Plaats en datum Ons kenmerk Uw kenmerk Utrecht, 17 september 2007 Br-secr. 110N -



Vergelijkbare documenten
Notitie Amsterdam, 20 november Samenvatting. 1 Langetermijnenergieprijs

Profiel- en onbalans kosten (gemiddelde ) [ /kwh]

Financiële baten van windenergie

Leveringscontract groen gas en de SDE+-regeling

Plaats en datum Ons kenmerk Uw kenmerk Utrecht, 4 mei 2009 Br-secr.179N -

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2013/2. Deel 2: actualisatie OT/Bf voor projecten met een startdatum voor 1 januari 2014

Datum 10 januari 2015 Betreft Beantwoording vragen over de energierekening huishoudens cf. de NEV 2014

Definitieve correctiebedragen 2011 (SDE+)

Lokale energiecoöperaties en consumentenbescherming

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 4 juli 2017 Betreft Tweede openstelling SDE+ 2017

Investeer in een duurzame toekomst: 100% Pure Energie voor Amsterdam

BEDRIJFSECONOMISCHE BEOORDELING VAN TWEE CO 2 -VRIJE OPTIES VOOR ELEKTRICITEITSPRODUCTIE VOOR DE MIDDELLANGE TERMIJN

Notitie Subsidiering Peuteropvang gemeente Krimpen aan de IJssel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Investeer in een duurzame toekomst: 100% Pure Energie voor Amsterdam

Definitie van inkoopkosten voor energie

2 Is het waar dat de effectieve capaciteit van wind door inpassingseffecten niet 23% maar minder dan 8% is?

Flexibiliteit op de elektriciteitsmarkt

Investeer in een duurzame toekomst: 100% Pure Energie voor Amsterdam

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

Betreft:vragen naar aanleiding van de (voorgenomen) tracéwijziging 380kV Zuid West

Windturbine Vlietzone

Reactie watersportsector n.a.v. bijeenkomst Rijkswaterstaat over bestaand gebruik IJsselmeergebied

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

slibvergisting, wordt omgezet in elektric iteit 0,029 per kwh. slibvergisting, wordt omgezet in elektriciteit 0,029 per kwh.

De salderingsregeling

UITWERKING BUSINESS CASE POTTENDIJK 149 METER

Directie Toezicht Energie (DTe)

STAF/FC/U Lbr. 10/052

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Vragen en Antwoorden. SDE+ categorie wind op zee

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 5 april 2017 U Lbr. 17/018 (070)

CONCEPT. Besluit: 1 Stcrt. 2003, 249; gewijzigd bij ministeriële regeling van 27 januari 2005 (Stcrt. 25). 2 Stcrt. 2004, 126.

Conceptadvies SDE+ 2014

Duurzame warmte in de SDE+

Bijlage 1: Berekening realisatie 9% duurzaam in 2010

Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad. 22 augustus TISB/U / Lbr. 19/

Prospectus Zonneakker Vlieland

De familiebank - vanaf 2013

Besluit houdende regels met betrekking tot een net op zee (Besluit schadevergoeding net op zee) NOTA VAN TOELICHTING. 1. Algemeen

gelet op artikel 4 en artikel 5 van de Verordening wet maatschappelijke ondersteuning gemeente Hilversum 2015 besluiten:

Basisprijzen in SDE volgens genormeerde berekening

Duurzame warmte in de SDE+

ONTWERPRAPPORT 2018/2

oktober Kosten en baten windpark op land. Definitieve rapportage

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2014/1. Deel 2: actualisatie OT/Bf

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Artikel 10 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2006.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bijlage 1 Meerjarenoverzicht SDE+

Beoogd effect Een adequate, professionele en efficiënte organisatie voor de gemeentelijke informatie- en communicatietechnologie.

Uitkering superdividend aan EZ EZ opteert voor uitbetaling in twee tranches: in in 2016

BIJLAGEN BEHORENDE BIJ DE TUSSENRAPPORTAGE LIEGEN DE GASMETERS?

Vlaams Energieagentschap. Rapport 2015/1. Deel 2: actualisatie OT/Bf

vergoeding voor inzameling en sortering en vergoeding voor vermarkting van huishoudelijk kunststofverpakkingsafval

Voorstel aan dagelijks bestuur

CONCEPT 30 januari 2008

INVESTEER IN ZONNE-ENERGIE EENVOUDIG UW EIGEN ZONNE-ENERGIE OPWEKKEN OP EEN ANDER DAK

De actie loopt tot 31 juli. De aanvraagdatum is bepalend, zorg dus dat u de aanvraag voor die tijd volledig en correct heeft opgevoerd.

Agendanummer: Begrotingswijz.:

BTW compensatiefonds in relatie tot overdracht onroerend goed

Business Case Windpark Lage Weide. Raadsinformatie avond 20 maart

Kosten en baten windpark op land

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus LV DEN HAAG

Tekst Bestuurlijk Principeakkoord EZ <-> Noord Nederland inzake NOM. Versie 19 april 2016 (inclusief aanvullende afspraken m.b.t.

2015D22099 LIJST VAN VRAGEN

onderwerp Wijzigen convenant met Centraal orgaan opvang asielzoekers en Immigratie- en Naturalisatiedienst BRP-straat Justitieel Complex Schiphol

2 Producenten grijze stroom laten betalen voor transport?

Gemeenteblad Officiële uitgave van de gemeente Huizen Week: 28 Datum: nr. 5

Philip Staal. Deze brief is heden tevens per gewone post verzonden aan de SG. met vriendelijke groet, Bettie S. Groen office manager

Leveringsvoorwaarden Elektriciteit & Gas Zeker v3.0

BESLUIT. 2. Onderhavig besluit betreft de vaststelling van de nettarieven voor het jaar 2005 voor Intergas Netbeheer B.V.

Dienst uitvoering en toezicht Energie

Btw sport mr. B.J. Mulder Earnewâld 12 oktober 2018

DE NIEUWE GROENESTROOMCERTIFICATEN...en wat met de netvergoeding?

1 FAQ Q OVER BTW VOOR DE RECHTSVORMEN VAN KETEN-DBC S (ZORGGROEPEN) EN GEZ-MODULE (GEZONDHEIDSCENTRA EN OVERIGE SAMENWERKINGSVERBANDEN)

Datum : 12 juni 2009 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid; Ministerie van Financiën

Energieopslag in accu s

VOORWAARDEN SYNVEST LIJFRENTEBELEGGINGSRECHT

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4. Datum 6 september Betreft SDE subsidie windenergie op zee

Uw kenmerk Ons kenmerk Contactpersoon Doorkiesnummer /619583

Ons kenmerk Rfv/ Doorkiesnummer

Jaarstukken xx maart De raden van de 26 VRU-gemeenten door tussenkomst van de colleges van burgemeester en wethouders.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - juni 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling parameters pensioenfondsen. Artikel 1. Artikel 2. Regeling parameters pensioenfondsen

Windvermogen in Nederland,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Per mail: aan mevrouw Kamp (ECN) Geachte heer Lensink, mevrouw van Zuijlen en mevrouw Taris,

M A R K T M O N I T O R E N E R G I E - mei 2012

Aan het Ministerie van Economische Zaken Postbus EK Den Haag Nederland

DATUM REFERENTIE VAN TER INFORMATIE

Een juiste interpretatie van een calculatie hangt af van de onderliggende gegevens. 1 Gebruikt u in de calculatie de bruto of de netto grondstofprijs?

Transcriptie:

Ministerie van Economische Zaken T.a.v. de heer Ir. E.C.R.H. Eijkelberg Postbus 20101 2500 EL DEN HAAG cc. Ministerie van Economische Zaken t.a.v. de heer Drs. M. Buys. Plaats en datum Ons kenmerk Uw kenmerk Utrecht, 17 september 2007 Br-secr. 110N - Onderwerp: SDE-voorstellen n.a.v. gesprek 6 juni j.l. Geachte heer Eijkelberg, Op 6 juni 2007 hebben wij met u de hoofdlijnen van de nieuwe stimuleringsregeling voor Duurzame Energie besproken. Eén van de belangrijke verbeteringen ten opzichte van de oude MEP-regeling is de relatie tussen de actuele elektriciteitsprijs en de hoogte van de uit te keren SDE-bijdrage, zoals deze in de Artikelen 12 tot en met 15 van de concept AMvB is gedefinieerd en nader in Ministeriële Regelingen zal worden uitgewerkt. Tijdens het gesprek op 6 juni heeft u ons gevraagd met nadere voorstellen te komen voor: De vaststelling van de basiselektriciteitsprijs voor windenergie, zoals gedefinieerd in Artikel 13 van de AMvB, geldend op het moment van toekenning van de SDE-bijdrage. De jaarlijks vast te stellen elektriciteitsprijs, op basis waarvan het in de beschikking vastgestelde basisbedrag van de SDE-bijdrage wordt gecorrigeerd. De relatie tussen de ondergrens van de basiselektriciteitsprijs en de rendementseis, die door de exploitant wordt gesteld om het risico te compenseren, dat de elektriciteitsprijs in enig jaar onder de basiselektriciteitsprijs uitkomt. Hierbij treft u onze voorstellen aan.

1. Basiselektriciteitsprijs Voor de bepaling van de onrendabele top met behulp van het OT-model maakt ECN gebruik van een gemiddelde elektriciteitsprijs, die is gebaseerd op de lange termijn verwachting voor de elektriciteitsprijs, zoals die periodiek door ECN Beleidsstudies in opdracht van uw Ministerie ten behoeve van diverse doorrekeningen en scenario s wordt vastgesteld. Deze gemiddelde elektriciteitsprijs is gebaseerd op het gemiddelde van de verwachting over een periode van 15 jaar, zijnde de evaluatieduur van voorheen de MEPbijdrage en thans de SDE-bijdrage. ECN corrigeert de aldus berekende elektriciteitsprijs met een aftrek voor risicoafslag, alvorens ECN deze prijs invoert in het OT-model. In aanvulling op de door ECN hiervoor gehanteerde overwegingen brengen wij het volgende onder uw aandacht: Bij windenergie is sprake van aanzienlijke jaarlijkse schommelingen in het windaanbod, die grote fluctuaties in de energieopbrengst tot gevolg hebben. Variaties van 15% zijn geen uitzondering. In een windarm jaar heeft de exploitant dus te maken met lagere inkomsten uit grijze stroom en uit de SDE-bijdrage. In windrijke jaren wordt dit gedeeltelijk goedgemaakt, maar de SDE-bijdrage in enig jaar is begrensd. De door ECN gehanteerde scenario s gaan uit van een licht stijgende elektriciteitsprijs. De eerste jaren ligt de werkelijke elektriciteitsprijs dus lager dan de met behulp van dit scenario berekende LT-gemiddelde elektriciteitsprijs. In de eerste jaren zou dus aldus een niet kostendekkende SDE-bijdrage worden ontvangen (netto contant zou deze methode zonder correctie leiden tot ondersubsidiëring). De werkelijke ontwikkeling van de lange termijn elektriciteitsprijs is onzeker. Wanneer de SDE-bijdrage éénmaal is vastgesteld, ligt het risico van de ontwikkeling van de elektriciteitsprijzen geheel bij de exploitant. NWEA stelt voor de ECN methodiek voor de elektriciteitsprijs waarop de SDE-toekenning wordt gebaseerd te blijven hanteren, waarbij voor de genoemde risico s gezamenlijk een afslag van 15% wordt gehanteerd. De resulterende elektriciteitsprijs is daarmee gebaseerd op een scenario dat in opdracht van uw Ministerie is ontwikkeld en dat door uw Ministerie en anderen ook voor andere doeleinden wordt gehanteerd. NWEA acht het ongewenst wanneer voor de bepaling van de SDE-bijdrage voor windenergie een afwijkend scenario en/of een afwijkende elektriciteitsprijs wordt gehanteerd. Kosten onbalans In het OT-model wordt de Marktprijs stroom verminderd met een post Kosten onbalans om te komen tot de uiteindelijke prijs, die een exploitant ontvangt voor de levering van de geproduceerde elektriciteit. De post Kosten onbalans omvat de vergoeding voor het management en de uitvoering van de Programma Verantwoordelijkheid en de kosten van eventuele boetes in geval sprake is van onbalans. In de meest recente versie van het OT-model is deze post voor windenergie begroot op 6/MWh. Er zijn geen partijen in de markt die het management en de uitvoering van Programma Verantwoordelijkheid én de boetes voor eventueel optredende onbalans op zich

willen nemen voor dit bedrag. Een meer realistische, in de markt geldende vergoeding is 10/MWh, uitgaande van een grijze stroomprijs circa 54/MWh. Daarnaast zal bij stijgende elektriciteitsprijzen de boete voor onbalans, c.q. de kosten voor de inkoop en inzet van regelvermogen door TenneT, stijgen. Dit komt thans niet tot uiting in de gehanteerde vaste vergoeding van 6/MWh. NWEA meent dan ook dat de post Kosten onbalans, die tevens een vergoeding omvat voor het management en de uitvoering van de Programma Verantwoordelijkheid, te laag is begroot. NWEA acht hiervoor een vergoeding van 15% van de elektriciteitsprijs meer in overeenstemming met de realiteit. Op basis van bovenstaande stelt NWEA voor de volgende basiselektriciteitsprijs te hanteren voor de vaststelling van de SDE-bijdrage: basiselektriciteitsprijs (inclusief kosten onbalans ) = ((gemiddelde el-prijs volgens ECN scenario over 15 jaar) 15%) 15% In het NWEA advies van januari 2007 voor een verbeterde MEP regeling en de doorrekening van dit advies door KEMA en Ecofys is deze definitie gebruikt. Het Transitieplatform Offshore Windenergie (TOW) heeft in haar advies voor de ontwikkeling van offshore windenergie aangegeven dat bij windenergie de kosten in verband met van management en uitvoering Programma Verantwoordelijkheid en de kosten voor onbalans gesocialiseerd zouden moeten worden en door de elektriciteitsector (door middel van een omslag via het tarief voor systeemdiensten) gedragen zouden moeten worden. Volgens TOW is balanshandhaving van het net een taak van de beheerder van het landelijk net. Het huidige kostenverdeelsysteem sluit niet aan bij het karakter van windenergie. Volgens TOW rechtvaardigt het belang van windenergie dat de kosten onbalans over alle gebruikers worden verdeeld. NWEA steunt dit voorstel. Bijkomend voordeel van het TOW voorstel is dat hierdoor de door de Rijksoverheid te verstrekken SDE-bijdrage verminderd kan worden. 2. Jaarlijks vast te stellen elektriciteitsprijs In de AMvB is aangegeven, dat jaarlijks een actuele elektriciteitsprijs wordt vastgesteld. De werkelijk in enig jaar uit te keren SDE-bijdrage wordt op basis van deze elektriciteitsprijs berekend. NWEA is verheugd te constateren dat deze systematiek, waarvoor zij altijd heeft gepleit, in de AMvB is opgenomen. NWEA stelt voor deze elektriciteitsprijs te baseren op de ENDEX forecast one-year-ahead van de elektriciteitsprijs. Voor deze forecast bestaat een transparante, openbare markt. De ENDEX prijzen worden gepubliceerd (zie: www.endex.nl ). NWEA stelt voor telkens de elektriciteitsprijs voor het komende jaar (n) in oktober van het lopende jaar (n-1) vast te stellen aan de hand van de gemiddelde ENDEX baseload voor jaar (n) over de periode van 1 oktober van jaar (n-2) tot en met 30 september van jaar (n-1).

De aldus verkregen vergoeding wordt, analoog aan de basiselektriciteitsprijs gecorrigeerd met 15% voor risico en windaanbod en met 15% voor kosten onbalans. 30 sep (n-1) elektriciteitsprijs (n) = ((gemiddelde (ENDEX baseload (n) 15%) 15%) 1 okt (n-2) Wij hebben begrepen dat in de AMvB (de mogelijkheid) is opgenomen dat een voorschot wordt vastgesteld op basis van de verwachting van de elektriciteitsprijs in het komende jaar, maar dat achteraf bij de vaststelling van de SDE-bijdrage wordt uitgegaan van de werkelijke elektriciteitsprijs. NWEA is geen voorstander van deze systematiek: Gegeven de fluctuaties op de elektriciteitsmarkt leidt uitbetaling op basis van voorschotten en jaarlijkse correctie achteraf tot veel extra administratieve rompslomp zowel voor de uitvoeringsinstantie als voor de exploitant. Pas na correctie is bekend hoeveel middelen beschikbaar zijn voor aflossing, onderhoud en voorzieningen. De exploitant kan zijn jaarrekening pas afsluiten (en zijn aangifte Vpb opstellen) als de correctie is vastgesteld. Dit is een ongewenste administratieve belasting zonder aanwijsbaar voordeel. Een correctie aan de hand van de prijsontwikkeling, die achteraf plaatsvindt, leidt tot extra onzekerheid tijdens de exploitatiefase. Dit vertaalt zich voor de exploitant in hogere financieringskosten. Als er veel windaanbod is, produceren de windturbines veel elektriciteit en daalt de prijs op de energiemarkt. Bij een correctie / vaststelling van de werkelijke elektriciteitsprijs na afloop van het jaar zou feitelijk rekening gehouden moeten worden met deze correlatie. Dat maakt de vaststelling voor de uitvoeringsinstantie nog complexer. De uitvoeringskosten en extra administratieve lasten nemen nog verder toe. 3. Relatie hoogte basiselektriciteitsprijs en rendementseis exploitant In de concept AMvB zijn de SDE-bijdrage en de elektriciteitsprijs communicerende vaten. Wanneer de elektriciteitsprijs daalt onder het niveau van de basiselektriciteitsprijs wordt de SDE-bijdrage begrensd op het in de beschikking vastgelegde niveau (zie Artikel 15.1a.). Des te lager de door de overheid vastgestelde basiselektriciteitsprijs, des te lager is het risico voor de exploitant; maar des te groter is de budgettaire reservering, die de overheid voor de SDE bijdragen moet maken (met een gerede kans dat deze budgetten maar gedeeltelijk worden uitgekeerd). U heeft ons gevraagd of en zo ja, welke relatie bestaat tussen de hoogte van de basiselektriciteitsprijs en de rendementseis van de exploitant. Uiteraard is er een verband. Dit verband is echter niet eenduidig te bepalen. Op basis van een analyse van historische gegevens blijkt het volgende. In het verleden varieerde de baseload-prijs voor elektriciteit tussen circa 20 en 60 per MWh. Uit diverse studies blijkt dat verwachtingen voor de toekomst veelal gebaseerd zijn op

de recente ontwikkeling van de elektriciteitsprijs. Een goede verwachting blijft toch slechts een verwachting. In dat licht bezien lijkt de beste benadering voor de elektriciteitsprijs te bestaan uit een normale verdeling met µ = 40 (= gemiddelde basiselektriciteitsprijs ) en σ 6 (= standaardafwijking). Op basis van deze verdeling kan de onderschrijdingskans (en daarmee het exploitatierisico) voor elke waarde van de basiselektriciteitsprijs worden vastgesteld. Enkele rekenvoorbeelden: Voor een basiselektriciteitsprijs 20/MWh is deze kans 0; Voor een basiselektriciteitsprijs van 28/MWh (µ-2σ) is deze kans 2,5%; Voor een basiselektriciteitsprijs van 34/MWh (µ-σ) is deze kans 16%; Voor een basiselektriciteitsprijs van 40/MWh (µ) is deze kans 50%. NWEA is er evenwel geen voorstander van dit risico separaat te vertalen in een hoger rendement op EV in het OT-model. NWEA meent dat met een correctie van 15% op de lange termijn verwachting van de elektriciteitsprijs, dit risico én de eerder genoemde risico elementen op uitvoeringstechnisch eenvoudige wijze en afdoende zijn afgedekt. Wij gaan ervan uit met onze voorstellen, die zowel toepasbaar zijn voor windenergie op land als voor windenergie op zee, constructief te hebben bijgedragen aan een deugdelijke, billijke en op termijn houdbare SDE-regeling voor windenergie. Met vriendelijke groet, Nederlandse Wind Energie Associatie NWEA Joop Lasseur, voorzitter