede voorbeelden op en stimuleer hergebruik, zorg dat de routering langs organisaties voor cliënten duidelijk wordt. 9

4 Aanpak 4.1 Casussen, modellen en gesprekken Dit project gaat over mensen met een zorgvraag of behoefte. Er is daarom heel veel aandacht voor casussen en voorbeelden van mensen die op zoek zijn naar passend zorgaanbod. Daarbij starten we steeds bij het analyseren van casussen, signalen en probleemsituaties en overwegen we om in een later stadium met persona s 4 te werken als dat zinvol is. We proberen aan te schuiven bij regionale overleggen en innovatieve initiatieven en netwerken die er al zijn ten behoeve van de cliënt. Het is belangrijk dat (vertegenwoordigers van) de mensen waar het om gaat zelf ook betrokken zijn bij de aanpak en we zoeken nog naar een realistische en werkbare manier om dit te realiseren. Ervaringsdeskundigen, cliëntorganisaties en kennisinstituten, die al zijn aangehaakt, kunnen ons daarbij adviseren. Programma s en netwerken zoals Vanuit Autisme bekeken bieden al goede voorbeelden. Er is gekozen voor een aanpak met twee oplossingsrichtingen, één gericht op netwerken en één gericht op informatievoorziening. Dit om focus aan te brengen in het vervolg. De keuze is gebaseerd op de aanbevelingen van MEE en onze eigen gesprekken. Op ieder onderdeel is een afzonderlijke resultaatgerichte opdracht geformuleerd, wordt nader onderzoek verricht en worden verdiepende gesprekken gevoerd om tot een nader ontwerp en aanpak van het vervolg te komen. Het netwerkdeel is meer gericht op de cliënt en zijn omgeving en ondersteuning. Het informatievoorzieningsdeel richt zich op de informatiebronnen en behoefte en de samenhang in de benodigde informatievoorziening. Er wordt samengewerkt vanuit de twee invalshoeken waar dat praktisch of wenselijk is, bijvoorbeeld voor de gesprekspartners. Tegelijk wordt gebruik gemaakt van verschillende invalshoeken en expertise om te bevorderen dat niet te snel in één richting wordt gedacht. Coördinatie en het bewaken van de inhoudelijke samenhang wordt vanuit VWS verzorgd. Op basis van het analysemodel (zie 3.2) dat eerder is ontwikkeld worden toetsmodellen gemaakt en ingezet voor beide onderdelen. Er zullen met name veel gesprekken worden gevoerd. Hierbij hanteren we naast modellen, afgestemde vragen, praktijkvoorbeelden etc. Dit om te zorgen dat we echt verder komen en in deze fase niet blijven steken in algemene gesprekken over de problematiek. 4.2 Netwerken Het onderdeel netwerken is gericht op het passende netwerk van hulpverleners en voorzieningen dat noodzakelijk is om tot passende zorg te komen. We richten ons op de rollen en verantwoordelijkheden van mensen en organisaties rond een cliënt, waarbij we uitgaan van een aantal verschillende cliëntprofielen en cliëntsituaties. We gaan op zoek naar voorbeelden, methoden en randvoorwaarden die zorgen dat het (informele én professionele) netwerk rond de cliënt beter kan gaan functioneren. De praktijk laat zien dat oplossingen niet eenvoudig, of lineair in te richten zijn voor onze doelgroep. Als dat zo was, dan zouden deze al zijn ingericht. Doorgaans is zorg en ondersteuning al maatwerk op uitvoeringsniveau, waarbij zorgverleners hun klanten optimaal willen helpen. Juist in die gevallen waar passende zorg in eerste instantie niet kan worden geboden, kan een passend netwerk het verschil maken. Dat vergt een gedegen aanpak, met veel inbreng van betrokken partijen en mensen uit het veld, aanpalende onderzoekstrajecten, zoals het Aanjaagteam verwarde personen, en uitvoerings- 4 Een persona is een archetype van een klant ofwel een karakterisering van een bepaald type klant. In het kader van IZO (Informatievoorziening Zorg en Ondersteuning) is hier ervaring mee opgedaan. Samen met de beschrijving van de situatie vormen persona s scenario s, die helpen bij net uitwerken van een ontwerp. 10

instellingen. Tegelijkertijd ligt een uniforme oplossing op inhoud of structuur niet voor de hand. Stelsel én domeinoverstijgende oplossingen lijken eerder opportuun. Daarbij wordt gekeken naar ervaringen met casusoverleggen en tafels en methodieken om het netwerk van de cliënt in kaart te brengen (zie illustratie). Om tot een adequaat advies, inclusief vervolgstappen te komen is een opdracht uitgezet bij een externe organisatie. De volgende werkzaamheden worden daarbij uitgevoerd; Inhoudelijke expertise inzetten bij het vinden van wetmatigheden die tot succes leiden, en die vertalen in passende oplossingen en noodzakelijke rollen binnen het opschalings- en netwerkmodel. Organiseren van interviews en bijeenkomsten van betrokken partijen in het veld en vanuit beleidsoptiek met drie doelstellingen, mede op basis van bestaande casuïstiek: o Welke (soorten) netwerken zijn er nu; o Welke problemen/ uitdagingen zijn daarbij aan de orde; o Welke (soorten) oplossingen zijn geschikt voor een doelmatig netwerk per (type) klant en regio. Deskstudie naar oplossingsrichtingen in binnen- en buitenland. De potentiële (soorten) oplossingsrichtingen inventariseren, op zoek naar best practices, en toetsen bij zorgverleners in het veld, beleidsmedewerkers bij VWS en bij brancheorganisaties. Hiervoor zal in het najaar van 2016 ook een denktank worden georganiseerd. Digitaal weergeven en toetsen van het opschalings- en netwerkmodel. Hieruit volgt een adviesrapport (inclusief presentatie binnen VWS en betrokken organisaties), inclusief de vervolgstappen voor de implementatiefase. Bij de aanpak wordt aandacht besteed aan methodes en procedures voor opschaling. Als het passende netwerk niet tot passende zorg leidt, wordt geëscaleerd naar verbindende niveaus, over domeinen heen. Voorbeeld van een relevante bestaande methodiek het participatiewiel dat onder andere wordt ingezet door Movisie. 4.3 Informatievoorziening Uit de analysefase blijkt dat de benodigde informatievoorziening te wensen overlaat: Oplossingen die in praktijk tot stand komen zijn niet bij iedereen bekend. Ze zijn veelal niet geformaliseerd of in breder verband gedeeld. Er is geen overzicht of samenhangend geheel, er wordt vaak ad-hoc naar (maatwerk)oplossingen gezocht. 11

Kennis is niet centraal geborgd. Er is wel veel expertise, maar op verschillende plekken aanwezig. Er is onvoldoende eenduidige kennis over de interpretatie van wet- en regelgeving en beschikbare financieringsmogelijkheden. Dit kan leiden tot afbakeningskwesties, in het bijzonder bij cliënten met meervoudige problematiek. Er bestaat onduidelijkheid over de Wlz-toegangscriteria en dit leidt in een aantal situaties tot knelpunten. Niet iedereen in de doelgroep is in staat de beschikbare informatie te vinden, dat kan ook zijn omdat men niet digivaardig is. In dit onderdeel zoeken we naar antwoord op de vraag hoe kennis over cliëntgroepen met complexe zorgvragen, informatie over wet- en regelgeving en toegangscriteria beter beschikbaar gesteld kan worden aan professionals (en cliënten die zelf de regie willen voeren). En hoe zij kunnen worden gestimuleerd en gefaciliteerd in het actief delen van hun kennis. Voor dit onderdeel is ook een opdracht uitgezet bij een externe organisatie. De volgende werkzaamheden worden daarbij uitgevoerd: Overzicht creëren van de op dit moment beschikbare informatie, kanalen en websites gerelateerd aan de verschillende doelgroepen. Het is de vraag of er een onderlinge samenhang is en waar de gaten in informatievoorziening zitten. Dit levert een product (infographic) op. Exacte informatiebehoefte in kaart brengen. Deze informatiebehoefte wordt opgehaald door het voeren van gesprekken en het organiseren van bijeenkomsten met betrokken organisaties, professionals en cliënten. Hierbij wordt gebruik gemaakt van toetsmodellen (zie illustratie). In deze gesprekken wordt tegelijkertijd verkend wat de beste methode is om kennis te delen en uit te wisselen. Het geniet de voorkeur om aan te sluiten bij bestaande platforms en initiatieven. De resultaten van deze informatiebehoefteanalyse worden naast het hierboven genoemde overzicht (de infographic) gelegd. Hieruit wordt duidelijk waar de verschillen tussen vraag en aanbod liggen en waar dit project een rol kan spelen in het bieden van adequate informatievoorziening. In het rapport van MEE is geadviseerd om te voorzien in een structurele landelijke invulling voor informatie- en kennisdeling (al dan niet gekoppeld aan een sociale kaart). Uit de uitgebreide informatiebehoefteanalyse moet blijken of dit daadwerkelijk zo is, en wat dit inhoudt. In de ontwerpfase worden de contouren van een gedragen en gewenste oplossing geschetst. De resultaten van de informatiebehoefteanalyse worden vertaald naar concrete voorbeeldoplossingen (prototypes). De haalbaarheid (kosten, organisatie, beheer etc.) van meerdere varianten zal worden uitgewerkt. De beste voorbeelden worden afgestemd met betrokken partijen en zo nodig bijgesteld. Het werken met prototypes en deze in samenwerking bijstellen en verbeteren is een methodiek die in de praktijk goed blijkt te werken. Hoeverandertmijnzorg.nl is ook op deze manier ontwikkeld. Betrokken organisaties kunnen daadwerkelijk zien en ervaren hoe een oplossing eruit komt te zien en hebben er rechtstreeks invloed op. Dit bevordert de kwaliteit en het draagvlak. Uiteindelijk levert deze fase een rapport met inzicht, aanbevelingen en een aantal uitwerkingen (maximaal drie) van gewenste oplossingen op. Het adviesrapport wordt in het najaar opgeleverd en samen met het rapport over de netwerken voorgelegd aan MT DLZ. 12

Voorbeeld van een toetsmodel dat wordt gebruikt bij de gesprekken over de informatiebehoefte. 4.4 Van ontwerp naar aanpak voor implementatie De twee bovengenoemde rapportages worden in het najaar aan VWS opgeleverd. De detailplanning voor de komende maanden is sterk afhankelijk van de doorlooptijd van de gesprekken. I.v.m vakantieplanningen is nog geen projectplanning in detail afgesproken. In de zomer kan wel volop worden gewerkt aan deskresearch, toetsmodellen, gespreksvragen etc. De ontwerpen en adviezen die worden opgeleverd, dienen rekening te houden met de volgende uitgangspunten: - Oplossingen zijn niet gericht op een landelijke structuur, maar regionaal inzetbaar en bruikbaar - Bestaande oplossingen worden hergebruikt, gestimuleerd en verbonden - Ervaringsdeskundigen en cliëntorganisaties vinden de ontwerpen/oplossingen zinvol - Uitvoeringsorganisaties vinden de ontwerpen/oplossingen zinvol en uitvoerbaar - Samenwerking met of inbedding binnen bestaande programma s verdient de voorkeur De projectleider bewaakt de voortgang en tussentijdse resultaten. In samenwerking met beleidsmedewerkers van DLZ wordt op basis van de rapporten een aanpak op hoofdlijnen geschreven, voor het MT-DLZ en ook ten behoeve van rapportage aan de Kamer. Net als aan het eind van de analysefase, zal een gespreksronde en/of bijeenkomst met beleidsmedewerkers van diverse directies worden georganiseerd om de aanpak voor de implementatie te toetsen. Rapporten en aanpak worden getoetst in een extra bijeenkomst van het MT-DLZ, bij voorkeur ook met andere directies. Als is ingestemd met de aanpak, wordt één en ander uitgewerkt in een concreet projectvoorstel voor de implementatiefase. 13

4.5 Fasering en mijlpalenplanning De fasering van het totale project ziet er verder als volgt uit: 2015 2016 2017 definitiefase analysefase ontwerpfase implementatiefase Projectvoorstel analysefase Rapportage verkenning Bevindingen en aanbevelingen Projectvoorstel ontwerpfase Rapportage netwerk passende zorg Rapportage informatiebehoefte Aanpak naar TK Projectvoorstel implementatiefase De mijlpalenplanning voor 2016 en eerste kwartaal 2017 is als volgt: Mijlpalenplanning ontwerpfase OPaZ Q3 2016 Q4 2016 Q1 2017 Projectvoorstel ontwerpfase Denktank passend zorgaanbod Rapportage netwerk passende zorg Projectvoorstel implementatiefase Gespreksvragen en prototype Toetsmodel informatiebehoefte Toetsmodel netwerk passende zorg Rapportage informatiebehoefte Aanpak naar TK MT 27 juni MT oktober MT februari 4.6 Projectorganisatie De projectleider is Elke Buis (ca. 0,5 fte) van DLZ. Zij legt verantwoording af aan de opdrachtgever Marie-Claire de Vries (MT-DLZ) voor wat betreft voortgang, budget en bemensing. Inhoudelijk betrokken binnen DLZ zijn Wim Brunenberg en Maaike Spierenburg (ieder ca. 0,1 fte) en Ingrid Claassen als adviseur (extern 0,2 fte ), ingezet vanuit het programma Vanuit autisme bekeken. De projectleider is gedelegeerd opdrachtgever richting BedrijfsID en Corion voor twee deelopdrachten. De inhoud van het project is directieoverstijgend, in overleg met opdrachtgever vanuit DLZ wordt afgestemd hoe en wanneer andere directies verder zullen worden betrokken. 14

5 Beheersplan 5.1 Begroting Voor het project is totaal dit jaar 200.000 gereserveerd, voor de ontwerpfase resteert 170.000 euro. Benodigd budget in de ontwerpfase tot eind van het jaar is hieronder gespecificeerd. Concrete opdracht(voorstellen) worden voorgelegd aan opdrachtgever ter goedkeuring. Begroting Bedrag Opdracht BedrijfsID onderdeel netwerken 50.000 Opdracht Corion onderdeel informatievoorziening 50.000 Opdracht Inforwijzer inhoudelijke expertise (via programma Vanuit autisme bekeken) 25.000 Communicatiemedewerker 20.000 Organisatie denktank, bijeenkomsten, ontwikkelen prototype en communicatiemiddelen 25.000 Totaal 170.000 5.2 Risico s en maatregelen Risico 1. Weinig urgentie als er geen specifieke casus is 2. Planning sterk afhankelijk van agenda s van anderen en daarmee mogelijk langere doorlooptijd 3. Problematiek is zo groot en breed dat onvoldoende focus kan worden verkregen, dan wel dat uitbreiding van de focus op de loer ligt Maatregel Inzicht creëren in eerdere gevallen en die onder aandacht brengen en houden Overleggen met opdrachtgever, indien noodzakelijk planning aanpassen Doelen concreet houden en dichtbij de opdrachtomschrijving blijven 5.3 Communicatie en rapportage Vanaf deze fase is het van belang om regulier te communiceren en te rapporteren aan andere betrokkenen. In eerste instantie vooral gericht op de betrokken organisaties en betrokkenen bij VWS. De MEE verkenning zal op korte termijn worden verspreid en gepubliceerd. Het projectvoorstel wordt ook verder verspreid. De verdere aanpak wordt samengevat en zoveel mogelijk gevisualiseerd, zodat deze kan worden gepresenteerd aan betrokkenen. 15

Voor de verdere communicatie-activiteiten en middelen en het schrijven van teksten zal een communicatiemedewerker worden betrokken. De voorkeur gaat uit naar iemand die al werkzaam is binnen een van de gerelateerde trajecten en zo expertise kan inbrengen en combineren. Focus bij de communicatie-activiteiten licht veel meer bij het ophalen en in kaart brengen van voorbeelden en methoden dan bij het zenden van communicatieboodschappen vanuit het project. Er wordt geen aparte website gecreëerd, niet in deze fase en naar verwachting ook volgend jaar niet. Dit omdat we meer samenhang beogen in bestaande informatiebronnen en voorzieningen. Er wordt in ieder geval gebruik gemaakt van de website van de rijksoverheid en intranet van VWS om anderen te informeren over voortgang en uitkomsten. Er zal waar mogelijk ook gebruik worden gemaakt van de communicatiemiddelen en kanalen van organisaties zoals Vilans, Movisie, zorgbranches en uitvoeringsorganisaties. MT-DLZ wordt voor de start en aan het eind van iedere fase geïnformeerd en betrokken. Opdrachtgever namens het MT-DLZ is Marie-Claire de Vries; aan haar wordt minimaal maandelijks gerapporteerd en met haar wordt nader inhoudelijk afgestemd. In het najaar wordt de Kamer geïnformeerd. 16

Bijlage: overzicht stakeholders en omgeving Dit overzicht bevat een opsomming waaruit de veelheid aan organisaties, trajecten en projecten blijkt die van belang zijn voor het onderwerp. Overzichtelijk is het nog niet. Ook komen er steeds trajecten bij. Een verbeterde versie zal worden opgeleverd inclusief informatie per onderdeel. Vilans Movisie NJI CCE Regie in de regio (LPGGZ) Academische werkplaatsen NAH-zorgprogramma KB Kenniscentrum LVB Hersenletselteams Integraal werken in de Wijk (IWW) Samen sterk zonder stigma Iederin Zorgkantoren Vanuit Autisme Bekeken Continuiteit van zorg NVA Zorgaanbieders Wetenschap voor Iedereen (Philapdelphia) Impuls Hersenstichting Gemeenten Nieuwe wegen GGZ en opvang LPGGZ Zorgverzekeraars Praktijkteam zorg op de juiste plek Federatie Opvang NzA Innovatieplaats cure/ AL VGN MEE Zorgbelang CIZ Transitie autoriteit Jeugd Aanbieders jeugdhulp Organisaties Passend Zorgaanbod Trajecten Zorgpact Denktank intensieve kindzorg Rapid responseteam PGB SVZ Maatschappelijk werk VNG Dossiers Praktijk voorbeelden Jeugdzorg NL LHV Breda Sociaal café GGZ NL Openbaar ministerie Autismenetwerken Trimbos Regeling Tijdelijke Urgente Zorg LVB A dam Kenniscentrum Phrenos Meerzorg Proeftuin Meerzorg 2.0 Pleegzorg Nederland Aanjaagteam verwarde personen Informatie voorziening zorg en ondersteuning Visie cliënt ondersteuning Interventieteam onderwijs-zorg Kwaliteit gehandicapten zorg Integraal PGB Delft en Woerden Regionaal netwerk Sigra Implementatie Wlz Veilig thuis Praktijkteams Eigen Kracht Centrale Overgangs regeling Wlzindiceerbaren Informatiepunt Dwang in de Zorg In voor zorg Nieuwe wegen met ggz en opvang Meldpunt Juiste loket Helpdesk HLZ Regelhulp Digitaal Hulpplein 17