OER 2015-2016 facultair hoofdstuk 10 masteropleidingen faculteit Maatschappij & Recht



Vergelijkbare documenten
OER Master facultair hoofdstuk 10 Maatschappij & Recht Vastgesteld d.d

Deze versie treedt in werking op 1 september 2013 en vervangt alle voorgaande versies.

vastgesteld door de faculteitsdirectie op 19 maart instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 5 april 2012.

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

OER masteropleidingen facultair hoofdstuk Faculteit Natuur en Techniek FMT b

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Bijlage Cursusbeschrijvingen. Masteropleiding Forensisch Sociale Professional. Deeltijd

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Alle competenties moeten met voldoende zijn beoordeeld

Midden-Oostenstudies CROHO 60842

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Neerlandistiek CROHO 60849

De faculteit Communicatie en Journalistiek kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen:

10 SPECIFIEKE FACULTAIRE BEPALINGEN

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Toetsplan Masteropleiding Midden-Oosten Studies

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

FACULTEIT DER NATUURWETENSCHAPPEN, WISKUNDE EN INFORMATICA. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Masterschool Life and Earth Sciences studiejaar

10 SPECIFIEKE FACULTAIRE BEPALINGEN

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

10 SPECIFIEKE FACULTAIRE BEPALINGEN

STUDIEGIDS MASTER THEOLOGIE ALGEMEEN

OER Bachelor facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht vastgesteld

10 SPECIFIEKE FACULTAIRE BEPALINGEN

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 4 Opleidingsdeel hbo-pedagogiek

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

De student kan vanuit een eigen idee en artistieke visie een concept ontwikkelen voor een ontwerp en dat concept tot realisatie brengen.

Deze versie treedt in werking op 1 september 2015 en vervangt alle voorgaande versies.

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

Competentieprofiel. Instituut voor Interactieve Media. Competentieprofiel studenten Instituut voor Interactieve Media vastgesteld juni 2006

Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING FFTR

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

PR V1. Beroepscompetentie- profiel RBCZ therapeuten

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelorprogramma Academische Opleiding Leraar Basisonderwijs. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Specialisatie jonge kinderen

ECTS-fiche. 1. Identificatie. Graduaat Maatschappelijk werk Module Geïntegreerde competentieverwerving 3. Lestijden 40

Onderwijs- en examenregeling

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Bachelor Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

De 6 Friesland College-competenties.

MASTER PEDAGOGIEK MASTEROPLEIDING DEELTIJD

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Competentiematrix Master Pedagogiek

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Universiteit Leiden. Universiteit om te ontdekken.

WINDESHEIM IN ZWOLLE: UNIEKE MASTER VOOR HET BEROEPS- ONDERWIJS. Inspirators voor de toekomst

Opleidingsprofiel MPPM

MASTER LEIDERSCHAP EN INNOVATIE KIND EN EDUCATIE

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Korte omschrijving van de cursussen in het mastertraject Opvoedingsondersteuning

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk Werk Structuurgericht werken. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Studiegids. Masteropleiding Pedagogiek

de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening c.q. het beroep.

10 Masteropleiding Filosofie & Maatschappij

OER Bachelor facultair hoofdstuk Faculteit Maatschappij & Recht versie d.d

Juridische kennis en professionele vaardigheden

- MastertracksKlassieke en Mediterrane Archeologie - Archeologie van Noordwest Europa

BIJLAGE 1 ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING EINDTERMEN. 3TU Master of Science in Science Education and Communication (croho 68404)

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Praktijkopleider agrotechniek

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Format samenvatting aanvraag. Opmerking vooraf

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Reglement Examencommissies. Datum 23 september Versie Hogeschool Utrecht

Leren & Innoveren. Informatiedossier ten behoeve van en verzoek tot inschrijving voor de masteropleiding

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Onderwijs- en examenregeling

ECTS-fiche. Graduaat Maatschappelijk werk Samenwerkingsvaardigheden. Lestijden. Ingeschatte totale studiebelasting (in uren) 1 Mogelijkheid tot

Medewerker aan kwaliteitszorg. Sociaal communicator. bewaker. schriftelijk rapporteren naar het team of naar

Onderwijs- en examenregeling

MODEL REGELS EN RICHTLIJNEN EXAMENCOMMISSIE

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Transcriptie:

III FACULTEIT Maatschappij & Recht vastgesteld door de faculteitsdirectie op 24-02-2015 instemming van de facultaire medezeggenschapsraad op 1 mei 2015. Deze versie treedt in werking op 1 september 2015 en vervangt alle voorgaande versies. A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven: Artikel 20 Inschrijving voor cursussen Binnen de masteropleiding Forensisch Sociale Professional van de faculteit Maatschappij & Recht geldt dat de student door het onderwijsbureau wordt ingeschreven voor de cursussen/programmaonderdelen die voor zijn jaargroep/cohort staan gepland (=standaard studieroute). Volgt de student een afwijkende route (bijvoorbeeld als versneller, vertrager of als er gebruik wordt gemaakt van een leerlandschap), dan schrijft hij zich in via OSIRIS voor die vakken die buiten de standaard studieroute vallen. Deelname aan cursussen is alleen mogelijk als de student tijdig is ingeschreven in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Ook al wordt de student automatisch ingeschreven voor het merendeel van het onderwijsprogramma, de student blijft er zelf verantwoordelijk voor. Hij wordt aangeraden altijd de inschrijving te controleren en een inschrijfbevestiging te printen. Als de student niet correct is ingeschreven, heeft hij geen toegang tot de cursus. Inschrijven is mogelijk tot twee weken voor de start van een onderwijsperiode waarin het onderwijs van de desbetreffende cursus wordt gegeven. Artikel 24 Inschrijving voor tentamens Als de student wel staat ingeschreven, maar niet heeft deelgenomen aan het tentamen, wordt in OSIRIS NA (niet aanwezig) als tentamenresultaat geregistreerd. Dit is een tentamenuitslag en daarmee verliest de student een tentamenkans. Deelname aan tentamens is alleen mogelijk als de student tijdig is ingeschreven in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Ook al wordt de student automatisch ingeschreven voor het eerste reguliere tentamen en op zijn verzoek voor het hertentamen, de student blijft er zelf verantwoordelijk voor. Hij wordt aangeraden altijd de inschrijving te controleren en een inschrijfbevestiging te printen. Als de student niet correct is ingeschreven, heeft hij geen toegang tot het tentamen. De inschrijftermijnen voor tentamens staan opgenomen in de studiegids. Artikel 25 Tentamenkansen Een student heeft twee tentamenkansen per tentamen in een studiejaar. Wanneer een student niet deelneemt aan het eerste regulier geroosterde tentamenmoment, resteert uitsluitend nog de daarop volgende reguliere herkansingsmogelijkheid. Artikel 31 Vrijstellingen Voor de aanvraag van een vrijstelling zijn de procedurevoorschriften opgenomen in de studiegidsen van de opleidingen van de faculteit Maatschappij & Recht. Artikel 35 Vermelding cum laude of met genoegen Binnen de opleidingen van de faculteit Maatschappij & Recht werden tot voor kort nog beoordelingen als Goed, Voldoende etcetera toegekend. Bij de berekening als bedoeld in lid 1 en 2 van artikel 44 worden eventuele niet-cijfermatige resultaten door de examencommissie meegewogen. Hiervoor gelden de volgende regels: a. De beoordeling voldaan/niet voldaan wordt buiten beschouwing gelaten.

b. Als omrekeningstabel geldt: Voldoende = 6 Ruim voldoende = 7 Goed = 8 Zeer goed = 9 Uitmuntend = 10

B. Nadere facultaire Regelgeving: De Faculteit Maatschappij & Recht kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen: 1. Reglement Examencommissies HU 2. Fraudebeleid FMR

C. Opleidingen van de faculteit Maatschappij & Recht De Faculteit Maatschappij & Recht kent de volgende door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (on)bekostigde masteropleidingen: 1 M Pedagogiek 2 M Forensisch Sociale Professional

1. M Pedagogiek 1.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: M Pedagogiek Engelse naam: M Educational Theory CROHO-nummer: 44113 Aangeboden te: Amersfoort Loting: geen Specialisaties: - Management en Beleid (20 EC) - Advies en begeleiding (20 EC) - Zorg en begeleiding (20 EC) - Opleiden en begeleiden (20 EC) - Algemene variant (20 EC) Varianten: deeltijd Graad: Master of Education Afkorting graad: MEd Studielast: 90 EC Excellentieprogramma: - Eindkwalificaties Een ecologisch pedagoog beschouwt de wereld als een netwerk van verschijnselen, die onderling afhankelijk en fundamenteel met elkaar verbonden zijn. Ecologie heeft, in dit verband, betrekking op het geheel van relaties tussen opvoeders en kinderen. Na afloop van de opleiding is de student in het bijzonder in staat kerntaken uit te werken volgens de ecologisch pedagogische invalshoek. De zeven eindkwalificaties van de Master Ecologische Pedagogiek, die door leeractiviteiten in onder andere leerdomeinen, specialisatie en praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek uitgewerkt worden, zijn in het kader van de beroepsontwikkeling als volgt gespecificeerd: Eindkwalificatie 1: besef van maatschappelijke verantwoordelijkheid. kan kritische reflecteren op en in de praktijk bewust en zorgvuldig omgaan met ethische en normatieve vraagstukken en maatschappelijke verantwoordelijkheden met betrekking tot de ontwikkeling, verbreiding en toepassing van kennis op ecologisch pedagogisch terrein. is zich bewust van de taken en verantwoordelijkheden van de ecologische pedagoog op het gebied van maatschappelijk opvoeden en handelt hiernaar. is zich bewust van de gemeenschappelijke verantwoordelijkheden van factoren binnen de diverse opvoedingsmilieus voor de opvoeding van jeugd en jongeren en is staat om een stimulerend opvoedingsklimaat en stimulerende leef- en leeromgevingen te scheppen, verbindingen tot stand te brengen tussen mensen en sociale netwerken te benutten en te ontwikkelen. is zich bewust van zijn (mede)verantwoordelijkheid als ecologisch pedagoog voor de totstandbrenging en optimale benutting van de mogelijkheden tot preventie van opvoedingsproblemen en handelt hiernaar. kan een juiste inschatting doen van de betekenis van sociale en culturele verschillen bij opvoedingsvragen binnen een multiculturele samenleving en hiermee bij ecologisch pedagogische begeleiding of bij de vormgeving aan ecologisch pedagogisch beleid rekening houden. Eindkwalificatie 2: onafhankelijke oordeelsvorming met betrekking tot gewenste ontwikkelingen, gebaseerd op kennis van hoog niveau. heeft een constructief kritische instelling ten aanzien van theorievorming, gebruikte oplossingsmethoden en geboekte resultaten op ecologisch pedagogisch terrein.

kan algemeen pedagogische, ecologisch pedagogische, urbaan pedagogische, sociaalpedagogische, onderwijspedagogische en orthopedagogische kennis en kennis vanuit de relevante nevendisciplines integreren en problemen, rekening houdend met de diverse invalshoeken, integraal en ecologisch benaderen. is bereid en in staat zijn ecologisch pedagogisch handelen te verantwoorden aan de hand van theoretische en normatieve kaders. is in staat tot kritische zelfreflectie met betrekking tot eigen sterke en zwakke kanten bij de beroepsuitoefening, staat open voor de kritiek van andere factoren binnen het ecologisch pedagogisch domein en beschikt over lerend vermogen, tot uitdrukking komend in het nemen van de verantwoordelijkheid voor de eigen professionele- en loopbaanontwikkeling. heeft interesse in en is bereid tot structurele en frequente uitwisseling van ervaringen met betrekking tot opvoedingsvraagstukken en wil en kan met anderen samenwerken bij het zoeken naar oorzaken van problemen en naar mogelijke oplossingen. Eindkwalificatie 3: effectief functioneren in en vanuit een arbeidsomgeving. is in staat vanuit een arbeidsomgeving een ecologisch pedagogische relatie aan te gaan, te onderhouden en te beëindigen met een individu, groep en/of groter sociaal verband en op basis daarvan de kerntaken uit te voeren, die behoren tot het beroep van ecologisch pedagoog. is in staat om bij zijn activiteiten als ecologisch pedagoog rekening te houden met de aanwezige motivatie, mogelijkheden, activiteiten en zich ontwikkelende inzichten bij leerlingen/cliënten en/of factoren binnen de ecologisch pedagogische sector waarmee hij samenwerkt. is in staat vanuit een arbeidsomgeving te functioneren in diverse rollen als collega, lid van een multidisciplinair team, werkbegeleider, coördinator en leidinggevende, als projectleider, als voorlichter, als leraar, als netwerker en als vertegenwoordiger van de organisatie in externe samenwerkingsverbanden. is in staat om in en vanuit een arbeidsomgeving en op basis van gericht onderzoek en systematische evaluatie bij te dragen aan de vormgeving van beleid, de verbetering van de van de hulp- en dienstverlening en de ontwikkeling van nieuwe producten. weet van toepassing zijnde financiële, beheersmatige, organisatorische, wettelijke en beleidsmatige kaders bij de uitvoering van zijn werk effectief te hanteren. Eindkwalificatie 4: uitvoeren van op toepassing van kennis gericht onderzoek, waarin complexe ecologisch, urbane, sociaal- en orthopedagogische problemen worden geanalyseerd, mede met behulp van kennis voortkomend uit praktijkgericht onderzoek. is in staat tot het zelfstandig en in teamverband verrichten van praktijkgericht wetenschappelijk onderzoek vanuit multidisciplinair perspectief, ook juist waar dit gericht is op opvoedingsproblemen, die zich in alle drie de opvoedingsmilieus voordoen. is bij het verrichten van praktijkgericht onderzoek gespitst op het leveren van een bijdrage aan de preventie of oplossing van actuele opvoedingsproblemen of de vernieuwing/verbetering van de ecologisch pedagogische dienstverlening/infrastructuur; tegelijkertijd is hij in staat en bereid tot open discussie en kritische evaluatie met betrekking tot de (mogelijke) effecten van zijn onderzoek in de praktijk. is in staat om bij praktijkgericht onderzoek vraag- en klantgericht te werken, is zich bij de aanvaarding en uitvoering van een onderzoeksopdracht bewust van de grenzen van zijn eigen leef- en werkkwaliteiten en schakelt zo nodig de expertise van derden in. is in staat om bij het verrichten van praktijkgericht onderzoek rekening te houden met gangbare kentheoretische en methodologische inzichten en gebruik te maken van relevante resultaten van fundamenteel wetenschappelijk onderzoek op pedagogisch, ecologisch pedagogisch, urbaan pedagogisch, sociaalpedagogisch, orthopedagogisch, onderwijskundig en sociaal-wetenschappelijk terrein. is in staat om bij ecologisch pedagogisch en sociaal-wetenschappelijk (veld)onderzoek gangbare methoden en technieken op een verantwoorde wijze toe te passen en houdt bij het trekken van conclusies rekening met conflicterende informatie/uitkomsten van eerder onderzoek. is in staat de uitkomsten van zijn onderzoek wetenschappelijk te verantwoorden en zowel mondeling als schriftelijk duidelijk en systematisch te presenteren aan vakgenoten.

Eindkwalificatie 5: zelfstandig kennis verwerven op het ecologisch pedagogisch terrein, daarover kunnen communiceren met anderen en kennis kunnen delen met en overdragen op het begripsniveau van de diverse factoren binnen de ecologisch pedagogische sector. is op de hoogte van, en in staat tot het zelfstandig kritisch volgen van de nieuwste (ook internationale) ontwikkelingen binnen het vakgebied, het beroepenveld en de onderliggende disciplines en bereid en in staat zijn handelen op basis hiervan bij te stellen. is in staat om conclusies, alsmede de kennis, motieven en overwegingen die hieraan ten grondslag liggen, duidelijk en ondubbelzinnig over te brengen op een publiek van specialisten of niet-specialisten. kan in woord en geschrift actief deelnemen aan de (internationale) maatschappelijke discussie over opvoedkundige vraagstukken en de maatschappelijke functie, identiteit en legitimiteit van de beroepsuitoefening van ecologisch pedagogen. kan professioneel functioneren in multiculturele en internationale werksituaties. is in staat om ecologisch pedagogische en onderwijskundige kennis toe te passen in begeleiding vanuit het onderwijs en in staat om op basis van ecologisch pedagogische en didactische kennis educatieve programma s te ontwerpen en uit te voeren dan wel de uitvoering daarvan door anderen te coördineren. Eindkwalificatie 6: methodisch verantwoord en gedisciplineerd werken. is zelfstandig en functionerend binnen een samenwerkingsverband in staat tot plan- en procesmatig werken: (1) grondige inventarisatie van het probleem/de uitgangssituatie, (2) opstellen van een realistisch plan, (3) methodische uitvoering van het plan, (4) geregelde kritische reflectie/evaluatie en (5) bijstelling. is in staat om gebruik te maken van theoretische noties en theorievorming op het vakgebied en kan de relevantie daarvan beoordelen bij het uitvoeren van werkzaamheden en het initiëren van praktijkgericht onderzoek. is in staat om ecologisch pedagogische problemen te bezien vanuit een holistisch perspectief en integraal aan te pakken vanuit een interdisciplinaire benadering. Eindkwalificatie 7: leiding geven aan projecten waarin complexe problemen worden opgelost, of innovaties worden voorbereid of worden geïmplementeerd. staat open voor nieuwe invalshoeken, speelt een stimulerende rol bij het genereren van nieuwe inzichten en de ontwikkeling van innovatieve plannen en weet daarbij kennis en capaciteiten van anderen aan te spreken en hen uit te dagen daaraan bijdragen te leveren. is in staat tot het integreren van multidisciplinaire kennis en visies van verschillende experts rond een praktijkprobleem. is in staat om een leidende of coördinerende rol te spelen bij projectmatig onderzoek op ecologisch pedagogische probleemgebieden, bij de totstandkoming en uitvoering van ecologisch pedagogisch beleid op micro-, meso-, en macroniveau en bij het op elkaar afstemmen van onder meer ecologisch pedagogische aanpakken. kan op de uitvoering van ecologisch pedagogisch beleid reflecteren, daarbij waaromvragen stellen en van het concrete niveau abstraheren om nadere beleidsconclusies en meer algemene lessen te trekken. Algemene inrichting 1.2 Vooropleidingseisen 1.2.1 Voor deze opleiding gelden naast de algemene vooropleidingseisen zoals genoemd in artikel 11 Inschrijvingsregeling, nadere vooropleidingseisen. Deze nadere eisen zijn: In bezit zijn van een diploma van een verwante hbo- of bachelor pedagogisch, sociaal agogisch of educatie. Daarnaast geldt een aanbeveling van twee jaar relevante werkervaring.

De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de http://www.masters.hu.nl/allemasteropleidingen/master%20ecologische%20pedagogiek.aspx (www.masters.hu.nl). 1.3 Toegangsbeperking specialisaties (art. 24) De opleiding kent de volgende specialisaties: Management en Beleid (20 EC) Advies en begeleiding (20 EC) Zorg en begeleiding(20 EC) Opleiden en begeleiden (20 EC) Algemene variant (20 EC) Deze specialisaties kennen geen toegangsbeperking.

2. M Forensisch Sociale Professional 2.1 De kerngegevens van de opleiding zijn de volgende: Naam opleiding: M Forensisch Sociale Professional Engelse naam: M Forensic Social Professional CROHO-nummer: 70184 Aangeboden te: Utrecht Loting: geen Specialisaties : geen Varianten: deeltijd Graad: Master of Social Work Afkorting graad: M SW Studielast totaal: 60 EC Excellentieprogramma: - Eindkwalificaties Na afloop van de opleiding heeft de student de volgende competenties: 1. De master forensisch sociale professional kan beslissingen nemen over een (lopend) interventieplan gericht op het beheersen van risico s en begeleiden van verandering, in complexe casuïstiek met tegenstrijdige belangen en uiteenlopende waarden en doelen van professional, cliënt(systeem), netwerk, maatschappelijke veiligheid en sanctioneren. 2. De master forensisch sociale professional kan het proces van beheersing van risico s voor de omgeving en verandering van gedrag en/of omstandigheden van de cliënt (cq het systeem) of gedetineerde methodisch regisseren en kan zich hiervoor transparant verantwoorden, refererend aan waarden, aan doelen rond veiligheid en perspectief, aan relevante verklarende - en handelingskennis en aan het feitelijke handelen. 3. De master forensisch sociale professional kan sturing geven aan individuele en collectieve leerprocessen in de organisatie door het leren op de werkvloer te stimuleren en te faciliteren en door daarover te adviseren. 4. De forensisch sociale professional regisseert netwerken voor professionele samenwerking bij complexe casuïstiek, ook over de grenzen van de eigen instelling en van het forensische werkveld heen, en kan daarbij de eigen forensische opdracht en doelen effectief verbinden aan de doelen van de cliënt / cliëntsysteem / gedetineerde en aan de opdracht en doelen van andere betrokkenen. 5. Onderzoekend vermogen: Een onderzoekende houding hebben: kritisch zijn, willen begrijpen, willen bereiken, willen delen, willen vernieuwen, willen weten. Onderzoek gebruiken: onderzoeksresultaten van anderen op waarde schatten en toepassen in de eigen praktijk. Onderzoek doen: een onderzoeksplan opstellen, ontwerpgericht onderzoek uitvoeren en de resultaten daarvan verwerken tot een praktijkgericht advies. 6. De master forensisch sociale professional is in staat systematisch te reflecteren over zijn professioneel handelen op verschillende niveaus: ethisch/moreel, effectief, correct en persoonlijk. Hij kan zijn methodische, praktische en theoretische kennis inzetten ter verbetering van het eigen professioneel handelen, van de organisatie, en van het werkveld binnen de maatschappelijke context. Professionele houding: de student kan het eigen professioneel handelen en de professionele rol kritisch beschouwen in de context van de organisatie en werkveld. Professionele ontwikkeling: de student kan professionele ontwikkelvragen formuleren binnen de bestaande juridische, maatschappelijke en organisatorische kaders van het forensisch sociaal werk. De student is in staat systematisch te werken aan beantwoording van deze ontwikkelvragen.

Visie op beroep: de student ontwikkelt een visie op zijn beroep door kennis te hebben van de maatschappelijke positie van zijn werk, de beperkingen en mogelijkheden van zijn werkgebied en organisatie. Hierbij heeft de student oog voor dilemma s van het beroep van forensisch sociaal werk, en voor ontwikkelingen van het beroep, of ontwikkelingen die betrekking hebben op het beroep en de werkpraktijk. Algemene inrichting 2.2 Vooropleidingseisen Voor deze opleiding geldt als vooropleidings- en toelatingseisen: Een adequate vooropleiding op HBO of universitair niveau in het (forensisch) sociale domein. Minimaal drie jaar aantoonbare werkervaring als forensisch sociale professional in een formeel gedwongen kader of in een kader van informele dwang en drang. Gedurende de opleiding een werkplek als forensisch sociale professional binnen een gedwongen kader. De organisatie waarin u werkzaam bent, faciliteert u om de opleiding te volgen en opdrachten te maken waarbij u gebruik maakt van uw eigen werkpraktijk. De informatie met betrekking tot vooropleidingseisen is beschreven op de http://www.mfsp.hu.nl.