De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Vergelijkbare documenten
De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging/actualisatie voorschriften omgevingsvergunning

Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat t.a.v. staatssecretaris mw. S. van Veldhoven postbus EX DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Afschrift aan Minister C. Schouten, Ministerie LNV, de vaste Tweede Kamercommissie van I&W en de vaste Tweede Kamercommissie van LNV.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging/actualisatie voorschriften omgevingsvergunning

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

PROVINCIE FLEVOLAND. MededeMng

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bijlage 1: Dieraantallen en -categorieën en invoergegevens referentiesituatie, beoogde situatie (voorkeursalternatief) en alternatief

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Directoraat-Generaal Milieu en Internationaal; Directie Duurzaamheid

Advies lucht. Intern Advies

Onderwerp: Verordening geurhinder en veehouderij 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

Vraag 1 Bent u bekend met de berichtgeving dat vervuilde grond illegaal is gebruikt onder Barneveldse nieuwbouwwijken? 1 2

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Brede Dialoog 20 oktober 2015 Heusden

Onderwerp: Beleidsregel geur en ruimtelijke plannen 2017 gemeente Sint-Michielsgestel

veranderen van milieu-inrichting Steenbergen, 28 maart 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

VOORSTEL AAN DE GEMEENTERAAD

ADVIESMEMO. Plangebied Nuland Oost/Pelgrimsche Hoeve

Veehouderij en geur. geurgebiedsvisie en geurverordening Ontwerp. Commissievergadering 14 januari 2016 gemeentehuis Asten

Vraag 1 Wat is uw reactie op de berichten in het Algemeen Dagblad over het aantreffen van GenX in drinkwater op meerdere locaties?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

4.3. Fijn stof en NO 2

Victorialaan 1 b-g 5213 JG s-hertogenbosch Gildekamp SP Cuijk Postbus AB Cuijk

Versie : 1.0 Datum : 6 oktober Onderzoek milieuaspecten milieuzonering en geur voor woningsplitsing Harreveldseweg 3 in Harreveld

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De heer A. Wiering De Gracht NR ZWAAGDIJK. Per Wageningen, 12 juni 2014

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

UIT Datum: 14 maart 2017 M. Scholtes / R. Nijdam/ S. van Dam Onderwerp:

De Marke III te Hengevelde

BIJLAGE 2. Milieuneutrale wijziging

ons kenmerk ECFD/U

Bijlage 1, onderdeel A 1, diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar, wordt als volgt gewijzigd:

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Onderzoek omgekeerde werking in het kader van de Wet geurhinder en veehouderij

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

GEURBELASTING VEEHOUDERIJEN OP LOCATIE HET MEER IJSSELMUIDEN

Pluimveebedrijf Jofra-Poultry, Houtbroekstraat 8 te Someren

Uitbreiding varkenshouderij Kroesbergen Cuijk bv, gemeente Cuijk Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Geurverordening gemeente Oostzaan Mr. ing. E. Houwertjes

Vraag 2 Deelt u de zorgen die de gemeente Ameland en de rederij Wagenborg hebben over de bereikbaarheid van het eiland?

'Beleidsregel omgekeerde werking: woon- en leefklimaat, tweede herziening'

ONTWERP VERORDENING GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ GEMEENTE OOSTERHOUT 2016

Raadsvergadering d.d. : 30 maart 2017 Agendanr.: : Bouwen, wonen en milieu

Bijlagen bij de aanvraag

Vormvrije m.e.r. versie 30 november 2016

Wet van 5 oktober 2006, houdende regels inzake geurhinder vanwege tot veehouderijen behorende dierenverblijven (Wet geurhinder en veehouderij)

Milieu inventarisatie afdeling Milieu ten behoeve van plan- en projectadvisering. Datum: 4 november 2009

Op 12 oktober 2018 heeft u het voorstel voor de Regeling Tachografen aan het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) aangeboden voor toetsing.

AANVRAAG OMGEVINGSVERGUNNING

Ons kenmerk: RJ/97127-AA017

KNELPUNTENANALYSE ABCOUDE ONDERBOUWING VERORDENING ogv WET GEURHINDER EN VEEHOUDERIJ

Overwegende dat op het perceel Keizersdijk 78a een kleinschalige paardenhouderij/ pensionstal gevestigd zal worden;

Het wettelijk beoordelingskader wordt toegepast op een aanvraag tot uitbreiding of nieuwvestiging van een veehouderij.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Achterstraat 13a en 15, Randwijk

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Verordening als gevolg van artikel 6 van de Wet geurhinder en veehouderij voor de gemeente Dongeradeel

Actualisatie gemeentelijke geurverordening gemeente Sint Anthonis. Informatieve bijeenkomst gemeenteraad maandag 14 september 2015

Ontwerp besluit UV

K7 I ADVIES. 14 mei 2014/1017 RAPPORT. TOETSING Geurhinder veehouderij. Locatie Achtersloot 180

CONTROLEFORMULIER. Boswet. Flora en faunawet. Luchtvaartwet. Natuurbeschermingswet Agrarisch (tevens Cross Compliance)

Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde

Notitie. : Geuronderzoek bedrijventerrein Laarberg

Beoordeling omgevingsvergunning beperkte milieutoets

GEURVERSPREIDINGSONDERZOEK REIJSEWEG 35, DE MORTEL

RAPPORT GEUR ONDERZOEK GEUR EN GEURONDERBOUWING

Onderzoek geur Veehouderijen. Schoolstraat ong. te Wijbosch

Uitbreiding varkenshouderij De Knorhof B.V. te Kapel-Avezaath Advies voor de m.e.r.-beoordeling

Scholtenhagen - WatermolenX

RAPPORT GEUR. Onderzoek geurcontouren en geuronderbouwing Bouwplan Vinkelsestraat (naast) 141a te Vinkel

Uitbreiding agrarisch bedrijf Van Harten te Woubrugge

Memo. Burg. J. Schipperkade 10A 8321 EH Urk Tel Fax

Vraag 1 Kent u het opiniestuk van Kees de Pater van de Vogelbescherming «Gevolgen van Lelystad Airport zijn voor vogels niet te overzien»?

Aan de voorzitter en leden van Provinciale Staten van Limburg

Aanleiding Adviesvraag Beoordeling

GEUR ONDERZOEK. Golf Cromvoirt Beheer BV. Project: Golfbaan Cromvoirt

Vraag 1 Bent u bekend met het artikel Luchtkwaliteit beoordelen bij plattelandswoningen van 4 februari 2015?

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/2

GEBIEDSVISIE VERKLEINEN VASTE AFSTANDEN 2016 GEMEENTE HELMOND

Van agrarische bedrijfsbestemming naar bedrijfsbestemming met bedrijfswoning.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Ministerie van Infrastructuur en Milieu T.a.v. mevrouw S. Dijksma, staatssecretaris. Postbus 20901, 2500 EX Den Haag. Geachte mevrouw Dijksma,

Raadsvoorstel. Status: Besluitvormend. Agendapunt: 13. Datum: 12 augustus Decosnummer: 226. E. T.

Versie : 1.0 Datum : 24 oktober Onderzoek milieuzonering en geur ontwikkeling locatie Vordenseweg 7 in Ruurlo

geodesie landschapsarchitectuur civiele techniek

Berekening emissiefactoren systeem met vervolghuisvesting vleeskuikens

Memo Reg.nr.: R-VER/2014/646 / RIS

MEMO aan. : Ton Smits, Gemeente Asten van. : Fred Stouthart, Omgevingsdienst Zuidoost Brabant datum : 4 november 2013 afschrift : --

De Geurverordening veehouderij Boxtel 2008 in te trekken en de Geurverordening veehouderij Boxtel 2014 vast te stellen.

Binnen een straal van 1000 meter rondom het plangebied schijfsebaan 4a zijn 9 stuks veehouderijen gelegen, te weten aan de:

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20901 2500 EX Den Haag De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA DEN HAAG Rijnstraat 8 2515 XP Den Haag Postbus 20901 2500 EX Den Haag T 070-456 0000 F 070-456 1111 Datum 28 juni 2018 Betreft Beantwoording Kamervragen van de leden Ziengs en Lodders (beiden VVD) over de internetconsultatie tot wijziging van de Rav en de Rgv Uw kenmerk 2018Z09384 Geachte voorzitter, Hierbij stuur ik u, mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, de antwoorden op de vragen van de leden Ziengs en Lodders (beiden VVD) over de internetconsultatie Regeling tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) en de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv) (ingezonden 23 mei 2018). Vraag 1 Bent u bekend met de Regeling tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) en de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv) die sinds 1 mei 2018 ter consultatie voorligt? 1 Antwoord 1 Ja. Vraag 2 Kunt u in kaart brengen wat de (financiële) gevolgen zijn voor bijvoorbeeld fabrikanten van luchtwassers en de primaire sector wanneer voorliggende wijziging daadwerkelijk doorgevoerd wordt? Kunt u een uitgebreid overzicht geven van de gevolgen voor alle betrokkenen? Antwoord 2 De wijziging beoogt de daadwerkelijke prestaties van luchtwassers tot uitdrukking te brengen in de regelgeving. Dat betekent dat combi-luchtwassers voor het reduceren van geur geen meerwaarde hebben ten opzichte van enkelvoudige luchtwassers. Voor omwonenden betekent dit dat voor nieuwe vergunningen met de voorgestelde wijziging van de regelgeving de op basis van de vergunning toegestane geurbelasting meer in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke geurbelasting. 1 Internetconsultatie Regeling tot wijziging van de Regeling ammoniak en veehouderij (Rav) en de Regeling geurhinder en veehouderij (Rgv) (http://www.internetconsultatie.nl/wijziging_regeling_ammoniak_geurhinder_veehouderij) Pagina 1 van 6

Voor bestaande bedrijven met een combi-luchtwasser die niet worden gewijzigd, of die een vervangingsinvestering willen doen waarbij de geurbelasting en het aantal dieren van een of meerdere diercategorieën niet toeneemt, verandert er met deze voorgenomen wijziging van de Rgv niets. De ondernemer heeft de investering immers gedaan op basis van een vergunning die door het bevoegd gezag is afgegeven, en mag dus handelen in overeenstemming met die vergunning. Dit geldt ook voor een melding in het kader van het Activiteitenbesluit. Bij nieuwe bedrijven en uitbreiding van bestaande bedrijven, zowel voor activiteiten waarvoor een vergunning nodig is als waarvoor een melding volstaat, heeft de beschreven aanpassing tot gevolg dat voor een aantal luchtwassers (combi-luchtwassers) met de lagere geurreductiepercentages moet worden gerekend. De voorgestelde aanpassing van de geurreductiepercentages voor combiluchtwassers zal voor bedrijven waar deze wassers zijn toegepast geen gevolgen hebben voor het huidige vergunde of toegestane aantal dieren. Veehouders kunnen, ook met de nieuwe reductiepercentages, op hun bestaande locaties uitbreiden en zich op nieuwe locaties vestigen zolang zij daarmee de geurnorm (voor belasting van omliggende woningen) van de Wgv of het Activiteitenbesluit niet overschrijden. De aanpassing van de reductiepercentages zal er wel toe leiden dat in meer gevallen de berekende geurbelasting van de omliggende woningen boven de geurnorm komt te liggen. Volgens de Wgv en het Activiteitenbesluit geldt dan de zogenoemde 50% regel. Namelijk als in zo n situatie op één of meerdere stallen binnen het bedrijf een techniek wordt toegepast die de geuremissie reduceert, dan kan de helft van deze geurwinst worden gebruikt voor uitbreiding. Dat geldt ook na de aanpassing van de reductiepercentages. De mogelijkheden voor uitbreiding zullen beperkter zijn, omdat het geurreducerend effect van de combi-luchtwasser lager is en er op dit moment geen effectievere geurreducerende maatregelen beschikbaar zijn. Voor fabrikanten van combi-luchtwassers betekent het dat hun rendementen voor wat betreft geurreductie niet meer onderscheidend zijn ten opzichte van enkelvoudige luchtwassers. Voor het bevoegd gezag betekent het dat het na het inwerkingtreden van de gewijzigde regelgeving vergunningen verleent waarbij de op basis van de vergunning veronderstelde geurbelasting meer in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke geurbelasting. Vraag 3 Deelt u de mening dat het rapport Evaluatie geurverwijdering door luchtwassystemen bij stallen, waarop deze wijziging gebaseerd is, betwistbaar is en dat er veel onduidelijkheden zijn in dit rapport? Zo ja, waarom is er dan toch voor gekozen om op basis van dit rapport nu al de wijziging ter consultatie voor te leggen? Zo nee, kunt u uitgebreid motiveren waarom onderzoek niet betwistbaar is? Wilt u de antwoorden uitgebreid toelichten? Pagina 2 van 6

Vraag 6 Gezien de verstrekkende gevolgen van deze maatregel, deelt u de mening dat het noodzakelijk is om eerst meer gedegen onderzoek te doen alvorens wordt overgegaan tot het wijzigen van de Regeling? Zo nee, waarom niet? Antwoord 3 en 6 Er is wetenschappelijk aangetoond dat combi-luchtwassers in de praktijk veel minder goed presteren dan waar in de regelgeving van wordt uitgegaan. Om te voorkomen dat burgers in de omgeving van veehouderijen met combiluchtwassers bij uitbreiding en nieuwvestiging van bedrijven nog langer aan een hogere geurbelasting worden blootgesteld, pas ik de emissiefactoren aan. Het doel van het onderzoek was om een representatief beeld te geven van de werking van luchtwassers in de praktijk. WUR geeft aan dat de steekproefomvang voldoende groot is om voor de betrokken regio s te concluderen dat de hier onderzochte groep combi-luchtwassers onvoldoende presteert voor geur. Omdat in de onderzochte regio s een groot deel van het landelijke totaal aan luchtwassers voorkomt, ligt het niet in de verwachting dat door eventuele regionale verschillen in bijvoorbeeld het handhavingsbeleid het gemiddelde landelijke beeld sterk afwijkt van deze steekproef. De standaardfout van de gemiddelde geurreductie van de combi-luchtwassers bedraagt 5% geurverwijdering ten opzichte van de gemiddelde geurreductie van 40%. Dit is voldoende klein om statistisch onderbouwd te kunnen zeggen dat het in het WUR-onderzoek gevonden geurreductieniveau afwijkt van het in de huidige Rgv opgenomen niveau. 2 Wat betreft de juiste werking van de luchtwassers geeft het WUR-onderzoek aan dat het wel voldoen aan de ph- en EC-normen 3 voor zowel de geur- als ammoniakverwijdering niet leidde tot betere rendementen. Het onderzoek laat ook zien dat de rendementen van de enkelvoudige wassers correct zijn opgenomen in de regeling. Omdat het werkingsprincipe van enkelvoudige en combi-luchtwassers volgens WUR sterk op elkaar lijken, worden de rendementen van de combi-luchtwassers gelijkgesteld aan de enkelvoudige wassers. Vraag 4 Waarom heeft u niet gewacht met het ter consultatie leggen van de Regeling tot wijziging van de Rav en de Rgv nadat eerst de Kamervragen met kenmerk 2018Z06929 beantwoord zijn en nadat het rapport besproken is in het algemeen Overleg Leefomgeving op 7 juni 2018)? Vraag 5 Kunt u beiden ingaan op het feit dat Kamervragen (nog) niet beantwoord zijn maar dat wel wordt doorgegaan met de gekozen route en daarmee de sector op achterstand gezet wordt? Vraag 11 Bent u beiden bereid geen onomkeerbare stappen te zetten voordat de Kamervragen beantwoord zijn, het rapport besproken is met de Kamer, er een inhoudelijk gesprek met de sector heeft plaatsgevonden over het onderzoek en de 2 Zie ook Tabel 5 op p. 15 voor een nadere onderbouwing van de significantie van de onderzoeksresultaten. 3 De ph en EC zijn operationele parameters voor de werking van luchtwassers. De ph staat voor de zuurgraad, de EC staat voor de 'elektrische geleidbaarheid' (Electrical Conductivity). Pagina 3 van 6

wijze hoe dit tot stand is gekomen en besproken is welk aanvullend onderzoek nodig is om de juiste informatie op tafel te krijgen? Antwoord 4, en 5 en 11 De internetconsultatie van de voorgenomen wijziging is bedoeld om een volledig beeld te krijgen van de verschillende standpunten, zodat die meegenomen kunnen worden in de uiteindelijke besluitvorming die pas aan de orde is nadat hierover met de Kamer van gedachten is gewisseld. Vraag 7 Kunt u onderbouwd met onderzoek aangeven welke positieve gevolgen deze aanpassingen van de regeling zullen hebben? Kunt u daarbij de kosten-baten analyse overleggen? Zo nee, waarom neemt u dan dit besluit? Antwoord 7 De positieve gevolgen zijn dat burgers in de omgeving van veehouderijen met combi-luchtwassers bij uitbreiding en nieuwvestiging van bedrijven niet langer aan een hogere geurbelasting worden blootgesteld. Voor het overige verwijs ik u naar het antwoord op vraag 2. Een kosten-batenanalyse is niet beschikbaar. Mijn voornemen is gebaseerd op het WUR-onderzoek, zoals aangegeven in het antwoord op vraag 3 en 6. Vraag 8 Kunt u beiden bevestigen dat u met de verschillende sectorpartijen in overleg bent getreden alvorens deze wijziging ter consultatie te hebben neergelegd? Zo ja, met welke partijen heeft u overleg gevoerd en wat waren de uitkomsten van deze gesprekken? Antwoord 8 Ja. De uitkomsten van het WUR-onderzoek en de mogelijke gevolgen hiervan voor de regelgeving zijn besproken met de verschillende sectorpartijen (POV en fabrikanten van luchtwassers) voorafgaand aan de voorgestelde wijziging van de Rgv en de Rav en derhalve ook voor de consultatie. Voor een constructieve aanpak van de problematiek is goed overleg met betrokkenen onontbeerlijk. Dat overleg zal daarom uiteraard voortgezet worden. Vraag 9 Kunt u beiden bevestigen dat voorliggende wijziging van de Rav en Rgv van ingrijpende aard is? Zo ja, bent u beiden van plan om de betrokken bedrijven en/of personen tegemoet te komen? En zo ja, hoe wordt deze tegemoetkoming vormgegeven? Antwoord 9 Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2 zal de voorgestelde aanpassing van de regelgeving voor bedrijven met combi-luchtwassers geen gevolgen hebben voor het huidige vergunde of toegestane aantal dieren, maar zullen wel de mogelijkheden tot uitbreiding worden beperkt. Voor lopende vergunningaanvragen zullen bevoegde gezagen van geval tot geval moeten bezien wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn. Dit is maatwerk. Pagina 4 van 6

Vraag 10 Deelt u de mening dat de Regeling tot wijziging van de Rav en Rgv prematuur is? Zo nee, op basis van welke informatie is het niet prematuur? Zijn de b bereid om de consultatie van de Regeling in te trekken? Zo nee, waarom niet? Antwoord 10 Ik verwijs u hiervoor naar het antwoord op de vragen 3, 4 en 6. Vraag 12 Kunt u uitgebreid ingaan op het rapport Ammoniak in Nederland. Een noordoostelijke spelbreker? 4 Onderschrijft u de conclusies uit het rapport? Zo nee, waarom niet? Deelt u de mening dat het niet zo kan zijn dat het ammoniakbeleid wordt bepaald door een foutief geplaatst meetstation? Kunt u een vergelijking maken richting het onderzoek Evaluatie geurverwijdering door luchtwassystemen bij stallen? Kunt u de antwoorden op deze vragen uitgebreid toelichten? Kunt u uitsluiten dat in het rapport Evaluatie geurverwijdering door luchtwassystemen bij stallen foutief geplaatste meetstations invloed gehad hebben op de conclusies van het rapport? Zo nee, waarom niet? Vraag 13 Kunt u aangeven hoeveel meetpunten er zijn en waar de meetpunten staan waar het rapport Evaluatie geurverwijdering door luchtwassystemen bij stallen op gebaseerd is? Kunt u per meetstation de volgende vragen beantwoorden: a) aan welke voorwaarden moeten meetstations die bepalen of luchtwassers effectief zijn voldoen; b) welke afstand wordt gehanteerd tussen meetstation en bedrijf; c) voldoen de meetstations waar dit rapport op gebaseerd is aan deze voorwaarden; d)zo nee, waarom worden deze meetstations dan wel gebruikt? Mocht blijken dat meetstations niet aan alle voorwaarden voldoen, kunt u dan aangeven wat dit betekent voor de conclusies uit het rapport? Antwoord 12 en 13 Conform het verzoek van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit zal de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit met een separate reactie komen op het rapport Ammoniak in Nederland. Een noordoostelijke spelbreker. De wijzen van het meten van geur en ammoniak zijn niet vergelijkbaar. In tegenstelling tot bijvoorbeeld ammoniak en fijnstof zijn er voor het meten van de geurbelasting geen meetpunten verspreid in het land. Bepaling van de geurbelasting op een geurgevoelig object zoals een woning is een modelmatige exercitie die is vastgelegd in de Wet geurhinder en veehouderij. De geuremissiefactor per dier voor een combi-luchtwasser wordt berekend door de standaardgeuremissie per dier uit een stal (i.e. een historische meting) te verlagen met de in het onderzoek gemeten emissiereductie van de combiluchtwassers in stallen. De geuremissie uit een stal is vervolgens deze geuremissiefactor per dier maal het aantal dieren in de stal. Tot slot wordt via een rekenkundig verspreidingsmodel de geurbelasting bij een geurgevoelig object zoals een woning bepaald. 4 Mei 2018, Geesje Rotgers en Jaap Hanekamp, 'Ammoniak in Nederland' (https://www.vfocus.nl/wp-content/uploads/ammoniak-in-nederland-een-noordoostelijke-spelbreker.pdf) Pagina 5 van 6

Vraag 14 Bent u bereid om deze vragen en Kamervragen met kenmerk 2018Z06929 te beantwoorden voor 1 juni 2018? Antwoord 14 Ik beantwoord deze vragen voor het AO Leefomgeving, dat verplaatst is naar 4 juli. Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT, S. van Veldhoven - Van der Meer Pagina 6 van 6