In deel 1 worden Middelkerke en Oostende vergeleken met het West-Vlaams gemiddelde en het gemiddelde van de kuststeden.

Vergelijkbare documenten
Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Jabbeke. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Oostende. Rammelaere Stefanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Oostende. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Lo-Reninge. De Jonghe Lore Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Middelkerke. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Koksijde. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Avelgem. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Brugge. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Diksmuide. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart De Panne. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Nieuwpoort. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Veurne. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Blankenberge. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Knokke-Heist. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Harelbeke. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Knokke-Heist. Rammelaere Stefanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Torhout. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Poperinge. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Tielt. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Menen. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Ieper. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Roeselare. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Kortrijk. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

aantal huishoudens % 65+ tov bevolking (2009) % <20 jaar tov bevolking (2009) (2009)

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Oudenburg. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Kortrijk

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Gistel. De Jonghe Lore Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Ledegem. Soete Stéphanie Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Ardooie. De Jonghe Lore Provinciebestuur West-Vlaanderen

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Blankenberge

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Kortrijk. De Jonghe Lore Provinciebestuur West-Vlaanderen

Inleiding. Omgevingsanalyse opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning op vraag van het Lop Basisonderwijs Oostende-Middelkerke 2

-Een buurt kan hoog scoren op de dimensie demografie maar laag op de dimensie huisvesting, er zijn buurten die hoog scoren op werkloosheid en

Kansarmoedeanalyse Gemeentelijke steekkaart Brugge

Omgevingsanalyse Oostende Ifv nieuwe locatie kinderdagverblijf In opdracht van CM Oostende

RAPPORT KANSARMOEDE-INDICATOREN IN ERPE-MERE

Omgevingsanalyse Harelbeke December 2014

Kansarmoede-profiel Westhoek

0. KENGETALLEN. Bron: FOD Economie (Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie), INR, VDAB, RVA en Steunpunt WSE.

aantal kinderen 0-2 jaar - Deelgemeenten van Deinze

Omgevingsanalyse gemaakt door het Steunpunt Sociale Planning van de dienst Welzijn (provincie West-Vlaanderen)

Omgevingsanalyse Beernem ikv Huis van het Kind

Algemeen rapport: vergelijk Postzones: Antwerpen Noord (2060), Antwerpen Kiel (2020), Antwerpen Linkeroever (2050), Borgerhout (2140)

Editie De West-Vlaamse. kansarmoedeatlas

nr. 187 van INGEBORG DE MEULEMEESTER datum: 13 januari 2015 aan HILDE CREVITS

Kansarmoedeatlas West-Vlaanderen

Inhoudsopgave. Pagina 2

Onderwijs SAMENVATTING

STEEKKAART Toelichting Indicator Datum Bron Toelichting

W E L Z I J N S M O N I T O R L I M B U R G Editie 2010

Zuid-Limburg in cijfers. 22 en 28 mei 2013

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

West-Limburg in cijfers. 17 juni 2013

2. De Antwerpse leerlingen in cijfers en kleuren

Tabel 2.1 Overzicht van de situatie op de arbeidsmarkt van de onderzochte personen op 30/06/97. Deelpopulatie 1996

Niet-werkende werkzoekenden in Genk

Het secundair onderwijs in cijfers

Inleiding Demografie Inwoners Bevolkingsdichtheid Totale bevolking Leeftijdscategorieën Prognoses...

RAPPORT SOCIALE KERNCIJFERS

Kids on Wheels Sinds Een participatief fietsproject met kinderen en jongeren in een aandachtswijk dat)

VLAANDEREN OP HET EUROPESE SCOREBORD Hoofstuk 4

Maasland in cijfers. 05 juni 2013

5. Discussie. 5.1 Informatieve waarde van de basisgegevens

basisonderwijs: overzicht in cijfers

Socio-economische blik op de Kempen

Situering op kaart. WIJKFICHES Bloemekenswijk. statistische sectoren Bloemekenswijk. 1,67 km 2 (1,1% van Gent) Oude Lieve. Rustoord.

GEMIDDELDE PRIJZEN EVOLUTIE 2017 S1 2018

De beroepsbevolking in de grensregio s van Nederland en Vlaanderen: grote verschillen aan weerszijden van de grens

Midden-Limburg in cijfers. 27 mei 2013

Hoofdstuk 2 Onderwijs en vorming

Het basisonderwijs in Antwerpen

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

«WELZIJNSBAROMETER 2010» SAMENVATTING EN CONCLUSIES

Socio-economische blik op de Kempen

Noord-Limburg in cijfers. 14 mei 2013

Hoeveel werkzoekenden telt uw gemeente?

Woonfiche kustzone B O D E M G E B R U I K. hinterlandgemeenten. Totale oppervlakte (in km²) kustgemeenten. kustzone ,3 658,5 479,8

Welzijnsbarometer 2015

STEM monitor Juni 2016

Woonfiche MIDDELKERKE

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel

4. Resultaten. 4.1 Levensverwachting naar geslacht en opleidingsniveau

Leerlingenaantallen basis- en

GENKSE BEVOLKING OP ARBEIDSLEEFTIJD NAAR SOCIO-ECONOMISCHE POSITIE

Woonfiche MIDDELKERKE

Verdere evolutie van de geharmoniseerde werkloosheid in ruime zin

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

STEM monitor 2015 SITUERING DOELSTELLINGEN

NOVEMBER 2014 BAROMETER

Arrondissement Oostende. Oostende ,7 291,6 3144,3. Arrondissement Oostende. Oostende

DE GENKSE ARBEIDSMARKT (cijfers )

Totale oppervlakte Koksijde Arrondissement West-Vlaanderen ,0 275,2 3144,3. Index Index

FOCUS OP TALENT BAROMETER. Kansengroepen in cijfers

INLEIDING W O O N G E L E G E N H E D E N S O C I A L E H U I S V E S T I N G V A S T G O E D P R IJ Z E N P R E M I E S E N E R G I E A R M O E D E

Arrondissement Kortrijk. Kortrijk ,0 402,9 3144,3. Kortrijk. Index Kortrijk. Index

Brugge ,4 661,3 3144,3. Brugge. Index Brugge. Index Arrondissement Brugge

Transcriptie:

1

Inhoudsopgave Inleiding... 3 Deel 1: Oostende en Middelkerke gesitueerd t.o.v. West-Vlaanderen en de kust... 4 Deel 2: Bespreking van de wijken... 8 2.1 Oostende in cijfers... 9 2.2 Middelkerke in cijfers... 11 2.3 De cijfers op kaart... 13 Deel 3: Kansarmoedeanalyse... 26 3.1 De onderzoekseenheden: statistische sectoren of buurten... 26 3.2 De kansarmoede-indicatoren... 26 3.3 De drempelwaarden... 27 3.4 Robuust doorheen de tijd... 27 3.5 Aandachtspunten bij de interpretatie van de resultaten... 28 3.6 Resultaten... 28 3.6.1 Kansarmoede in kaart: algemene kansarmoedeanalyse... 31 3.6.2 Kansarmoede: doelgroepenanalyse... 37 3.6.3 Evolutie in de tijd... 41 3.6.4 De kansarme buurten in cijfers... 48 Deel 4: Het secundair onderwijs in Middelkerke en Oostende... 52 4.1. Algemeen beeld... 53 4.1.1 Gewoon onderwijs... 53 4.1.2 Buitengewoon onderwijs... 55 4.2 Leerlingenstromen in het gewoon secundair onderwijs... 57 4.2.1 Uitstroom... 57 4.2.2 Instroom... 65 4.3 Leerlingenstroom in het buitengewoon secundair onderwijs... 69 4.4 Schoolse vertraging... 71 4.4.1 Algemeen... 71 4.4.2 Schoolse vertraging en gok-indicatoren... 72 4.5 Gok-indicatoren... 73 4.5.1 Gok in het gewoon onderwijs... 73 4.5.2 Gok in het buitengewoon onderwijs... 76 4.6 Anderstalige nieuwkomers... 78 4.7 Aantal meldingen Problematische Afwezigheid en Tucht... 79 2

Inleiding Deze omgevingsanalyse is een update van de omgevingsanalyses voor de regio s Oostende en Middelkerke uitgevoerd voor het LOP Oostende-Middelkerke in 2009-2010. Onderliggende omgevingsanalyse bestaat uit vier delen. In deel 1 worden Middelkerke en Oostende vergeleken met het West-Vlaams gemiddelde en het gemiddelde van de kuststeden. Deel 2 bekijkt de beide gemeenten op wijkniveau. In deel 3 wordt de kansarmoedesituatie bekeken. Hiervoor maken we gebruik van de resultaten uit de West-Vlaamse kansarmoede atlas 2011. In het laatste deel wordt het secundair onderwijs in Middelkerke en Oostende in beeld gebracht. 3

Deel 1: Oostende en Middelkerke gesitueerd t.o.v. West-Vlaanderen en de kust In onderstaande tabel worden de kenmerken opgesomd waarbij de gemeenten Oostende en Middelkerke vergeleken worden met het West-Vlaams gemiddelde en het gemiddelde voor de kuststeden. Naam Omschrijving Bron Oppervlakte in km² Oppervlakte in km² Sociale situatieschets (2007) Totale bevolking Totale bevolking Rijksregister (01.01.2011) Bevolkingsdichtheid Bevolkingsdichtheid Totale bevolking/oppervlakte Aantal huishoudens Aantal huishoudens Rijksregister (01.01.2011) % 12-18 jarigen Aandeel 12-18 jarigen op totale Rijksregister (01.01.2011) bevolking % <20jaar Aandeel inwoners jonger dan 20 jaar Rijksregister (01.01.2011) % 65+ Aandeel 65+ Rijksregister (01.01.2011) % sociale huurwoningen Aantal sociale huurwoningen t.o.v. aantal huishoudens VMSW (01.01.2010) + SVK (31/12/2010) 1 Leefloners Beroepsbevolking Werkloosheidsdruk % Werkzaamheidsgraad % Jobratio % Aantal personen die een leefloon verkregen hebben in 2010 (unieke telling) per 1.000 inwoners Niet-werkende werkzoekenden+werkenden Aantal niet-werkende werkzoekenden en ouderen t.o.v. potentiële beroepsbevolking (18-64 jaar) Aantal werkenden t.o.v. beroepsbevolking (15-64 jaar) Aantal jobs per 100 inwoners op arbeidsleeftijd (15-64 jaar) POD MI (2010)+Rijksregister (01/01/2011) Steunpunt WSE (jaargemiddelde 2009) Dienst Economie West-Vlaanderen (2009) Steunpunt WSE (jaargemiddelde 2009) Steunpunt WSE (jaargemiddelde 2009) Oppervlakte in km² Totale bevolking Bevolkingsdichtheid Aantal huishoudens % 12-18 jarigen % <20 jaar % 65+ Middelkerke 75,65 18.875 250 9.293 6,59 16,79 27,62 Oostende 37,7 69.541 1.845 35.414 6,54 17,29 26,20 Kust 353,02 218.166 618 107.746 6,57 16,43 26,29 Provincie 3.144,30 1.162.630 370 498.834 7,89 20,99 20,82 1 Voor alle SVK s die het registratieprogramma van VOB hanteren. 4

% Sociale huurwoningen Leefloners Beroepsbevolking Werkzaamheidsgraad Werkloosheidsdruk % Jobratio % Middelkerke 2,0 5,72 7.484 60,8 7,4 43,4 Oostende 8,2 9,3 28.543 59,4 10,0 76,8 Kust 5,43 5,46 2 87.776 60,9 3 8,2 4 60,6 5 Provincie 5,85 3,40 534.004 67,4 5,8 71,5 Uit de eerste tabel valt onmiddellijk op dat Oostende een zeer dicht bevolkte gemeente is terwijl Middelkerke veel dunner bevolkt is. Ondanks het feit dat de oppervlakte van Oostende slechts de helft van Middelkerke bedraagt, wonen er in Oostende tot 3,7 keer meer inwoners. Naar bevolkingsdichtheid toe betekent dit dat er in Oostende per km² 7,4 keer meer personen wonen dan in Middelkerke. Met 1.845 inwoners per km² is Oostende ook de dichts bevolkte gemeente van West-Vlaanderen. In Middelkerke tekent zich een andere situatie af: met slechts 245 inwoners per km² heeft Middelkerke een lage bevolkingsdichtheid t.o.v. zowel het West-Vlaams gemiddelde (370 inwoners/km²) als het kustgemiddelde (618 inwoners/km²). Van alle kustgemeenten is Middelkerke ook de gemeente met de laagste bevolkingsdichtheid. Wat de leeftijdsstructuur van de beide gemeenten betreft, zien we minder opmerkelijke verschillen. Beiden benaderen voor het aandeel jongeren het gemiddelde voor de kuststeden (16,43%). Ook wat het aandeel 12-18 jarigen betreft, benaderen Middelkerke en Oostende het gemiddelde voor de kust (6,57%). Voor de 65-plussers stellen we vast dat meer dan 1 op de 4 inwoners van Oostende en Middelkerke ouder is dan 65 jaar, wat we ook gemiddeld terugvinden voor alle kustgemeenten. Het aandeel ouderen is in Middelkerke wel iets hoger dan in Oostende en het gemiddelde voor de kust (27,6% t.o.v. 26,3%). In vergelijking met het provinciaal gemiddelde kenmerken Middelkerke en Oostende zich wel door hun oudere bevolkingsstructuur: een lager aandeel jongeren (17% t.o.v. 21%) en een hoger aandeel ouderen (26,2% t.o.v. 20,8%). Aangaande het sociaal huurpatrimonium stellen we vast dat de kuststeden gemiddeld genomen ongeveer een gelijkaardig aandeel sociale huurwoningen ter beschikking hebben dan het provinciaal gemiddelde (5,43% t.o.v. 5,85%). Onder de kuststeden zien we echter een grote variatie: zo heeft Oostende 8,2% sociale huisvesting, waarmee Oostende boven het provinciaal gemiddelde uitkomt terwijl Middelkerke slechts 2% sociale huurwoningen telt. Het aandeel leefloners t.o.v. de totale bevolking, uitgedrukt per 1.000 inwoners, ligt in Oostende duidelijk hoger. Met meer dan 9 leefloners per 1.000 inwoners heeft Oostende een hoger aandeel dan gemiddeld genomen voor de kuststeden (5,46 ). Middelkerke heeft met 5,7 leefloners per 1.000 inwoners eerder een gemiddeld aandeel leefloners, althans in vergelijking met de overige kustgemeenten. Het gemiddeld aandeel leefloners ligt voor de kuststeden evenwel hoger dan het West-Vlaams gemiddelde (5,4 t.o.v. 3,4 ). De beroepsbevolking wordt gevormd door het aantal werkenden en het aantal niet-werkende werkzoekenden. De werkzaamheidsgraad geeft het aandeel werkenden weer binnen deze beroepsbevolking. We zien dat de werkzaamheidsgraad voor de kustgemeenten gemiddeld genomen 2 Exclusief Zeebrugge 3 Exclusief Zeebrugge 4 Exclusief Zeebrugge 5 Exclusief Zeebrugge 5

lager ligt dan het West-Vlaams gemiddelde. Middelkerke benadert met een werkzaamheidgraad van 60,8% zeer dicht de gemiddelde waarde voor de kustgemeenten. In Oostende ligt de werkzaamheidgraad iets lager: 59,4%. De werkloosheidsdruk ligt duidelijk hoger aan de kust. Vooral Oostende valt hier op. De werkloosheidsdruk is er bijna 2 maal hoger dan het provinciaal gemiddelde. Middelkerke die met een werkloosheidsdruk van 7,4% boven de provinciale waarde komt (5,8%) scoort binnen de kustgemeenten (8,2%) wel beter. Oostende biedt per 100 inwoners op arbeidsleeftijd het meeste aantal jobs aan: 76,8 jobs per 100 inwoners tussen de 15 en 64 jaar. Met deze jobratio scoort Oostende zelfs beter dan de gemiddelde West-Vlaamse gemeente (71,5%). Middelkerke heeft met 43 jobs per 100 inwoners tussen de 15 en 64 jaar wel een zeer lage jobratio. Ook het gemiddelde voor de kuststeden ligt met een 60-tal jobs per 100 15-64 jarigen vrij laag. Groei-index totale bevolking 2006-2011 Groei-index huishoudens 2006-2011 Groei-index < 20-jarigen 2006-2011 Groei-index 65-plussers 2006-2011 Middelkerke 105,84 109,47 98,51 117,01 Oostende 101,06 101,91 98,23 104,48 Kust 102,92 105,29 95,79 111,85 Provincie 101,90 104,16 98,56 107,29 Groei-index beroepsbevolking 2007-2009 Evolutie werkzaamheidsgraad % Evolutie werkloosheidsgraad % Evolutie werkgelegenheidsgraad % 2007 2009 2007 2009 2007 2009 Middelkerke 96,20 60,10 60,80 7,00 7,40 44,50 43,40 Oostende 100,27 60,20 59,40 8,70 10,00 77,30 76,80 Kust 101,14 61,00 60,90 7,70 8,22 60,40 60,60 Provincie 101,41 67,30 67,40 5,20 5,80 71,10 71,50 De groei-index van de totale bevolking laat zien dat Middelkerke tussen 2006 en 2011 de grootste toename van het aantal inwoners kende van de hier beschouwde regio s. In Middelkerke nam de bevolking tussen beide teljaren met 5,84% toe. Oostende tekent eveneens een bevolkingstoename op (1,06%), zij het weliswaar iets minder dan het gemiddelde voor de kuststeden (2,92%) of het provinciaal gemiddelde (1,9%). Het aantal huishoudens nam overal iets sneller toe dan het aantal inwoners wat wijst op een toename van het aantal 1-persoonshuishoudens of een verdere gezinsverdunning. Het aantal jongeren neemt overal duidelijk af. Gemiddeld genomen aan de kuststeden daalde het aantal jongeren met 4,21%. De afname van het aantal jongeren is dus meer uitgesproken aan de kust dan gemiddeld genomen in West-Vlaanderen. Wat Middelkerke en Oostende betreft, benaderen zij met een afname van 1 à 2 % eerder het provinciaal gemiddelde. De 60-plussers nemen daarentegen duidelijk in aantal toe. Deze toename is het meest uitgesproken in Middelkerke. Daar zien we een toename van 17% 60-plussers in 2011 t.o.v. 2006. Ook de kuststeden hebben met een toename van 11,85% een forsere toename van het aantal senioren dan 6

gemiddeld genomen in West-Vlaanderen (7%). Oostende valt hier wel op want met een stijging van slechts 4,5% 60-plussers scoort Oostende zelfs onder het provinciaal gemiddelde. De beroepsbevolking nam in Middelkerke met bijna 4% af. In Oostende bleef de situatie eerder stabiel en gemiddeld genomen zien we een licht toename voor de kuststeden en West-Vlaanderen. De werkzaamheidsgraad is nergens opmerkelijk gewijzigd. In 2009 ligt de werkzaamheidsgraad van de gemiddelde kustgemeente nog steeds een stuk onder het provinciaal gemiddelde. We vinden er gemiddeld 60 werkenden per 100 15-64 jarigen. In West-Vlaanderen zijn dit er 67. De werkzaamheidsgraad van Oostende ligt, zowel in 2007 als in 2009, wel lager dan het gemiddelde voor de kustgemeenten. De werkloosheidsgraad nam overal toe. In Oostende was deze toename het sterkst. In 2009 tellen we in Oostende met 10 werkzoekenden per 100 personen uit de beroepsbevolking bijna 2 maal zoveel werkzoekenden als gemiddeld voor de provincie (5,8). Het aantal jobs per 15-64 jarigen nam in Middelkerke en Oostende af tussen 2007 en 2009. Beide gemeenten wijken hierdoor af van de evolutie voor de kuststeden en de provincie. Daar nam de jobratio tussen 2007 en 2009 lichtjes toe. 7

Deel 2: Bespreking van de wijken Voor de omgevingsanalyse op wijkniveau werden verschillende indicatoren gehanteerd. Deze vind je in onderstaande tabel. De keuze van de indicatoren is enerzijds gebaseerd op basis van de relevantie van de indicator voor het thema gelijke-onderwijskansen, anderzijds diende het ook mogelijk te zijn om, vanuit de data beschikbaar bij het Steunpunt Sociale Planning, de gegevens te construeren op het gevraagde wijkniveau. Naam omschrijving bron % Belgen aandeel Belgen in de totale populatie rijksregister 01.01.2011 % niet-belgen aandeel niet-belgen in de totale populatie rijksregister 01.01.2011 % laag en medium HDI aandeel niet Belgen afkomstig uit landen met een laag rijksregister 01.01.2011 en medium HDI 6 t.o.v. alle niet-belgen Gemiddelde gezinsgrootte gemiddelde gezinsgrootte rijksregister 01.01.2011 % alleenstaanden aandeel alleenstaanden t.o.v. het aantal huishoudens rijksregister 01.01.2011 % eenoudergezinnen aandeel eenoudergezinnen t.o.v. alle gezinnen met rijksregister 01.01.2011 kinderen % gezinnen met kinderen aandeel gezinnen met kinderen (0-19 jaar) t.o.v. alle rijksregister 01.01.2011 huishoudens % gezinnen zonder kinderen aandeel gezinnen zonder kinderen t.o.v. alle rijksregister 01.01.2011 huishoudens % 0-12 jarigen aandeel 0-2 jarigen in de totale bevolking rijksregister 01.01.2011 % 13-19 jaar aandeel 13-19 jarigen in de totale bevolking rijksregister 01.01.2011 % <20-jarigen aandeel 0-19 jarigen in de totale bevolking rijksregister 01.01.2011 % 65-plussers aandeel 65-plussers in de totale bevolking rijksregister 01.01.2011 % 20-35 jarigen aandeel 20-35 jarigen in de totale bevolking rijksregister 01.01.2011 % werkzoekenden aandeel werkzoekenden t.o.v. alle 18-64 jarigen VDAB en rijksregister, 01.01.2011 % wzk gezinshoofd met kinderlast aandeel werkzoekenden die gezinshoofd zijn met kinderlast t.o.v. alle werkzoekenden % wzk >1 jaar aandeel werkzoekenden langer dan 1 jaar werkzoekend t.o.v. alle werkzoekenden % jonge wzk aandeel werkzoekend jonger dan 25 t.o.v. alle werkzoekenden VDAB en rijksregister, 01.01.2011 VDAB en rijksregister, 01.01.2011 VDAB en rijksregister, 01.01.2011 % sociale huur aandeel sociale huurwoningen t.o.v. aantal huishoudens VMSW, SVK en rijksregister, 01.01.2009 Er dient opgemerkt te worden dat bij deze indicatoren de som van de wijken niet overeenkomt met totalen van de gemeente (bv. de totale bevolking van Middelkerke komt niet overeen met de som van de bevolking van alle wijken). Dit komt omdat een aantal inwoners nog niet toegeschreven kunnen worden aan een specifieke wijk of deelgemeente (vb. omdat het een nieuwe woning betreft die op het ogenblik van de telling nog niet ingetekend was.) In wat volgt wordt elke wijk enerzijds cijfermatig beschreven. Per indicator worden de absolute en relatieve cijfers op wijkniveau weergegeven. Vervolgens biedt het kaartmateriaal de mogelijkheid om het cijfermateriaal meer te duiden: welke wijken scoren hoog of laag per indicator. Belangrijk is om beiden, zowel de tabellen als het kaartmateriaal, samen te bekijken. 6 De Human Development Index is een samenvattende maat voor de menselijke ontwikkeling. Het wil de gemiddelde realisatie in een land meten van: een lang en gezond leven (uitgedrukt door de levensverwachting bij de geboorte); het kennisniveau (uitgedrukt door de graad van geletterdheid bij volwassenen en de scholarisatiegraad); een treffelijke levensstandaard (uitgedrukt door het BBP per hoofd in PPP). Uit deze drie deelindicatoren wordt een samengestelde index geconstrueerd. Dit is de Human Development Index, of HDI. Dit is een getal tussen 0 en 1 (hoog HDI > 0.8, medium HDI tussen 0,5 en 0,8 en laag HDI < 0,5). België haalt een score van 0.94. 8

2.1 Oostende in cijfers Totale 0-12 bevolking 7 jarigen 13-19 jarigen <20- jarigen 65-20-35 plussers 8 jarigen Oostende 68.584 7.331 4.693 12.024 17.386 11.542 Aantal huishoudens Alleenstaanden Eenoudergezinnen gezinnen met kinderen Centrum 8.820 595 355 950 3.347 1.223 Mariakerke 9.798 963 619 1.582 2.499 1.595 Oud-Centrum 7.037 468 289 757 2.459 990 Stene 17.839 2182 1.513 3.695 3.804 2.950 Vuurtoren 5.829 729 460 1.189 1.093 1.176 Westerkwartier- Soldatenberg 15.646 1794 1.096 2.890 3.597 2.970 Zandvoorde 3.612 600 361 961 587 636 Centrum 5.490 3.156 194 577 4.913 Mariakerke 5.165 2.336 214 955 4.210 Oud-Centrum 4.478 2.664 186 476 4.002 Stene 8.031 2.510 435 2.152 5.879 Vuurtoren 2.697 926 173 697 2.000 Westerkwartier- Soldatenberg 8.149 3.831 407 1.630 6.519 Zandvoorde 1.402 288 57 537 865 Oostende 35.414 15.712 1.666 7.024 28.390 gezinnen zonder kinderen Belg Niet-Belg L&M HDI werkzoekenden wzk met kinderlast wzk >1 jaar jonge wzk sociale huur Centrum 8.178 809 194 519 141 223 79 148 Mariakerke 9.585 465 80 472 159 201 86 72 Oud-Centrum 6.362 729 149 412 114 186 66 206 Stene 17.220 669 146 615 286 245 147 1.541 Vuurtoren 5.692 270 60 312 131 136 69 357 Westerkwartier- Soldatenberg 14.559 1.377 441 891 312 397 163 493 Zandvoorde 3.572 51 4 71 42 24 22 74 Oostende 65.171 4.370 1.074 3.292 1.185 1.412 632 2.891 7 Voor de beschrijving van de wijken werden de inwoners van collectieve huishoudens (=vnl. rusthuizen) uit de tellingen weggelaten. Het totale bevolkingscijfer op gemeenteniveau wijkt hier om die reden af van het totale bevolkingscijfer vermeld onder Deel1: Oostende en Middelkerke gesitueerd. 8 Exclusief de inwoners van collectieve huishoudens 9

% 0-12 jarigen % 13-19 jarigen % <20- jarigen % 65- plussers % 20-35 jarigen Centrum 6,62 3,95 10,77 37,95 13,87 Mariakerke 9,58 6,16 16,15 25,51 16,28 Oud-Centrum 6,60 4,08 10,76 34,94 14,07 Stene 12,20 8,46 20,71 21,32 16,54 Vuurtoren 12,23 7,72 20,40 18,75 20,17 Westerkwartier- Soldatenberg 11,26 6,88 18,47 22,99 18,98 Zandvoorde 16,56 9,96 26,61 16,25 17,61 Totaal Oostende 10,54 6,75 17,53 25,35 16,83 Gemiddelde gezinsgrootte % alleenstaanden % eenoudergezinnen % gezinnen met kinderen % gezinnen zonder kinderen Centrum 1,61 57,49 33,62 10,51 89,49 Mariakerke 1,90 45,23 22,41 18,49 81,51 Oud-Centrum 1,57 59,49 39,08 10,63 89,37 Stene 2,22 31,25 20,21 26,80 73,20 Vuurtoren 2,16 34,33 24,82 25,84 74,16 Westerkwartier- 1,92 47,01 24,97 Soldatenberg 20,00 80,00 Zandvoorde 2,58 20,54 10,61 38,30 61,70 Oostende 1,94 44,37 23,72 19,83 80,17 % Belg % Niet-Belg % L&M HDI % werkzoekenden % wzk met kinderlast % wzk >1 jaar % jonge wzk % sociale huur Centrum 91,00 9,00 23,98 11,15 27,17 42,97 15,22 2,70 Mariakerke 95,37 4,63 17,20 7,93 33,69 42,58 18,22 1,39 Oud-Centrum 89,72 10,28 20,44 5,81 27,67 45,15 16,02 4,60 Stene 96,26 3,74 21,82 5,69 46,50 39,84 23,90 19,19 Vuurtoren 95,47 4,53 22,22 8,49 41,99 43,59 22,12 13,24 Westerkwartier- Soldatenberg 91,36 8,64 32,03 9,32 35,02 44,56 18,29 6,05 Zandvoorde 98,59 1,41 7,84 3,28 59,15 33,80 30,99 5,28 Totaal Oostende 93,72 6,28 24,58 8,08 36,00 42,89 19,20 8,16 10

2.2 Middelkerke in cijfers Vier wijken in Middelkerke zijn naar inwonersaantal heel wat kleiner dan de overige wijken. Dit zijn de wijken Mannekensvere, Schore, Sint-Pieters-Kapelle en Wilskerke. Voor heel wat indicatoren betekent dit dus dat het om beperkte absolute aantallen gaat. Voorzichtigheid is dan ook geboden bij het interpreteren van het cijfermateriaal, in het bijzonder de percentages. Daarom werden deze wijken in onderstaande tabellen in het oranje gemarkeerd. Totale bevolking 0-12 jarigen 13-19 jarigen <20- jarigen 65- plussers 20-35 jarigen Leffinge 2.305 318 224 542 385 405 Lombardsijde 2.317 297 231 528 416 366 Mannekensvere 255 35 26 61 42 48 Middelkerke 7.027 537 374 911 2.347 903 Schore 195 34 20 54 30 32 Sint-Pieters-Kapelle 268 47 29 76 40 46 Slijpe 894 117 98 215 150 141 Westende-Bad 2.179 142 85 227 815 197 Westende-Dorp 2.738 269 163 432 802 358 Wilskerke 146 17 12 29 29 26 Totaal Middelkerke 18.741 1.884 1.285 3.169 5.108 2.630 Aantal huishoudens gezinnen met kinderen Leffinge 901 192 31 292 609 Lombardsijde 979 263 41 294 685 Mannekensvere 97 25 <5 34 63 Middelkerke 3.907 1.848 127 545 3.362 Schore 75 18 <5 28 47 Sint-Pieters-Kapelle 104 31 <5 36 68 Slijpe 331 54 7 114 217 Westende-Bad 1.357 755 55 136 1.221 Westende-Dorp 1.311 417 48 249 1.062 Wilskerke 59 14 <5 17 42 Totaal Middelkerke 9.293 3.653 328 1.807 7.486 gezinnen zonder kinderen Alleenstaanden Eenoudergezinnen Belg Niet- L&M sociale werkzoekenden wzk met wzk >1 Jonge Belg HDI huur kinderlast jaar werkzoekenden Leffinge 2.276 29 5 8 48 20 19 12 Lombardsijde 2.293 24 9 25 60 26 20 17 Mannekensvere 252 <5 0 0 0 0 0 0 Middelkerke 6.877 196 45 109 243 59 120 43 Schore 195 0 0 0 <5 <5 <5 <5 Sint-Pieters- Kapelle 267 <5 0 0 6 <5 6 <5 Slijpe 888 6 0 0 17 5 9 <5 11

Westende-Bad 2.111 68 12 5 106 28 47 16 Westende-Dorp 2.693 70 9 41 74 29 31 18 Wilskerke 206 <5 0 0 <5 0 0 <5 Middelkerke 18.467 408 80 188 572 179 260 116 % 0-12 jarigen % 13-19 jarigen % <20- jarigen % 65- plussers % 20-35 jarigen Leffinge 13,80 9,72 23,51 16,70 17,57 Lombardsijde 12,82 9,97 22,79 17,95 15,80 Mannekensvere 13,73 10,20 23,92 16,47 18,82 Middelkerke 7,64 5,32 12,96 33,40 12,85 Schore 17,44 10,26 27,69 15,38 16,41 Sint-Pieters-Kapelle 17,54 10,82 28,36 14,93 17,16 Slijpe 13,09 10,96 24,05 16,78 15,77 Westende-Bad 6,52 3,90 10,42 37,40 9,04 Westende-Dorp 9,82 5,95 15,78 29,29 13,08 Wilskerke 11,64 8,22 19,86 19,86 17,81 Totaal Middelkerke 10,05 6,86 16,91 27,26 14,03 Gemiddelde gezinsgrootte % alleenstaanden % eenoudergezinnen % huishoudens met kinderen Leffinge 2,56 21,31 10,62 32,41 67,59 Lombardsijde 2,37 26,86 13,95 30,03 69,97 Mannekensvere 2,63 25,77 2,94 35,05 64,95 Middelkerke 1,80 47,30 23,30 13,95 86,05 Schore 2,60 24,00 7,14 37,33 62,67 Sint-Pieters-Kapelle 2,58 29,81 2,78 34,62 65,38 Slijpe 2,70 16,31 6,14 34,44 65,56 Westende-Bad 1,61 55,64 40,44 10,02 89,98 Westende-Dorp 2,09 31,81 19,28 18,99 81,01 Wilskerke 2,47 23,73 11,76 28,81 71,19 Totaal Middelkerke 2,02 39,31 18,15 19,44 80,56 % huishoudens zonder kinderen % Belg % Niet- Belg % L&M HDI % werkzoekenden % wzk met kinderlast % wzk >1 jaar % jonge wzk Leffinge 98,74 1,26 17,24 3,33 41,67 39,58 25,00 0,89 Lombardsijde 98,96 1,04 37,50 4,17 43,33 33,33 28,33 2,55 Mannekensvere 98,82 1,18 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 0,00 Middelkerke 97,23 2,77 22,96 6,24 24,28 49,38 17,70 2,79 Schore 100,0 0,00 0,00 2,56 66,67 33,33 33,33 0,00 Sint-Pieters-Kapelle 99,63 0,37 0,00 3,77 33,33 100,00 16,67 0,00 Slijpe 99,33 0,67 0,00 3,05 29,41 52,94 23,53 0,00 Westende-Bad 96,88 3,12 17,65 9,12 26,42 44,34 15,09 0,37 % sociale huur 12

Westende-Dorp 97,47 2,53 12,86 4,69 39,19 41,89 24,32 3,13 Wilskerke 98,56 1,44 0,00 2,08 0,00 0,00 100,00 0,00 Totaal Middelkerke 97,84 2,16 19,61 5,26 31,29 45,45 20,28 2,02 Mannekensvere, Schore, Sint-Pieters-Kapelle en Wilskerke Ondanks het feit dat we voor Mannekensvere, Schore, Sint-Pieters-Kapelle en Wilskerke voorzichtig dienen te zijn bij de interpretatie van het cijfermateriaal, kunnen we toch stellen dat Wilskerke een iets oudere bevolking heeft in vergelijking met de 3 overige wijken. Zelfs indien we de bewoners van het rusthuis niet in rekening brengen (wat het geval is in bovenstaande cijfers) dan stellen we vast dat het aandeel <20-jarigen in Wilskerke toch lager ligt dan in de overige 3 wijken terwijl het aandeel 65-plussers hoger ligt. Maar merken we wel op dat het aandeel <20-jarigen voor Wilskerke wel boven het gemeentelijk gemiddelde ligt. In absolute aantallen telt Wilskerke ook precies evenveel <20-jarigen als 65-plussers terwijl de overige 3 wijken meer <20-jarigen tellen dan 65-plussers. In dezelfde lijn stellen we vast dat Wilskerke, van deze 4 wijken, de wijk is met het laagste aandeel gezinnen met kinderen. De overige 3 wijken hebben allen een nagenoeg gelijkaardig percentage gezinnen met kinderen. Wat het percentage eenoudergezinnen betreft, krijgen we uit de tabellen de indruk dat Schore en Wilskerke heel wat hoger scoren dan Sint-Pieters-Kapelle en Mannekensvere maar let hier wel op de absolute aantallen: de 4 wijken tellen allemaal minder dan 5 eenoudergezinnen. 2.3 De cijfers op kaart De kaarten geven per indicator het percentage weer voor elke wijk. De kaarten kunnen als volgt gelezen worden: de groene tinten geven de wijken aan die voor die betreffende indicator onder het regionaal gemiddelde scoren (= gemiddelde voor Oostende en Middelkerke samen). De blauw gekleurde wijken hebben daarentegen een groter aandeel dan het regionaal gemiddelde. Welke waarde dit regionaal gemiddelde aanneemt, wordt in de legende vermeld. Zoals reeds gezegd worden voor vier wijken in Middelkerke geen waarden op de kaarten weergegeven. Het betreft de wijken: Mannekensvere, Schore, Sint-Pieters-Kapelle en Wilskerke. De lage absolute aantallen zorgen in deze wijken immers vaak voor extremen in percentages. Om verkeerde interpretaties te vermijden verwijzen we voor deze wijken dus naar de tabellen zelf (zie vorig punt). 13

14

15

16

17

18

De leeftijdsverdeling van de bevolking Bovenstaande kaarten laten zien dat de wijken gelegen aan de kuststrook zelf eerder gekenmerkt worden door een oudere bevolking in tegenstelling tot de wijken van het hinterland. Voor alle leeftijdscategorieën onder de 35 jaar ligt het aandeel in de meeste wijken langs de kust lager dan het regionaal gemiddelde. Voor de 65-plussers ligt het aandeel daarentegen doorgaans hoger aan de kust zelf dan in het hinterland. Twee uitzonderingen hierop zijn Westerkwartier-Soldatenberg en Vuurtoren. Deze twee wijken, gelegen aan de kuststrook van Oostende, hebben juist een jongere bevolking dan gemiddeld genomen in de regio. De wijken met het hoogste aandeel 65-plussers en het laagste aandeel <20-jarigen zijn: Middelkerke en Westende-Bad (Middelkerke) en het Centrum en Oud-Centrum van Oostende. Zandvoorde (Oostende) is de wijk met het hoogste aandeel <20-jarigen en behoort eveneens tot de wijken met het laagste aandeel 65-plussers. 19

Bovenstaande kaart geeft de gemiddelde gezinsgrootte per wijk weer. De wijken met een gele tint hebben gemiddeld genomen kleinere huishoudens dan de gemiddelde gezinsgrootte in de regio (bijna 2 personen per gezin). We zien dat dit voornamelijk de wijken langsheen de kuststrook zijn. Twee uitzonderingen hierop zijn Vuurtoren (in Oostende) en Westende-Dorp (in Middelkerke). 20

De kaart die de spreiding van de gezinnen met kinderen weergeeft, vertoont sterke overeenkomsten met de kaarten omtrent de leeftijdsstructuur van de bevolking. De wijken langsheen de kust tellen verhoudingsgewijs een lager aandeel gezinnen met kinderen terwijl de hinterlandwijken een hoger aandeel gezinnen met kinderen kennen dan gemiddeld genomen in de regio. Vuurtoren en Westerkwartier-Soldatenberg (Oostende), twee wijken langsheen de kust, vormen hierop een uitzondering. Deze twee wijken, die zoals reeds eerder gezien een eerder jongere bevolking hebben, hebben eveneens een hoger aandeel gezinnen met kinderen dan gemiddeld genomen in de regio. Zandvoorde in Oostende en Slijpe in Middelkerke hebben het hoogste aandeel gezinnen met kinderen. 21

Het grootste aandeel alleenstaanden vinden we in Westende-Bad (55,64%) te Middelkerke en het Centrum (57,49%) en Oud-Centrum (59,49%) in Oostende. Meer dan de helft van de huishoudens bestaat er uit een alleenstaand persoon. De kaarten die de leeftijdsstructuur van de bevolking weergeven tonen dat deze wijken juist gekenmerkt worden door een oudere bevolking. Naarmate we ons verder verwijderen van de kuststrook, zien we het aandeel alleenstaanden dalen. In Oostende valt Zandvoorde hier bijzonder op met 2 maal minder alleenstaanden op het totaal aantal huishoudens dan gemiddeld genomen in Oostende (20,54% t.o.v. 44,37%). 22

Wat de spreiding van de eenoudergezinnen betreft, zien we ook hier weer een duidelijk verschil tussen de wijken langsheen de kust en de hinterlandwijken. De kustwijken hebben doorgaans een hoger aandeel eenoudergezinnen dan gemiddeld genomen in de regio. Westende-Bad te Middelkerke en Centrum en Oud-Centrum (in Oostende) zijn hierbij de koplopers. Deze vaststelling is opvallend gezien deze wijken juist een lager aandeel gezinnen met kinderen tellen dan gemiddeld genomen in de regio. Zandvoorde maar in het bijzonder Slijpe, de twee wijken met het hoogste aandeel gezinnen met kinderen, tellen verhoudingsgewijs juist een lager aandeel eenoudergezinnen. 23

De wijken Oud-Centrum, Centrum en Westerkwartier-Soldatenberg, 3 wijken in Oostende, hebben het hoogste aandeel niet-belgen van de regio. Het aandeel niet-belgen binnen deze wijken is opmerkelijk hoger dan in de overige wijken van de regio. Oud-Centrum spant hierbij de kroon met meer dan 1 op 10 niet-belgen, gevolgd door het Centrum (9%) en Westerkwartier-Soldatenberg (8,64%). Slijpe heeft met 0,67% niet-belgen op de totale populatie het laagste aandeel niet-belgen. In absolute aantallen betreft het slechts 6 personen (op een totale bevolking van 894 inwoners). 24

Het hoogste aandeel werkzoekenden op het totaal aantal 18-64 jarigen vinden we in: Westende-Bad (9,12%); Mariakerke (7,93%); Westerkwartier-Soldatenberg (9,32%); Centrum van Oostende (11,15%) en Vuurtoren (8,49%). De wijken met het laagste aandeel werkzoekenden vinden we in Slijpe (3,05%), Leffinge (3,33%) en Zandvoorde (3,28%). 25

Deel 3: Kansarmoedeanalyse In wat volgt worden voor Oostende en Middelkerke de meest kwetsbare buurten besproken. Hiervoor putten we uit de kansarmoedeatlas 2011 opgemaakt door het Steunpunt Sociale Planning. 3.1 De onderzoekseenheden: statistische sectoren of buurten Het geografische niveau waarop gewerkt werd, zijn de statistische sectoren zoals bepaald door het toenmalig Nationaal Instituut voor Statistiek. Voor het gemak worden deze buurten genoemd. De afbakening van deze buurten gebeurde voornamelijk op basis van ruimtelijke factoren en fysische barrières (grote verkeersassen, waterlopen, treinsporen, ) zonder rekening te houden met de bevolkingsdensiteit. Concreet betekent dit dat sommige buurten slechts een zeer beperkt aantal inwoners tellen. Om buurten met elkaar te kunnen vergelijken was het noodzakelijk om relatieve cijfers te berekenen. Op kleine totalen kunnen kleine verschillen in absolute aantallen echter leiden tot eerder toevallige grote variaties in percentages. Om die reden werden alle buurten met minder dan 100 huishoudens uit de analyse geweerd. In totaal weerhouden we voor gans West-Vlaanderen 1.274 buurten (=463.983 huishoudens of 94,7% van alle huishoudens) waarop de analyses werden uitgevoerd. 560 buurten telden te weinig inwoners (=26.223 huishoudens of 5,3% van alle huishoudens). Voor een aantal gemeenten betekent dit dus dat een gedeelte van het grondgebied onbesproken blijft. Maar in principe kunnen we toch uitspraken doen die gelden voor de meerderheid van de populatie. De niet opgenomen gebieden hebben meestal een industrieel of zeer landelijk karakter en zijn onbewoond of omvatten slechts een beperkt aandeel van de bevolking. Een tweede opmerking aangaande de buurten die in acht moet worden genomen, betreft hun oppervlakte. Op de kaarten kan duidelijk gezien worden dat de buurten in het Centrum van de gemeenten of de dorpskernen veel kleiner in oppervlakte zijn dan buurten gelegen in landelijke gebieden. Wat de inkleuring van de kaarten betreft, dient men dus indachtig te zijn dat een grote ingekleurde vlek niet op een grotere mate van kwetsbaarheid duidt dan een kleine ingekleurde vlek. Om de buurten gemakkelijker te kunnen situeren wordt de gemeente op de kaarten eveneens opgedeeld in de verschillende wijken waaruit deze bestaat. Voor een aantal gemeenten komt deze wijkindeling voort uit overleg tussen lokale actoren binnen de gemeente zodat deze nauw aansluit met het uitgevoerde lokale beleid. Voor de overige gemeenten wordt de indeling van het grondgebied in deelgemeenten gehanteerd. 3.2 De kansarmoede-indicatoren We zijn vertrokken van een zo ruim mogelijke dataset. Volgende criteria werden aangewend voor de selectie van de variabelen: - inhoudelijk verband houden met kansarmoede - beschikbaar op statistisch sectorniveau - betrouwbaar, jaarlijkse update en standvastig in de tijd Op basis van deze criteria konden we starten met een set van 39 variabelen. Via technieken van datareductie hebben we in een eerste stap deze variabelen gereduceerd tot een meer bevattelijk en werkbaar geheel. Het uiteindelijke resultaat is een set van 10 indicatoren geworden die onderverdeeld zijn in 4 dimensies: 26

Demografie: - Eenoudergezinnen - Alleenstaanden - Gescheiden 60-plussers Huisvesting: - Wooninstabiliteit (verhuisbewegingen) - Huurders 35-59 jaar - Huurders 60-plus Onderwijs: - Leerlingen met schoolse vertraging in het lager onderwijs - Leerlingen met schoolse vertraging in het secundair onderwijs - Leerlingen uit het buitengewoon onderwijs Werkloosheid: Laaggeschoold werkzoekenden Voor elke buurt werd op elk van deze dimensies een score berekend. Het zijn deze dimensiescores die verder werden gebruikt om de kansarmoedeanalyse uit te voeren. 3.3 De drempelwaarden Naar analogie met de kansarmoedeatlas van Kesteloot 9 werd een drempelwaarde van 15% gehanteerd. Concreet komt dit op het volgende neer: per dimensie van kansarmoede (onderwijs, huisvesting, demografie en werkzoekenden) worden de 1.274 weerhouden buurten gerangschikt van hoog naar laag. Hiervoor werden de dimensiescores gebruikt. De drempelwaarde voor elke dimensie bekomen we dus door de waarde te nemen waarbij 15% van alle buurten een waarde hoger hebben dan deze drempelwaarde. Om vervolgens te bepalen of een buurt al dan niet als kansarm kan aangeduid worden, stellen we dat alle buurten die op 3 of 4 van de dimensies de drempelwaarden hebben overschreden als kansarm weerhouden worden. Buurten die 0, 1 of 2 keer een drempeloverschrijding kennen, worden als nietkansarm beschouwd. 3.4 Robuust doorheen de tijd Omdat we enerzijds de mogelijkheid willen voorzien om de kansarmoedesituatie in West-Vlaanderen doorheen de tijd op te volgen maar eveneens om onze gevormde kansarmoede-indicatoren aan een extra toets te onderwerpen, werden dezelfde statistische procedures toegepast op identieke datasets met als referentiejaar 2006 en 2008. De resultaten voor de datasets uit 2006 en 2008 lagen volledig in lijn met deze uit 2010. We vonden telkens dezelfde indicatoren terug die eveneens de toets van de betrouwbaarheid doorstonden. Aangezien we reeds bij aanvang gekozen hebben voor indicatoren waarvoor we met zekerheid kunnen stellen dat deze de eerstkomende jaren inhoudelijk niet zullen wijzigen, kunnen we garanderen dat we ook voor de volgende jaren een kansarmoedeanalyse zullen kunnen opmaken, die niet alleen de huidige stand van zaken maar tevens de evolutie inzake kansarmoede in beeld zal kunnen brengen. 9 Kesteloot C. (red.) (1996). Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel. Brussel: Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, afdeling communicatie en ontvangst. 27

3.5 Aandachtspunten bij de interpretatie van de resultaten Onze definiëring van kansarmoede heeft enkele gevolgen voor de interpretatie van de resultaten. Ten eerste betekent dit dat de kansarme buurten niet noodzakelijk op elkaar lijken. Zowel wat betreft het aantal problemen (3 of 4 drempeloverschrijdingen) als de diepte van de problematiek (wordt de drempelwaarde net overschreden of bevindt de buurt zich bovenaan de lijst?), kunnen de buurten van elkaar verschillen. Een buurt kan hoog scoren op de dimensie demografie maar laag op de dimensie huisvesting, er zijn buurten die hoog scoren op werkloosheid en huisvesting, maar niet op demografie. Elke kansarme buurt wordt mede gedefinieerd door de lokale context waarin ze zich bevindt, wat elke buurt en haar inwoners een eigen specifiek karakter geeft. Een tweede belangrijke bemerking is het feit dat met de term kansarme buurt hier niet geïmpliceerd wordt dat alle bewoners van deze buurt per definitie kansarm zouden zijn. Het gaat hier louter om een buurt waar meerdere risicofactoren op kansarmoede gebundeld aanwezig zijn. In dezelfde lijn is het belangrijk hier te benadrukken dat we met deze analyse geen uitspraken doen over de leefbaarheid binnen de betreffende buurten. Een leefbaarheidsonderzoek is van een geheel andere aard dan een kansarmoedemonitor en vraagt een eigen methodiek en andere indicatoren. Ten derde zijn we voor de creatie van een kansarmoede-indicator in grote mate afhankelijk van de beschikbaarheid van betrouwbare indicatoren op het gewenste niveau. Komt daarbij dat kansarmoede zoveel ruimer is dan een louter financieel en materieel gebrek. Kansarmoede omvat evenzeer een psychologische en een emotionele dimensie, die uiteraard niet in cijfers te vatten valt. En vergeten we niet dat elk een eigen perceptie van eenzelfde werkelijkheid heeft: wat voor de ene persoon een kansarmoedesituatie is, is dit niet noodzakelijk voor een andere. Het is met andere woorden onmogelijk om alle aspecten van kansarmoede te vatten in 1 exact cijfer, wat het mogelijk maakt dat er enige discrepantie bestaat tussen de gevonden resultaten en de werkelijke situatie. Uit voorgaande moet het duidelijk geworden zijn dat het contextualiseren van de resultaten ten sterkste aangewezen is. Op zoek gaan naar bevestiging en duiding van de resultaten maar des te meer naar verklarende factoren kan bijkomend heel wat interessante informatie opleveren. Het kan het uitgelezen ogenblik zijn om even kritisch stil te staan bij genomen beleidsbeslissingen, al dan niet uitgevoerde maatregelen en de verdeling van middelen over het gemeentelijk grondgebied. En een indirect gevolg van deze oefening kunnen nieuwe netwerkcontacten zijn wat toekomstige projecten alleen maar ten goede kan komen. Deze regionale steekkaart moet dan ook gezien worden als een uitnodiging om aan de slag te gaan met de resultaten. De resultaten waar mogelijk aan vullen met verworven terreinkennis, om zo kansarmoede in West-Vlaanderen nog scherper te kunnen stellen, betekent een belangrijke meerwaarde voor deze kansarmoedeanalyse. 3.6 Resultaten De resultaten van de kansarmoedeanalyse worden cartografisch weergegeven. Op de kaarten zelf wordt verduidelijkt hoe de kaarten kunnen gelezen worden. De resultaten worden in 3 luiken onderverdeeld: - de algemene kansarmoedeanalyse - de doelgroepenanalyse: kwetsbare jongeren en/of ouderen - evolutie doorheen de tijd 28

Onderstaande tabel geeft een overzicht op welke dimensies de kansarme buurten de drempelwaarden hebben overschreden. Nummer buurt op kaart 21 Naam buurt MIDDELKERKE BAD & CASINO code Drempel Demografie Drempel Huisvesting Drempel Onderwijs Drempel Werkzoekenden Drempel Kwetsbare ouderen 35011A031 ja ja ja nee ja ja 22 JONCKHOFWIJK 35011A260 ja ja ja nee ja ja 23 3 6 35011H20- ja ja ja ja ja ja 35013A001 ja ja ja nee ja ja 35013A01- ja ja ja nee ja ja 5 A. BUYLSTRAAT 35013A02- ja ja ja nee ja ja 0 ALBERT I- PROMENADE-OOST 35013A041 ja ja ja nee ja ja 1 WAPENPLEIN 35013A052 ja ja ja nee ja ja 9 HAZEGRAS 35013A10- ja ja ja nee ja ja 10 SINT-JOZEF 35013A201 ja ja ja nee ja ja 8 LEOPOLD I-PLEIN 35013A211 ja ja ja nee ja ja 7 LEOPOLDPARK 35013A222 ja ja ja nee ja ja 13 HOSPITAAL 35013A232 ja ja ja nee ja ja 2 ALBERT I- PROMENADE-WEST 35013A242 ja ja ja nee ja ja 19 NIEUWLANDSTRAAT 35013A42- ja ja ja nee ja ja 15 PRINSENLAAN 35013A44- ja ja ja nee ja ja 14 H. HARTPLEIN 35013A501 ja ja ja nee ja ja 20 GODELIEVE 35013A511 ja ja ja nee nee ja 11 VELODROOMSTRAAT 35013A532 ja ja ja nee ja ja 17 NIJVERHEIDSSTRAAT 35013A543 ja ja ja nee ja ja 12 RENBAAN 35013A59- ja ja ja nee ja ja 4 WESTENDE-BAD - H.JASPARLAAN-N. OOSTENDE- CENTRUM POST - MERCATORDOK SINT- ANTONIUSPLEIN 35013B301 ja ja ja nee ja ja 16 CARDIJN 35013D552 ja ja ja nee ja ja 18 MARIAKERKE - STRANDPLEIN 35013F721 ja nee ja ja ja ja Drempel Kwetsbare jongeren 29

30

3.6.1 Kansarmoede in kaart: algemene kansarmoedeanalyse Om te bepalen of een buurt al dan niet als kwetsbaar kan aangeduid worden, stellen we dat alle buurten die op 3 of 4 van de dimensies de drempelwaarden hebben overschreden als kansarm weerhouden worden. Buurten die 0, 1 of 2 keer een drempeloverschrijding kennen, worden als nietkansarm beschouwd. 31

32

Demografie De dimensie demografie bestaat uit volgende 3 indicatoren: - eenoudergezinnen -alleenstaanden - gescheiden 60-plussers 33

Huisvesting De dimensie huisvesting omvat volgende 3 indicatoren: - huurders 35-59 jaar - huurders 60-plus - wooninstabiliteit 34

Onderwijs De dimensie onderwijs bestaat uit volgende 3 indicatoren: - het percentage leerlingen met schoolse vertraging in het lager - het percentage leerlingen met schoolse vertraging in het secundair onderwijs - het percentage leerlingen dat buitengewoon onderwijs volgt 35

Werkloosheid De variabele laaggeschoolde werkzoekenden wordt gebruikt als indicator voor deze dimensie. 36

3.6.2 Kansarmoede: doelgroepenanalyse Kwetsbare jongeren De dimensie om buurten met een verhoogde kans op kwetsbare jongeren te detecteren werd gevormd door volgende 6 indicatoren: - leerlingen met schoolse vertraging in het lager onderwijs - leerlingen met schoolse vertraging in het secundair onderwijs - leerlingen uit het buitengewoon onderwijs - kansarme geboortes - wooninstabiliteit - eenoudergezinnen 37

Evolutie aantal buurten met kwetsbare jongeren 38

Kwetsbare ouderen De dimensie kwetsbare ouderen bestaat uit volgende 3 indicatoren: -wooninstabiliteit 60-plussers -huurders appartementen 60-plussers -gescheiden 60-plussers 39

Kwetsbare jongeren en ouderen 40

3.6.3 Evolutie in de tijd 41

Demografie 42

Huisvesting 43

Onderwijs 44

Werkloosheid 45

Kwetsbare jongeren 46

Kwetsbare ouderen 47

3.6.4 De kansarme buurten in cijfers Naam buurt MIDDELKERKE BAD & CASINO code Aantal huishoudens Aantal inwoners Aantal jongeren 35011A031 1.255 1.962 151 1.052 JONCKHOFWIJK 35011A260 141 200 13 114 WESTENDE-BAD - H.JASPARLAAN-N. 35011H20-603 912 68 450 OOSTENDE-CENTRUM 35013A001 1.155 1.889 215 762 POST MERCATORDOK 35013A01-616 1.004 115 504 A. BUYLSTRAAT 35013A02-838 1.313 127 632 ALBERT I-PROMENADE- OOST 35013A041 842 1.236 90 652 WAPENPLEIN 35013A052 482 748 71 331 HAZEGRAS 35013A10-619 1.092 163 454 SINT-JOZEF 35013A201 1.463 2.426 330 930 LEOPOLD I-PLEIN 35013A211 1.292 2.038 204 963 LEOPOLDPARK 35013A222 469 730 48 453 HOSPITAAL 35013A232 656 1.262 132 595 ALBERT I-PROMENADE- WEST 35013A242 432 644 47 363 NIEUWLANDSTRAAT 35013A42-852 1.800 407 394 PRINSENLAAN 35013A44-878 1.649 337 362 H. HARTPLEIN 35013A501 967 1.890 406 435 GODELIEVE 35013A511 813 1.652 328 571 VELODROOMSTRAAT 35013A532 680 1.113 143 413 NIJVERHEIDSSTRAAT 35013A543 668 1.370 263 351 RENBAAN 35013A59-269 391 24 202 SINT-ANTONIUSPLEIN 35013B301 1.207 2.437 493 623 CARDIJN 35013D552 751 1.371 266 530 MARIAKERKE STRANDPLEIN 35013F721 162 229 15 121 Aantal 60-plussers Totaal regio 18.110 31.358 4.456 12.257 West-Vlaanderen 58.195 109.722 17.821 38.029 Naam buurt MIDDELKERKE BAD & CASINO Code Buitengewoon onderwijs Totaal lln Schoolse vertraging lager Schoolse vertraging secundair Alleenstaanden 1-ouderhuishoudens 35011A031 <5 101 6 5 714 28 <5 JONCKHOFWIJK 35011A260 0 11 0 <5 96 <5 0 WESTENDE-BAD - H.JASPARLAAN-N. 35011H20- <5 45 7 <5 373 15 <5 OOSTENDE-CENTRUM 35013A001 9 157 15 10 634 59 <5 POST MERCATORDOK 35013A01-9 89 11 7 359 18 <5 A. BUYLSTRAAT 35013A02-7 98 16 6 504 28 0 ALBERT I-PROMENADE- 35013A041 7 61 <5 <5 532 27 <5 Geboortes in kansarme huishoudens 48

OOST WAPENPLEIN 35013A052 <5 64 5 <5 288 17 0 HAZEGRAS 35013A10-7 134 17 <5 308 39 <5 SINT-JOZEF 35013A201 15 261 30 11 843 61 <5 LEOPOLD I-PLEIN 35013A211 8 148 10 10 763 46 <5 LEOPOLDPARK 35013A222 <5 30 <5 <5 266 12 0 HOSPITAAL 35013A232 8 88 5 9 354 22 <5 ALBERT I-PROMENADE- WEST 35013A242 0 43 <5 6 270 14 0 NIEUWLANDSTRAAT 35013A42-28 335 23 16 361 54 <5 PRINSENLAAN 35013A44-17 265 22 9 461 59 <5 H. HARTPLEIN 35013A501 20 323 32 12 459 61 5 GODELIEVE 35013A511 28 293 28 9 325 45 <5 VELODROOMSTRAAT 35013A532 5 96 8 <5 387 27 <5 NIJVERHEIDSSTRAAT 35013A543 <5 208 20 14 320 38 <5 RENBAAN 35013A59- <5 14 <5 <5 175 6 0 SINT-ANTONIUSPLEIN 35013B301 34 370 34 17 479 98 <5 CARDIJN 35013D552 21 231 19 14 344 87 <5 MARIAKERKE STRANDPLEIN 35013F721 0 8 <5 0 113 <5 0 Totaal regio 237 3.473 321 174 9.728 866 39 West-Vlaanderen 1.045 13.396 1.198 533 28.702 2.760 173 Naam buurt MIDDELKERKE BAD & CASINO Code Gescheiden 60-plus Huurders 60-plus Huurderapp 60-plus Wooninstabiliteit 60-plus Wooninstabiliteit 35011A031 165 361 240 81 203 243 JONCKHOFWIJK 35011A260 23 26 16 7 22 18 WESTENDE-BAD - H.JASPARLAAN-N. 35011H20-69 129 91 26 104 132 OOSTENDE-CENTRUM 35013A001 144 290 210 28 141 281 POST MERCATORDOK 35013A01-57 137 109 22 77 110 A. BUYLSTRAAT 35013A02-114 247 194 28 114 168 ALBERT I-PROMENADE- OOST 35013A041 130 215 195 30 114 161 WAPENPLEIN 35013A052 62 158 112 10 48 100 HAZEGRAS 35013A10-78 127 82 24 74 153 SINT-JOZEF 35013A201 166 320 185 35 198 318 LEOPOLD I-PLEIN 35013A211 165 296 225 51 188 217 LEOPOLDPARK 35013A222 66 146 135 17 43 57 HOSPITAAL 35013A232 75 109 66 24 108 151 ALBERT I-PROMENADE- WEST 35013A242 43 136 81 12 49 76 NIEUWLANDSTRAAT 35013A42-64 94 43 9 98 157 PRINSENLAAN 35013A44-65 139 63 10 140 200 Huurder 35-59 49

H. HARTPLEIN 35013A501 64 121 45 9 136 194 GODELIEVE 35013A511 90 241 30 6 44 148 VELODROOMSTRAAT 35013A532 68 138 83 19 105 158 NIJVERHEIDSSTRAAT 35013A543 51 101 51 9 114 133 RENBAAN 35013A59-44 49 44 11 43 50 SINT-ANTONIUSPLEIN 35013B301 79 178 89 14 160 253 CARDIJN 35013D552 87 296 257 8 42 219 MARIAKERKE STRANDPLEIN 35013F721 20 29 28 <5 17 11 Totaal regio 1.989 4.083 2.674 492 2.382 3.708 West-Vlaanderen 5.103 11.532 7.159 1.495 7.756 12.450 Naam buurt Code Werkzoekenden Laaggeschoolde werkzoekenden MIDDELKERKE BAD & CASINO 35011A031 82 47 JONCKHOFWIJK 35011A260 13 8 WESTENDE-BAD - H.JASPARLAAN-N. 35011H20-54 37 OOSTENDE-CENTRUM 35013A001 128 72 POST MERCATORDOK 35013A01-55 31 A. BUYLSTRAAT 35013A02-86 48 ALBERT I-PROMENADE-OOST 35013A041 62 29 WAPENPLEIN 35013A052 43 26 HAZEGRAS 35013A10-68 38 SINT-JOZEF 35013A201 186 103 LEOPOLD I-PLEIN 35013A211 114 54 LEOPOLDPARK 35013A222 20 <5 HOSPITAAL 35013A232 88 56 ALBERT I-PROMENADE-WEST 35013A242 27 10 NIEUWLANDSTRAAT 35013A42-136 79 PRINSENLAAN 35013A44-118 71 H. HARTPLEIN 35013A501 115 61 GODELIEVE 35013A511 86 49 VELODROOMSTRAAT 35013A532 87 47 NIJVERHEIDSSTRAAT 35013A543 109 60 RENBAAN 35013A59-20 9 SINT-ANTONIUSPLEIN 35013B301 155 100 CARDIJN 35013D552 91 45 MARIAKERKE - STRANDPLEIN 35013F721 9 6 Totaal regio 1.952 1.089 West-Vlaanderen 6.108 3.477 50

Onderstaande tabel heeft per indicator weer wat de verhouding is tussen het aantal inwoners wonend in een kansarme buurt en het totaal aantal inwoners. De regio Oostende-Middelkerke wordt vergeleken met de West-Vlaamse waarden. Middelkerke Oostende Brugge Kortrijk Roeselare West-Vlaanderen % Huishoudens 21,81 45,75 11,30 22,19 10,69 11,67 % Inwoners 16,48 40,72 9,83 19,26 8,46 9,38 % Jongeren 7,33 34,96 7,81 17,72 6,12 7,18 % 60-plussers 23,97 46,20 10,76 18,74 10,99 12,16 % Buitengewoon onderwijs 0,00 41,68 10,74 27,30 6,36 0,49 % leerlingen 6,11 34,24 7,77 16,74 5,76 6,62 % SV lager 8,18 42,32 10,81 25,32 10,53 11,75 % SV sec 6,76 36,86 11,49 25,96 11,83 10,83 % gescheiden 60- plussers 34,54 56,38 17,16 29,01 16,56 22,93 % geboortes in kansarme gezinnen 19,05 56,72 14,55 37,25 14,20 23,57 % laaggeschoolde werkzoekenden 28,40 55,91 14,14 37,92 18,99 20,12 % huurders app 60- plus 50,14 71,25 18,61 53,96 37,74 39,27 % werkzoekenden 24,75 53,25 13,81 35,22 17,15 18,08 % wooninstabiliteit 60-plus 42,86 58,84 13,04 37,58 26,98 25,71 % eenoudergezinnen 13,44 48,60 12,52 25,67 12,42 14,99 % alleenstaanden 32,82 55,05 16,44 32,43 18,43 18,97 % huurders 60-plus 40,22 62,20 16,10 32,41 20,03 23,03 % wooninstabiliteit 34,24 53,62 16,76 37,04 18,60 19,62 % huurders 35-59 31,93 55,56 19,09 38,22 19,57 20,26 51

Deel 4: Het secundair onderwijs in Middelkerke en Oostende 52

4.1. Algemeen beeld Bij het lezen van de tabellen dienen een aantal zaken voor ogen gehouden te worden: o De cijfers geven het aantal leerlingen weer van het eerste t.e.m. het zesde middelbaar. Leerlingen uit het hoger technisch of beroepsonderwijs (7 de jaar) zijn niet mee opgenomen in de cijfers (tenzij anders vermeld). o Het betreft steeds het aantal leerlingen die schoollopen in Middelkerke of Oostende, ongeacht hun woonplaats, tenzij uitdrukkelijk anders wordt vermeld. o Bron: Departement Onderwijs, Schooljaar 2010-2011 4.1.1 Gewoon onderwijs Middelkerke Middelkerke heeft geen aanbod gewoon secundair onderwijs, enkel buitengewoon secundair onderwijs (zie verder). Oostende Aantal lln per onderwijsvorm onderwijsvorm Aantal Aandeel GSO 1.637 30,19% 10 ASO 1.510 39,8% 11 BSO 972 25,76% KSO 61 1,61% TSO 1.243 22,92% Totaal Oostende 5.423 In de Oostendse secundaire scholen zitten er 5.423 leerlingen (1 ste t.e.m. 6 de middelbaar). Van deze leerlingen zitten er 1.637 in het GSO. Voor de tweede en de derde graad van het secundair onderwijs zijn de 3.786 leerlingen als volgt verdeeld: 1.510 leerlingen in het ASO (=39,88%); 1.243 in het TSO (=32,82%); 972 (=25,67%) in het BSO en 61 (=1,61%) in het KSO. Aantal lln per onderwijsvorm per leerjaar 10 Percentage berekend op het totaal aantal leerlingen (=5.423 lln) 11 Percentage berekend op het totaal aantal leerlingen van de 2 de en de 3 de graad (=3.786 lln). Idem voor BSO, KSO en TSO. 53

1 ste middelbaar 2 de middelbaar 3 de middelbaar 4 de middelbaar 5 de middelbaar 6 de middelbaar Eindtotaal GSO 771 866 1.637 ASO 408 391 360 351 1.510 BSO 233 230 265 244 972 KSO 13 12 14 22 61 TSO 253 261 379 350 1.243 Eindtotaal 771 866 907 894 1.018 967 5.423 100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% Oostende 3de middelbaar 4de middelbaar 5de middelbaar 6de middelbaar KSO BSO TSO ASO In het eerste middelbaar zijn 771 leerlingen ingeschreven in een middelbare school in Oostende. Voor het tweede jaar zijn dit 866 leerlingen. Wat de verdeling van het aantal leerlingen naar onderwijsvorm betreft (2 de +3 de graad), zien we dat het ASO jaarlijks het grootste aantal leerlingen telt (350 à 400 lln). Het aantal leerlingen in het BSO en TSO is ongeveer van eenzelfde grootteorde (230 à 350 lln). Het KSO telt duidelijk een veel kleiner aantal leerlingen (<30 lln). Wat de evolutie over de verschillende leerjaren betreft, stellen we het volgende vast: het aandeel leerlingen in het ASO neemt per leerjaar af: van 45% in het derde middelbaar tot 36% in het zesde jaar. Deze afname in het ASO gaat voornamelijk ten voordele van het aantal leerlingen uit het TSO, waar we een jaarlijkse toename vaststellen (van 28% naar 36%). Het aandeel leerlingen in het BSO blijft over de 4 leerjaren nagenoeg constant en schommelt rond de 25% van het totaal aantal leerlingen in de 2 de en 3 de graad van het secundair. 54

4.1.2 Buitengewoon onderwijs In het buitengewoon onderwijs zijn er 4 verschillende opleidingsvormen (bron: Departement Onderwijs). Deze zijn: o Opleidingsvorm 1: sociale aanpassing Deze opleidingsvorm geeft een sociale vorming met het oog op integratie in een beschermd leefmilieu; hij kan georganiseerd worden voor de types 2, 3, 4, 6 en 7. o Opleidingsvorm 2: sociale aanpassing en arbeidsgeschiktmaking Deze opleidingsvorm geeft een algemene en sociale vorming en een arbeidstraining met het oog op integratie in een beschermd leef- en werkmilieu; hij kan georganiseerd worden voor de types 2, 3, 4, 6 en 7. o Opleidingsvorm 3: beroepsonderwijs Deze opleidingsvorm geeft een sociale en beroepsvorming met het oog op integratie in een gewoon leef- en werkmilieu; hij kan georganiseerd worden voor de types 1, 3, 4, 6 en 7. Binnen opleidingsvorm 3 worden verschillende opleidingen georganiseerd. o Opleidingsvorm 4: algemeen, beroeps-, kunst- en technisch onderwijs Deze opleidingsvorm geeft een voorbereiding op een studie in het hoger onderwijs en op de integratie in het actieve leven; hij kan georganiseerd worden voor de types 3, 4, 5, 6 en 7. Binnen opleidingsvorm 4 worden verschillende studierichtingen georganiseerd, die overeenkomen met de studierichtingen uit het gewoon voltijds secundair onderwijs. 55