PROVINCIAAL BLAD. Provincie Zeeland Regeling ambtelijke organisatie Provincie Zeeland 2014

Vergelijkbare documenten
PROVINCIAAL BLAD. Regeling ambtelijke organisatie en instructie voor de secretaris Provincie Zeeland 2016

Organisatieverordening gemeente Harlingen Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Harlingen maakt bekend:

PROVINCIAAL BLAD. Wijziging Regeling ambtelijke organisatie Gelderland 2009 en Instructie secretaris provincie Gelderland 2009

Instructie gemeentesecretaris gemeente Overbetuwe 2011

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem,

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK

1. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

Besluit op de organisatie van het ambtelijk apparaat van de gemeente Zuidhorn.

GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING NOORDELIJKE REKENKAMER 2013

ORGANISATIEVERORDENING OMGEVINGSDIENST NOORDZEEKANAALGEBIED 2014

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten;

Verordening op de organisatie van de statengriffie Provincie Flevoland 2010'

REGELING AMBTELIJKE ORGANISATIE GEMEENTE HILLEGOM. Vastgesteld in vergadering van het college van de gemeente Hillegom op 5 oktober 2004, B&W nummer..

Het algemeen bestuur van de gemeenschappelijke regeling Groenalliantie Midden-Holland e.o.;

ORGANISATIESTATUUT GEMEENTE OOSTSTELLINGWERF Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Ooststellingwerf,

Organisatieverordening g Holland Rijnland Algemeen Bestuur 11 oktober 2017

Hoofdstuk 1 Uitgangspunten en structuur ambtelijke organisatie

CVDR. Nr. CVDR612405_1. Organisatiebesluit gemeente Nieuwkoop 2018

gelet op het gestelde in artikel 160 van de Gemeentewet en de financiële verordening ex artikel 212 van de Gemeentewet;

Organisatieverordening Veiligheidsregio Brabant-Noord 2007

RUD UTRECHT. Gelet op: - Artikel 57 lid 1 juncto artikel 136 Wet gemeenschappelijke regelingen

Verordening Auditcommissie Wetterskip Fryslân

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Gelet op artikel 14 van de gemeenschappelijke regeling Randstedelijke Rekenkamer,

Besluit vast te stellen de:

ORGANISATIEVERORDENING GGD Hollands Noorden 2013

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

GEMEENTEBLAD. Nr

Nota van B&W. Onderwerp Organisatiestatuut. Bestuurlijke context. B&W-besluit:

Organisatiebesluit gemeente Deventer

Datum 4 maart 2015 Corr.nr , SG Nummer 16/2015 Zaaknr

VERORDENING OP DE ORGANISATIE VAN DE GRIFFIE (geldig vanaf )

Inrichting sector Concernstaf en unit Concern Controlling

PROVINCIAAL BLAD. Besluit van provinciale staten van Zeeland houdende vaststelling Financiële Controleverordening 2018

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Provinciaal blad 2012, 36

Besluit van Provinciale Staten

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2005 / 67

CVDR. Nr. CVDR463973_1

Organisatieregeling Gemeente Schiedam 2007

Gemeenschappelijke Regeling Zuidelijke Rekenkamer Noord- Brabant en Limburg 2018

CONCEPT Organisatieverordening Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

PROVINCIAAL BLAD. Vaststelling Verordening Werkgeverscommissie Statengriffie Provinciale Staten Drenthe

Provinciaal blad 2011, 67

REGLEMENT COLLEGE VAN BESTUUR ROC MONDRIAAN

PROVINCIAAL BLAD. Regeling Commissie rechtsbescherming provincie Groningen 2015

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

3. Onder de bestuurlijke verantwoordelijkheid van het college van burgemeester en wethouders en

Provinciaal blad van Noord-Brabant

CVDR. Nr. CVDR601483_1

PROVINCIE FLEVOLAND D» «, «^,OOI DI,^ Provinciaal Blad

PROVINCIAAL BLAD. Artikel I Het Ondermandaatbesluit secretaris 2019 wordt als volgt gewijzigd:

Gemeenschappelijke Regeling Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Regeling POP en functioneringsgesprekken van de gemeente Waalwijk

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Lopik; gelet op:

B en W. nr d.d

Verordening op de commissie planning en control van de gemeente Dalfsen

de organisatie open en omgevingsbewust is; de organisatie compact en flexibel is; er contextgedreven en systeemgedreven wordt gewerkt.

Gelet op artikel 82 van de Provinciewet en artikel 5 van de Provinciale Ruimtelijke Verordening;

Rekeningcommissie. : Middelen/CC&A Nummer commissiestuk : RC-0219 Datum : 9 november 2010 Bijlagen : -

Verordening op de controle commissie en de commissie van voorbereiding van Provinciale Staten

UITWERKINGSBESLUIT FINANCIËLE VERORDENING 2014

Hoofdstuk 16 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor kennis- en innovatienetwerken

Gemeenschappelijke regeling Rekenkamer Oost-Nederland

S T A T E N V O O R S T E L

Provinciaal blad 2010, 83

Vastgesteld 6 december Inwerkingtreding (met terugwerkende kracht tot) 1 januari 2014

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Provinciaal blad 2012, 1

vast te stellen de Interne klachtenregeling gemeente het Bildt:

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Leiden; gelet op het gestelde in de Gemeentewet en de Algemene Wet Bestuursrecht;

P r o v i n c i e F l e v o l a n d

Verordening organisatie griffie en ondersteuning raad gemeente Maastricht

(BPL) Datum inwerkingtreding: met terugwerkende kracht vanaf 1 juli 2013

Reglementen en verordeningen - Verordening rechtsbescherming

Verordening voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële Organisatie van de Omgevingsdienst Veluwe IJssel

Mandaatbesluit. B e s l u i t e n vast te stellen het navolgende mandaatbesluit:

Besluit van Gedeputeerde Staten van 20 mei 2014 tot vaststelling van het Reglement behandeling bezwaarschriften Zuid-Holland

Voordracht aan Provinciale Staten. Van Subcommissie Bestuur en Middelen. Mei xxxx. Wijziging controleverordening.

Gemeenschappelijke Regeling. Samenwerkingsverband Noord-Nederland

Datum : 18 mei 2006 Nummer PS : PS2006BEM18 Dienst/sector : Communicatie, Kabinet cvdk, Commissie : BEM PPD, CS, AD. Ontwerpbesluit pag.

Hoofdstuk 16 Bijzondere bepalingen voor verstrekking van subsidie voor kennis- en innovatienetwerken

Directiestatuut gemeente Deventer

gelet op de artikelen 103 lid 2 en 160 van de Gemeentewet en de Financiële verordening Molenwaard 2013;

besluit van de gemeenteraad

Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 22 april 2014; Gezien het advies van de commissie Mobiliteit en Financiºn, d.d.

Organisatieverordening gemeente Tiel 2005

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Gezien het voorstel van Gedeputeerde Staten, d.d. 21 juli 2009, nr ,

PROVINCIAAL BLAD. Besluit van gedeputeerde staten van Zeeland houdende Regeling Begeleiding Van Werk Naar Werk bij reorganisaties

Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Fryslân

undert Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie 2013/17314 Rubriek: Naam regeling: Verordening auditcommissie gemeente Zundert

Regeling Generiek Functieprofiel en Functiewaardering van de Gemeente Schiedam

Het beleidsterrein organisatie omvat het zorgdragen voor het beheer en de ontwikkeling van:

DIRECTIESTATUUT VAN WONINGSTICHTING BARNEVELD TE BARNEVELD

Gemeente Delft. Raadsvoorstel. Aan de gemeenteraad. Presidium Datum mei 2012 Indiener Presidium Steller. griffier tel.nr.

PROVINCIAAL BLAD. ARTIKEL 2 AVP-gebiedscommissie Utrecht Oost Er is een AVP-gebiedscommissie Utrecht Oost, hierna te noemen de commissie.

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

Financiële verordening VRU

Transcriptie:

PROVINCIAAL BLAD Officiële uitgave van provincie Zeeland. Nr. 2577 14 oktober 2014 Provincie Zeeland Regeling ambtelijke organisatie Provincie Zeeland 2014 Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 7 oktober 2014, nr. 14014062, houdende intrekking van de Regeling ambtelijke organisatie Zeeland, zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij besluit van 23 april 2003, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 december 2007 en gepubliceerd in het Provinciaal Blad, nr. 43 van 2007, alsmede vaststelling van de Regeling ambtelijke organisatie Provincie Zeeland 2014. Gedeputeerde Staten van Zeeland, overwegende, - dat als gevolg van de in 2012 plaatsgevonden reorganisatie ten behoeve van de wijziging van de provinciale organisatie, per 1 januari 2013 een nieuwe organisatiestructuur is ingevoerd; - dat als gevolg daarvan het vaststellen van een nieuwe regeling van de ambtelijke organisatie noodzakelijk is waarin onder meer wordt vastgelegd de inrichting van de ambtelijke organisatie van de Provincie alsmede de beschrijving van taken, rollen en bevoegdheden van het ambtelijk management; - dat het Bestuurs- en managementconcept (BMC) van 5 november 2012 als brondocument geldt voor de nieuwe regeling; - dat het BMC richting geeft aan de gewenste inrichting van de ambtelijke organisatie van de Provincie alsmede aan de (verdere) ontwikkeling van integrale samenwerking en samenhang tussen de organisatie-eenheden in de nieuwe organisatiestructuur; - dat in het kader van de Wet dualisering provinciebestuur voor de ondersteuning van Provinciale Staten een statengriffie is ingesteld. Voor de Statengriffier is een aparte instructie vastgesteld. De statengriffie maakt derhalve geen onderdeel uit van deze regeling; - dat voor de Rekenkamer Provincie Zeeland een Verordening nadere inrichting Rekenkamer Provincie Zeeland is vastgesteld en dat de Rekenkamer eveneens geen onderdeel uitmaakt van deze regeling; - dat deze regeling wordt vastgesteld voor onbepaalde tijd en periodiek wordt aangepast aan wijzigingen in de organisatie; - gelet op artikel 158, eerste lid, onder c, van de Provinciewet; - gelet op artikel 25, eerste lid, onder e, van de Wet op de ondernemingsraden B E S L U I T E N I In te trekken de Regeling ambtelijke organisatie Zeeland, zoals vastgesteld door Gedeputeerde Staten bij besluit van 23 april 2003, laatstelijk gewijzigd bij besluit van 11 december 2007 en gepubliceerd in het Provinciaal Blad, nr. 43 van 2007 en daarvoor in de plaats vast te stellen II de Regeling ambtelijke organisatie Provincie Zeeland 2014, luidende als volgt: Regeling ambtelijke organisatie Provincie Zeeland 2014 Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. provinciesecretaris: de ambtenaar die ingevolge artikel 99 van de Provinciewet door Gedeputeerde Staten is aangesteld en de functie bekleedt van provinciesecretaris/algemeen directeur. b. directeur: de ambtenaar die door Gedeputeerde Staten is aangesteld en de provinciesecretaris/algemeen directeur, het college van Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning ondersteunt bij de uitoefening van hun taken. c. concerncontroller: de ambtenaar die door Gedeputeerde Staten is aangesteld en wiens taken en bevoegdheden nader zijn uitgewerkt in artikel 6 van deze regeling; d. werkveld: de desbetreffende organisatorische eenheid, die als zodanig door Gedeputeerde Staten is ingesteld. e. afdeling: de desbetreffende organisatorische eenheid, die onderdeel uitmaakt van een werkveld en als zodanig door Gedeputeerde Staten is ingesteld. 1

f. stafafdelingen; de desbetreffende organisatorische eenheid voor zover niet vallende onder e. g. werkveldmanager: de ambtenaar die door Gedeputeerde Staten is aangesteld en die is belast met en verantwoordelijk is voor de dagelijkse leiding van het werkveld. h. afdelingshoofd: de ambtenaar die door Gedeputeerde Staten is aangesteld en die is belast met de dagelijkse leiding van de afdeling. i. unithoofd: de ambtenaar die door Gedeputeerde Staten is aangesteld en die is belast met de dagelijkse leiding, advisering en coördinatie van een unit binnen een afdeling. Hoofdstuk 2 Organisatiestructuur in hoofdlijnen Artikel 2 Hoofdindeling 1. Het ambtelijk apparaat volgens de organisatiestructuur, zoals vastgesteld in bijlage 1 van deze regeling, die daarvan onlosmakelijk deel uitmaakt en bestaat uit de volgende werkvelden, (staf)afdelingen en eenheden. 2. a. Het werkveld Beleid bestaande uit de afdelingen als bedoeld onder artikel 1 sub e: - Water, Bodem, Natuur; - Mobiliteit en Samenleving; - Ruimte; - Economie en Duurzaamheid. b. Het werkveld Uitvoering bestaande uit de afdelingen als bedoeld onder artikel 1 sub e: - Planvorming en Realisatie; - Beheer en Onderhoud. c. Het werkveld Services bestaande uit de afdelingen als bedoeld onder artikel 1 sub e: - Personeel en Organisatie; - Financiën; - Informatie en Automatisering; - Facilitair; - Communicatie; - Juridisch Inkoop en Subsidies. d. Het werkveld Ontwikkeling bestaande uit senior ontwikkelmanagers, senior projectleiders en projectleiders. 3. De afdelingen als bedoeld in artikel 1 sub f: - Concernstaf; - Kabinet. 4. In afwijking van de leden 2 en 3 de eenheid Strategie. Artikel 3 Aansturing organisatie-eenheden 1. De werkvelden worden aangestuurd door een werkveldmanager. De werkveldmanager Beleid is tevens belast met de aansturing van de medewerkers in het werkveld Ontwikkeling. 2. De afdelingen en stafafdelingen worden aangestuurd door een afdelingshoofd. 3. Binnen de afdelingen Beheer en Onderhoud, Informatie en Automatisering en de afdeling Financiën zijn units gevormd die worden aangestuurd door een unithoofd, echter met dien verstande dat voor de afdeling Financiën de unit met ingang van 3 december 2015 wordt opgeheven evenals de aansturing hiervan. Hoofdstuk 3 Provinciesecretaris/algemeen directeur Artikel 4 Provinciesecretaris/algemeen directeur 1. De provinciesecretaris/algemeen directeur is eindverantwoordelijk voor het functioneren van de gehele ambtelijke organisatie. 2. De provinciesecretaris/algemeen directeur bevordert een gestructureerd werkoverleg tussen de ambtelijke organisatie en de verantwoordelijke gedeputeerde. 3. De provinciesecretaris/algemeen directeur bevordert in overleg met de directeur en de werkveldmanagers dat de ambtelijke organisatie bij de uitoefening van zijn taken als eenheid functioneert en dat integrale beleidsafweging uitgangspunt is. 4. De provinciesecretaris/algemeen directeur geeft hiërarchisch leiding aan de directeur, het afdelingshoofd Concernstaf/concerncontroller, het hoofd Kabinet, de medewerkers van de eenheid Strategie, de werkveldmanager Services en de werkveldmanager Beleid. 2

5. De provinciesecretaris/algemeen directeur bepaalt welke programma's en projecten worden aangestuurd vanuit het werkveld Ontwikkeling. 6. De provinciesecretaris/algemeen directeur is tevens WOR-bestuurder in de zin van de Wet op de Ondernemingsraden. 7. Nadere invulling van de taken en bevoegdheden van de provinciesecretaris/algemeen directeur zijn neergelegd in de instructie provinciesecretaris alsmede in de onderlinge taakverdeling CMT, zoals bedoeld in artikel 10 lid 5. Hoofdstuk 4 Directeur Artikel 5 Directeur 1. De directeur ondersteunt de provinciesecretaris/algemeen directeur en tevens Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koning bij de uitoefening van hun taken. 2. De directeur geeft hiërarchisch leiding aan de werkveldmanager Uitvoering. 3. De directeur is als ambtelijk opdrachtgever verantwoordelijk voor de programma s en projecten van het werkveld Ontwikkeling, tenzij de directeur aangeeft dat, gehoord het CMT, er valide reden is om in een specifieke situatie hiervan af te wijken en een werkveldmanager als ambtelijk opdrachtgever te benoemen. Hoofdstuk 5 Concerncontrol Artikel 6 Concerncontroller 1. De concerncontroller is vaste adviseur van de provinciesecretaris/algemeen directeur en neemt deel aan de vergaderingen van het CMT. 2. De concerncontroller is tevens hoofd van de afdeling concernstaf. 3. De concerncontroller is onafhankelijk in de adviserende en toetsende taak. De concerncontroller geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de provinciesecretaris/algemeen directeur en het CMT. 4. De concerncontroller is verantwoordelijk voor het in opdracht van Gedeputeerde Staten of de provinciesecretaris/algemeen directeur uitvoeren van onderzoeken (audits) naar doelmatigheid en doeltreffendheid. 5. De concerncontroller is belast met het bewaken van en adviseren over de voorwaarden en kwaliteitseisen ten aanzien van rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid onder meer op het gebied van: - Informatievoorziening/ICT; - Risicomanagement; - Juridische control; - Planning en control en Administratieve organisatie/ Interne controle; - Beleidscyclus; - Beheersing van (strategische) programma's en projecten; - Sturings-en beheersinstrumenten. 6. De concerncontroller kan, indien de concerncontroller dat opportuun acht, direct adviseren aan Gedeputeerde Staten. De concerncontroller doet dit slechts nadat de provinciesecretaris/algemeen directeur hierover is geïnformeerd. Hoofdstuk 6 Werkveldaansturing Artikel 7 Werkveldmanager 1. De werkveldmanager is verantwoordelijk voor het werkveld en de samenwerking vanuit het werkveld met de andere werkvelden. 2. De werkveldmanager maakt afspraken met de hiërarchisch leidinggevende en het bestuur over te leveren diensten en doelmatige uitvoering van taken vastgelegd in uitvoeringsplannen. 3. De werkveldmanager is verantwoordelijk voor de horizontale afstemming tussen het eigen werkveld en de andere werkvelden. 4. De werkveldmanager is belast met het faciliteren van de afstemming tussen de afdelingen binnen het eigen werkveld. 5. De werkveldmanager geeft hiërarchisch leiding aan de afdelingshoofden van de afdelingen binnen het eigen werkveld. Hoofdstuk 7 Afdelingsaansturing Artikel 8 Afdelingshoofd 1. Het afdelingshoofd geeft hiërarchisch leiding aan de afdeling. 2. Het afdelingshoofd maakt afspraken met de hiërarchisch leidinggevende over te leveren diensten en doelmatige uitvoering van taken vastgelegd in afdelingsplannen. 3

3. Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor de horizontale afstemming tussen de eigen afdeling en andere afdelingen. 4. Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor de producten en diensten van de afdeling. 5. Het afdelingshoofd coacht, inspireert, motiveert de medewerkers. 6. Het afdelingshoofd is verantwoordelijk voor het afdelingsplan inclusief de financiële en personele consequenties. Artikel 9 Unithoofd 1. Het unithoofd is belast met de dagelijkse leiding van een eenheid met beheerstaken binnen een afdeling. 2. Het unithoofd maakt afspraken met de hiërarchisch leidinggevende over te leveren diensten en doelmatige uitvoering van taken vastgelegd in afdelingsplannen. 3. Het unithoofd schept randvoorwaarden voor de medewerkers t.a.v. personele, financiële en materiele aspecten van beheer en bedrijfsvoering; 4. Het unithoofd draagt zorg voor de verdeling, voortgang en kwaliteit van de werkzaamheden en een adequate inzet van de medewerkers. Hoofdstuk 8 Concern-managementteam (CMT) Artikel 10 Samenstelling en werkwijze 1. De provinciesecretaris/algemeen directeur, de directeur, de werkveldmanagers en de concerncontroller vormen tezamen het CMT. 2. De provinciesecretaris/algemeen directeur draagt als voorzitter van het CMT zorg voor de afstemming en integratie van de aan de ambtelijke organisatie opgedragen taken. De focus van het CMT is gericht op het integraal en als eenheid functioneren van de gehele ambtelijke organisatie en derhalve zaken die organisatie breed afstemming vragen. 3. Het CMT is een op afstemming gericht overleg. Dit overleg vindt in principe wekelijks plaats. 4. Op uitnodiging van het CMT kunnen ook anderen het overleg bijwonen. 5. De taakverdeling binnen het CMT (exclusief de concerncontroller) naar met name de concernbrede thema's, projecten en programma's wordt ten minste één keer per jaar geëvalueerd door het CMT. 6. De provinciesecretaris/algemeen directeur kan al dan niet op advies van de concerncontroller besluiten tot een (wijziging van de) taakverdeling zoals in lid 5 bedoeld, alsmede besluiten tot een ( tussentijdse) bijstelling van de taken en bevoegdheden, na afstemming in het CMT. 7. Het CMT is verantwoordelijk voor de juiste agendering van onderwerpen. Onderwerpen en stukken worden ingebracht met instemming van een CMT-lid. Op de agenda van het CMT staan standaard de volgende onderwerpen: a. actualiteiten en voorbereiding vergaderingen van Gedeputeerde Staten en Provinciale Staten; b. afstemming ten aanzien van projecten en programma's, strategische projecten en processen in relatie tot het concernplan, de dynamische beleidsplanning ten behoeve van Provinciale Staten en de termijnagenda ten behoeve van Gedeputeerde Staten; c. afstemming ten aanzien van organisatiebrede bedrijfsvoering, waaronder met name organisatieontwikkeling; d. samenwerken, externe gerichtheid/extern presteren, resultaten voor de 'klant'. 8. De leden zijn verantwoordelijk voor de vertaling van de onderwerpen die in het CMT worden besproken naar het eigen werkveld, alsmede de aansturing daarop. 9. Het CMT kan een reglement van orde voor zijn vergaderingen vaststellen. Hoofdstuk 9 Managementberaad (MB) Artikel 11 Samenstelling en werkwijze 1. De provinciesecretaris/algemeen directeur, de directeur, de werkveldmanagers en de afdelingshoofden vormen tezamen het MB. 2. De provinciesecretaris/algemeen directeur is voorzitter van het overleg van het MB. 3. Op uitnodiging van het MB kunnen ook anderen de vergadering bijwonen. 4. De focus van het MB is gericht op ontmoeting en afstemming van afdeling overstijgende interne en relevante onderwerpen en/of ontwikkelingen. 5. De afdelingshoofden zijn inhoudelijk verantwoordelijk voor de terugkoppeling naar de medewerkers. 6. Het MB kan een reglement van orde voor zijn vergaderingen vaststellen. 4

Hoofdstuk 10 Vervanging Artikel 12 Vervanging 1. Bij afwezigheid of ontstentenis van de provinciesecretaris/algemeen directeur geldt de directeur als 1 ste waarnemend provinciesecretaris/algemeen directeur, geldt de werkveldmanager Beleid als 2 e waarnemend provinciesecretaris/algemeen directeur en de werkveldmanager Services als 3 e waarnemend provinciesecretaris/algemeen directeur. 2. Bij afwezigheid of ontstentenis van de directeur geldt als 1 e waarnemend directeur de werkveldmanager Beleid en als 2 e waarnemend directeur de werkveldmanager Services. 3. In de vervanging van een werkveldmanager bij afwezigheid of ontstentenis is voorzien door horizontale vervanging van een andere werkveldmanager. 4. In de vervanging van een afdelingshoofd bij afwezigheid of ontstentenis is voorzien door horizontale vervanging van een ander afdelingshoofd. Hoofdstuk 11 Slotbepalingen Artikel 13 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Provinciaal Blad waarin de regeling wordt gepubliceerd. Artikel 14 Citeertitel Deze regeling kan worden aangehaald als 'Regeling ambtelijke organisatie Provincie Zeeland 2014'. Aldus vastgesteld in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 7 oktober 2014. Drs. J.M.M. Polman, voorzitter A.W. Smit, secretaris Uitgegeven. De secretaris, A.W. Smit 5

6