Rapport Kleuterparticipatie 2016 2017 Redactie: Jean-Marie Van Steenwinckel, Netwerk Samen tegen schooluitval Vlaams-Brabant Rapport Kleuterparticipatie 2016-2017 Vlaams-Brabant Versie 02 02 2018 1
KLEUTERAANWEZIGHEDEN PER FUSIEGEMEENTE (Bron: Agentschap voor Onderwijsdiensten - Gegevens uit de databanken van AGODI (25 oktober 2017) Methodologie Alle kleuter- en basisscholen voor gewoon en buitengewoon onderwijs melden aan het Agentschap voor Onderwijsdiensten hoeveel een niet-leerplichtige kleuter gedurende het schooljaar aanwezig was. Voor de leerplichtige kleuters (= kleuters ouder dan vijf jaar) moeten de scholen enkel de afwezigheden doorgeven; deze leerlingen werden dan ook niet meegenomen in de tabellen in dit bestand. Om te bepalen of kleuters aanwezig zijn, baseert AGODI zich op het aantal dat kleuters aanwezig moeten zijn om recht te hebben op een schooltoelage. Het recht op een schooltoelage is namelijk gekoppeld aan een regelmatige aanwezigheid op school. De minimale aanwezigheidsdrempel om het recht op een schooltoelage te behouden is afhankelijk van de leeftijd van de niet-leerplichtige kleuters: 150 halve dagen voor een driejarige, 185 voor een vierjarige en 220 voor een vijfjarige. Een aantal leerlingen verandert binnen het schooljaar van school en in sommige gevallen dus ook van gemeente. Voor deze leerlingen is de volgende methode toegepast: eerst wordt voor elke leerling gekeken of die aanwezig was tijdens het volledige schooljaar of niet. Daarna wordt elke leerling die op meerdere scholen zat opnieuw toegewezen aan alle scholen waar hij zat tijdens het schooljaar en wordt hij daar op of gezet. Sommige leerlingen worden dus meerdere keren geteld. Opmerking: De leerlingen werden geteld in de fusiegemeente van de hoofdzetel van de school. Hieronder vindt u eerst een tabel met de cijfers voor een aantal gemeenten die ook in de omgevingsanalyse van Vroegtijdig Schoolverlaten Vlaams-Brabant (februari 2017) in detail werden bekeken. Daarna hebben we de cijfers voor Vlaanderen en Vlaams-Brabant in één tabel gevoegd zodat nationale en provinciale vergelijking mogelijk is. Rapport Kleuterparticipatie 2016-2017 Vlaams-Brabant Versie 02 02 2018 2
KLEUTERPARTICIPATIE 2016-2017 Tabel 1 Schooljaar Naam fusiegemeente Leeftijd # lln met # lln met 2016-2017 Asse 3 354 94,7% 20 5,3% 374 2016-2017 Asse 4 338 96,8% 11 3,2% 349 2016-2017 Asse 5 329 97,6% 8 2,4% 337 2016-2017 Halle 3 456 98,3% 8 1,7% 464 2016-2017 Halle 4 451 97,8% 10 2,2% 461 2016-2017 Halle 5 436 99,3% 3 0,7% 439 2016-2017 Vilvoorde 3 542 96,4% 20 3,6% 562 2016-2017 Vilvoorde 4 535 97,8% 12 2,2% 547 2016-2017 Vilvoorde 5 479 95,8% 21 4,2% 500 2016-2017 Zaventem 3 306 95,6% 14 4,4% 320 2016-2017 Zaventem 4 303 98,4% 5 1,6% 308 2016-2017 Zaventem 5 272 97,1% 8 2,9% 280 2016-2017 Aarschot 3 283 96,9% 9 3,1% 292 2016-2017 Aarschot 4 322 98,5% 5 1,5% 327 2016-2017 Aarschot 5 319 97,3% 9 2,7% 328 2016-2017 Diest 3 265 99,3% 2 0,7% 267 2016-2017 Diest 4 281 99,6% 1 0,4% 282 2016-2017 Diest 5 292 96,7% 10 3,3% 302 2016-2017 Leuven 3 1188 95,2% 60 4,8% 1248 2016-2017 Leuven 4 1116 95,9% 48 4,1% 1164 2016-2017 Leuven 5 1071 95,0% 56 5,0% 1127 2016-2017 Tienen 3 356 94,2% 22 5,8% 378 2016-2017 Tienen 4 344 95,6% 16 4,4% 360 2016-2017 Tienen 5 345 97,2% 10 2,8% 355 (Bron: http://www.agodi.be/cijfermateriaal-aanwezigheden-kleuters-per-gemeente ) Totaal # lln Rapport Kleuterparticipatie 2016-2017 Vlaams-Brabant Versie 02 02 2018 3
Tabel 2 Schooljaar Totaal van alle fusiegemeentes in Vlaanderen Leeftijd # lln met halve dagen # lln met Totaal # lln 2016-2017 TOTAAL 224193 7377 231570 2016-2017 Totaal van alle fusiegemeenten in Vlaams-Brabant 96,81% 3,19% 3 73443 2608 76051 96,57% 3,43% 4 75344 2341 77685 96,99% 3,01% 5 75406 2428 77834 96,88% 3,12% TOTAAL 35090 953 36043 97,36% 2,64% 3 11756 365 12121 96,99% 3,01% 4 11768 291 12059 97,59% 2,41% 5 11566 297 11863 97,50% 2,50% Rapport Kleuterparticipatie 2016-2017 Vlaams-Brabant Versie 02 02 2018 4
Bespreking We stellen vast dat we als provincie iets beter scoren zowel totaal als over de verschillende leeftijden - als Vlaanderen totaal voor wat betreft de aanwezigheidsgraad van kleuters in onze kleuterscholen. Zowel in Vlaanderen als in Vlaams-Brabant scoort de leeftijdsgroep van de vierjarigen het best. Als we de cijfers van enkele gemeenten en steden van Vlaams-Brabant onder de loep nemen merken we in de eerste plaats dat Leuven, Tienen, Asse en Diest het in onze provincie minder goed doen in vergelijking met de cijfers voor respectievelijk Vlaanderen en Vlaams-Brabant (afhankelijk van de leeftijd van de kleuters). Aangezien uit nationaal en internationaal onderzoek blijkt dat kleuterparticipatie de gelijke onderwijskansen verhoogt en latere leerresultaten bevordert (lager onderwijs) is het belangrijk dat men zo vroeg mogelijk zijn kind laat deelnemen aan het kleuteronderwijs op een zo jong mogelijke leeftijd (cf. 3 jaar). Dit is dus zeker een aandachtspunt voor Asse, Leuven en Tienen. Opvallend is dat het percentage kleuters met aanwezigheid daalt tussen de leeftijd van 3 en 4, maar dan weer stijgt in de leeftijdscategorie van 5 jaar in de gemeenten/steden Vilvoorde, Zaventem, Aarschot, Diest en Leuven. Enkele gemeenten hebben een duidelijk stijgende onderwijsparticipatie van de kleuters naarmate ze ouder zijn (vnl. naar de leeftijd van 5 jaar toe). Dit zien we o.a. in Asse, Halle en Tienen. Zonder wetenschappelijk onderbouwde uitspraken te willen doen willen we hier voorzichtig de vraag/hypothese naar voor schuiven of de kleuterparticipatie o.a. te linken is aan een (grootstedelijke) samenstelling van de bevolking (o.a. inwijking, SES-kenmerken, ) of aan andere kenmerken? Uiteraard kunnen we uit de cijfers van één schooljaar geen enkele tendens genereren, behalve dan de verschuiving van participatiegraad naargelang de leeftijdscohorte. Rapport Kleuterparticipatie 2016-2017 Vlaams-Brabant Versie 02 02 2018 5