JAARVERSLAG 2017 & UITVOERINGSPROGRAMMA 2018

Vergelijkbare documenten
JAARVERSLAG 2017 & UITVOERINGSPROGRAMMA GEMEENTE RENSWOUDE Voor een gezonde, duurzame en veilige fysieke leefomgeving

Handhavingsuitvoeringsprogramma Omgevingsrecht. IJsselstein 2017

Handhavingsuitvoeringsprogramma Omgevingsrecht. Montfoort 2017

Jaarverslag vergunningen, toezicht en handhaving 2016 gemeente Veenendaal

Uitvoeringsprogramma vergunningen, toezicht en handhaving 2017 gemeente Veenendaal

PROVI NCI E :: UTRECHT

Bijlage II - Het spoorboekje kwaliteit: De BIG-8 stap voor stap. Inleiding

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

HandhavingsUitvoeringsProgramma Oudewater 2015

VOORSTEL INHOUD. Portefeuille: D.M. Vis. No. B Dronten, 14 juni Verslag VH 2015, Jaarrapportage OFGV 2015 en IBT. Aan de gemeenteraad

Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht gemeente Berg en Dal

Handhavingsuitvoeringsprogramma IJsselstein Vastgesteld door burgemeester en wethouders van IJsselstein op 29 maart

Wet algemene bepalingen omgevingsrecht

Jaarverslag Wet ruimtelijke ordening 2018

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

Berenschot. Evaluatie wet VTH. Op weg naar een volwassen stelsel BIJLAGE 1. EVALUATIEPROTOCOL. 22 mei 2017

ADVIESNOTA AAN B&W. Postregistratienummer. Onderwerp en inhoud Adviesnota B&W Vaststellen Uitvoeringsstrategieën omgevingsrecht VTH 15.

Gemeente Bunnik. Jaarverslag 2016 & Uitvoeringsprogramma Vergunningen, Toezicht & Handhaving (VTH)

De nieuwe Omgevingswet. Molenadviesraad Amersfoort Mark Ravesloot, senior adviseur molens

16R RAADSINFORMATIEBRIEF Oudewater 16R (ìemeenu Ciudewater. college van burgemeester en wethouders. Datum 21 juni 2016

Gemeente Hillegom Evaluatie handhaving bouwtaken 2015 en programma toezicht en handhaving 2016

HandhavingsUitvoeringsProgramma. Bunnik 2016

HandhavingsUitvoeringsProgramma. IJsselstein 2016

Notitie Verordening Kwaliteit VTH Groningen

Beleidsregel kwaliteitseisen vergunningverlening, toezicht en handhaving Den Haag 2017

BELEIDSREGEL KWALITEITSEISEN VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING DEN HAAG 2017

(ONTWERP) OMGEVINGSVERGUNNING

INHOUDELIJKE TOELICHTING

Beslisdocument college van Peel en Maas

Onderwerp Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving omgevingsrecht

HandhavingsUitvoeringsProgramma. Oudewater 2014

DE NIEUWE OMGEVINGSVERGUNNING OP WEG NAAR ÉÉN INTEGRALE VERGUNNING IN DE GEMEENTE BARNEVELD. Presentatie 15 oktober 2009 Raadscommissie Grondgebied

Uitvoeringsprogramma vergunningverlening, toezicht en handhaving 2016

Landelijke actualiteit: wetsvoorstel VTH, Amvb VTH, Modelverordening kwaliteit Collegiale toets en Evaluatie VTH-stelsel

Omgevingswet en de raad

15R RAADSINFORMATIEBRIEF Oudewater 15R Gemeente Woerden

Omgevingswet. Aanzet voor een implementatie plan Niet alles kan tegelijk Veel is duidelijk veel nog niet

Mededeling van het college aan de gemeenteraad ( )

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

* *

Provinciale coördinatie en regie: het wat en waarom en gedachten over het hoe

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

«ra IN VERZONDEN 2 6 NOV MC's Hertogenbosch. Provincie Noord-Brabant

Proces-aanpak Implementatie Omgevingswet

Uitvoeringsprogramma handhaving en toezicht omgevingsrecht 2016

rapportage Toezichtinformatie 2014

Raadsavond Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving

5 Uitvoeren van activiteiten

Gemeente Hillegom. Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

Bijeenkomst IJmondcommissie Verordening VTH. 18 april 2017

Handhaving van Bouw-, milieu- en ruimtelijke regelgeving. Jaarverslag 2015 gemeente Veenendaal

Van: D. de Roock Tel nr: 8504 Nummer: 15A Nienke Booms, Mark Goossens, Michel de Groot, Marjolein Bekkers en Peter van den Berg

Raadsvoorstel. Aan de raad, Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel

VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND

Nienke Booms, Mark Goossens, Michel de Groot en Marjolein Bekkers

Bijlage D Raads- en statenvoorstel 1 en besluit GR RUD LN

Het memo wordt afgesloten met een advies aan het Bestuurlijk Provinciaal handhavingsoverleg van 20 december 2012.

17IK systematisch toezicht (algemeen, hetzelfde voor alle gemeenten); reality-checks (blijkt uit de praktijk ook dat de gemeenten en

[ONTWERP] Omgevingsvergunning UV 31844

Omgevingswet & Omgevingsvisie

Handhavingsuitvoeringsprogramma 2014

1. Woon- en leefklimaat

Bijlage bij Uitvoeringsovereenkomst Provincie Utrecht 2017

Inleiding/ aanleiding

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE BRONCKHORST

VERBETERPLANNEN KWALITEITS- CRITERIA 2.1

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

van visie naar praktijk

Gelet op hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) zijn wij bevoegd om op deze aanvraag te beslissen.

TOELICHTING BIJ DE VERORDENING KWALITEIT VERGUNNINGVERLENING, TOEZICHT EN HANDHAVING OMGEVINGSRECHT GEMEENTE UTRECHT

TOEZICHTINFORMATIE. Toezichtsindicatoren 2014 Woon- en Leefklimaat - Wabo

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure 8241

Pagina 1 van 11 Registratienummer: Z / D

Informatie bijeenkomst raads- en statenleden 14 maart 2016

Omgevingswet en de gemeenteraad.

Bijlage I: Instrumenten voor de waterschappen

* *

Omgevingswet en de Gemeenteraad

Integraal Handhavingsbeleid Oudewater

Wijziging tarieventabel leges

ONTWERP Omgevingsvergunning UV

Omgevingswet en de raad

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Omgevingsvergunning UV/

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

Zelfevaluatie VTH kwaliteitscriteria 2.1

OMGEVINGSVERGUNNING. daarom besluiten wij u de gevraagde omgevingsvergunning te verlenen.

OMGEVINGSVERGUNNING nr

RAADSVOORSTEL Agendanummer 9.7. Onderwerp: Jaarverslag 2007 van de Regionale Milieudienst West-Brabant

Provincie Noord-Brobont Brabantlaan (073) systematisch toezicht (algemeen, hetzelfde voor alle gemeenten en

Gemeenteraad College van B&W Management Regionale Uitvoeringsdienst (RUD)

MILIEUJAARVERSLAG

Toelichting Verordening kwaliteit VTH gemeente Tiel 2016 VERORDENING

Werken met de Wabo. Actualiteit rond de Wabo en uitvoering en uitvoerbaarheid van het daaruit voortvloeiende stelsel

ONTWERP Omgevingsvergunning UV 23675

Uitvoeringsprogramma Milieu 2014 Gemeente Oosterhout. 1. Inleiding

Bijlage 1: Jaarplan periode tot

Transcriptie:

GEMEENTE IJSSELSTEIN Voor een gezonde, duurzame en veilige fysieke leefomgeving JAARVERSLAG 2017 & UITVOERINGSPROGRAMMA 2018 Omgevingsdienst Regio Utrecht

Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 1.1 Missie en controles...3 1.2 Leeswijzer...4 1.3 Achtergrond en wettelijk kader integraal handhavingsuitvoeringsprogramma...4 1.4 Uitgangspunten...5 1.5 Afstemming handhavingspartners...5 1.6 Totstandkoming van het handhavingsuitvoeringsprogramma...5 1.7 Processen en protocollen ODRU...5 1.8 Interbestuurlijk Toezicht (IBT) provincie Utrecht...5 2. Ontwikkelingen...7 2.1 Veranderingen wet- en regelgeving...7 2.2 Landelijke handhavingsstrategie...7 2.3 Milieuregelgeving: verschuiving van taken en deregulering...8 2.4 Verbod asbestdaken en Asbestverwijderingsbesluit...8 2.5 Regionale uitvoeringsdiensten...9 2.6 Omgevingswet...9 2.7 Wet Natuurbescherming... 10 2.8 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen... 10 2.9 Bestuurlijk toezicht en kwaliteitscriteria 2.1... 11 2.10 Programmatisch toezicht en branchegericht werken... 12 3. Prioriteiten toezicht en handhaving... 13 3.1 Inleiding... 13 3.2 Risico s en prioriteiten... 13 3.3 Doelstelling milieu... 14 3.4 Doelstelling BWT en Ruimtelijke Ordening... 15 3.5 Overzicht aanvragen omgevingsvergunning m.b.t. rijksmonumenten en archeologie... 15 3.6 Gemeentelijke planologische besluiten... 16 3.6.1 Overzicht van vastgestelde gemeentelijke planologische besluiten.... 16 3.6.2 Voornemens inzake beleid en actualisatie... 18 3.6.3 Bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar... 18 3.7 Koppeling capaciteit en financiële borging... 19 4. Afstemming handhavingspartners VTH... 21 4.1 Inleiding... 21 4.2 Kennisuitwisseling... 21 4.2.1 Kennisuitwisseling intern... 21 1

4.2.2 Kennisuitwisseling regionaal... 21 4.3 Bereikbaarheid... 21 4.4 Handhavingspartners... 22 Omgevingsdienst Regio Utrecht... 22 Veiligheidsregio Utrecht... 23 Provincie Utrecht... 23 Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden... 23 Openbaar Ministerie... 23 Politie... 24 5. Jaarverslag 2017 en Uitvoeringsprogramma 2018... 25 5.1 Inleiding... 25 5.2 leeswijzer productbladen... 25 5.3 Productbladen 2017 2018... 26 6. Bijlage... 52 6.1 Inhoudsopgave bijlagen... 52 Bijlage 1: Jaarverslag ODRU 2017... 53 Bijlage 2: Uitvoeringsprogramma 2018 ODRU (UVP)... 54 Bijlage 3: Jaarverslag ODRU 4 e kwartaalrapportage... 55 Bijlage 4: Integraal handhavingsbeleid IJsselstein 2016 2018... 56 Bijlage 5: Begroting gemeente IJsselstein... 57 2

1. Inleiding Voor u ligt het handhavingsuitvoeringsprogramma 2018 (HUP 2018) en het jaarverslag 2017. In dit HUP worden de voor 2018 gestelde handhavingsopgaven op het gebied van de fysieke leefomgeving het omgevingsrecht beschreven zoals die zijn ontleend aan het integraal handhavingsbeleid IJsselstein 2016-2018 en de bevindingen van de provincie Utrecht in het kader van het interbestuurlijk toezicht. Het onderliggend uitvoeringsprogramma (UVP) is reeds eerder vastgesteld. Daarin ligt de relatie tussen de beschikbare middelen en het uitvoeringsprogramma. 1.1 Missie en controles Bij de controles staat de missie van de Omgevingsdienst Regio Utrecht (ODRU) en de gemeente IJsselstein voorop: het werken aan een gezonde, duurzame en veilige fysieke leefomgeving. De ODRU werkt nauw samen met andere handhavingspartners en kan dankzij haar schaalvergroting beschikken over de nodige deskundigheid. Deze schaalvergroting zorgt er ook voor dat kan worden voldaan aan de robuustheid en eisen die volgen uit de kwaliteitscriteria 2.1 die toeziet op de kwaliteit en kwantiteit van medewerkers binnen een gemeente of omgevingsdienst. In hoofdstuk 2.9 wordt hier verder op ingegaan. Voor de hockeyclub HC IJsseloever wordt een nieuw clubhuis gebouwd. De ODRU heeft vooroverleg gehad met de stedenbouwkundige van de gemeente IJsselstein en de commissie voor ruimtelijke kwaliteit MooiSticht. Na afronding van dit vooroverleg is de omgevingsaanvraag bij ons ingediend. Het plan is getoetst aan het betreffende bestemmingsplan, bouwtechnisch beoordeeld en getoetst aan het Bouwbesluit, besproken en beoordeeld door de VRU (brandweer). Hierbij zijn diverse adviezen geleverd door de specialisten van de ODRU (bodem, geluid, ecologie, archeologie). Het plan is opnieuw beoordeeld door welstand en met succes: de ODRU kon de omgevingsvergunning afgegeven. De ODRU zal toezicht houden tijdens de bouwfase en het gebouw bij oplevering controleren. 3

1.2 Leeswijzer Dit uitvoeringsprogramma bestaat uit zes hoofdstukken. Hoofdstuk 1 beschrijft kort de aanleiding en geeft de context weer waarbinnen dit uitvoeringsprogramma tot stand gekomen is. Het 2 e hoofdstuk biedt op hoofdlijnen inzicht in de actuele ontwikkelingen op het gebied van wet- en regelgeving en nieuwe vormen van toezicht en handhaving. Uitvoering, capaciteit en organisatie zijn onderwerpen die terugkomen in hoofdstuk 3. Hoofdstuk 4 bevat een weergave van de afstemming tussen de diverse handhavingspartners. De handhavingstaken zijn uitgewerkt in hoofdstuk 5, de productbladen. Deze productbladen vormen de kern van dit HUP. Per handhavingstaak wordt onder meer de doelstelling, prioritering en toezicht- en handhavingsstrategie beschreven. In hoofdstuk 6 staan de bijlagen die horen bij deze stukken. Dit is onder andere het jaarverslag 2017 van de Omgevingsdienst Regio Utrecht. 1.3 Achtergrond en wettelijk kader integraal handhavingsuitvoeringsprogramma De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) bepaalt in artikel 5.7 dat bij Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) regels worden gesteld in het belang van een doelmatige uitvoering van (vergunningverlening) en handhaving. Dit stuk betreft de uitwerking van de verplichtingen ten aanzien van handhaving. Het stuk met betrekking tot vergunningverlening komt per 2018 aan de orde. Deze AMvB is het Besluit omgevingsrecht (Bor). Op grond van artikel 7.3 van het Bor werken burgemeester en wethouders het handhavingsbeleid jaarlijks uit in een uitvoeringsprogramma, waarin wordt aangegeven welke van de voorgenomen activiteiten het komende jaar worden uitgevoerd en welke niet. Het programma voor de uitvoering van de handhaving vormt het hart van de cyclus. Het programma komt voort uit de probleemanalyse, prioriteiten en doelen en de daarbij gehanteerde strategie. Het programma wordt jaarlijks vastgesteld door het college. Wat volgt uit het programma is de monitoring en de verslaglegging (evaluatie). De verbetermaatregelen die voortkomen uit de evaluatie worden gebruikt als aanscherping en verbetering van de probleemanalyse en prioriteiten. Dit maakt de beleidscyclus van de handhaving rond. In het Bor zijn vereiste minimumcriteria opgenomen waaraan een handhavingsorganisatie moet voldoen. Om te voldoen aan deze criteria moet een aantal stappen systematisch worden doorlopen. Voor de totstandkoming van dit HUP is aansluiting gezocht bij de structuur van de dubbele regelkring, de big-8. Het HUP wordt door het college bekendgemaakt aan de gemeenteraad en de handhavingspartners. 4

1.4 Uitgangspunten Handhaving is strikt genomen inherent aan het bestaan van regels. Een overheid die regels en wetten maakt dient ook te zorgen voor de naleving. De overheid nieuwe stijl kenmerkt zich echter door het zo veel mogelijk verplaatsen van verantwoordelijkheden naar de burger/ondernemer (eigen verantwoordelijkheid) en door het afschaffen van overbodige regels. Zolang sprake is van een integraal, doorzichtig, consequent en solide handhavingsbeleid laten burgers en bedrijven zich ook aanspreken op hun eigen verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid voor naleving van regels ligt immers bij de inrichtingen-/vergunninghouder of eigenaar/gebruiker. Deze- en andere uitgangspunten zijn uitgewerkt in het integraal handhavingsbeleid IJsselstein 2016-2018. 1.5 Afstemming handhavingspartners Het Bor en de Regeling omgevingsrecht (Mor) verplichten een afstemming en bekendmaking van het HUP aan betrokken bestuursorganen en strafrechtelijke partners. Het vastgestelde HUP wordt toegezonden aan de betrokken handhavingspartners. In hoofdstuk 4.4 zijn de handhavingspartners en samenwerking beschreven. 1.6 Totstandkoming van het handhavingsuitvoeringsprogramma Dit programma is een product van regionale samenwerking tussen diverse gemeenten in De Waarden, bestaande uit de gemeenten Bunnik, Lopik, IJsselstein, Oudewater, Utrechtse Heuvelrug, Woerden, IJsselstein en Zeist, de Veiligheidsregio Utrecht (VRU) en de Omgevingsdienst regio Utrecht (ODRU). Op onderdelen hebben de deelnemende gemeenten een eigen invulling gegeven, de zogeheten couleur locale. 1.7 Processen en protocollen ODRU In 2017 is de ODRU begonnen met het actualiseren en aanscherpen van de protocollen en processen, zodat deze voldoen vaan de criteria vanuit de wet en aan de eisen die het Interbestuurlijk Toezicht van de Provincie Utrecht stelt De protocollen en processen kunnen door de relevante partijen worden ingezien bij de ODRU. 1.8 Interbestuurlijk Toezicht (IBT) provincie Utrecht Vanuit de provincie Utrecht wordt, op grond van de Verordening systematische toezichtinformatie provincie Utrecht, toezicht gehouden op de uitvoering van de gemeentelijke taken op het gebied van het omgevingsrecht. In de brief van 10 april 2017 van gedeputeerde staten van Utrecht zijn enkele verbeterpunten benoemd. Die worden in 2017 en 2018 opgepakt, teneinde ook een goede aansluiting te krijgen met de Verordening kwaliteit vergunningverlening, toezicht en handhaving. Uit de brief kwam onder andere naar voren dat er een duidelijke en transparante berekening van de benodigde middelen voor de uitvoering van toezicht en handhaving ontbrak. Deze is in dit HUP opgenomen. In de bijlagen is het UVP opgenomen, wat zorgt voor een koppeling tussen de inzet en de financiële consequenties. 5

Een ander verbeterpunt is dat het jaarverslag een duidelijke koppeling moet maken met het uitvoeringsprogramma. Dit verbeterpunt is opgepakt door het jaarverslag en uitvoeringsprogramma te integreren. Middels productbladen wordt de inzet en resultaten van 2017, de evaluatie en bijsturing én de uiteindelijke inzet voor 2018 per taakveld overzichtelijk weergegeven. De werkprocessen en procedures dienen compleet te zijn. Deze zijn nu afgerond. 6

2. Ontwikkelingen Een aantal ontwikkelingen heeft invloed op de organisatie van toezicht en handhaving in IJsselstein en op de uitvoering van de werkzaamheden. In de eerste plaats gaat het om (maatschappelijke) ontwikkelingen en de veranderende rol van de overheid en burger. In de tweede plaats hebben diverse wijzigingen van wet- en regelgeving direct invloed op - de aanpak, cultuur en houding - de uitvoering van toezicht en handhaving, vooral ingegeven door de implementatie van de landelijke handhavingsstrategie in het integraal handhavingsbeleid. 2.1 Veranderingen wet- en regelgeving Een voortdurende aandacht voor de actualisatie van het handhavingsbeleid is noodzakelijk, omdat er op het gebied van de wet- en regelgeving ontwikkelingen zijn en worden doorgevoerd die ook van invloed zijn op de handhaving, zoals: Het gewijzigde Besluit omgevingsrecht (Bor) per juli 2017, teneinde middels het stellen van landelijke kwaliteitseisen aan (vergunningverlening), toezicht en handhaving een professioneel niveau te waarborgen (Wet VTH en gemeentelijke verordening kwaliteit VTH omgevingsrecht); Voor steeds meer activiteiten wordt de vergunning- of ontheffingsplicht vervangen door algemene regels, waardoor de toets vooraf plaats maakt voor een toets achteraf, oftewel een verschuiving van vergunningverlening naar toezicht en handhaving; De afgelopen jaren hebben de kwaliteitscriteria 2.1 en het begrip robuustheid zijn intrede gedaan. Gemeenten en omgevingsdiensten moeten voldoen aan eisen op het gebied van ervaring, opleiding en robuustheid door een minimum aantal- en goed opgeleide medewerkers per taak. In hoofdstuk 2.9 wordt hier verder op ingegaan. Sinds april 2016 gelden er ook wettelijke eisen voor de activiteiten met betrekking tot uitvoering (vergunningverlening). Vanaf 2019 volgt er naast een handhavingsuitvoeringsprogramma ook een vergunningenuitvoeringsprogramma. Binnen het samenwerkingsverband van de Utrechtse gemeenten wordt gewerkt aan dit programma. 2.2 Landelijke handhavingsstrategie De landelijke handhavingsstrategie (LHS) beoogt het optimaliseren van eenduidig handhavend optreden en een betere afstemming tussen bestuurs- en strafrecht. Dit uit oogpunt van rechtsgelijkheid, het creëren van een gelijk speelveld voor bedrijven en het respecteren van het rechtsgevoel in de maatschappij. De LHS bevat instrumenten voor eenduidig bestuursrechtelijk optreden: het handelen van inspecteurs bij overtredingen wordt landelijk gelijkgetrokken. De implementatie van de LHS heeft inmiddels plaatsgevonden in het geactualiseerde handhavingsbeleid. Hierbij is een lijn aangehouden voor alle gemeenten in het ODRU-werkgebied en afgestemd met de 7

andere gemeenten in de provincie Utrecht. Het eenduidig toepassen van de LHS door toezichthouders vraagt nog de nodige aandacht. De ODRU geeft deze nodige aandacht door het organiseren van terugkomdagen voor toezichthouders en door coaching. 2.3 Milieuregelgeving: verschuiving van taken en deregulering In het kader van het project Modernisering van algemene regels binnen het meerjarenprogramma Herijking VROM-regelgeving zijn sinds de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit milieubeheer in 2008 steeds meer activiteiten en branches opgenomen in het Activiteitenbesluit milieubeheer. Met deze ontwikkeling is bereikt dat voor veel bedrijven de vergunningplicht is vervallen. Steeds meer bedrijven hebben nu te maken met algemeen landelijk geldende regels in plaats van een vergunning of bepaalde voorwaarden, aanvullend op een vergunning. De laatste grootschalige wijziging waarbij bedrijven onder de werking van het Activiteitenbesluit milieubeheer zijn gebracht is op 1 januari 2016 in werking getreden. Inmiddels is rond 95% van alle bedrijven onder algemene regels gebracht. Bij een deel van de bedrijven geldt dat alvorens een melding oprichting of verandering kan worden geaccepteerd er eerst op een omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) moet worden besloten. Het is nu niet meer de bedoeling van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om het Activiteitenbesluit milieubeheer opnieuw grootschalig te wijzigen of aan te vullen. Eventuele toekomstige grootschalige wijzigingen in algemene milieuregels voor bedrijven vinden plaats in het kader van de Omgevingswet resp. het Besluit activiteiten leefomgeving. 2.4 Verbod asbestdaken en Asbestverwijderingsbesluit De invoering van het verbod op asbestdaken is in 2016 uitgesteld naar 2017 in verband met een betere verankering in de Wet milieubeheer (in plaats van het Asbestverwijderingsbesluit). Uitgangspunt is nog steeds dat met ingang van 1 januari 2024 er een absoluut verbod geldt op asbesthoudende daken. Door het Rijk is een subsidieregeling beschikbaar gesteld (tot 2019) voor het verwijderen van asbesthoudende daken. In 2016 is 16 miljoen van de gereserveerde 75 miljoen aan subsidie reeds ingezet. Ook met deze subsidieregeling geldt nog steeds dat als we alle asbestdaken vóór 2024 willen verwijderen, het saneringstempo nog flink omhoog moet. Voor het stimuleren en versnellen van de sanering van daken is een inspanning/investering vanuit de gemeenten noodzakelijk. Al is het maar omdat het toezicht op het verbod een gemeentelijke taak wordt (uit te voeren door de ODRU). Het is daarom wenselijk te onderzoeken welke effectieve maatregelen de gemeente kan nemen in aanloop naar 2024. In 2018 worden in samenwerking met de omgevingsdiensten en andere gemeenten de mogelijkheden tot stimulering geïnventariseerd om te komen tot concrete voorstellen voor onze gemeente. Daar waar logisch leggen we een koppeling met het stimuleren van de aanleg van zonnepanelen. In 2017 zijn de verdachte asbestdaken binnen onze gemeente geïnventariseerd. In de gemeente IJsselstein zijn 698 daken aanwezig die verdacht zijn op het voorkomen van asbest, dit is 79.879 m2 aan verdachte asbestdaken. 8

In het samenwerkingsprogramma VTH 2017 van het Provinciaal milieuoverleg (PMO) is een provincie- brede inventarisatie van asbestverdachte daken opgenomen. Dit onderzoek wordt begeleid door de provincie Utrecht in samenwerking met de ODRU en de RUD. De kosten voor inzet van de externe partij zullen door de deelnemende gemeenten worden gedragen. Daartoe zijn middelen beschikbaar gesteld. Het onderzoek geeft inzicht in de omvang van de problematiek. Ook weten we dan waar en bij wie de asbestdaken liggen. Dat maakt het mogelijk om projectmatige acties te organiseren, gericht op specifieke doelgroepen (bijvoorbeeld particulieren, agrariërs etc.). Het halen van het saneringsdoel van 2024 zal behoorlijk beslag leggen op de capaciteit en middelen. De verwachting is dat dat de komende jaren hier nieuwe middelen voor moeten worden vrijgemaakt. 2.5 Regionale uitvoeringsdiensten De Omgevingsdienst regio Utrecht ondersteunt en adviseert vijftien gemeenten in de provincie Utrecht bij het uitvoeren van omgevingstaken en het ontwikkelen van omgevingsbeleid. De ODRU verzorgt onder meer de omgevingsvergunningen voor bedrijven, ziet toe op de naleving van vergunningvoorschriften en algemene regels en adviseert bedrijven over duurzaam ondernemen. In de provincie Utrecht bestaat sinds 1 juni 2014 ook de RUD Utrecht (RUD). Zij voeren gemeentelijke milieutaken uit voor de overige gemeenten in de provincie Utrecht. In opdracht van de provincie Utrecht worden voor de gemeenten, ook binnen het ODRU-werkgebied, toezichtstaken uitgevoerd met een provinciale bevoegdheid. Het gaat hier dan bijvoorbeeld om taken op het gebied van toezicht op bodemsanering, zwemwater en de groene wetten. Op uitvoeringsniveau is tussen de beide diensten een start gemaakt om samen te werken. In 2018 is een samenwerkingsovereenkomst getekend tussen de ODRU, RUD en VRU voor een betere samenwerking tussen de diensten. Hiermee wordt invulling gegeven aan één van de wensen uit het integraal handhavingsbeleid van IJsselstein. 2.6 Omgevingswet De Omgevingswet is een omvangrijke juridische stelselverandering, waarin veel afzonderlijke wetten en regels opgaan. Naar verwachting zal in 2021 de wet van kracht worden. Oogmerk van de Rijksoverheid is vooral deregulering, versimpeling en ruimte voor maatwerk. De uitgangspunten van de wet zijn: het decentraal-tenzij-principe ; samenwerking door rekening te houden met de samenhang van de relevante onderdelen en aspecten van de fysieke leefomgeving en van de rechtstreeks daarbij betrokken belangen. Gemeenten krijgen meer bestuurlijke afwegingsruimte bij ontwikkelingen in de fysieke leefomgeving, met inachtneming van de maatschappelijke doelen van de Omgevingswet. De gemeenten formuleren in hun omgevingsvisies de gewenste kwaliteit en resultaat van hun gebied. De gewenste kwaliteit en resultaat vertalen de gemeenten naar hun omgevingsplannen. De komende jaren bereiden we ons samen met de ODRU en de ketenpartners VRU, waterschappen, provincie en RUD voor op de komst van de Omgevingswet. Binnen de ODRU loopt het programma Implementatie Omgevingswet. Hier wordt ingegaan op de taken, kennis & vaardigheden, nieuwe 9

instrumenten zoals omgevingsvisie en omgevingsplan, informatievoorziening en nieuwe processen die hierbij komen kijken. 2.7 Wet Natuurbescherming De Wet Natuurbescherming trad per 1 januari 2017 in werking en komt voort uit een EUverplichting. Deze wet vervangt de Natuurbeschermingswet 1998, de Flora- en Faunawet en de Boswet. In feite is de Wet Natuurbescherming een parapluwet. De bevoegdheid wordt zo laag mogelijk gedelegeerd, bij een aanvraag om een omgevingsvergunning is de gemeente het bevoegd gezag en de bij overige situaties is de provincie het bevoegd gezag. Als een gemeente het bevoegd gezag is, is zij niet alleen bevoegd met betrekking tot vergunningverlening maar ook voor toezicht en handhaving. Met de inwerkingtreding van de Wet Natuurbescherming is aanhaken bij de omgevingsvergunning verplicht. Bij meervoudige aanvragen (dus: Wabo) wordt de route met verplichte aanhaking de hoofdroute. Dat betekent dat vergunningverlening, en daarmee ook toezicht en handhaving in een groter aantal gevallen door de gemeente zal plaatsvinden. Indien bij deze meervoudige aanvraag een activiteit plaatsvindt waarvoor de provincie bevoegd is of wordt (bijvoorbeeld Natura 2000) dan geeft de provincie een verklaring van geen bedenkingen af. Tot dusverre is het uitgangspunt bij deze wet dat in deze gevallen de gemeente, als vergunningverlener, toezicht en handhaving uitvoert. In het kader van de handhaving van deze wetgeving is in oktober 2016 binnen de provincie Utrecht een convenant afgesloten dat in voorkomende gevallen op elkaars grondgebied ingegrepen kan worden. De consequenties voor de gemeente IJsselstein lijken vooralsnog zeer beperkt. Om die reden wordt in het kader van het HUP geen extra inzet of capaciteit vrijgemaakt. 2.8 Wet kwaliteitsborging voor het bouwen Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties werkt aan een nieuw (verplicht) stelsel voor het bouwtoezicht in Nederland. In dit stelsel staat private kwaliteitsborging centraal. Private kwaliteitsborging houdt in dit geval in dat de initiatiefnemer het bouwproces zodanig organiseert dat het voldoet aan de eisen van het Bouwbesluit 2012. Verder ziet de initiatiefnemer toe op het gehele traject van de bouw: van het initiatief tot en met het opleveren. De gemeente verleent op haar beurt een vergunning indien een bouwplan voldoet aan welstand, aan de voorschriften van het bestemmingsplan en als blijkt dat het bouwproject geen gevaar oplevert voor de directe omgeving. Er vindt dus geen toetsing van het bouwplan meer plaats aan het Bouwbesluit 2012 en de gemeente houdt op dit aspect ook geen toezicht meer tijdens de bouw. De invoering van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (de WKB) is uitgesteld. Wanneer deze wet in werking treed worden de consequenties hiervan vertaald naar het handhavingsuitvoeringsprogramma. Eén van de gevolgen zal zijn dat de werkwijze van bouwtoezicht zich meer zal toeleggen op gebiedsgericht toezicht. 10

2.9 Bestuurlijk toezicht en kwaliteitscriteria 2.1 De gemeente is, met de inwerkingtreding van de Wet VTH en het vaststellen van de kwaliteitsverordening zelf verantwoordelijk voor het borgen van de kritieke massa als geheel (basistaken en niet-basistaken) en van het vergunningenproces bij de niet-basistaken. Hiervoor krijgt ieder bevoegd gezag een zorgplicht. Gemeenten bepalen zelf op welke wijze invulling wordt gegeven aan deze zorgplicht. Het wetsvoorstel deelt een bevoegdheid toe aan de gemeenteraad om daarover regels (bij verordening) te stellen. Op basis van de per 14 april 2016 gewijzigde Wabo (Wet VTH) moeten gemeenten voldoen aan kwaliteitscriteria. Dit betreft kwaliteitscriteria welke worden gesteld aan medewerkers van het bevoegd gezag en betreffen zowel opleidingsniveau als minimale personele bezetting die per taak beschikbaar moet zijn. Uitvoerende organisatie(s) moeten aan eisen met betrekking tot hun robuustheid voldoen. Per 1 juli 2017 werd het Besluit omgevingsrecht van kracht, op basis waarvan vorenstaande wettelijk is geborgd. De ODRU is daarom al enkele jaren bezig ervoor te zorgen dat zij robuust zijn in de takenuitvoering en kwaliteitscriteria. Hieronder is schematisch weergegeven wat de stand van zaken is in 2017. De lijn wordt doorgetrokken voor 2018 zodat aan de robuustheid en kwaliteitscriteria wordt voldaan. Robuustheid van taakuitvoering is één van de belangrijkste argumenten om samen met andere overheden taken over te dragen aan de ODRU. Als we het hebben over robuustheid dan gaat het niet alleen om deskundigheid en ervaring van de individuele medewerkers maar ook over een organisatie die voldoende deskundige en ervaren medewerkers in huis heeft om niet afhankelijk te zijn van net die éne medewerker. De ODRU heeft in haar koers de ambitie uitgesproken om op alle taakvelden waarop zij diensten levert robuust te zijn en blijvend te voldoen aan de landelijke kwaliteitscriteria. We hebben zelfs besloten om de lat nóg iets hoger te leggen dan de landelijke standaard. Daar zijn we echter nog niet. In de onderstaande figuur wordt zichtbaar hoe de ODRU scoort op robuustheid van dienstverlening: 11

In 2019 wordt de monitoring van de deskundigheid, kennis en organisatiesamenstelling verder verbeterd zodat de sturing op het voldoen aan de in de Wet VTH gestelde kwaliteitscriteria beter gefaciliteerd wordt. We zullen, als onderdeel van de gesprekscyclus, medewerkers hun eigen opleidings-en ervaringsportfolio bij laten houden. Het daarmee verkregen inzicht in de hiaten vormt input voor het opleidings- en mobiliteitsbeleid binnen de ODRU. In de plannings- en voortgangsgesprekken worden afspraken gemaakt over wat nodig is om blijvend aan de gestelde criteria te voldoen. We kijken ook of het ook mogelijk is om op het niveau van de uitvoeringsplannen (UVP) inzicht te geven welk deel van de ODRU dienstverlening robuust wordt verleend. Om dit alles in 2019 te realiseren wordt in 2018 software aangeschaft, de portfolio s gevuld en een koppeling naar de UVP s gemaakt. 2.10 Programmatisch toezicht en branchegericht werken De ODRU zal in 2018 verder gaan met haar visie om van taakgericht- naar resultaatgericht toezicht over te gaan. Hierbij staan programmatisch toezicht en brancheplannen centraal. Programmatisch toezicht houden betekent voor de ODRU dat er een cyclisch proces wordt opgericht, waarbij op een informatie gestuurde basis de inzet voor toezicht en handhaving wordt gebaseerd. Daarnaast zal er branchegericht worden gewerkt. Per branche zullen groepen en subgroepen worden geïdentificeerd, zodat er een analyse kan worden gemaakt welk type overtredingen en welk type gedrag per groep hoort. Dit leidt tot een gedragdoelgroepcombinatie. Vervolgens kan per combinatie het meest efficiënte en effectieve toezicht- of handhavingsinstrument worden toegepast. Het combineren van programmatisch toezicht en branchegericht werken resulteert in een werkwijze van toezicht en handhaving waarbij de grootste bedreigingen op de meest effectieve manier worden aangepakt, waarbij de analyses dankzij het cyclische karakter elk jaar in kwaliteit toenemen. 12

3. Prioriteiten toezicht en handhaving 3.1 Inleiding In 2016 is een risicoanalyse gemaakt die aangeeft waar de prioriteiten binnen de gemeente IJsselstein liggen met betrekking tot toezicht en handhaving. De prioriteiten zijn vervolgens vastgelegd in het integraal handhavingsbeleid IJsselstein 2016 2018. De uitvoering op het gebied van toezicht en handhaving wordt ingericht op basis van deze risicoanalyse. Elk jaar wordt deze inzet geëvalueerd. Deze evaluatie kan leiden tot bijsturing van de handhavingscapaciteit of een verandering van in de prioriteit. De evaluatie en bijsturing is altijd in overleg met de handhavingspartners. In hoofdstuk 4 is terug te vinden met welke handhavingspartners de gemeente IJsselstein samenwerkt en op welke manier overleg plaatsvindt. 3.2 Risico s en prioriteiten De risicoanalyse is terug te vinden in bijlage 5 van het integraal handhavingsbeleid IJsselstein 2016 2018. Uit deze risicoanalyse volgen de prioriteiten en doelstellingen. Daarnaast wordt bij de uitvoering van toezicht en handhaving rekening gehouden met de landelijke Wabo-risicothema s. Het gaat om de volgende thema s: asbest brandveiligheid brandveiligheid opslag gevaarlijke stoffen constructieve veiligheid handhaving bestemmingplannen risicovolle inrichtingen toepassing van verontreinigde grond Uit de beleidsdoelen (zie hoofdstuk 3.3 en 3.4) blijkt dat de doelstelling van het naleefgedrag op 80% is bepaald. De inzet van de toezicht- en handhavingscapaciteit hangt vervolgens af van de prioriteiten uit de risicoanalyse. Uit de risicoanalyse blijkt dat de grootste prioriteiten liggen bij Industrie en MKB. Chemische industrie en wasserijen, afvalstoffen en tankstations met LPG zijn de meest spraakmakende voorbeelden van hoog scorende type bedrijven. MKB-bedrijven die binnen categorie 1 of 2 vallen scoren daarentegen laag. Ook binnen de agrarische sector steken bepaalde type bedrijven er bovenuit. Varkenshouderijen en rundveehouderijen scoren hoog, terwijl dierenverblijven laag scoren. Voor het jaar 2018 is voor de uitvoering van milieucontroles 2384 uur geraamd, zo blijkt uit UVP (zie ook bijlage UVP, hoofdstuk 6). Gezien bovenstaande zal ruim 1000 uur worden ingezet voor MKB-controles, 520 uur voor industrie en 170 uur voor agrarisch. Het aantal uren hangt ook af van de omvang van de sector. In hoofdstuk 5 van het HUP 2018 staan de productbladen waar bovenstaande prioriteiten in zijn verwerkt. Deze productbladen maken inzichtelijk wat in 2017 aan uitvoering is gedaan en wat de beweegredenen zijn om al dan niet bij te sturen op de inzet of prioritering voor 2018. De capaciteitsinzet zoals in de productbladen is opgenomen, is op basis van de risicoanalyse bepaald. 13

Ter illustratie is een deel van de risicoanalyse milieu uit het handhavingsbeleid weergegeven: Bron: Integraal handhavingsbeleid IJsselstein 2016-2018 3.3 Doelstelling milieu Zoals hierboven besproken zijn in hoofdstuk 5.3 van het integraal handhavingsbeleid IJsselstein de milieudoelstellingen opgenomen. Er wordt voor de periode 2016-2018 ingezet op het verhogen van het naleefgedrag. Onderstaande tabel geeft dit weer: Prioriteitsklasse Zeer groot risico Groot risico Beperkt risico Klein risico Zeer klein risico (Geschatte) naleving huidige situatie 70-80% 70-80% 65-75% 70-80% 80-100% Doelstelling naleving 2018 80% 80% 80% 80% 80% Daarom zal de toezicht- en handhavingscapaciteit moeten worden ingezet op de prioriteiten waar het geschatte nalevingsgedrag nog geen 80% is. Na 2018 dient een nieuwe inschatting te worden gemaakt om te evalueren in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt. 14

3.4 Doelstelling BWT en Ruimtelijke Ordening In hoofdstuk 5.4 van het integraal handhavingsbeleid IJsselstein worden de doelstellingen voor BWT en RO geformuleerd. Ook hier de doelstelling op basis van het naleefgedrag geformuleerd. Prioriteitsklasse Zeer groot risico Groot risico Beperkt risico Klein risico Zeer klein risico Geschatte naleving huidige situatie 65-75% 75-85% 70-80% 80-90% - Doelstelling naleving 2018 70-80% 75-85% 70-80% 80-90% 80-90% Na de uitgevoerde controles van 2018 dient er een nieuwe inschatting te worden gemaakt om te evalueren in hoeverre de doelstellingen zijn bereikt. 3.5 Overzicht aanvragen omgevingsvergunning m.b.t. rijksmonumenten en archeologie De tabel hieronder geeft een overzicht weer van alle aanvragen voor een omgevingsvergunning die betrekking hebben op een rijksmonument. adres verleend/geweigerd monumentregisternummer Voorgelegd aan monumentencommissie (ja/nee) Havenstraat 32 V 20114 J Kloosterhof 19 V 20126 J Kloosterstraat V 20126 J 5E IJsselstraat 2 V 20109 J Hofstraat 8 V 20120 J Utrechtsestraat V 20147 J 62 Kronenburgplan V 20133 J tsoen 13-15 Kerkstraat 1 V 20121 J Kerkstraat 1 V 20121 J Kronenburgplan tsoen 10 V 2-134 J Er zijn geen aanvragen voor een omgevingsvergunning ontvangen waarbij archeologie een rol speelt. 15

3.6 Gemeentelijke planologische besluiten Toezichtinformatie volgens artikel 5 van de Verordening systematische toezichtinformatie provincie Utrecht 1. 3.6.1 Overzicht van vastgestelde gemeentelijke planologische besluiten. Voor het verstrekken van toezichtinformatie over vastgestelde besluiten in het betreffende beoordelingsjaar, wordt verwezen naar de tabel op de volgende pagina. 1 Besluit van provinciale staten van Utrecht van 13 maart 2017, nr. 81A484EC, tot vaststelling van regels over de verstrekking van systematische toezichtinformatie provincie Utrecht (Verordening systematische toezichtinformatie provincie Utrecht)

Naam plan 1) Locatie aanduiding Soort procedure 2) Wat wordt gerealiseerd 3) 4 kavels Noord IJsseldijk 10-05-2017 VG Diverse kavels aan de Noord IJsseldijk Bestemmingsplan 4 woonbestemmi ngen buitengebied Parkeervoorzien g ing Generieke aspecten 4) Zie ruimtelijke onderbouwing Barro 5) PRV 6) Ladder voor duurzame verstedelijking toegepast? Zie ruimtelijke onderbouwing Ja, woningen in buitengebied. Provincie is initiatiefnemer. Maximiliaanstra at 19-09-2017 VG Zie naam Omgevingsvergunnin Zie ruimtelijke onderbouwing Zie toelichting nvt HC IJsseloever 29-06-2017 VG Zomerdijk 42 Bestemmingsplan Verenigingsgeb Zie ruimtelijke Zie toelichting Nee, Bestaande functie ouw hockeyclub onderbouwing MFA 11-05-2017 VG Hoek Duitslandstraat Bestemmingsplan scholencomplex Zie ruimtelijke Zie ruimtelijke Nee, Herontwikkeling Duitslandstraat en Europalaan onderbouwing onderbouwing bestaande functie Kasteeltuin 16-03-2017 VG Kasteellaan Bestemmingsplan Herinrichten Zie ruimtelijke Zie ruimtelijke Nee nvt kasteelpark onderbouwing onderbouwing Aleida van 08-03-2017 Aleida van Omgevingsvergunnin Parkeervoorzien Niet vervolgd Niet vervolgd Niet vervolgd Niet vervolgd Culemborgstraa Voorbereiding Culemborgstraat g ing t Roba metals 02-02-2017 VG Zomerdijk 27-33 Bestemmingsplan Herinrichten bedrijfslocatie De Kroon 17-01-2017 in Tussen A2 en Weg Bestemmingsplan Nieuw voorbereiding der Verenigde Naties bedrijventerrein Zie ruimtelijke onderbouwing Zie ruimtelijke onderbouwing Zie ruimtelijke onderbouwing Zie ruimtelijke onderbouwing nee Ja, maar nog in voorontwerp nvt Herinrichting bestaande functie Ja, maar nog in voorontwerp 2018 Hogebiezendijk 33 Parapluplan parkeren 23-01-2018 VG Zie naam Omgevingsvergunnin g 20-06-2018 ON Gehele gemeente Paraplubestemmings plan Vervangende woning Regeling parkeren Nvt Nvt Nee Vervanging bestaande woning Zie ruimtelijke onderbouwing Zie ruimtelijke onderbouwing Nee nvt

3.6.2 Voornemens inzake beleid en actualisatie Voornemens voor het komende jaar inzake beleid/actualisering voor wat betreft bestemmingsplannen, beheersverordeningen, algemene regels en specifieke aanwijzingen. Zomerweg 1a Achtersloot 122 Achtersloot naast 180 Achtersloot 180 Noord IJsseldijk, recreatieontwikkeling Hollandsche IJssel De Kroon/A2 zone MFA Touwlaan Achterveld en omgeving Herontwikkeling Poortdijk Noord IJsseldijk 26a 3.6.3 Bestemmingsplannen ouder dan 10 jaar Op 26 januari 2017 is het Wetsvoorstel afschaffing actualisatieplicht bestemmingsplannen en beheersverordeningen ingediend. Het wetsvoorstel wil de actualiseringsplicht uit de Wet ruimtelijke ordening (Wro) schrappen, vooruitlopend op de Omgevingswet. Het wetsvoorstel is op 1 februari 2018 aangenomen door de Tweede Kamer en aangenomen op 17 april 2018 door de Eerste Kamer. Omdat begin 2018 nog niet duidelijk was of deze wet daadwerkelijk zou worden aangenomen, is door de ODRU alsnog inzichtelijk gemaakt welke bestemmingsplannen ouder zijn dan 10 jaar. In IJsselstein verlopen 4 bestemmingsplannen in de periode tot en met januari 2021, waarvan 2 ontwikkelplannen. Ook deze ontwikkelplannen kunnen worden opgenomen in de actualiseringsplannen voor beheersgebieden. Voor het beheersgebied Achterveld en omgeving wordt reeds een nieuw bestemmingsplan opgesteld. Dit betekent dat er nog 1 actualiseringsplan dient te worden opgesteld. Overzicht bestemmingsplannen in IJsselstein Naam bestemmingsplan Vaststellingsdatum Verloopt per Opmerkingen Achterveld en omgeving 1-2-2007 1-2-2017 hiervoor wordt reeds een nieuw plan opgesteld IJsselstein Zuid Oost 2-7-2009 2-7-2019 Oranje Nassaukades - Eiteren 7-10-2010 7-10-2020 ontwikkelplan, opnemen in BP Binnenstad Oranje Nassaukades - Zomerweg 7-10-2010 7-10-2020 ontwikkelplan, opnemen in BP Noordoost

3.7 Koppeling capaciteit en financiële borging De voorgenomen activiteiten in het handhavingsprogramma vloeien voort uit de prioriteiten en doelen. Aan de hand hiervan moet bepaald worden of deze uitgevoerd kunnen worden binnen de beschikbare capaciteit. Omdat de uren en capaciteit niet toereikend zijn voor alle voorgenomen activiteiten is een keuze gemaakt voor bijstelling van de ambities of de uitbreiding van de capaciteit. Dit wordt met de uitvoeringsorganisaties VRU en ODRU geborgd in het jaarlijkse uitvoeringsprogramma (UVP). Dat sluit met de uitvoerende taken aan op het HUP. Het UVP is als bijlage 2 in hoofdstuk 6 toegevoegd. Uit de gemeentelijke begroting 2018 blijkt dat de kosten voor toezicht en handhaving geborgd zijn. De uren en kosten zijn nader uiteengezet in het UVP IJsselstein 2018 van de ODRU die hieronder is weergegeven. Bron: UPV 2018 IJsselstein zie ook bijlage 2, hoofdstuk 19

De productbladen in hoofdstuk 5 laten zien wat de capaciteitsbehoefte per taak is (in uren) en welke taken / werkzaamheden hieronder vallen. Op deze manier is de raming van handhavingscapaciteit inzichtelijk gemaakt. De financiële consequenties van deze productbladen zijn één op één terug te vinden in het jaarverslag 2017 van de ODRU en het ODRU-jaarverslag over de vier kwartalen voor de gemeente IJsselstein. Deze jaarverslagen zijn in hoofdstuk 6 als bijlage opgenomen. 20

4. Afstemming handhavingspartners VTH 4.1 Inleiding In het kader van de afstemming van het HUP is met betrokken bestuursorganen en strafrechtelijke partners contact opgenomen met het Openbaar Ministerie, het Regionaal Milieu Team (RMT) van de politie, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR) en de provincie Utrecht. Aan deze partners wordt het HUP na vaststelling ook bekendgemaakt. 4.2 Kennisuitwisseling 4.2.1 Kennisuitwisseling intern Binnen de ODRU vindt regelmatig overleg plaats tussen de clusters Bouwen, Asbest, ITH, Industrie, Programma en MKB. Daarin worden vooral operationele zaken gedeeld en waar nodig naar strategisch niveau getild. Tevens zijn er cluster- en afdelingsoverstijgende bijeenkomsten en verdiepingsovereenkomsten om de kennis binnen de ODRU te delen. Het schaalvoordeel van het werken binnen een omgevingsdienst wordt hierbij optimaal benut, door ervaringen van andere gemeenten met elkaar te delen. 4.2.2 Kennisuitwisseling regionaal De kennisuitwisseling zal in 2018 een nieuwe vorm krijgen. Vrijwel alle gemeenten binnen de provincie Utrecht hebben zich aangesloten in een zogenaamd VTH-samenwerkingsverband. Dit verband heeft in eerste instantie als doel om de nieuwe eisen uit het gewijzigde Bor te vertalen naar de beleidsdocumenten (VTH-beleid, handhavingsuitvoeringsprogramma en het jaarverslag). De ODRU en de RUD zijn hier ook bij aangesloten. Zij zullen ook werken aan een vergunningenstrategie en risicoanalyse voor vergunningverlening. 4.3 Bereikbaarheid Volgens het Bor moet de gemeentelijke organisatie ook buiten de gebruikelijke kantooruren bereikbaar en beschikbaar zijn voor de milieuhandhavingstaken. Denk daarbij aan het melden van acute klachten en beschikbaar zijn voor het behandelen van incidenten. De ODRU heeft een 24/7 consignatiedienst in werking voor het behandelen van klachten en incidenten voor het taakveld bouwen en milieu. Ook voor ondersteuning bij crisis en rampen kan de gemeente IJsselstein middels een consignatiedienst de ODRU 24/7 inschakelen. Tevens heeft de ODRU een crisispiket. 21

4.4 Handhavingspartners Handhavingspartners zijn belangrijke partijen wanneer het aankomt op toezicht en handhaving. Daarom is het van belang in kaart te hebben welke partijen een rol spelen en hoe er kan worden samengewerkt. Een goed voorbeeld hiervan is de situatie rondom de Gerbrandytoren. Bij een brand in de zendmast van Hoogersmilde in juli 2011 bezweek de buismast. Hierdoor ontstond een discussie over de veiligheid van de min of meer gelijke zendmast in IJsselstein, de Gerbrandytoren. Gevolg was dat de ODRU eind 2015, namens Burgemeester en wethouders van de gemeente IJsselstein, een revisievergunning voor het onderdeel milieu afgaf. In de voorschriften stond de eis om een brandbeveiligingsinstallatie in de buismast (het bovenste smallere gedeelte) van de Gerbrandytoren aan te brengen. Hierdoor moest het ontwerp van de installatie worden vastgelegd in een uitgangspuntendocument (UPD), dat door de ODRU is goedgekeurd, namens het bevoegd gezag. In 2017 was er intensief overleg over de uitgangspunten voor de brandbeveiligingsinstallatie tussen Alticom (eigenaar van de Gerbrandytoren), de adviseur van Alticom (DGMR), een vergunningverlener van de ODRU en de Veiligheidsregio Utrecht (VRU). Uitdagingen waren de complexiteit van het bouwwerk, de voorwaarden voor het gebruik als zendmast (bijvoorbeeld het blussen met gas bij een elektrische brand) en het feit dat de gangbare normen niet hierop waren afgestemd. Bovendien waren de mogelijkheden voor het aanbrengen van de brandbeveiligingsinstallatie beperkt. De buismast is namelijk een nauwe ruimte met installaties. Het uitgangspuntendocument is inmiddels klaar en wacht op goedkeuring. De ODRU overlegt met de VRU over de betrouwbaarheid van de voorgestelde installatie. Omdat het hier gaat om een aanzienlijke investering, is het in het belang van de gemeente en Alticom dat de installatie betrouwbaar is Omgevingsdienst Regio Utrecht De ODRU voert voor de gemeente IJsselstein alle omgevingstaken uit. De samenwerkingsafspraken tussen de ODRU en de gemeente IJsselstein liggen vast in een dienstverleningsovereenkomst (DVO). De ODRU rapporteert ieder kwartaal en ook jaarlijks over de voortgang van de uitvoering van haar taken. Ook stelt de ODRU jaarlijks een jaarplan/jaarprogramma op. In hoofdstuk 6 Bijlagen is het Jaarverslag 2017 en het Uitvoeringsprogramma 2018 van de ODRU toegevoegd. Hierbij bestaat het ODRU-Jaarverslag uit een tekstueel verslag en vanaf pagina 37 een specifiek verslag over de activiteiten van de ODRU voor de gemeente IJsselstein. Tevens staat in hoofdstuk 6 Bijlagen de cijfermatige verslaglegging over 2017. 22

Veiligheidsregio Utrecht De VRU adviseert de gemeente IJsselstein in het kader van de vergunningverlening op het gebied van brandveilig gebruik. Ook voert de VRU op dit gebied het toezicht uit. Eind juni 2018 is een convenant afgesloten met de VRU. Het samenwerkingsconvenant heeft betrekking op twee onderwerpen. De eerste afspraken over samenwerking gaan over inzet bij calamiteiten en rampen. De overige afspraken gaan over toezicht bij risicovolle bedrijven. Een van de voordelen is dat door deze samenwerking de toezichtlast van bedrijven zal teruglopen, doordat in één controle meerdere handhavingspartners tegelijk aanwezig zijn. Ook is het advies naar risicovolle bedrijven uniform omdat er actief afstemming plaatsvindt. Provincie Utrecht De provincie organiseert twee keer per jaar een bestuurlijk afstemmingsoverleg. In dit bestuurlijk Provinciaal Milieu Overleg (PMO) zijn alle kleursporen vertegenwoordigd. In het bestuurlijke PMO worden de samenwerkingsafspraken van het Samenwerkingsprogramma VTH 2016 geëvalueerd, gemonitord (en eventueel bijgestuurd) en de nieuwe provinciale beleidsprioriteiten vastgesteld. Het ambtelijk PMO functioneert als voorportaal van het bestuurlijk PMO. Dit voorportaal en de daaronder hangende platforms, werkgroepen en dergelijke vormen samen de provincie brede samenwerkingsorganisatiestructuur VTH. Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden Het waterschap onderkent het belang van afstemming en samenwerking met gemeenten op het gebied van toezicht en handhaving. Daarbij gaat het om zaken die grondwater of oppervlaktewater gerelateerd zijn zoals waterkwaliteit en kwantiteit, medegebruik van openbaar water en nautisch toezicht op vaarbewegingen. In incidentele gevallen wordt gezamenlijk opgetrokken. In dat kader vindt uitwisseling van gegevens plaats. In voorkomende gevallen vindt er signaaltoezicht plaats. Het belang van toezicht op watertaken werd in maart 2017 onderstreept met een provinciebrede bijeenkomst, waarbij het Hoogheemraadschap en ook de gemeentelijk medewerkers civiele techniek betrokken zijn. Openbaar Ministerie In het geval strafrechtelijk optreden is vereist, bijvoorbeeld bij de vervolging van milieuovertredingen, waarbij sprake is van economische delicten, vindt afstemming plaats met het functioneel parket. De vervolging van overtredingen openbare ruimte worden afgehandeld door het Openbaar Ministerie Midden-Nederland. Inzet van OM en politie is conform de landelijke handhavingsstrategie, die geborgd is in ons handhavingsbeleid. 23

Om de samenwerking tussen OM, Politie en de ODRU te verbeteren is een samenwerkingsconvenant in voorbereiding. In een aantal wetten is opgenomen dat gegevens van OM en Politie alleen gedeeld kunnen worden als hiervoor een convenant is afgesloten. Dit sluit goed aan bij de ontwikkelingen binnen de ODRU op het gebied van strafrecht en het in dienst hebben van BOA. Het is ook een logische ontwikkeling omdat de gemeente IJsselstein de landelijke handhavingsstrategie heeft opgenomen in het handhavingsbeleid. Politie Het Regionaal Milieu Team (RMT) van de politie Midden Nederland valt voor wat betreft aansturing onder het functioneel parket (FP) Amsterdam. Op het gebied van milieu zijn de milieuagenten het eerste aanspreekpunt voor de gemeente. Daarnaast is de local office het vaste aanspreekpunt voor de gemeente, de Boa s en de ODRU. Afhankelijk van de positionering van de overtreding in de LHS-matrix komt het RMT vroeg of op een later moment in beeld. 24

5. Jaarverslag 2017 en Uitvoeringsprogramma 2018 5.1 Inleiding In dit hoofdstuk is de uitvoering van toezicht en handhaving beschreven aan de hand van productbladen. Door deze opsplitsing kan per taak een overzicht worden gegeven van de activiteiten in 2017, wat de resultaten waren, of er bijsturing nodig is en wat de inzet voor 2018 zal zijn. Elk productblad is voor dat specifieke product het jaarverslag en uitvoeringsprogramma. Hierdoor wordt een overzichtelijke weergave gerealiseerd. 5.2 leeswijzer productbladen Elk productblad is op dezelfde wijze opgebouwd. Hieronder wordt deze indeling besproken. Omschrijving taak - geeft een kaderstelling van de wat deze taak inhoud Relatie VTH-beleid - beschrijft hoe deze taak past binnen het VTH-beleid van IJsselstein Doelstellingen - beschrijft de doelstellingen van deze taak Monitoringsindicatoren beschrijft de kwalitatieve of kwantitatieve meetlat Jaarverslag 2017 beschrijft de resultaten over het jaar 2017 Evaluatie en bijsturing beschrijft de aanpassing die nodig is voor 2018 Uitvoeringsprogramma 2018 beschrijft de capaciteit die in 2018 per taak wordt ingezet 25

5.3 Productbladen 2017 2018 Taakveld Bouwen en RO 1 Vooroverleg 2 Omgevingsvergunning bouw, RO, aanleg en monument 3 Sloop- en asbestmeldingen 4 Toezicht omgevingsvergunning: Bouw, RO, aanleg en monument 5 Toezicht op (asbest)sloopmelding 6 Toezicht bestaande bouw: constructieve veiligheid breedplaatvloeren 7 Juridisch advies 8 Gebiedsgericht toezicht 9 Toezicht constructieve veiligheid zwembaden Taakveld Milieu 1 Omgevingsvergunning milieu 2 Melding Activiteitenbesluit 3 Beoordelen Vergunningsplichtige inrichtingen op actualiteit 4 Maatwerkvoorschriften 5 Melding Besluit Bodemkwaliteit 6 Uitvoering milieucontroles - Industrie 7 Uitvoering milieucontroles - MKB 8 Uitvoering milieucontroles - Agrarisch 9 Uitvoering milieucontroles - Bodem 10 Uitvoering milieucontroles - Energie 11 Uitvoering milieucontroles - Gebiedsinventarisaties 12 Uitvoering milieucontroles - Lozingen 13 Uitvoering milieucontroles - Propaan 14 Uitvoering milieucontroles - Toezicht opslag vuurwerk 15 Uitvoering milieucontroles - Geluidsmetingen Taakveld Algemeen 1 Behandelen meldingen / klachten / handhavingsverzoeken 26

Taakveld bouwen en RO 1. Vooroverleg (intake, principeverzoeken en toets vergunningvrij) Omschrijving taak De Gemeente biedt mogelijkheden tot vooroverleg. Een dergelijk overleg resulteert niet in een besluit, maar geeft de initiatiefnemer een voorlopig oordeel over de haalbaarheid van een plan. Het proces rondom de behandeling van aanvragen in het kader van de Wabo begint bij de eerste informerende vraag bij een gemeente naar de mogelijkheden voor een plan. Deze vragen worden behandeld door de bouwbalie van een gemeente. Vanuit ODRU is het mogelijk om deze taken op locatie, dus het beste toegankelijk voor de aanvragers, uit te voeren. Op het moment dat voor de beantwoording van deze vragen nader specialistisch onderzoek of een voorlopige strategische uitspraak nodig is, wordt de aanvrager gevraagd om een informeel overleg op te starten. Dit overleg is legesvrij, maar heeft als voordeel dat ook de eerste gesprekken en uitspraken in een vaak lastige zaak worden vastgelegd in hetzelfde systeem als waar ook de vervolgzaken in worden aangemaakt. Zodra meerdere disciplines bij een zaak betrokken moeten worden of als er onderzoeken uitgevoerd moeten worden waar kosten bij betrokken zijn, wordt de aanvrager gevraagd om een aanvraag vooroverleg in te dienen. Hieraan zijn legeskosten verbonden. Relatie VTH-beleid Onderhavige activiteit is niet concreet benoemd in het VTH-beleid, maar vloeit voort uit de algemene doelstelling om klantgericht vergunningen af te handelen ( 3.2 VTH-beleid onder procesdoelen). Doelstellingen Behandelen 100% van de verzoeken tot vooroverleg. Prognose 2018: 120 bezoeken bouwbalie Monitoringsindicatoren Jaarverslag 2017 Evaluatie en bijsturing Uitvoeringsprogramma 2018 Aantal in 2018 ingediende verzoeken tot vooroverleg. Het ontbreekt aan ervaringscijfers. Met de gemeente vindt overleg plaats over de ureninzet. De uren voor deze taak zijn in 2018 niet gespecificeerd in het UVP van de ODRU. Toelichting: Onderhavige taak is een aanbod gestuurde activiteit. De omvang van de taak wordt bepaald door het aantal verzoeken tot vooroverleg dat het komende jaar wordt ingediend in combinatie met de geraamde uren per type vooroverleg. 27

Taakveld Bouwen en RO 2. Omgevingsvergunning: Bouw, RO, aanleg en monument Omschrijving taak Het behandelen van aanvragen omgevingsvergunning voor de activiteiten bouw, RO, aanleg en monument. De taak vangt aan met de ontvangst van de aanvraag en wordt afgerond door: - het verlenen van de vergunning; - het weigeren van de vergunning; - het buiten behandeling laten van de aanvraag; - het intrekken van de aanvraag op verzoek van de aanvrager. Relatie VTH-beleid Doelstellingen Behandelen van 100% van de aanvragen omgevingsvergunningen voor de activiteiten bouw, RO, aanleg en monument. Prognose 2018 aantal aanvragen per activiteit: Bouw regulier 120 Bouw uitgebreid 35 monumenten 16 overige 100 Monitoringsindicatoren Aantal in 2018 ingediende en afgehandelde vergunningaanvragen per activiteit Jaarverslag 2017 Afgegeven vergunningen Bouw regulier 118 Bouw uitgebreid 35 monumenten 16 overige 102 Evaluatie en bijsturing Uitvoeringsprogramma 2018 Met de verbeterde economische tijden in Nederland wordt steeds meer gebouwd. Het aantal aanvragen zal daarom stijgen. Onderzocht gaat worden wat dit voor impact op de vergunning aantallen gaat hebben. 7417 uur Toelichting: Onderhavige taak is een aanbod gestuurde activiteit. De omvang van de taak wordt bepaald door het aantal aanvragen dat het komende jaar wordt ingediend in combinatie met de geraamde uren per omgevingsvergunning. 28