Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland

Vergelijkbare documenten
Aan de gemeenteraden van Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland. Via: griffies Cc: contactpersonen. Hengelo, 21 april 2017

GEHEIMHOUDING EN DE GEMEENTERAAD DE REGELS

Handleiding besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding

Notitie geheimhouding

Handreiking geheimhouding. Gemeente Oostzaan 2011

Notitie Werkwijze t.a.v. openbaarheid, beslotenheid en geheimhouding van informatie en vergaderingen van de gemeenteraad Zeewolde

PROTOCOL BESLOTEN VERGADERINGEN, GEHEIMHOUDING EN VERTROUWELIJKHEID

Handreiking geheimhouding

NOTITIE. Griffie PS Besproken in Procedurecommissie d.d. 25 april 2012.

In de Gemeentewet zijn mogelijkheden opgenomen om besloten bijeenkomsten te houden en om geheimhouding op te leggen ten behoeve van stukken.

#8* 0 4 MEI DIV STAN. Ingekomen. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. Provincie Noord-Brabant

PROTOCOL BESLOTEN VERGADERINGEN, GEHEIMHOUDING EN VERTROUWELIJKHEID

Informatie en handleiding over besloten vergaderingen en het opleggen van geheimhouding

Werkinstructie Geheimhouding en besloten vergaderen

GEMEENTEBLAD. Notitie Openbaar of geheim. Inleiding

N ~ Koninkrijksrelaties

Handreiking geheimhouding B&W voorstellen en raadsvoorstellen, versie september 2012

Protocol geheimhouding ex artikel 25 van de Provinciewet 1

Vertrouwelijke informatie

Besloten vergaderingen Geheimhouding/vertrouwelijkheid. Regels en procedures. t.b.v. Raads- en commissieleden De Bilt

Nota van B&W. Onderwerp Openbaarheid en geheimhouding van stukken en vergaderingen

PROVINCIAAL BLAD. Gezien het voorstel van Provinciale Staten van 8 december 2014, nummer 810A31EF;

Renswoude, 2 februari Aan: gemeenteraad Renswoude Onderwerp: Openbaarheid van bestuur Indiener: ChristenUnie Renswoude

rculaire Qi Ministerie van Binnenlandse Zaken en Kaninkriiksrelaties

Openbaarheid B&W agenda en besluiten

Geheimhouding. Onderzoeksopzet

Memo. Datum: 1 april Het presidium. Raadsgriffie, mr. drs. M. Huisman. Geheimhouding, beslotenheid en vetrouwelijkheid

RAADSVOORSTEL. Raad 23 februari februari Wob-verzoek informatie DEVO Burger en Bestuur

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

b e s l u i t: vast te stellen de navolgende Verordening voor de Radenadviescommissie GEM Crailo BV

Soms is het besloten en geheim

VERTROUWELIJKHEID VAN VERGADERINGEN EN STUKKEN VAN PROVINCIALE STATEN VAN DRENTHE

Openbaar lichaam PlusTeam. Reglement van Orde van het Algemeen Bestuur

Betreft vergadering Commissie Bestuur 24 juni Commissiegriffier Margreeth Trimpe

TUSSENEVALUATIE REKENKAMERCOMMISSIE Inzicht in de werkwijze

Gemeente n Eergen op Zoom

Verordening op het Auditcomité

gemeente putten Protocol Actieve Informatieplicht gemeente Putten 2012

Minimaliseren aantal geheime stukken

Bijlage - Nota actieve informatieplicht en geheimhouding

Rapport Rekenkamercommissie BBLM Recreatief handhaven? Commissie Bestuur. Commissie Ruimte. Commissie Sociaal. Informerende Commissie.

B e s l u i t: A. Presidium en Griffie. De raad van de gemeente Almere, Gelet op het artikel 16 en 33 van de Gemeentewet

Verordening Rekenkamer Utrecht (2013)

Reglement van orde Rekenkamercommissie Stichtse Vecht

Geheimhouding. Rekenkamercommissie Heerhugowaard. Rekenkamercommissie Heerhugowaard. Mw. B. Buis Voorzitter rekenkamercommissie

Zicht op doorwerking

Voorstel aan de Gemeenteraad

Datum uitwerkingtreding Betreft nieuwe regeling

Roden, 15 februari 2010, De Rekenkamercommissie van Noordenveld, Overwegende,

Onderwerp Verordening op de Vertrouwenscommissie gemeente Heusden 2011

Niet-openbaar, vertrouwelijk, geheim? De regels

Bestuurlijke integriteit

ONDERZOEKSPROTOCOL REKENKAMERCOMMISSIE STAPHORST. Beschrijving werkwijze onderzoeken rekenkamercommissie

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

BESLUIT: vast te stellen het navolgende Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van het college.

Jaar: 2009 Nummer: 65 Besluit: B&W 23 juni 2009 Gemeenteblad REGLEMENT CLIENTENPARTICIPATIE WSW HELMOND 2009

Publiceren van openbare documenten in het BIS

Ingevolge de Wet openbaarheid van bestuur is de hoofdregel dat alle stukken openbaar zijn.

Verordening op de vertrouwenscommissie

Nota van B&W. Onderwerp Afspraken geheime stukken en besloten vergaderingen. Bestuurlijke context

Gemeente eente fl Bergen op Zoom

UITKOMST VRAGENLIJST TUSSENEVALUATIE REKENKAMERCOMMISSIE BBLM OVER UITGEBRACHTE ONDERZOEKEN IN 2014 EN 2015

gelet op artikel 84 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van het presidium d.d. 7 november 2005, nr. 57;

Raadsvoorstel blad : 1 van 7

CVDR. Nr. CVDR35796_1. Enquêteverordening

Openbaar, tenzij. Een onderzoek naar het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding - Provincie Noord-Holland

PROVINCIALE STATEN VAN OVERUSSEL. Reg- p^^ov^)^!

Regeling ambtelijke bijstand aan raadsleden

Reglement van Orde van het college

Verordening op de auditcommissie Stichtse Vecht

X Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Directie Dar NV. BW-nummer

GEMEENTEBLAD. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Almere BESLUIT:

Registratienr: [ 34887] Betreft: Reglement voor het fractievoorzittersoverleg

Onderzoek prijzen voor gemeentelijke dienstverlening van de rekenkamercommissie "Tellen of vertellen" Commissie Bestuur.

Evaluatie samenwerking Rekenkamercommissie BBLM. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Beleid onderzocht. Wat de rekenkamer voor u kan betekenen. uitgave 21 maart 2018

Reglement van orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur van de Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland

Voorgesteld raadsbesluit: Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Dinkelland 2015

Verordening commissie werkgeversschap griffie 2004

NOTITIE, BEHORENDE BIJ HET PROTOCOL GEHEIMHOUDING GEMEENTERAAD MIDDELBURG 2016

Inleiding. Aanpak

Gedeputeerde staten, Besluiten vast te stellen de Beleidsregel actieve openbaarheid Zuid-Holland 2017.

CONCEPT ONDERZOEKSPLAN SUBSIDIEBELEID. Verantwoord vertrouwen

PROTOCOL (MOGELIJKE) INTEGRITEITSSCHENDINGEN DOOR RAADSLEDEN, FRACTIEVOLGERS OF WETHOUDERS GEMEENTE EDE 2016

Artikel 4 Eed/gelofte Ten aanzien van de leden is artikel 81 g van de Gemeentewet van overeenkomstige toepassing.

Wettelijk kader integriteit

Openbaar, tenzij. Een onderzoek naar het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding - Provincie Zuid-Holland

Tekstuitgave van de verordening op de rekenkamercommissie

Openbaar, tenzij. Een onderzoek naar het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding - Provincie Flevoland

Regelgeving die op deze regeling is gebaseerd (gedelegeerde regelgeving)

Nr Houten, 22 oktober Beslispunten: De raad besluit: - de verordening Functioneringsgesprekken burgemeester en raad vast te stellen;

RKC Medemblik Opmeer

Checklist. Informatievoorziening. Grote Projecten

Besluit vast te stellen de:

1. Inhoud. Pag. 1. Inhoud Inleiding Onderzoeksprogramma Dekking kosten uit te voeren onderzoeken 7

Raadsnota. Raadsvergadering d.d.: 14 december 2015 Agenda nr: 24 Onderwerp: Bekrachtigen geheimhouding. Aan de gemeenteraad,

GRIF12/006 VASTSTELLEN VERORDENING OP DE VERTROUWENSCOMMISSIE BURGEMEESTERSVACATURE GEMEENTE HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE. Aan de raad, Voorstel

Gemeente Hattem Verordening op de raadscommissies gemeente Hattem. gelezen het voorstel van het presidium d.d. 16 februari 2017,

VERORDENING OP DE REKENKAMERCOMMISSIE GEMEENTE MONTFERLAND vast te stellen de Verordening op de rekenkamercommissie gemeente Montferland 2018

Transcriptie:

Rekenkamercommissie Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland Mevr. drs. W.J. (Wil) Lugtenburg-Sanders, voorzitter Mevr. drs.l.m.d. (Lydia) Zwier-Kentie, lid Dhr. R.J.B.A.(Remon) Workel MSc., lid Mevr. J.B.W. (Jeanet) Schreur-Spenkelink, secretaris www.rc-bblm.nl l secretariaat@rc-bblm.nl 2

INHOUDSOPGAVE 1 Voorwoord 4 2 Bestuurlijke nota 5 3 Nota van bevindingen 17 Bijlagen 46 3

VOORWOORD Voor u ligt het rapport Open deuren?, als resultaat van het onderzoek van de rekenkamercommissie voor de gemeenten Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland (RC BBLM) naar het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding in de vier gemeenten. In overleg met de Klankbordgroep (bestaande uit raadsleden van alle vier gemeenten) is dit onderwerp gekozen. Het opleggen van geheimhouding is een afweging tussen zorgvuldigheid (informatie kan privacygevoelig of concurrentiegevoelig zijn b.v.) en transparantie (informatie zoveel mogelijk openbaar). Uit het onderzoek is gebleken dat het opleggen van geheimhouding bij alle vier genoemde gemeenten betrekkelijk weinig voorkomt. Het onderwerp wordt belangrijk gevonden, zo blijkt uit het onderzoek. De RC BBLM is van oordeel dat dat terecht is, omdat het slechts één maal niet goed hoeft te gaan en de gemeente kan grote materiële en/of immateriële schade lijden. Eveneens stelt de RC BBLM vast dat de termen geheim en vertrouwelijk door elkaar gebruikt worden, terwijl de juridische consequenties erg van elkaar verschillen. De RC BBLM komt per gemeente tot een aantal conclusies en aanbevelingen. Daarnaast zal er een overkoepelende notitie verschijnen en een handreiking, die kan dienen als een soort checklist bij het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding. De RC BBLM verwacht met dit onderzoek een bijdrage te leveren aan het bewust omgaan door alle betrokkenen met deze materie en wil benadrukken dat het van groot belang is om ook met name nieuwe raadsleden goed op de hoogte te brengen van alles wat met geheimhouding te maken heeft. De RC BBLM wenst u veel leesplezier! Namens RC BBLM, drs. W.J. Lugtenburg-Sanders voorzitter 4

BESTUURLIJKE NOTA 5

1 INLEIDING Nederland is een democratische rechtstaat. Het is daarom belangrijk dat inwoners inzicht hebben in hoe de overheid haar werk doet. Openbaarheid van informatie en transparante besluitvorming is van groot belang voor het functioneren van het openbaar bestuur. Binnen het openbaar bestuur is sprake van een toenemende belangstelling voor het (actief) openbaar maken van informatie en de beperkingen die hierbij een rol spelen 1. Zo zijn in de Nederlandse code voor goed openbaar bestuur van het ministerie van Binnenlandse Zaken uit 2009 de zeven basale beginselen van goed openbaar bestuur vastgelegd. In het eerste beginsel van de code staat bijvoorbeeld dat het bestuur open en integer is. Het zevende beginsel vermeldt dat het bestuur bereid is zich regelmatig en ruimhartig te verantwoorden naar de omgeving. De code voor goed openbaar bestuur bevat echter geen juridisch afdwingbare normen. Met de code worden de waarden die ten grondslag liggen aan de diverse wet- en regelgeving, die het optreden van de overheid reguleert, expliciet gemaakt. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de beginselen van behoorlijk bestuur en artikel 110 van de Grondwet. In artikel 110 van de Grondwet staat dat de overheid bij de uitoefening van haar taken openbaarheid in acht moet nemen. 2 Openbaarheid van informatie en transparante besluitvorming is ook van belang voor de burger die de politieke besluitvorming binnen de gemeente wil kunnen volgen. Daarom is transparantie ook een essentieel onderdeel van het good governancemodel van de Verenigde Naties (VN) 3. Om als raadslid kennis te vergaren en verantwoorde keuzes te maken, is het van belang dat hij kan rekenen op transparant handelen van het college. Ondanks dat (actieve) openbaarheid het uitgangspunt is en ook de colleges dit altijd nastreven, kan het opleggen van geheimhouding op informatie soms nodig zijn. Bijvoorbeeld wanneer de financiële positie van de gemeente wordt geschaad door het openbaar maken van de informatie. Maar wat betekent dit voor de gemeenteraad, waar moeten raadsleden op letten wanneer geheimhouding of vertrouwelijkheid wordt bepaald of wanneer de raad die zelf wil opleggen? Welke risico s loopt de gemeente of de gemeenteraad? 1 Verwezen wordt onder meer naar het rapport Gij zult openbaar maken van de Raad voor het openbaar bestuur. 2 Zie : Nederlandse code voor goed openbaar bestuur, beginselen van deugdelijk overheidsbestuur, Ministerie van Binnenlandse Zaken, juni 2009 3 Met dit model beoordelen de VN het functioneren van de lidstaten. 6

Hierbij is sprake van een dilemma: het opleggen van geheimhouding is vanuit een bedrijfseconomisch perspectief in het belang van de gemeente, maar betekent tegelijkertijd een mogelijke beperking van de controlerende rol van de raad. Een openbaar debat is immers niet mogelijk zo lang de geheimhouding is opgelegd. Daarnaast kan de geheimhouding de doelmatigheid van het gevoerde bestuur belemmeren. Wanneer er sprake is van geheimhouding zijn raadsleden namelijk niet vrij om derden te consulteren en kunnen zij wellicht minder goed controleren of het college doelmatig heeft gehandeld. De wetgever heeft daarom strikte eisen en procedures verbonden aan het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding en het in beslotenheid vergaderen. 1.1 AANLEIDING Het onderwerp geheimhouding is landelijk meerdere malen de laatste jaren aan de orde geweest, vanuit diverse perspectieven, belangen en vraagstukken. Zo is in Amsterdam in 2014 voor miljoenen schade geleden omdat geheimhouding niet correct was toegepast. De aandacht in de media is uitgebreid geweest, met name bij excessen zoals de Amsterdamse situatie en o.a. bij de situatie rondom ex-politicus de heer Van Rey. Prof. Dr Elzinga, heeft meerdere malen zijn zorg geuit over de mate van, en wijze waarop geheimhouding in Nederland wordt toegepast in artikelen, waaronder in Binnenlands Bestuur en Gemeentestem (zie bijlage 2). Voor raadsleden is het vaak onduidelijk wat voor hen de spelregels zijn. In 2017 is er een enquête gehouden door Raadslid.nu en regionale omroepen onder raadsleden. Hieruit kwamen alarmerende signalen: 1/3 deel van de raadsleden in Nederland stelt dat colleges geheimhouding gebruiken om misstanden uit de openbaarheid te houden. Echter, het is ook duidelijk geworden uit diverse reacties op deze enquête dat zeer divers wordt omgegaan met geheimhouding en vertrouwelijkheid. Hoe gaan de BBLM-gemeenten om met geheimhouding? Dit thema was in 2016 aanleiding voor een bespreking in de klankbordgroep (KBG) toen het ging over het onderzoeksprogramma 2017. De KBG heeft haar voorkeur voor dit onderwerp uitgesproken. 7

1.2 ONDERZOEKSOPZET Doel van het onderzoek Doelstelling Het doel van het onderzoek is inzicht bieden in de gemeentelijke praktijk van het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding 4. De rekenkamercommissie voor de gemeenten Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland (RC BBLM) verwacht dat het gemeentebestuur met dit inzicht een weloverwogener afweging kan maken om wel of niet geheimhouding op (een deel van) een document te leggen en dat het bestuur daarbij nog beter kan zorgen dat de wettelijke kaders, de procedurele regels en het beleid dat de gemeente hierover heeft geformuleerd, wordt nageleefd. De RC BBLM heeft niet onderzocht of het bestuur van de gemeente terecht geheimhouding heeft opgelegd. De inhoudelijke motivering voor het opleggen van geheimhouding is dus geen onderdeel van het onderzoek, aangezien dit een keuze van de politiek is. Vraagstelling De RC BBLM heeft bij het onderzoek de volgende centrale vraagstelling: Hoe gaan de raden en de colleges van B&W van Berkelland, Bronckhorst, Lochem en Montferland in de praktijk om met het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding en worden hierbij de wettelijke kaders, de procedurele regels en het beleid dat de gemeente hierover heeft geformuleerd nageleefd? Deelvragen: 1. Procedurele regels en beleid, uitvoering Welke procedurele regels heeft de gemeente over geheimhouding geformuleerd? Is de raad hiermee bekend, en hoe gaan ze hiermee om? Hoe vaak heeft het college c.q. de raad in de onderzoeksperiode geheimhouding op een college- of raadsvoorstel (inclusief bijlagen) opgelegd? 5 2. Opleggen geheimhouding 4 Soms wordt gezegd dat een document vertrouwelijk is. Daar wordt dan vaak mee bedoeld dat het document geheim is. In de Gemeentewet wordt alleen de term geheim gehanteerd. De facto is de kreet vertrouwelijk dus niet strafrechtelijk juridisch houdbaar. In de jurisprudentie is er een licht aanknopingspunt dat soms ook de schending van de vertrouwelijkheid als onrechtmatig wordt aangemerkt, maar overwegend kan van een strafrechtelijke verantwoordelijkheid geen sprake zijn. 5 In de startbijeenkomst is op basis van GW art 183 besloten het onderzoek te beperken met betrekking tot de stukken van het college, tot alleen die stukken welke onder geheimhouding aan de raad zijn aangeboden. 8

Is er een onderbouwing gegeven waarom geheimhouding op het onderwerp is opgelegd? Is in de onderbouwing verwezen naar de wettelijke grondslag en naar e e n van de uitzonderingsgronden in de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), artikel 10? Is herkenbaar dat op een document geheimhouding is gelegd? Is er een termijn verbonden aan de opgelegde geheimhouding? 3. Bekrachtigen van geheimhouding Heeft de gemeenteraad in de eerstvolgende raadsvergadering een beslissing genomen om de opgelegde geheimhouding wel of niet te bekrachtigen? In hoeveel % van de gevallen van geheimhouding is er in de eerstvolgende raadsvergadering besloten om de opgelegde geheimhouding wel of niet te bekrachtigen? 6 4. Opheffen van geheimhouding Heeft de gemeenteraad of het college van B en W een besluit genomen tot het opheffen van geheimhouding? Houdt de gemeente systematisch bij of de geheimhouding kan worden opgeheven of van rechtswege is vervallen? Wordt - wanneer de gemeenteraad de geheimhouding heeft opgeheven - het document/de documenten waar geheimhouding op lag openbaar gemaakt? Wordt - wanneer het college van B en W de geheimhouding heeft opgeheven - tenminste het opheffingsbesluit openbaar gemaakt? In hoeveel % van de gevallen van geheimhouding is in de onderzoeksperiode nadien tot het opheffen van geheimhouding besloten? 7 5. Overige Wat kunnen de BBLM-gemeenten in de praktijk met betrekking tot het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding leren van elkaar of van andere gemeenten (tips uit andere rekenkamerrapporten)? Wat is (een mogelijke) checklist/handreiking voor raadsleden? Normenkader De RC BBLM heeft voor dit onderzoek de volgende normen gehanteerd. 1. Beleid Er is gemeentelijk beleid ten aanzien van de omgang met geheimhouding en in beslotenheid vergaderen en dit beleid is vastgelegd. 2. Opleggen van geheimhouding a. Er is een onderbouwing gegeven bij het document waarom geheimhouding is opgelegd. b. In de onderbouwing is verwezen naar de wettelijke grondslag en naar e e n van de uitzonderingsgronden in de Wob (artikel 10). 6 Vervallen 7 Vervallen 9

c. Op het document is herkenbaar vermeld dat er geheimhouding is opgelegd. d. Er is een termijn verbonden aan de opgelegde geheimhouding. 3. Bekrachtigen van geheimhouding De gemeenteraad heeft in de eerstvolgende raadsvergadering een beslissing genomen om de opgelegde geheimhouding wel of niet te bekrachtigen. 4. Opheffen van geheimhouding a. De gemeenteraad of het college heeft een besluit genomen tot het opheffen van geheimhouding. b. De gemeente houdt systematisch bij of de geheimhouding kan worden opgeheven of van rechtswege is vervallen. c. Het document c.q. de documenten waar geheimhouding op lag, worden, wanneer de gemeenteraad de geheimhouding heeft opgeheven, openbaar gemaakt. d. Het opheffingsbesluit wordt openbaar gemaakt, wanneer het college van B en W de geheimhouding opheft. Afbakening De onderzoeksperiode betreft het jaar 2016. 1.3 UITVOERING VAN HET ONDERZOEK Het onderzoek betrof een klein onderzoek (quick scan) en bestond uit: een quickscan per gemeente van de beschikbare documenten, enkele interviews, alsmede een enquête onder raadsleden en colleges van B en W, bestudering van een enkele casus ter illustratie van de praktijk van de betreffende gemeente. De RC BBLM heeft tijdens dit onderzoek gebruik gemaakt van de volgende onderzoeksmethodieken: Documentenstudie. Bestudering van relevante (wetenschappelijke) literatuur, rekenkameronderzoeken en wetsartikelen (zie bijlage 3). Casus. Voor de onderzoeksperiode zijn de college- en raadsvoorstellen gescreend of er sprake is van het opleggen van geheimhouding. Deze screening is uitgevoerd door de ambtelijke organisatie en heeft geresulteerd in een overzicht van college- en raadsvoorstellen waarbij sprake is geweest van geheimhouding en een overzicht van de vergaderingen in beslotenheid en de daarbij behorende verslagen (c.q. onderwerpen). De RC BBLM baseert zich op de juistheid en volledigheid van de genoemde overzichten, die door de ambtelijke organisatie zijn verstrekt. De RC BBLM heeft uit deze overzichten maximaal 5 college- en 5 raadsvoorstellen steekproefsgewijs geselecteerd en nader onder de loep genomen. Interviews. De RC BBLM heeft voor dit onderzoek de griffie,en de bestuursondersteuning van het college van B en W geïnterviewd. Zie bijlage 1 voor de geïnterviewde personen. Tevens is er een korte enquête gestuurd naar de raadsleden. Hierop hebben 4 raads- en commissieleden (van de 40) gereageerd; hierdoor kunnen uit deze enquete geen algemene uitspraken gedaan worden, het is 10

niet meer dan een beeld, met een mogelijke zware bias. De collegeleden zijn ook bevraagd middels een korte vragenlijst. Het college heeft deze, ondanks enkele rappels, vanuit de RC BBLM en vanuit de eigen gemeentelijke organisatie, niet ingevuld. Een reden hiervoor is aan de RC BBLM, ondanks navraag, niet bekend gemaakt. Het onderzoek is door de leden van RC BBLM zelf verricht in het 2 e en 3 e kwartaal van 2017. Op 7 april 2017 is het conceptonderzoeksvoorstel voorgelegd aan en besproken met de KBG. De RC BBLM heeft vervolgens, conform de vastgestelde werkwijze 2014, het onderzoeksvoorstel aan de gemeenteraden voorgelegd. Hierop zijn de volgende reacties gekomen (en zoals in cursief vermeld verwerkt in het onderzoek): 1. aandacht voor het verschil dan wel overeenkomst tussen de begrippen geheimhouding en beslotenheid. Dit onderscheid wordt in de beschrijving van het wettelijk kader verduidelijkt 2. het onderscheid vertrouwelijk/geheim en dat er aandacht is voor de uitwerking in de praktijk. Dit onderscheid wordt in de beschrijving van het wettelijk kader verduidelijkt. Uitwerking in de praktijk van de gemeenten BBLM wordt aan de hand van de casus en middels interviews en documentstudie weergegeven 3. aangeven van de aanleiding / noodzaak / urgentie / reden waarom nu dit onderzoek. Is in de aanleiding in het onderzoeksrapport nog verder beschreven 4. graag duidelijkheid bij de mededelingen dat meerdere rapporten bestudeerd zullen worden: Welke gemeentes, liever ook afzetten tegen landelijke bevindingen. Er wordt onderling vergeleken tussen de BBLM gemeenten en ook vergeleken met Ede, Haarlem, Heerhugowaard, Tilburg, Amsterdam, en de randstedelijke provincies. Deze gemeenten en provincies zijn gekozen uit praktisch oogpunt: hier zijn onderzoeksrapporten van. Het uitvragen bij andere gemeenten is in praktijk lastig gebleken en daardoor niet efficiënt en effectief. 5. de checklist alleen als er behoefte aan is, en alleen als deze up-to-date gehouden wordt. Het zal inderdaad meer een handreiking worden. Deze is gebaseerd op landelijke wetgeving en zal niet vaak aan verandering onderhevig zijn, is de verwachting. 6. iets van aanbevelingen ook uit andere, mogelijk landelijke, onderzoeken Dit zal gedaan worden op basis van de genoemde rapporten onder 4., aangevuld met de kennis uit de handreikingen van de VNG en BZKcirculaires. Verder zijn er geen opmerkingen binnengekomen, behalve de opmerking dat het onderzoek niet als relevant werd gezien door de VVD van Bronckhorst en het presidium van Lochem. De raden van Berkelland en Montferland gaven aan akkoord te zijn, Berkelland gaf daarbij aan dat de doorlooptijd als lang werd gezien. Het definitieve onderzoeksvoorstel is vastgesteld op 15 juni 2017. De startbijeenkomst vond plaats op 15 juni 2017. Het rapport is op 29 september voor technisch- en op 30 oktober voor bestuurlijk wederhoor voorgelegd. Tot slot is er een overkoepelende notitie en een handreiking opgesteld. 11

2 BEVINDINGEN EN AANBEVELINGEN Geheimhouding komt in Montferland relatief weinig voor. Geheim en niet openbaar worden door elkaar gebruikt en dat komt de transparantie niet ten goede. Besluiten uit het niet-openbare deel van de collegevergaderingen worden niet gedeeld met de raad. Het beleid van Montferland voldoet aan de wettelijke vereisten, alleen met betrekking tot het stellen van, en omgaan met termijnen van geheimhouding (dus de opheffing) dient nog tekst in de beleidstukken opgenomen te worden. In de uitvoering weet men dat de herkenbaarheid op documenten beter kan en moet. Echter, bij de bevindingen en analyse van de casus komt een heel ander beeld te voorschijn, en dat is opvallend. Er gaat veel wel goed, met name dat wat geïnitieerd is vanuit de raadsondersteuning, (alleen het noodzakelijk altijd openbaar aankondigen en daarna eventueel besluiten tot het sluiten van de deuren kan nog verbeterd worden) maar ook erg veel niet goed. Dat betreft meestal haastwerk, waardoor de gewenste en noodzakelijk procedures voor de raad niet meer gevolgd kunnen worden. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat het college niet herkenbaar maakt welke stukken onder de opgelegde geheimhouding vallen en welke niet. De griffie moet dit bepalen op basis van het genomen besluit, zodat op de stukken die de raad krijgt te zien altijd een stempel met geheim is geplaatst. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van het onder geheimhouding versturen aan de leden van de raad, waardoor bekrachtiging door de raad niet van toepassing is, en de regie in handen blijft van het College. Juist hierom is het spijtig dat er zo weinig respons is geweest op de enquêtes, Slechts 10% van de raads- en commissieleden, hebben de enquête ingevuld. Van het college is er geen reactie gekomen. Hierdoor zijn mogelijke verklaringen en oorzaken van de geconstateerde lancunes in beleid en uitvoering onbekend. Er is geen beeld te geven hoe de wederzijdse beleving is. Er kunnen daarom in dit onderzoeksrapport geen mogelijke oplossingsrichtingen gegeven worden. Daarvoor verwijst de RC BBLM u naar de rapporten van de andere drie gemeenten, voor de leereffecten die u daaruit kunt halen. 12

2.1 CONCLUSIES 1. Het beleid voldoet grotendeels aan de wettelijke vereisten, alleen met betrekking tot het stellen van, en omgaan met termijnen van geheimhouding (dus de opheffing) dient nog tekst in de beleidstukken opgenomen te worden. 2. De praktijk voldoet echter geheel niet aan de regels rondom opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding. Er gaat veel wel goed, met name dat wat geïnitieerd is vanuit de raadsondersteuning, maar ook erg veel niet goed. Dat betreft meestal haastwerk, waardoor de gewenste en noodzakelijk procedures voor de raad niet meer gevolgd kunnen worden. Dit wordt mede veroorzaakt door het feit dat het college niet herkenbaar maakt welke stukken onder de opgelegde geheimhouding vallen en welke niet. De griffie moet dit bepalen op basis van het genomen besluit, zodat op de stukken die de raad krijgt te zien altijd een stempel met geheim is geplaatst. 3. Er wordt gebruik gemaakt van het onder geheimhouding versturen aan de leden van de raad, waardoor bekrachtiging door de raad niet van toepassing is, en de regie in handen blijft van het College. 4. Besluiten uit het niet-openbare deel van de collegevergaderingen worden niet gedeeld met de raad. 2.2 AANBEVELINGEN Ondanks het feit dat er relatief weinig gebruik wordt gemaakt van geheimhouding in Montferland, is het van groot belang dat door elke betrokkene, wanneer er zich een geval voordoet, de procedures correct worden toegepast. Zorgvuldigheid is een algemeen beginsel van behoorlijk bestuur. Immers kan men anders het risico lopen dat zaken ongewenst toch in de openbaarheid komen; zoals privacy-gerelateerde zaken of zaken die effect hebben op onderhandelingsposities van de gemeente. Als de gemeente de procedures niet correct doorloopt, is er immers geen sprake van geheimhouding en zal op een verzoek van buitenaf de informatie gegeven moeten worden. Aan de andere kant worden, door het college, de besluiten uit het niet openbare deel van de vergaderingen niet gedeeld met de raad, geheim en niet openbaar worden door elkaar gebruikt, het college maakt niet herkenbaar welke stukken onder de opgelegde geheimhouding vallen en welke niet, en er wordt gebruik gemaakt van het onder geheimhouding versturen aan de leden van de raad, waardoor bekrachtiging door de raad niet van toepassing is, en de regie in handen blijft van het college. 13

Dat komt de transparantie van de besluitvorming niet ten goede. 1. Verbeter! Doe wat je zegt en opschrijft! 2. College: Ga proactief in overleg met de griffie bij een mogelijk geheim onderwerp of document, en laat je adviseren door de griffie. Immers; voor de raad geldt: alles openbaar tenzij daar zijn ze voor en de raad is leidend. Zij moeten kunnen besluiten op basis van volledige informatie. 3. College: Zorg voor voldoende kennis in de organisatie en leidt iedereen (uzelf, ambtenaren en alle raads- en commissieleden) op. a. leidt uzelf op in met name in het verschil tussen geheim en niet openbaar, b. wees je bewust van de wettelijke spelregels rondom geheimhouding en houd je daaraan. Als je iets geheim wilt houden, zet er dan geheim op. Anders is het dus openbaar. Met deze werkwijze kunt u de raad wel voldoende informeren, waar en hoe dat nodig en door de raad gewenst is. Maar maak niet te veel geheim of niet openbaar voor uw eigen raad. Als de raad goed geïnformeerd en opgeleid is in deze materie en dus weet waaraan gehouden moet worden, hoeft u niet bang te zijn dat er iets op straat komt wat echt niet op straat mag komen. 4. College: Treedt in overleg met de raadsleden over het gebruik van het versturen van geheime /vertrouwelijke informatie aan de leden van de raad versus de raad. 5. College: deel de besluiten uit het niet openbare deel van uw collegevergaderingen onder geheimhouding of onder embargo met de raad(sleden), en leg indien nodig geheimhouding op de onderliggende stukken mocht de raad daarin inzage leggen. U dient immers te voldoen aan uw actieve (en passieve) informatieplicht. 6. Raad: houd uw college aan de afspraken, dwing openbaarheid en goede informatievoorziening aan u af, ten bate van goede besluitvorming, vanuit het uitgangspunt van goed openbaar bestuur en artikel 110 van de grondwet. 14

3 BESTUURLIJKE REACTIE 15

4 NAWOORD REKENKAMERCOMMISSIE 16

NOTA VAN BEVINDINGE N 17

LEESWIJZER In deze Nota van Bevindingen vindt u achtereenvolgens: Een beschrijving van de wettelijke kaders omtrent geheimhouding/vertrouwelijkheid en nietopenbaarheid ( 2.1). Een beschrijving in 2.2. van de gemeentelijke beleidskaders, gevolgd door de analyse aan de hand van de normen (voldoet het gemeentelijk beleid aan het wettelijk bovenliggend beleid?) In 2.3 vindt u een beschrijving van de praktijk van uitvoering omtrent geheimhouding in de gemeente. Deze beschrijving is gebaseerd op interviews. De analyse geeft aan of de uitvoering overeenkomt met de wettelijke kaders. 2.4 geeft vervolgens de beschrijving van de geselecteerde casus. Met betrekking tot deze casus: is de uitvoering conform de geldende wettelijk en gemeentelijke regels? 2.5 geeft tenslotte een samenvatting van de bevindingen en analyses, als ook een weergave van de beleving van de raadsleden en collegeleden met betrekking tot de omgang met geheimhouding/vertrouwelijkheid/niet-openbaarheid. 18

2.1 WETTELIJKE KADERS 2.1.1. Het uitgangspunt is openbaarheid Bij het handelen van het Nederlandse bestuur is openbaarheid het uitgangspunt. Het uitgangspunt van openbaarheid is onder meer vastgelegd in de Grondwet, artikel 110. Dit artikel vermeldt dat de overheid bij de uitoefening van haar taken openbaarheid in acht moet nemen. Ondanks dat (actieve) openbaarheid het uitgangspunt is, kan het opleggen van geheimhouding op informatie soms nodig zijn. Bijvoorbeeld wanneer de financiële positie van de gemeente wordt geschaad door het openbaar maken van de informatie. Hierbij is sprake van een dilemma: het opleggen van geheimhouding is vanuit een bedrijfseconomisch perspectief in het belang van de gemeente, maar betekent tegelijkertijd een beperking van de controlerende rol van de raad. Het opleggen van geheimhouding betekent ook een inperking van het recht op de vrijheid van meningsuiting. Een openbaar debat is immers niet mogelijk zo lang de geheimhouding is opgelegd. Daarnaast kan de geheimhouding de doelmatigheid van het gevoerde bestuur belemmeren. Wanneer er sprake is van geheimhouding zijn raadsleden namelijk niet vrij om derden te consulteren en kunnen zij wellicht minder goed controleren of het college doelmatig heeft gehandeld. De wetgever heeft strikte eisen en procedures verbonden aan het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding en in beslotenheid vergaderen. Het kader voor het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding en in beslotenheid vergaderen is onder meer terug te vinden in de Grondwet (artikel 110), de Gemeentewet (de artikelen 23, 25, 55, 86; de artikelen 169 en 180 betreffen de informatieplicht van college respectievelijk de burgemeester (als bestuursorgaan) en de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). 2.1.2. Het verschil tussen geheim, vertrouwelijk en in beslotenheid vergaderen In de bestuurlijke praktijk wordt soms het begrip vertrouwelijk gebruikt. De Gemeentewet bezigt die term echter niet en de Wob evenmin. Het Wetboek van Strafrecht stelt schending van geheimhouding strafbaar (art. 272). De term vertrouwelijk wordt niet gebruikt. De Memorie van Toelichting (MvT) bij de Gemeentewet (Gemw) benadrukt tevens dat het van belang is dat van meet af aan duidelijk is dat een stuk geheim is. De circulaire van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) uit 2016 geeft daarom ook aan slechts de term geheim te gebruiken en de term vertrouwelijk te vermijden. Daarbij zullen zich in de gemeentelijke praktijk echter ook zaken voordoen, waarvan het wenselijk is dat deze achter gesloten deuren behandeld worden. Een noodzakelijk complement daarvan is de mogelijkheid om ten aanzien van hetgeen in beslotenheid is behandeld, ten aanzien van de stukken die ten behoeve daarvan worden overlegd, ook geheimhouding op te kunnen leggen. Die regeling inzake geheimhouding heeft zijn beslag gekregen in de artikelen 25, 55 en 86. De mogelijkheid tot het opleggen van geheimhouding is wel begrensd: geheimhouding kan alleen worden opgelegd op grond van een belang dat is genoemd in artikel 10 van de Wob. 19

2.1.3. Van belang voor de gemeenteraad Raadsleden nemen in het gemeentelijk bestel als volksvertegenwoordiger een belangrijke en bijzondere positie in. De wetgever heeft daarom bepaald dat een raadslid voor zijn informatievergaring niet afhankelijk is van de Wob. De informatievergaring van raadsleden is geregeld in de Gemeentewet. In artikel 169 van de Gemeentewet staat dat het college van B en W en elk van zijn leden de raad alle inlichtingen geeft die hij voor de uitoefening van zijn taak nodig heeft. In hetzelfde artikel wordt ingegaan op de passieve informatieplicht van het college. Kort samengevat komen deze artikelen er op neer dat het college de raad mondeling dan wel schriftelijk de door een of meerdere leden gevraagde informatie verstrekt, tenzij het verstrekken van deze informatie strijdig is met het openbaar belang. De Wob regelt de informatierelatie tussen het bestuursorgaan en de individuele burger en bevat absolute en relatieve uitzonderingsgronden waarom in bepaalde gevallen informatie niet aan een burger, die daarom vraagt, hoeft te worden verstrekt. De vergaderingen van het college van B en W zijn anders dan de raadsvergaderingen in principe besloten vergaderingen. De reden hiervoor is dat de leden van het college verantwoordelijk zijn voor het dagelijkse bestuur van de gemeente en dat zij in de collegevergadering vrij hun mening moeten kunnen uiten zonder dat daar politieke gevolgen aan worden verbonden. Dit heet interne beraadslaging en dit kent daarom een ander regime dan geheimhouding door de raad. Artikel 10 lid 1 en 2 van de Wob De raad, het college, de burgemeester of een commissie mag alleen geheimhouding opleggen op grond van een belang dat vermeld is in artikel 10 van de Wob, lid 1 en 2. In artikel 10 van de Wob is een onderscheid gemaakt tussen absolute en relatieve uitzonderingsgronden. Voor absolute uitzonderingsgronden (artikel 10, lid 1) geldt dat de informatieverstrekking aan burgers zonder meer achterwege blijft. De gemeente moet, wanneer er sprake is van een relatieve uitzonderingsgrond, dit belang afwegen tegen het algemene belang van openbaarheid van overheidsinformatie (artikel 10, lid 2). 2.1.4. De wettelijke procedure met betrekking tot geheimhouding en het in beslotenheid vergaderen a. Opleggen van geheimhouding In de artikelen 25, 55 en 86 van de Gemeentewet staan de eisen c.q. de procedures beschreven voor het opleggen, bekrachtigen en opheffen van geheimhouding door de gemeenteraad, het college van B en W en de commissie. Voor deze wetsartikelen wordt verwezen naar bijlage 10. Voor het ambt van burgemeester ontbreekt echter een afzonderlijke bepaling. In de Gemeentewet staat precies welk bestuursorgaan de geheimhouding kan opleggen. Het kan hier gaan om een raadscommissie (zie artikel 82 van de Gemeentewet), een bestuurscommissie (artikel 83 van de Gemeentewet) of een andere commissie (artikel 84 van de Gemeentewet). Het gaat ten eerste om de geheimhouding die het bestuursorgaan aan zichzelf oplegt. Zo kan de gemeenteraad op grond van een belang, dat genoemd wordt in artikel 10 van de 20

Wob, besluiten om geheimhouding te leggen op zaken die in de vergadering zijn behandeld of op de inhoud van stukken die aan de raad zijn overlegd (zie artikel 25, lid 1). Ten tweede kan het ene orgaan geheimhouding leggen op informatie die het aan een ander orgaan verstrekt. Het college, de burgemeester en een commissie kunnen op grond van een belang genoemd in artikel 10 van de Wob voorlopige geheimhouding op stukken leggen die zij aan de raad of leden van de raad overleggen (zie het tweede lid van de artikelen 25, 55 en 86). Op een stuk moet herkenbaar zijn aangegeven dat het om een geheim document gaat. Verder ligt het voor de hand dat het bestuursorgaan motiveert, door aan te geven welk belang uit artikel 10 van de Wob aan de orde is, waarom het geheimhouding oplegt. 8 b. Bekrachtigen van geheimhouding In artikel 25, lid 3, van de Gemeentewet is bepaald dat de gemeenteraad in de eerstvolgende raadsvergadering de door het college van B en W opgelegde geheimhouding op de overgelegde stukken moet bekrachtigen, want anders komt zij te vervallen. De geheimhouding die het college heeft opgelegd is dus voorlopig. Het gaat om stukken die onder geheimhouding aan de raad als bestuursorgaan zijn overlegd. Uit het artikel blijkt de bijzondere positie van de gemeenteraad: de raad kan niet door een ander bestuursorgaan, tegen zijn zin, worden gedwongen tot geheimhouding. De overige bestuursorganen kunnen alleen geheimhouding opleggen en opheffen. Wanneer één van deze bestuursorganen geheime informatie niet deelt met de gemeenteraad, hoeft zij ook niet door de raad te worden bekrachtigd. c. Opheffen van geheimhouding De hoofdregel is dat het bestuursorgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd haar ook kan opheffen. Uit het vierde lid van artikel 25 van de Gemeentewet blijkt dat het bestuursorgaan dat geheimhouding aan een raadslid of enkele raadsleden heeft opgelegd haar ook weer moet opheffen. Een uitzondering op deze hoofdregel is, wanneer het college, de burgemeester of een commissie de gehele raad, als bestuursorgaan, geheimhouding op de overlegde stukken oplegt. Dan beslist de raad over het opheffen van de geheimhouding en niet langer het bestuursorgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd. De raad is dus bevoegd een door hem reeds eerder bekrachtigde geheimhouding op te heffen. Ook wanneer het college of een commissie zichzelf geheimhouding oplegt en de raad daarin kent, is alleen de raad nog bevoegd om de geheimhouding op te heffen. De gemeenteraad kan alleen de geheimhouding opheffen, wanneer meer dan de helft van de raadsleden in de desbetreffende raadsvergadering aanwezig is (zie artikel 25, lid 4). d. In beslotenheid vergaderen Raadsvergaderingen worden in het openbaar gehouden (zie artikel 23, lid 1 van de Gemeentewet). De deuren van de raadszaal worden gesloten als tenminste een vijfde deel van de raadsleden, die de presentielijst hebben getekend, hier om verzoekt of als de voorzitter dit nodig acht (artikel 23, lid 2). Vervolgens beslist de raad, in beslotenheid, of er daadwerkelijk in beslotenheid wordt vergaderd (artikel 23, lid 3). 8 S.A.J. Munneke, De reikwijdte van gemeentelijke geheimhoudingsplichten, Gst, 2006/11. 21

In artikel 24 van de Gemeentewet zijn de gevallen vermeld waarover niet in beslotenheid mag worden vergaderd. In artikel 54, lid 1, van de Gemeentewet staat dat het college in beslotenheid vergaderd, tenzij het anders bepaalt. 22

2.1 GEMEENTELIJKE KADERS Leeswijzer Deze paragraaf geeft ten eerste antwoord op deelvraag 1, 1 e deel Welke procedurele regels heeft de gemeente over geheimhouding geformuleerd? en geeft vervolgens een analyse van de bevindingen aan de hand van de bijbehorende normen. Deze normen zijn: 1. Er is gemeentelijk beleid ten aanzien van de omgang met geheimhouding en in beslotenheid vergaderen en deze is vastgelegd. 2. Er staat in het beleid vermeld dat: Opleggen geheimhouding er een onderbouwing gegeven moet worden waarom geheimhouding op het onderwerp is opgelegd er in de onderbouwing verwezen moet worden naar de wettelijke grondslag en naar e e n van de uitzonderingsgronden in de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob), artikel 10 dat herkenbaar op een document geheimhouding is gelegd er een termijn verbonden is aan de opgelegde geheimhouding Bekrachtigen van geheimhouding De gemeenteraad in de eerstvolgende raadsvergadering een beslissing neemt om de opgelegde geheimhouding wel of niet te bekrachtigen Er in de eerstvolgende raadsvergadering besloten wordt om de opgelegde geheimhouding wel of niet te bekrachtigen Opheffen van geheimhouding de gemeenteraad of het college van B en W een besluit neemt tot het opheffen van geheimhouding de gemeente systematisch bijhoudt of de geheimhouding kan worden opgeheven of van rechtswege is vervallen dat - wanneer de gemeenteraad de geheimhouding heeft opgeheven - het document/de documenten waar geheimhouding op lag openbaar gemaakt worden dat - wanneer het college van B en W de geheimhouding heeft opgeheven - tenminste het opheffingsbesluit openbaar gemaakt wordt 23

2.2.1. Beschrijving van de procedurele regels De voor gemeente Montferland ter zake doende procedureregels zijn beschreven in: o Verordening op de raadscommissies 2010 o Gedragscode integriteit raadsleden, raadscommissieleden niet zijnde raadslid, wethouders en burgemeester van de gemeente Montferland 2016 o Gedragscode Integriteit Medewerkers o Protocol Informeren voor een sterk lokaal bestuur o Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2012 Verordening op de raadscommissies 2010 In hoofdstuk 5 Besloten vergadering wordt gemeld dat het voortgangsbericht van een besloten vergadering uitsluitend ter inzage wordt gelegd en dat het verslag niet wordt verspreid en openbaar wordt gemaakt. Hetzelfde geldt ook voor het audioverslag: deze wordt niet openbaar gemaakt. Verder gaan artikelen 30 en 31 en de toelichting daarop specifiek over geheimhouding. Artikel 30 Geheimhouding Voor de afloop van de besloten vergadering beslist de raadscommissie overeenkomstig artikel 86, eerste lid, van de gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding al gelden. De raadscommissie kan besluiten de geheimhouding op te heffen. Toelichting Hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 86 van de GemW nodig. Niet alleen een raadscommissie kan geheimhouding opleggen, ook de voorzitter van een raadscommissie, het college en de burgemeester kunnen geheimhouding aan een raadscommissie opleggen. Overigens kan een raadscommissie ook geheimhouding opleggen aan de raad of het college ten aanzien van stukken die zij aan de raad of het college overlegt (art 25, 2 e lid, en art 55, 2 e lid GW). De geheimhouding geldt ten aanzien van een ieder die aanwezig is bij een besloten vergadering of die kennis draagt van stukken ten aanzien waarvan geheimhouding geldt. De geheimhouding geldt totdat het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd of de raad haar opheft. Artikel 31 Opheffing geheimhouding Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, GemW voornemens is de geheimhouding op te heffen wordt daarover, indien de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd. 24

Toelichting Zoals uit de toelichting op artikel 30 blijkt, kan de raad de geheimhouding die een raadscommissie aan de raad oplegt, opheffen. In deze modelbepaling is een overlegverplichting opgenomen waardoor recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor. Gedragscode integriteit raadsleden, raadscommissieleden niet zijnde raadslid, wethouders en burgemeester van de gemeente Montferland 2016 Paragraaf 3 Informatie (in deel 2 vermeld voor raadsleden en deel 3 voor de wethouders en de burgemeester). Wettelijk kader; Geheimhouding - Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de taak van een bestuursorgaan en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijk karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van het ambt, beroep of wettelijk voorschrift terzake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, - B&W kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de ob geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de gemeenteraad. Ook de gemeenteraad, onderscheidenlijk de voorzitter van een commissie kan geheimhouding opleggen (artikelen 25,55 en 86 GemW) - Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 WvS) Artikel 3.1 Het raadslid/wethouder/burgemeester zorgt ervoor dat vertrouwelijke en geheime informatie waarover hij beschikt veilig wordt bewaard. Artikel 3.2 Het raadslid/wethouder/burgemeester maakt niet ten eigen bate of ten bate van derden gebruik van in de uitoefening van het ambt verkregen niet openbare informatie. Gedragscode integriteit medewerkers 2016 Deze gedragscode vermeldt onder 2.2 vertrouwelijk omgaan met gevoelige informatie : - Je lekt geen vertrouwelijke informatie vanuit de gemeente naar buiten. Je laat niet uit slordigheid buitenstaanders meeluisteren naar een gesprek over het werk of meekijken naar interne stukken - Je zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegeven veilig zijn opgeborgen 25

- Informatie waarover het bestuursorgaan een geheimhoudingsplicht heeft op gelegd houd je geheim Informeren voor een sterk lokaal bestuur 2015 Deze handreiking uit 2015 gaat op pagina 1 en pagina 5 t/m 7 uitgebreid in op het aspect geheimhouding. Duidelijk is dat ter inzage leggen van stukken alleen nog gebeurt als er sprake is van door het College opgelegde geheimhouding aan de raad of aan leden van de raad. Dit kan alleen op de formele gronden van GemW en Wob De stelregel is dat alles openbaar is, tenzij het tenzij kan alleen gebaseerd zijn op art. 10 va de WOB. Gemeld wordt dat ook de raad zelf geheimhouding kan opleggen en dat deze geheimhouding van kracht blijft totdat de raad deze zelf weer opheft. Ook B&W, een raadscommissie en de burgemeester kunnen dat doen, meldt deze handreiking. Tevens wordt melding gemaakt dat als geheime stukken door college, burgemeester of raadscommissie aan de gemeenteraad worden aangeboden, de gemeenteraad de geheimhouding dient te bekrachtigen en op te heffen. Als de raad de geheimhouding niet bekrachtigd vervalt de geheimhouding, maar dat betekent niet dat de informatie (direct) openbaar is, zo vermeldt de handreiking verder. Afgewogen moet worden of op grond van de uitzonderingsgronden van de WOB informatie niet versterkt mag worden. Als uitzondering wordt genoemd als geheime informatie aan leden van de gemeenteraad wordt aangeboden. Als er namelijk gekozen wordt voor het aanbieden aan leden van de raad, bijvoorbeeld om iets op een verzoek van een raadslid ter inzage te leggen wat echter niet openbaar mag worden, dan geldt dat de stukken niet aan het bestuursorgaan zijn aangeboden blijft de informatie geheim zonder bekrachtiging door de raad. (zie artikel 25, lid 4 GmW). Ook vermeldt de handreiking nog dat geheimhouding alleen op grond van artikel 10 van de WOB opgelegd kan worden, maar niet hoeft te worden en dat het duidelijk moet zijn dat de informatie geheim is en waarom. Hoewel dit protocol niet formeel is vastgesteld door het college van B&W is het college er wel mee akkoord gegaan. Het college heeft dat ook schriftelijk aan de raad doorgegeven. Het protocol heeft er vooral voor gezorgd dat alle betrokkenen weer even de kennis rond geheimhouding hebben gekregen en het besef vergroot is. Opvallend is dat er in het protocol onderscheid wordt gemaakt tussen iets aanbieden aan de raad en aan leden van de raad. Dit is weliswaar conform de wettelijke mogelijkheden, maar wordt niet vaak zo expliciet toegepast bij andere gemeenten. Als je iets aanbiedt aan de raad, moet dit op de agenda van de raad komen (tenminste bij de ingekomen stukken). Leden van de raad kunnen ook geïnformeerd worden zonder dat het op de agenda van de raad komt. Het onderscheid tussen iets aanbieden aan de raad en aan leden van de raad, gebeurt op praktische gronden en de wet staat dat ook toe. Met de komst van het protocol is de MUC (mededeling uit het college) komen te vervallen. Dit was een document dat werd aangeboden aan de raadscommissie en niet aan de raad. De MUC is vervangen door de raadsbrief, die naar alle leden van de raad gaat. Met de 26

aanbieding van een raadsbrief wordt een formeel moment gecreëerd waarop het college de gemeenteraad actief over een onderwerp informeert. Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de raad 2012 In dit reglement onder hoofdstuk 7 besloten vergaderingen staat dat de raad een besluit neemt over het al dan niet openbaar maken van het audioverslag en besluitenlijst. Specifiek over geheimhouding gaan de artikelen 50 en 51 en de toelichting daarop. Artikel 50 Geheimhouding 1. Voor de afloop van een besloten vergadering beslist de raad overeenkomstig art 25, 1 e lid, GW of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding zal gelden. 2. De geheimhouding dient in acht te worden genomen door een ieder die bij de vergadering aanwezig is en door een ieder die op een andere wijze kennis heeft van de stukken. 3. De raad kan besluiten de geheimhouding op te heffen Toelichting Hetgeen besproken wordt in een besloten vergadering, valt niet van rechtswege onder de geheimhoudingsplicht. Daarvoor is toepassing van de procedure volgens artikel 25 jo artikel 55 van de Gemeentewet noodzakelijk. Artikel 51 Opheffing geheimhouding Indien de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid GemW, voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd. Toelichting In de aangehaalde artikelen wordt aan de raad de mogelijkheid geboden de geheimhouding van stukken op te heffen; stukken die niet persé aan hem behoeven te zijn overlegd. Het kan dus (zie bijvoorbeeld art 86, tweede lid GW) gaan om de situatie dat de burgemeester geheimhouding heeft opgelegd ten aanzien van stukken die hij aan de raadscommissie heeft overlegd. De raadscommissie kan dan aan de raad verzoeken de geheimhouding op te heffen (indien de burgemeester daar niet toe bereid is). In het onderhavige artikel is nu ter zake een overlegverplichting opgenomen waardoor recht wordt gedaan aan het principe van hoor en wederhoor. 27

Op grond van art 25, 3 e en 4 e lid GW, kan geheimhouding worden opgelegd door het college, de burgemeester en een commissie, ieder ten aanzien van stukken die zij aan de raad of aan leden van de raad overleggen. De opgelegde geheimhouding met betrekking tot aan de raad overlegde stukken vervalt, indien de raad de oplegging niet in zijn eerstvolgende vergadering die volgens de presentielijst door meer dan de helft van het aantal zitting hebbende leden is bezocht, wordt bekrachtigd. Als de raad niet van plan is de opgelegde geheimhouding te bekrachtigen, kan het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met de raad overleg voeren. Deze besloten vergadering kan dan gaan om de vraag waarom de raad de geheimhouding wil opheffen. 2.2.2 Analyse Norm Tekst Analyse 1 Er is gemeentelijk beleid ten aanzien van de omgang met geheimhouding en in beslotenheid vergaderen en deze is vastgelegd. Voldaan 2 Er is in het beleid vastgelegd dat: (opleggen geheimhouding) er een onderbouwing gegeven moet worden waarom geheimhouding op het onderwerp is opgelegd er in de onderbouwing verwezen naar de wettelijke grondslag en naar e e n van de uitzonderingsgronden in de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob), artikel 10 verwezen moet worden dat herkenbaar op een document geheimhouding is gelegd Voldaan Voldaan Voldaan er een termijn verbonden is aan de opgelegde geheimhouding Niet voldaan 3 Er is in het beleid vastgelegd dat: (bekrachtiging) de gemeenteraad in de eerstvolgende raadsvergadering een beslissing neemt om de opgelegde geheimhouding wel of niet te bekrachtigen Voldaan 4 Er is in het beleid vastgelegd dat: (opheffing) de gemeenteraad of het college van B en W een besluit neemt tot het opheffen van geheimhouding Voldaan de gemeente systematisch bijhoudt of de geheimhouding kan worden opgeheven of van rechtswege is vervallen Niet voldaan 28

dat - wanneer de gemeenteraad de geheimhouding heeft opgeheven - het document/de documenten waar geheimhouding op lag openbaar gemaakt worden Niet voldaan dat - wanneer het college van B en W de geheimhouding heeft opgeheven - tenminste het opheffingsbesluit openbaar gemaakt wordt Niet voldaan 29

2.3 UITVIERING VAN HET BELEID MET BETREKKING TOT HET OPLEGGEN, BEKRACHTIGEN EN OPHEFFEN VAN GEHEIMHOUDING Leeswijzer Paragraaf 2.3.1. geeft aan hoe vaak er in de onderzoeksperiode geheimhouding is opgelegd door raad dan wel college. Dit is een antwoord op deelvraag 1, het 2 e deel: Hoe vaak heeft het college c.q. de raad in de onderzoeksperiode geheimhouding op een raadsvoorstel (inclusief bijlagen) opgelegd? Hierbij wordt ter vergelijking een overzicht gegeven van de gemeenten en provincies waar gegevens van bekend zijn (er heeft dus gezien bewuste selectie plaatsgevonden op basis waarvan de vergelijking wordt gemaakt, alle direct openbare beschikbare bronnen zijn simpelweg gebruikt). Vervolgens worden in paragraaf 2.3.2. de bevindingen ten aanzien van de uitvoering van het beleid geschreven, welke naar voren is gekomen uit interviews. Dit geeft een antwoord op de deelvragen 2 tot en met 5, in de zin van: Is de gang van zaken in de praktijk zodanig dat ( of het nu wel of niet in het beleid genoemd is) dan zo: Opleggen geheimhouding Wordt er een onderbouwing gegeven waarom geheimhouding op het onderwerp is opgelegd? Wordt in de onderbouwing verwezen naar de wettelijke grondslag en naar e e n van de uitzonderingsgronden in de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob), artikel 10? Wordt herkenbaar dat op een document geheimhouding is gelegd? Wordt er een termijn verbonden aan de opgelegde geheimhouding? Bekrachtigen van geheimhouding Neemt de gemeenteraad in de eerstvolgende raadsvergadering een beslissing om de opgelegde geheimhouding wel of niet te bekrachtigen? Opheffen van geheimhouding Neemt de gemeenteraad of het college van B en W een besluit tot het opheffen van geheimhouding? Houdt de gemeente systematisch bij of de geheimhouding kan worden opgeheven of van rechtswege is vervallen? 30

Wordt - wanneer de gemeenteraad de geheimhouding heeft opgeheven - het document/de documenten waar geheimhouding op lag openbaar gemaakt? Wordt - wanneer het college van B en W de geheimhouding heeft opgeheven - tenminste het opheffingsbesluit openbaar gemaakt? 2.3.1 Aantallen - besloten vergaderingen raad - besloten vergaderingen college - aantal geheime/vertrouwelijke stukken raad - aantal geheime/vertrouwelijke stukken college MO 2 wekelijks 2 1 Het blijkt uit een vergelijking dat in Montferland relatief weinig geheim wordt behandeld, of in beslotenheid wordt vergaderd. GEMEENTE (aantal inwoners) (onderzoeksperiode) Ede (110.000) (mei 2014-eind 2015) Heerhugowaard AANTAL GEHEIME STUKKEN/ onderwerpen/ BESLOTEN VERGADERINGEN PER JAAR (afgerond) 123 stukken, 42 onderwerpen, 13 vergaderingen 2 besloten vergaderingen ½ WAARVAN COLLEGE AAN ALS AANGEBODEN per jaar 43 DOOR RAAD GEHEIM stukken (55.000) (raadsperiode 2010-2014) Tilburg 10 a 11 onderwerpen, 4,5 besloten vergaderingen (210.000) (raadsperiode 2010-2014) Provincie NH 10 stukken, 9 besloten Onbekend (maart 2011-oktober 2013) vergaderingen Provincie ZH 8 stukken Onbekend (maart 2011-oktober 2013) Provincie U 6 stukken Onbekend (maart 2011-oktober 2013) Provincie FL 11 stukken onbekend (maart 2011-oktober 2013) Zwolle 5 onderwerpen onbekend (=ongeveer gelijk aan ede) (raadsperiode 2010-2014) Amstelveen 1 onderwerp Onbekend 31