BIJLAGE I VERORDENING (EEG) nr. 2081/92 VAN DE RAAD REGISTRATIEAANVRAAG: Artikel 5 ( ) Artikel 17 (X) NL/06/97/83730000.WOO (DE) BOB (X) BGA () Nationaal nummer van het aanvraagdossier: 1. Bevoegde dienst van de lidstaat: Naam : Bundesministerium der Justiz (Ministerie van Justitie) Adres : HeinemannstraBe 6, 53175 Bonn Tel. : 0228/58-0 Fax : 0228/58 45 25 2. Aanvragende groepering: a) Naam : Landesschafzuchtverband Niedersachsen e. V. (schapenfokvereniging van de deelstaat Nedersaksen) b) Adres : Johannssenstrafie 10, 30159 Hannover c) Samenstelling : Producenten/verwerkers (X) Anderen ( ) 3. Naam van het product: Diepholzer heideschaap (Diepholzer Moorschnucke) 4. Productcategorie (cf. lijst in bijlage VI) : Vlees 5. Overzicht van het productdossier : (samenvatting van de in artikel 4, lid 2, voorgeschreven gegevens) a) Naam : cf. 3 b) Beschrijving: Het gebraden vlees van heideschapen heeft een kenmerkende wildachtige smaak en is zacht van consistentie. Door de lichaamsbeweging die deze dieren in het weidse, open veenlandschap krijgen, heeft het vlees een zeer mooie kleur en is het stevig. De verscheidenheid aan soorten grassen op de veengronden, die de heideschapen eten, heeft tot gevolg dat er een zeer goede opbouw van tweevoudig onverzadigde 1/5
vetzuren plaatsvindt. (Zoals bekend kunnen die niet door het lichaam zelf worden gemaakt en alleen via de voeding worden opgenomen.) Het vlees heeft een duidelijke eigen smaak en behoudt goed zijn eigen kleur. c) Geografisch gebied : De "Diepholzer Moorniederung" (het Diepholzer laagveen). Het natuurgebied "Diepholzer Moorniederung" omvat voornamelijk de waterrijke gebieden in de districten Diepholz en Nienburg (Weser). Dit waterrijke gebied van internationale betekenis is duidelijk omschreven in de Ramsar-conventie van 1976. Kenmerkend voor dit gebied is het typische landschappelijke karakter: een vlak landschap met heide-, veen-, en waterrijke gebieden met een vegetatie van heide, veengrassen, kruiden en berken. d) Bewijs van oorsprong : Over het heideschaap wordt reeds in oude documenten bericht dat het een dier is dat tot de typische regionale fauna behoort. Over het algemeen werden in Noord- Duitsland in de afgelopen honderd jaar alle schapen - wit of grijs, met of zonder horens - als heideschapen aangemerkt. Aangezien in het gebied rond Diepholz en Sulingen de voornaamste weidegebieden van deze dieren in de Veengebieden en de drassige heidegebieden lagen, werden ze hier reeds rond de eeuwwisseling "Moorschnucke" ("veen"heideschaap) genoemd. Deze naam duikt begin deze eeuw op in de diaconie Freistatt, een plaats in het Wietingmoor tussen Sulingen en Diepholz. Destijds bevonden zich daar verscheidene kuddes. De naam "WeiBe hornlose Heidschnucke" (wit hoornloos heideschaap) als officiële aanduiding van het ras duikt pas later op. Hun verspreidingsgebied omvatte de districten Rotenburg, Nienburg en Diepholz. Dit ras wordt beschouwd als een met uitsterven bedreigde soort en wordt in overeenstemming met Verordening (EEG) nr. 2078/92 als zodanig erkend in het kader van het behoud van genetische diversiteit in de veeteelt. Drie grote veeteeltbedrijven in het district Diepholz zijn op dit moment van doorslaggevende betekenis voor de instandhouding van het ras, waarvan in 1974 nog maar 40 stamboekdieren over waren, De heideschapen werden van oudsher door boeren/herders in grote en kleine bedrijven in of aan de rand van de veengebieden gehouden. De schapen werden gehoed, en hun voedsel 2/5
De documentatie van de identificatie verschilt per productiefase: NL/06/97/83730000.WOO (DE) vonden ze op de niet in cultuur gebrachte venen en heiden. Tegenwoordig maken deze weidegebieden deel uit van waardevolle beschermde natuurgebieden; De aanduiding "Diepholzer Moorschnucke" wordt gebruikt voor heideschapen die in het natuurgebied "Diepholzer Moorniederung" worden gehouden, dat zich voornamelijk over de natte gebieden in de districten Diepholz en Nienburg (Weser) uitstrekt. Delen van dit natuurgebied zijn duidelijk omschreven in de Ramsar-conventie van 1976. Het Diepholzer heideschaap is een landschapsbepalend element dat met verschillende kuddes op een groot oppervlak een belangrijke bijdrage aan het behoud van dit natuurgebied levert. I. Schapenhouderijen 1. Schaferhof Teerling te 49419 Wagenfeld 2. Naturschutz Freistatt te 27259 Freistatt 3. Schafermeister Dreyer te 49453* Rehden U. Slachterij 1. Bode-Kirchhoffte 28816 Stuhr-Brinkum identificatiemethode (aan het product gelieerd) begeleidend document houderij/producent VWO-nummer, oormerk register slachterij stempel, banderol leveringsbewijs groothandel stempel, etiket op de vacuümverpakking kopie rekening, licentieovereenkomst detailhandel stempel, prijskaartje licentieovereenkomst, aankoop- en verkoopbonnen e) Werkwijze voor het verkrijgen van het product: I. Omstandigheden waaronder heideschapen worden gehouden 3/5
Het Diepholzer heideschaap heeft een sterke aangeboren neiging tot veel bewegen; het dier komt dan ook alleen goed tot zijn recht als het wordt gehoed. -TI. Verkrijgen van het vlees Het vlees wordt 'volgens wettelijke bepalingen verkregen, onder andere volgens de desbetreffende voorschriften uit de veterinaire wetgeving en het levensmiddelenrecht: Wet op de dierenbescherming van 12.02.87; Verordening inzake de diergeneeskundige huisapotheek: het respecteren van wachttijden bij de toediening van geneesmiddelen in de productiebedrijven; Verordening inzake het veevervoer van 29.08.95: regeling van de identificatie van slachtdieren door middel van oormerken en het bijhouden van een register, regeling van het veevervoer met behulp van begeleidende documenten (leveringsbewijs); Wet inzake de hygiëne bij de behandeling van vlees van 08.07.93: inspectie van levende en geslachte dieren door veterinaire inspecteurs; Verordening inzake de hygiëne bij de behandeling van vlees / Richtlijn 64/433/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake gezondheidsvraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in vers vlees; - Vleesverordening: regeling inzake het gebruik van additieven bij de verwerking van vlees van heideschapen; Verordening betreffende de bereiding van gehakt: gehakt, frikadellen, braadworsten enz. van rauwfijngehaktvlees van heideschapen. f) Verband:, Het "Diepholzer veenheideschaap" eet struikheide, verschillende soorten wollegras en zegge en verschillende kruiden en grassen; verder eet het ook grove den, berken, vuilboom en andere struiken., 4/5
Aangezien de "Diepholzer veenheideschapen" doelgericht worden gehoed, weiden ze voornamelijk op velden waarop geen gewasbeschermingsmiddelen worden gebruikt. Intensieve vetmesterij van de dieren is niet zinvol en wordt niet toegepast, maar in de winter worden de dieren bijgevoerd met zelf geproduceerd voer. De heideschapen hebben iri het veen een zodanig gevarieerd menu, dat het vlees veel tweevoudig onverzadigde vetzuren bevat. De extensieve houderij en het feit dat de dieren veel beweging krijgen maken dat de verhouding tussen de hoeveelheid vet en vlees bij dit schapenras optimaal kan worden genoemd. Aan de buitenkant van het schaap zit weinig vet, tussen de spieren zit een juiste hoeveelheid vet en ook de kleur en de consistentie van het vlees zijn goed. g) Controlestructuur Naam : Bezirksregierung Hannover (dienst of organisatie) Adres : 300002 Hannover h) Etikettering : Sticker met het logo van het via het merkenrecht beschermde beeldmerk en de woorden "Diepholzer Moorschnucke" en "g.u." (geschützte Urspfungsbezeichnung - Beschermde oorsprongsbenaming). i) (Eventuele) nationale eisen : (WORDTINGEVULD DOOR DE COMMISSIE) EG-nummer : G/DE/1096/260194 Datum van ontvangst van het volledige aanvraagdossier : 20/05/97 5/5