Eindproduct Vroegtijdig signaleren van obesitas bij kinderen van 0-18 jaar.



Vergelijkbare documenten
CONCEPT SAMENVATTING RICHTLIJN OVERGEWICHT JGZ

Richtlijn JGZ-richtlijn Overgewicht

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

VOORW OORD VOORWOORD. Omwille van de leesbaarheid staat in dit boekje steeds hij, maar je kunt hiervoor natuurlijk ook zij lezen.

Overgewicht en obesitas bij kinderen: oorzaken en preventie. Joana Kist-van Holthe Amika Singh Marianne van der Velde

Hoe verklein ik mijn kans op kanker? Volg de kleuren!

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Er zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt:

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

Gezond gewicht. Wat kunt u er zelf aan doen? altijd dichtbij. Vraag ons gerust om advies.

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

Dagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl.

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Richtlijn Overgewicht voor de jeugdgezondheidszorg

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

RealFit. Wat is het Doelstelling Voor wie Historie Waarom RealFit

Samenvatting Jong; dus gezond!?

Het overbruggingsplan

Gezond gewicht. Vraag je Alphega apotheek om meer informatie en advies. Jouw gezondheid is onze zorg

Integrale aanpak kinderen met overgewicht in Enschede en Almelo

De Leefgezondcoach in de praktijk. Een handleiding voor professionals

Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting (T0) voorjaar 2017

Aanpak overgewicht en obesitas bij kinderen. Simone Velzeboer Themadagen 2012 Porto

Kinderen in Centrum gezond en wel?

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Te licht. Tips als uw kind niet wil eten. Eet- en beweegkalender

Kansen voor de (kinder)diëtist?!

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Kinderen in West gezond en wel?

Overgewicht Inhoud Inleiding Oorzaken van overgewicht

Help!? mijn kind is obees Dr. Geert Van Moer

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

Gezond Gewicht activiteiten voor het voortgezet onderwijs

LEVEN MET EEN EXTRA RUGZAK

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Kinderen in Zuid gezond en wel?

HET GOEDE VOORBEELD GEVEN

218 SAMENVATTING De prevalentie van overgewicht en obesitas bij kinderen is de laatste jaren sterk toegenomen. In Nederland hebben 12.8% van de jongen

Waardoor wordt overgewicht en obesitas veroorzaakt? Gewichtstoename ontstaat door een langdurige onevenwichtigheid in de energiebalans.

Patiënteninformatie. Obesitastraining Eat-Fit

Richtlijn Overgewicht voor de jeugdgezondheidszorg

Beweegprogramma kinderen met overgewicht Carlijn Groenen

Kinderen en een gezond gewicht

Vettepret. Onderzoek. Door: Mees en Sigrid MR1A

Met het hele gezin gezond het nieuwe jaar in

Gezonde voeding Het dagmenu

Pre-diabetes, wat is het en wat kan ik er zelf aan doen? In deze folder krijgt u hier meer informatie over.

Sociale kaart preventie en behandeling van overgewicht bij kinderen Zwolle

Bijlage Menukaart Kinderen sportief op gewicht (KSG) 2014 B-Fit 2-4 Doelgroep 0-4 jarigen

Overgewicht Wat is een gezond gewicht en hoe bereik ik dat?

Aanleiding CheckTeen. Zwolle gezonde stad ( ) JOGG: Jongeren op Gezond Gewicht (2010) ChecKid: kinderen basisonderwijs 2006 en 2009 (en 2012)

Stichting wijkgezondheidscentra huizen. stageverslag. Diëtiste in beroep

Protocol module Voeding Generiek

INLEIDING (7 pp.) Katelijne Van Hoeck, VWVJ

5,7. Samenvatting door S woorden 25 januari keer beoordeeld. [Naam] klas: [Datum] Vakdocent: Mentor: Inleiding

niveau 2, 3, 4 thema 5.5

Behandeling van kinderen en jongeren met overgewicht

Werkblad 16 Vragen (hoofdstuk 10)

Resultaten vragenlijst leerlingen

Nederlandse samenvatting SAMENVATTING

Pact Gezond Gewicht Amsterdam (AAGG) Praktijk: van Zorgstandaard naar Maatwerk

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis

Kinderen in Noord gezond en wel?

Voorwoord. JONG Nieuwsbrief Opvoedpraktijk Jong - November Voorwoord 2. Nieuwsberichten 3. Thema 4. Aan het Woord 5. Agenda.

Gezondheidsbeleid. Ingaand per: 31 oktober 2016

Praktische opdracht ANW Obesitas

BEOORDELINGSFORMULIER PROJECT MINOR KIND

Workshop diabetes en koolhydratenbeperking bij overgewicht. Graag in samenwerking

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa.

Patiënteninformatie. Obesitastraining Eat-Fit

Samenvatting Perspectieven op het stimuleren van gezond energiebalansgerelateerd. in de schoolomgeving

30 dagen een commitment met jezelf aangaan!

PATIËNTEN INFORMATIE. Dikke Vrienden Club Maasstad Ziekenhuis (voor ouders)

Schijnwerper op gezond eten en drinken voor jonge kinderen

Lekker Fit. Werken aan een gezonde leefstijl voor Rotterdamse jeugd

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Menukaart Gezonde School basisonderwijs: Sport & Bewegen

Lifestylebegeleiding bij OSAS

Uitdager van de maand. Natuur & Techniek, groep 7/8. Algemeen. Titel. Lang leve je lijf. Cognitieve doelen en vaardigheden voor excellente leerlingen

37 Over gewicht bij Turkse en Nederlandse jeugd

Inhoud Hoe BRAVO ben jij?

Gezond gewicht: BOFT. Gezonde eet- en beweegadviezen. voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar

Kinderen en een gezond gewicht

patiënteninformatie Fitesse Multidisciplinaire aanpak van overgewicht en obesitas GezondheidsZorg met een Ziel

HANDREIKING GECOMBINEERDE LEEFSTIJLINTERVENTIE VOOR GEZINNEN

Zwangerschapsdiabetes

Kinderen in Oost gezond en wel?

NVE-K Ouderrapportage

Refaja Ziekenhuis Stadskanaal. Zwangerschapsdiabetes. Begeleiding in het Refaja ziekenhuis

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

NHG Stendardo Obesità

Voedingsbeleid ASKA. Inhoudsopgave: 1 Inleiding blz 2. 2 Doel blz 2. 3 Uitgangspunten: Wat vinden we belangrijk? blz 3

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Ommen

Kinderen in Zuidoost gezond en wel?

lyondellbasell.com Eet dit Dat niet Verbeter je gezondheid

Kindermonitor Gemeentelijke Factsheet. Kampen

Transcriptie:

HOGESCHOOL VAN AMSTERDAM Eindproduct Vroegtijdig signaleren van obesitas bij kinderen van 0-18 jaar. Groepsleden: Emily Al 500635478 Lin Brandwacht 500539853 Jody Buijsman 500637683 Eline Fuhren 500640542 Geoffrey Hamersma 500601007 Dikra Lakhdar 500646029 Sedigha Sedighi 500615698 Klas: DG_LG13-0KIN3 & DG_LG13-0KIN4 Coach & opdrachtgever: Pamela Abendanon & José Harmsen-Goossens

Voorwoord Voor u ligt het eindproduct van de brochure Vroegtijdig signaleren obesitas 0-18 jaar. Het eindproduct is voor u samengesteld door studenten uit de klas LG13-0KIN3 & LG13-0KIN4 van de opleiding HBO-Verpleegkunde aan de Hogeschool van Amsterdam. De projectgroep bestaat uit zeven studenten die elk hun bijdrage hebben geleverd aan het uitwerken van dit project. Deze zeven studenten zijn Emily Al, Lin Brandwacht, Jody Buijsman, Eline Fuhren, Geoffrey Hamersma, Dikra Lakhdar en Sedigha Sedighi. Het project is opgezet voor kinderen van 0-18 jaar, die risico lopen op het ontwikkelen van obesitas. De projectgroep heeft een brochure ontwikkeld waarmee men het vroegtijdig signaleren van obesitas bij kinderen van 0-18 jaar kan bevorderen en professionaliseren. De brochure is gemaakt naar aanleiding van een cursus van de opleiding HBO-Verpleegkunde aan de Hogeschool van Amsterdam. Het doel vanuit de opleiding is dat studenten een manier ontwikkelen om het probleem, wat iedere projectgroep toegewezen krijgt, aan te pakken op een zo effectief mogelijke manier. Student: Studentnummers: Emily Al 500635478 Lin Brandwacht 500539853 Jody Buijsman 500637683 Eline Fuhren 500640542 Geoffrey Hamersma 500601007 Dikra Lakhdar 500646029 Sedigha Sedighi 500615698 1

Inhoudsopgave Inleiding... Blz. 3 Methodesectie... Blz. 4 1. Obesitas bij kinderen 0-18 jaar... Blz. 5 1.1 Definitie... Blz. 5 1.2 Aangepaste Body Mass Index (BMI) bij kinderen... Blz. 5 1.3 Interventies... Blz. 5 1.4 Berekening afwijking individuele BMI... Blz. 5 1.5 Oorzaken overgewicht... Blz. 7 1.6 kritische periode en risicofactoren... Blz. 7 1.7 Prevalentie... Blz. 8 2. Kinderen van 0-4 jaar... Blz. 9 2.1 Preventie... Blz. 9 2.2 Signalering... Blz. 10 2.3 Interventies... Blz. 10 2.4 Overbruggingsplan... Blz. 10 2.5 Activiteit adviezen... Blz. 11 2.6 Eet- en beweegdagboek... Blz. 12 2.7 Voedingsschema... Blz. 13 2.8 Interventies voor de verpleegkundige...blz. 13-15 3. Kinderen van 4-12 jaar... Blz. 16 3.1 Preventie... Blz. 16 3.2 Signalering... Blz. 16 3.3 Interventies... Blz. 17-18 3.4 Interventies voor de verpleegkundige...blz. 19 4. Kinderen van 12-18 jaar... Blz. 20 4.1 Signalering...Blz. 20 4.2 Interventies... Blz. 20-22 4.3 Interventies voor de verpleegkundige...blz..22-23 4.4 Conclusie...Blz. 23 5. Conclusie... Blz. 24 6. Literatuurlijst... Blz. 25 7. Bijlage... Blz. 29 2

Inleiding De Hogeschool van Amsterdam heeft besloten om meer aandacht aan obesitas bij kinderen van 0-18 jaar te besteden. Aan de hand hiervan heeft de Hogeschool van Amsterdam een beroepsgroep uitgenodigd een product te ontwikkelen die obesitas bij kinderen van 0-18 jaar vroegtijdig signaleert en zo een preventieprogramma creëert. De projectgroep heeft een preventieprogramma opgesteld voor kinderen van 0-18 jaar die een risico lopen op het ontwikkelen van obesitas. Het doel van dit preventieprogramma is om het vroegtijdig signaleren van obesitas bij kinderen van 0-18 jaar te bevorderen en professionaliseren. Er zijn door verschillende bedrijven al folders ontwikkeld om obesitas bij kinderen te voorkomen, maar dit zijn vaak folders die niet op elke leeftijd aansluiten. De projectgroep heeft er daarom voor gekozen om zich op drie leeftijdscategorieën te richten en hier op elkaar aansluitende interventies voor te stellen. De projectgroep heeft de volgende leeftijdscategorieën uitgekozen: 0-4 jaar (consultatiebureau, kinderopvang), 4-12 jaar (basisschool) en 12-18 jaar (middelbare school). De projectgroep heeft eerst voor elke leeftijdscategorie de achtergrondinformatie beschreven, daarna beschreven hoe je kunt signaleren of het kind een risico vormt op het ontwikkelen van obesitas en uiteindelijk de interventies beschreven die per leeftijdscategorie worden ingezet. Om een zo n groot mogelijke groep te bereiken heeft de projectgroep gekozen om een brochure te ontwikkelen. Deze brochure wordt onder andere beschikbaar gesteld bij het consultatiebureau, de huisarts, de kinderafdeling in het ziekenhuis, de kinderopvang, de basisscholen, de middelbare scholen en verschillende verenigingen. 3

Methodesectie Literatuurstudie De eerste week heeft de projectgroep zich verdiept in het onderwerp obesitas bij kinderen. Aan de hand van de PICO (zie hieronder) zijn er artikelen gezocht betreft dit onderwerp en is hieruit een selectie gemaakt. De projectgroep heeft zich opgesplitst in drie groepen waarbij iedere groep zich heeft gericht op een andere leeftijdscategorie. Deze leeftijdscategorieën waren van nul tot vier jaar, van vier tot twaalf jaar en van twaalf tot achttien jaar. Deze groepen hebben de P van de PICO aangepast naar de leeftijdscategorie die zij vertegenwoordigden. Iedere groep heeft artikelen gezocht betreft het onderwerp via de database PubMed. Deze database heeft de meest diverse artikelen gericht op het onderwerp van de projectgroep. De artikelen die iedere groep gevonden heeft, is met de gehele projectgroep besproken. Vervolgens is de projectgroep gekomen tot de volgende interventies: bewegen en eetgedrag. Deze interventies zijn gekozen en vervolgens onderbouwd aan de hand van wetenschappelijke onderzoeken. Hierbij is rekening gehouden met de betrouwbaarheid en validiteit van het wetenschappelijk onderzoek. De projectgroep heeft een selectie gemaakt door alle artikelen te lezen en hieruit de artikelen te selecteren die het meest van toepassing waren op de hoofdvraag: Welke verpleegkundige interventies bevordert en professionaliseert vroegtijdig signaleren van obesitas bij kinderen van 0 tot 18 jaar in consultatiebureaus, (kinder)ziekenhuizen, basisscholen, middelbare scholen en scholen voor chronisch zieken kinderen?. De onbetrouwbare en niet-valide wetenschappelijke onderzoeken zijn niet geselecteerd voor de ondernomen literatuurstudie. Nederlands P = kinderen van 0 18 jaar met risico op overgewicht I = Interventie programma toepasbaar van 0 18 jaar, doorlopend op leeftijd. C= Huidige obesitas preventieprogramma s O = vroegtijdig signaleren van obesitas bij kinderen van 0 18 jaar Engels P = children in the age of 0 18 with an high risk of developing obesity I = Intervention program continously applied in the age of 0 18 C = Current obesity intervention programs O = early identification of obesity in children aged 0 18 years. Brochure De projectgroep heeft voor een brochure gekozen, omdat er door middel van een brochure een grote hoeveelheid informatie kan worden overgedragen. De keuze is niet gevallen voor het maken van een flyer, omdat hierop minder informatie kan worden verwerkt. Voor de verschillende instanties, waar de projectgroep zich op heeft gericht, is het belangrijk dat zij volledig worden geïnformeerd over het betreffende onderwerp. De informatie die in de brochure is verwerkt is nauwkeurig geselecteerd vanuit het eindproduct. Alle relevante en belangrijke informatie voor de verschillende instanties, waar de projectgroep zich op heeft gericht, is in de brochure terug te vinden. In de brochure zijn alle interventies, feiten en achtergrondinformatie over obesitas benoemd om de lezer in te leiden in het onderwerp en het maatschappelijk belang hiervan ook in te laten zien. Om de brochure kort en bondig te houden, heeft de projectgroep ervoor gekozen bepaalde informatie weg te laten. Hierbij kun je denken aan achtergrondinformatie met betrekking tot de wetenschappelijke onderzoeken. 4

1. Obesitas bij kinderen 0-18 jaar 1.1 Definitie Overgewicht Hoger lichaamsgewicht dan op grond van de lichaamslengte gezond genoemd kan worden. Overgewicht ontstaat door een langdurige onevenwichtigheid tussen energie-inname en energieverbruik, dit komt door een verkeerd voedingspatroon en onvoldoende beweging. 1 Obesitas Bij het uit de hand lopen van de mate van overgewicht ontstaat obesitas. Van obesitas wordt gesproken als er een overmatige vetopstapeling in het lichaam heeft plaatsgevonden waaraan in toenemende mate gezondheidsrisico s zijn verbonden. De World Health Organization definieert obesitas zelfs als een complexe ziekte met verschillende betrokken factoren. 1 1.2 Aangepaste Body Mass Index (BMI) bij kinderen BMI formule: Gewicht in kilogram / (Lengte in meter x Lengte in meter)= kg/m 2 De BMI bij kinderen verandert met de leeftijd omdat de hoeveelheid lichaamsvet tijdens de kinderjaren verandert en daarnaast is de BMI geslachtsafhankelijk. Het is daarom niet mogelijk de BMI classificatie van volwassenen bij kinderen te gebruiken. Bij de geboorte is de gemiddelde BMI het laagst, 13 kg/m 2. Daarna neemt de gemiddelde BMI toe tot 17 kg/m 2 op 1-jarige leeftijd, vervolgens neemt de gemiddelde BMI weer af tot 15,5 kg/m 2 op 6-jarige leeftijd omdat ze in een lengte groeispurt komen, om vervolgens weer toe te nemen tot 21 kg/m 2 op 20-jarige leeftijd. Bij kinderen wordt daarom een op de leeftijd aangepaste BMI aangeraden die is afgeleid van de BMIindeling bij volwassenen van 25,0-29,9 kg/m 2 voor overgewicht en > 30 kg/m 2 voor obesitas. 2 1.3 Verandering hoeveelheid lichaamsvet tijdens de kinderjaren Gedurende de eerste zes maanden van het eerste levensjaar wordt een niet onbelangrijk deel van de met het voedsel opgenomen energie als vet gestapeld, waardoor het percentage lichaamsvet bij de zuigeling van circa 15% tot ongeveer 25% stijgt. 3 In de laatste zes maanden van het eerste levensjaar blijft het percentage lichaamsvet meestal nog hoog om op de kleuterleeftijd met de toeneming van de lichamelijke activiteit weer tot 12-16% te dalen. De kleuter verbruikt in deze periode van toenemende activiteit de eerder opgebouwde vetreserves. Er treedt in deze periode dus geen verhoging van de energiebehoefte op, maar zelfs een lichte daling als gevolg van de veel tragere groei en de geringe neiging tot vetafzetting. 3 Vanaf de leeftijd van 4 jaar treedt er bij jongens geen duidelijke verandering in het percentage lichaamsvet meer op. Dit percentage varieert van 12% tot 15%. Tijdens de puberale groeispurt (vanaf circa 12 jaar) is er een lichte daling van het percentage lichaamsvet te zien. Meisjes hebben in de leeftijd van 4-10 jaar al een hoger percentage lichaamsvet dan jongens, namelijk tussen de 15-20%. Vanaf de puberteit is er een stijging te zien tot 20-25% vetmassa op jonge leeftijd. 3 5

Afkapwaarde voor overgewicht en obesitas bij kinderen van de leeftijd 2 18 jaar 2 leeftijd (in jaren) jongens/mannen meisjes/vrouwen BMI 25 kg/m 2 (overgewicht) BMI 30 kg/m 2 (obesitas) BMI 25 kg/m 2 (overgewicht) 2 18,41 20,09 18,02 19,81 2,5 18,13 19,80 17,76 19,55 3 17,89 19,57 17,56 19,36 3,5 17,69 19,39 17,40 19,23 4 17,55 19,29 17,28 19,15 4,5 17,47 19,26 17,19 19,12 5 17,42 19,30 17,15 19,17 5,5 17,45 19,47 17,20 19,34 6 17,55 19,78 17,34 19,65 6,5 17,71 20,23 17,53 20,08 7 17,92 20,63 17,75 20,51 7,5 18,16 21,09 18,03 21,01 8 18,44 21,60 18,35 21,57 8,5 18,76 22,17 18,69 22,18 9 19,10 22,77 19,07 22,81 9,5 19,46 23,39 19,45 23,46 10 19,84 24,00 19,86 24,11 10,5 20,20 24,57 20,29 24,77 11 20,55 25,10 20,74 25,42 11,5 20,89 25,58 21,20 26,05 12 21,22 26,02 21,68 26,67 12,5 21,56 26,43 22,14 27,24 13 21,91 26,84 22,58 27,76 13,5 22,27 27,25 22,98 28,20 14 22,62 27,63 23,34 28,57 14,5 22,96 27,98 23,66 28,87 15 23,29 28,30 23,94 29,11 15,5 23,60 28,60 24,17 29,29 16 23,90 28,88 24,37 29,43 16,5 24,19 29,14 24,54 29,56 17 24,46 29,41 24,70 29,69 17,5 24,73 29,70 24,85 29,84 18 25 30 25 30 BMI 30 kg/m 2 (obesitas) 1.4 Berekening afwijking individuele BMI Afwijking individuele BMI 4 = BMI van het kind x 100% gemiddelde BMI voor leeftijd 6

Gemiddelde BMI Jongens en meisjes in Nederland 5 jongens leeftijd (in jaren) gemiddelde BMI voor leeftijd meisjes gemiddelde BMI voor leeftijd 16,4 2 16,1 15,9 3 15,7 15,6 4 15,5 15,5 5 15,4 15,5 6 15,5 15,6 7 15,7 15,8 8 16,0 16,1 9 16,3 16,4 10 16,7 16,8 11 17,2 17,3 12 17,8 17,9 13 18,5 18,5 14 19,2 19,2 15 19,8 19,9 16 20,3 20,4 17 20,8 20,9 18 21,2 21,4 19 21,5 21,8 20 21,8 22,1 21 22,1 1.5 Oorzaken overgewicht Overgewicht ontstaat door een langdurige onevenwichtigheid tussen energie-inname en energieverbruik. In 90% van de gevallen wordt obesitas bij kinderen veroorzaakt door te veel energie-inname, verkeerde voedingsgewoonten en te weinig lichamelijke activiteit. Slechts bij een klein deel (< 10%) wordt obesitas veroorzaakt door ziektebeelden, geneesmiddelengebruik en gendefecten. (6-8) 1.6 Kritische periode en risico factoren Er wordt op de kinderleeftijd een onderscheid gemaakt in vier kritische perioden voor het ontwikkelen van overgewicht en obesitas. 9 Tijdens de zwangerschap Blootstelling aan maternale ondervoeding vroeg in de zwangerschap creëert een disfunctie in de hypothalamus, dit kan leiden tot obesitas op volwassen leeftijd. 10 Tijdens de zuigelingenleeftijd Uit Duits onderzoek komt naar voren dat overgewicht bij 9-10 jarige kinderen in Duitsland significant vaker voorkomt bij kinderen die geen borstvoeding hebben ontvangen. 11 Daarnaast blijkt dat een langere periode borstvoeding (zonder bijvoeding voor de 15 e week) leidt tot een 7

significante verlaging van het percentage kinderen met overgewicht (zie Kinderen van 0-4 jaar ). (11-14) Waarschijnlijk zijn echter de genetische en omgevingseffecten (die van invloed zijn op de voedselinname en lichaamsbeweging) op latere leeftijd belangrijker. 15 Tijdens de schoolperiode Een mogelijke verklaring is dat een kind vanaf 3-4 jaar gevoeliger wordt voor omgevingsfactoren en minder goed zelf de energie-inname corrigeert. (16,17) Tijdens de adolescentie Het risico op overgewicht op volwassen leeftijd is driemaal groter als er overgewicht aanwezig was tijdens de adolescentieperiode, dit komt doordat je moeilijk van het overgewicht af komt. 6 Verder blijkt uit onderzoek dat een vroege puberteit leidt tot een grotere kans op obesitas, doordat je in de puberteit meer vet op slaat. 18 1.7 Prevalentie Totaal aantal kinderen van 2 t/m 21 jaar met overgewicht en obesitas volgens de vijfde landelijke groeistudie uit 2010. 19 8

2. Kinderen van 0-4 jaar Aan de hand van de theoretische achtergrond van obesitas bij kinderen van 0-4 jaar, werkt de projectgroep naar één effectieve interventie toe die ze op deze doelgroep gaan toepassen. Deze uiteindelijke interventie wordt verder uitgewerkt in de brochure. Ook richt de projectgroep zich bij deze doelgroep vooral op de Jeugdgezondheidszorg-richtlijn (JGZ). De JGZ-richtlijn is in heel Nederland bekend en consultatiebureaus en dergelijke halen hier hun informatie uit en geven dit door aan ouders met kinderen die een risico lopen op obesitas. 2.1 Preventie De preventie van het ontwikkelen van obesitas, richt zich vooral op enerzijds speciale aandacht voor kinderen met risicofactoren, zoals obesogene omgeving, cultuur, weinig beweging, teveel inname, een laag en ook hoog geboortegewicht en een lage sociale-economische positie. Mensen met een lage sociale-economische positie hebben over het algemeen een slechtere gezondheid, doordat deze groep mensen vaak een relatief ongezondere leefstijl, minder gunstige werk- en woonomstandigheden en minder effectieve zorg hebben. 20 Een laag geboortegewicht is een risicofactor voor het ontwikkelen van obesitas, doordat kinderen met een laag geboortegewicht rond hun 5 e -10 e levensjaar een inhaalgroei doormaken en zo op latere leeftijd een risicogroep vormen. Kinderen met een hoog geboortegewicht lopen met hun lengte en gewicht vaak voor op hun leeftijdsgenoten en vormen daardoor ook een risico op het ontwikkelen van obesitas. 21 De JGZ-richtlijn maakt naast het gebruik van preventie ook gebruik van Universele preventie. Dit houdt in het stimuleren van Borstvoeding, Bewegen en Ontbijten en het verminderen van (gezoete) Frisdranken, Fastfood, Televisiekijken/(spel)computeren en (energierijke) Tussendoortjes (BOFT). De adviezen voor ouders, van kinderen van 0-1 jaar, om obesitas te voorkomen zijn: - Borstvoeding geven en indien mogelijk (ten minste) 6 maanden continueren - Naast borstvoeding is meestal geen kunstvoeding nodig. - Indien kunstvoeding, geen extra schepjes melkpoeder toevoegen. - Geen gezoete bijvoeding of papjes geven. - Geen vaste voeding vòòr de leeftijd van 4 maanden geven. - Bewegen in buikligging onder supervisie (slapen in rugligging!) - Het gebruik van een autostoeltje, anders dan als vervoermiddel is af te raden. - Kinderen niet te vaak of te lang (maximaal 15 min per dag) in een wipstoel leggen. (22,23) Borstvoeding Voor zowel moeder als zuigeling bestaan er belangrijke argumenten om direct na de geboorte te starten met borstvoeding. Zo wordt er bij zuigelingen die vanaf de geboorte tot tenminste 6 maanden daarna enkel borstvoeding hebben gekregen, minder vaak obesitas gesignaleerd op de leeftijd van 3 tot 10 jaar in tegenstelling tot kinderen die geen borstvoeding kregen op de leeftijd van 0-6 maanden. 24 Indien je een zuigeling borstvoeding geeft, zal de zuigeling zijn gezichtje wegdraaien indien hij genoeg heeft gehad. Bij flesvoeding zie je vaak dat de ouders onder het mom van het is nog een klein beetje, dat kleine beetje wederom opwarmen en het opnieuw aanbieden aan de zuigeling. 25 Er is een systematische review gedaan naar deze oorzaak van obesitas bij jonge kinderen. Een studie uit deze review wees uit, dat van de deelnemende zuigelingen die flesvoeding kregen na de geboorte, 4,5% obesitas had op de leeftijd van 5-6 jaar. Van de deelnemende borstgevoede zuigelingen was dit 2,8%. 26 9

2.2 Signalering Om obesitas bij kinderen van 0-4 jaar vroegtijdig te signaleren, wordt door de JGZ-medewerker de lengte en het gewicht van het kind gemeten gedurende de eerste 4 jaar. Dit om het groeiproces van het kind goed bij te houden. Bij dit meetproces wordt het kind zonder kleren (met ondergoed/rompertje) gewogen. Vervolgens worden de gemeten resultaten in het Digitaal Dossier JGZ (DD JGZ) ingevoerd, of indien dit niet aanwezig is, in het groeidiagram voor kinderen van 0-4 jaar. Bij kinderen van 0-2 jaar is er nog geen BMI beschikbaar, daarom wordt er bij deze leeftijdscategorie gebruik gemaakt van gewicht naar lengte. Gewicht naar lengte maakt gebruik van standaarddeviaties en bij een standaarddeviatie van 2 SDS is er sprake van obesitas. Bij een standaarddeviatie tussen 1-2 SDS is er sprake van overgewicht. Een hoog lichaamsgewicht bij 5-6 maanden, gecombineerd met een snelle gewichtstoename op enig moment in de periode 0-2 jaar, betekend ook een hoog lichaamsgewicht op 5- tot 12-jarige leeftijd. 22 2.3 Interventies De belangrijkste interventie voor het vroegtijdig signaleren/voorkomen van obesitas bij kinderen van 0-4 jaar, is de leefstijl aanpakken. Een gezonde leefstijl bestaat voornamelijk uit gezonde voeding en voldoende beweging. De JGZ-richtlijn maakt naast gebruik van interventies/adviezen voor alle leeftijden, ook gebruik van interventies/adviezen per leeftijdsgroep. Voor kinderen van 0-2 jaar is dit: - Extra aandacht aan gezonde leefstijl en opvoedingsondersteuning geven 22 : o Bevorderen van bewegen: Spelen in buikligging op speelkleed Zelf lopen i.p.v. vervoeren met de buggy Buiten spelen Babygymnastiek Babyzwemmen o Gezonde voeding (borstvoeding) o Gezond voedingsgedrag Voor baby s (< 1 jaar) en dreumesen die nog niet zelfstandig kunnen lopen wordt aanbevolen om dagelijks verschillende keren te bewegen (rollen en kruipen, reiken en grijpen, interactieve vloerspelletjes). Voor peuters en dreumesen (1-3 jaar) die zelfstandig kunnen lopen wordt aanbevolen om dagelijks ten minste drie uur actief te zijn, waarbij de intensiteit zelf gekozen mag worden. 22 2.4 Overbruggingsplan Het overbruggingsplan is een plan waarbij ouders/opvoeders betrokken zijn en waarin een gecombineerde leefstijl interventie (bij voorkeur erkend door de Erkenningscommissie) voor obese kinderen beschikbaar is. Er wordt een haalbaar veranderplan opgesteld met een gecombineerde leefstijlaanpak volgens het Overbruggingsplan. Het plan richt zich op de BOFT-elementen: - Meer Bewegen en Buiten spelen (> 1 uur/dag); - Regelmatig en goed Ontbijten; - Geen (of maximaal 1 glas/dag) gezoete (Fris)dranken; 10

- Zo min mogelijk Fastfood; - Minder voor Televisie of (spel)computer zitten (maximaal 2 uur/dag); - Minder energierijke Tussendoortjes (frequentie en portie). Door dit overbruggingsplan worden kinderen met overgewicht binnen gestimuleerd om samen met hun ouders een plan te maken om een of meerdere gedragingen aan te pakken, zoals altijd ontbijten, meer bewegen, minder gezoete dranken en fastfood en minder televisiekijken/computeren. Het overbruggingsplan lijkt op meerdere plaatsen in Nederland succesvol te zijn en lijkt veelbelovend. (22,25) 2.5 Activiteit adviezen In de onderstaande tabellen heeft de projectgroep duidelijk weergegeven welke adviezen ouders aan hun kind kunnen meegeven om obesitas te voorkomen. Het zijn voornamelijk adviezen voor de ouders, omdat de kinderen in deze doelgroep vaak nog te jong zijn. Bij kinderen vanaf 1-1,5 jaar kun je als ouder wel gaan beginnen met deze adviezen aan uw kind uit te leggen, zodat zij zelf een goed beeld zullen krijgen van welke activiteiten wel en niet goed voor ze zijn. Dit is een stukje opvoeding die u aan uw kind geeft in zijn/haar verdere ontwikkeling. 28 Zuigeling 0-6 maanden: 28 Individueel gericht Collectief gericht Borstvoeding stimuleren Met ouder de voordelen bespreken van borstvoeding. Bij flesvoeding de juiste dosering en hoeveelheid benadrukken. Maak ook gebruik van programma s voor het stimuleren van borstvoeding. De informatie van de JGZ en de kraamzorg aanbieden aan de ouders. Informatiefolders aanprijzen en het Masterplan Voedingscentrum uitvoeren. Buitenspelen bevorderen Met uw kind buiten wandelen. Zomers uw kind buiten in de box laten liggen. Bevorderen van bewegen ook binnenshuis: box stimuleren, evenals spelletjes waarbij kinderen motorisch actief zijn. Babyzwemmen Babygym Babymassage Tv kijken beperken Niet in de maxicosi voor de TV. Frisdrankgebruik beperken N.v.t. N.v.t. Ontbijten N.v.t. N.v.t. Kinderen van 7-12 maanden: 28 Borstvoeding Buitenspelen Tv kijken Frisdrankgebruik Ontbijten stimuleren bevorderen beperken beperken Individueel Met ouders de Box gebruik Niet in de Geen frisdrank- Samen 11

gericht Collectief gericht voordelen bespreken van het continueren van borstvoeding. Bij flesvoeding de juiste dosering en hoeveelheid benadrukken. De informatiefolders aanprijzen. stimuleren, binnenshuis en buitenshuis. Buiten wandelen met uw kind. Ouders zijn buiten actief (voorbeeldgedrag). maxicosi voor de TV. Ouders tonen voorbeeldgedrag door selectief TV te kijken. introductie aan uw kind. Het verschil tussen vers fruit, fruitdrank, vruchtendrank, vruchtensiroop en vruchtennektar bespreken. I.v.m. de smaakontwikkeling van het kind en de hoeveelheid dranken, altijd vruchtensap (geperst fruit) verdunnen met water. Water als drank voor uw kind adviseren. Laat het verschil tussen diverse fruitdranken zien. Oudercursus gezonde voeding. ontbijten, bij voorkeur met tenminste 1 van de ouders. Graanbevattend (ongezoet) ontbijt aanbevelen aan uw kind. Zie de adviezen hierboven. Oudercursus gezonde voeding. Kinderen vanaf 1 jaar: 28 Individueel gericht Collectief gericht Buitenspelen bevorderen Tv kijken beperken Frisdrankgebr uik beperken Het kind dagelijks Programma s Zie tabel voor buiten laten lopen (niet speciaal voor kinderen van in de wagen laten kinderen, het kind 7-12 zitten). Sluit aan bij wat selectief laten maanden. het kind kan (stukje kijken. Geen TV op lopen, soms zitten). de kinderkamer. Voorbeeldgedrag. Voorbeeldgedrag. Zie tabel voor kinderen van 7-12 maanden. Ontbijten Zie tabel voor kinderen van 7-12 maanden. Voorbeeldgedrag. Met het Masterplan Voedingscentrum wordt het plan bedoeld dat het voedingscentrum heeft opgesteld om overgewicht bij kinderen van 0-4 jaar te voorkomen. Dit is te vinden op de website van het voedingscentrum. 29 2.6 Eet- en beweegdagboek Het algemene advies van de JGZ is om het voedingsgedrag van het kind (en de ouders) voor een bepaalde periode te monitoren en te evalueren aan de hand van een eet- en beweegdagboek. Aan 12

de hand van dit dagboek, kunnen gerichte afspraken gemaakt worden op het gebied van voeding, ritme in het gezin en het bewegen van de moeder, vader en de baby. 22 De projectgroep gaat het eet- en beweegdagboek als interventie gebruiken om kinderen van 0-4 jaar met risico op obesitas, vroegtijdig te kunnen signaleren. Het eet- en beweegdagboek wordt bij alle consultatiebureaus ingezet en meegegeven aan alle ouders/kinderen van 0-4 jaar die een risico vormen op het ontwikkelen van obesitas. In de bijlage ziet u een weergave van het eet- en beweegdagboek die de projectgroep bij alle consultatiebureaus zal inzetten. 22 2.7 Voedingsschema Als je als ouder een eet- en beweegdagboek mee krijgt van het consultatiebureau, is het vaak lastig om aan het dagboek te zien of uw kind te veel of juist te weinig eet. Door deze onzekerheid heeft de projectgroep een voedingsschema bijgevoegd voor kinderen van 0-4 jaar. In dit voedingsschema is te zien wat uw kind op welke leeftijd al mag eten en wat nog niet. Ook is in dit voedingsschema te zien welke hoeveelheid voeding voor uw kind normaal is. Het onderstaande voedingsschema gaat tot 18 maanden, dit komt doordat er bij kinderen vanaf 18 maanden geen onzekerheid meer is over wat het kind wel en niet mag en kan eten. Vaak eet een kind van 18 maanden, net als een ouder kind ontbijt, tussendoortjes, lunch en avondeten. Vanaf 18 maanden kunt u het als ouder zelf invullen wat u uw kind meegeeft naar school, kinderopvang en dergelijke. (30,31) Het voedingsschema is te vinden in de bijlage. 2.8 Interventies voor de verpleegkundige In de leeftijdscategorie van 0 tot 4 jaar zijn er een aantal verpleegkundige interventies die de kinderverpleegkundige uit kan voeren in samenwerking met andere disciplines. Deze interventies moeten het vroegtijdig signaleren van obesitas bevorderen. Het advies geven aan ouders die kinderen hebben met aanleg voor obesitas is een van deze interventies. Door de kinderverpleegkundige samen te laten werken met het consultatiebureau en hen gezamenlijk huisbezoeken uit te laten voeren kunnen zij advies geven aan ouders die kinderen hebben met aanleg voor obesitas. Het gaat om ouders binnen de volgende patiëntengroepen: - Moeders met zwangerschapsdiabetes: Moeders met zwangerschapsdiabetes hebben een hoge bloedsuikerspiegel tijdens de zwangerschap waardoor de baby teveel voedingsstoffen binnenkrijgt. Dit kan bij de baby tot een verhoogde hoeveelheid lichaamsvet lijden, voor de rest van zijn leven. Dit geldt niet voor vrouwen met al bestaande diabetes type 1 en 2. Na onderzoek is niet precies duidelijk hoe dit zit en hoe dit in zijn werk gaat. Eerdere studies konden hier nog geen duidelijkheid over geven. (32) - Ouders met overgewicht: Ouders die kampen met overgewicht/obesitas hebben een grotere kans dat hun kind dit overneemt. Gedeeltelijk wordt dit bepaald door de erfelijke aanleg waardoor het kind dus aanleg heeft om dikker te worden. Ook is er uit onderzoek gebleken dat deze kinderen vaak ook een aangeboren voorkeur hebben voor zoetigheid. 13

Wat ook nog meespeelt bij ouders met overgewicht is dat het kind het eetpatroon van de ouders overneemt en dat ouders hun kind vaak belonen met eten, terwijl het kind geen honger heeft. Het kind leert zo niet naar zijn eigen lichaam te luisteren. (33) - Culturele achtergrond: Integratie van niet-westerse allochtonen in de Nederlandse samenleving lijkt te leiden tot minder overgewicht binnen deze groep van de bevolking. Overgewicht komt minder voor onder allochtonen van de tweede generatie en onder allochtonen die de Nederlandse taal goed beheersen en in hun vrije tijd veel met autochtonen omgaan. Een mogelijke verklaring is dat integratie gepaard gaat met het overnemen van een andere leefstijl op het gebied van voeding en lichaamsbeweging. (34) - Ouders die geen borstvoeding geven: Uit onderzoek is gebleken dat er bij zuigelingen die vanaf de geboorte tot tenminste 6 maanden daarna enkel borstvoeding hebben gekregen, minder vaak obesitas gesignaleerd wordt op de leeftijd van 3 tot 10 jaar in tegenstelling tot kinderen die geen borstvoeding kregen op de leeftijd van 0-6 maanden. Bij borstvoeding is het zo dat het kindje zijn hoofd zal wegdraaien indien het genoeg melk heeft gehad. Bij flesvoeding zie je vaak dat de ouders onder het mom van het is nog een klein beetje, dat kleine beetje weerom opwarmen en het opnieuw aanbieden aan het kind. Uit een systematic review is gebleken dat de deelnemende zuigelingen die flesvoeding kregen na de geboorte, 4,5% obesitas had op de leeftijd van 5-6 jaar. Van de deelnemende borstgevoede zuigelingen was dit 2,8%. (35) De tweede verpleegkundige interventie die de projectgroep heeft ontwikkeld om obesitas zo te voorkomen op de leeftijd van 0 tot 4 jaar, is door middel van ouderavonden de ouders te informeren over het voorkomen van obesitas, zodat kinderen een grotere kans hebben om gezond op te groeien en gezond oud te worden. De projectgroep wil dit bewerkstelligen door kinderverpleegkundigen in samenwerking met diëtisten deze ouderavonden te laten verzorgen. De diëtist zal deze ouders voorlichting geven over producten die verkrijgbaar zijn in de winkel en positief worden aangeprijsd, maar helemaal niet gezond zijn voor het kind. Tevens zal de diëtist benadrukken dat de ouders het goede voorbeeld moeten geven zoals het voldoende eten van groente en fruit. Het ontmoedigen van het eten van onverantwoorde tussendoortjes moet hierbij niet worden vergeten. De diëtist moet de ouders ook benadrukken dat de ouders consequent moeten zijn met boodschappen doen. Als het kind iets onverantwoords in het winkelmandje legt, moeten de ouders nee kunnen zeggen tegen het kind, waardoor het kind ontmoedigt wordt onverantwoorde tussendoortjes te eten. (36) De derde verpleegkundige interventie voor het voorkomen van obesitas bij kinderen van 0-4 jaar is om kinderen die risico lopen op het ontwikkelen van obesitas te laten bewegen wanneer zij op de kinderafdeling in het ziekenhuis worden opgenomen. Doordat kinderen vaak langdurig liggen wanneer zij opgenomen zijn, zal de energie-inname groter zijn dan het energieverbruik en hierdoor ontstaat er een disbalans tussen deze twee. Door kinderen te stimuleren tot bewegen, zal deze disbalans afnemen. Dit kan bijvoorbeeld door kinderverpleegkundige in samenwerking met de ouders van het kind, het kind gedurende 14

een tijd op de buik te leggen of te stimuleren tot spelen. Dit gebeurd ten alle tijden onder toezicht van de kinderverpleegkundige. De laatste interventie die de projectgroep heeft ontwikkeld voor de kinderverpleegkundige is het meegeven van het eet- en beweegdagboek bij het eerste bezoek aan het consultatiebureau. Dit eet- en beweegdagboek wordt meegegeven aan alle ouders/kinderen van 0-4 jaar die een risico vormen op het ontwikkelen van obesitas. Het eet- en beweegdagboek is een boekje waarin ouders precies bij moeten houden wat hun kind eet en hoeveel het kind op een dag beweegt. Bij dit eet- en beweegdagboek hoort een voedingsschema. In dit voedingsschema is te zien wat een kind op welke leeftijd al mag eten en wat nog niet. Ook is in dit voedingsschema te zien welke hoeveelheid voeding voor een kind normaal is. Dit ingevulde dagboekje zal bij het volgende bezoek aan het consultatiebureau worden geëvalueerd. 15

3. Kinderen van 4-12 jaar 3.1 Preventie De preventie van overgewicht en met name obesitas, richt zich in de leeftijd van 4-12 (het schoolgaande kind) met name op het feit dat er gezonder moet worden gegeten en dat de kinderen meer moeten gaan bewegen. De risicogroepen voor het ontwikkelen van overgewicht en obesitas zijn: - Mensen met een lage sociaal economische status (s.e.s.); - Allochtonen; 37 - Mensen bij wie overgewicht voor komt in de familie; - Mensen die een ingrijpende gebeurtenis hebben meegemaakt; - Mensen die lange tijd medicijnen gebruiken; - Geborenen met een laag geboortegewicht en die vervolgens snel aankomen. 38 Dit is een redelijk grote groep, vooral in een multiculturele samenleving zoals die in Nederland aanwezig is. Om zo een grote groep te benaderen betekend dit dat je dit ook op een zo n geschikt mogelijke locatie moet doen. De projectgroep is van mening dat dit het beste te doen is op een basisschool omdat het grootste gedeelte van alle kinderen in deze leeftijdscategorie een schoolgaand kind is. 39 De adviezen die voornamelijk worden gegeven om overgewicht en obesitas te voorkomen zijn: - Meer bewegen; 40 - Ontbijten; 40 - Minder frisdrank; 40 - Minder televisie kijken; 40 - Een beter eetpatroon (drie maal daags). 40 3.2 Signalering De belangrijkste oorzaak van overgewicht is de disbalans tussen de energie die met de voeding wordt ingenomen en de energie die wordt verbruikt met lichamelijke activiteiten. Om overgewicht of obesitas vast te stellen zal dit moeten worden gemeten, nu wordt er alleen op negen jarige leeftijd gewogen en gemeten door de schoolarts. Wanneer er ook op vijf jarige leeftijd zal worden gewogen en gemeten zal het probleem eerder in kaart worden gebracht. Wanneer dit eerder in kaart is gebracht zal er doelgerichter een interventie kunnen worden uitgevoerd. 42 Uit cijfers uit 2012 blijkt dat het een steeds groter probleem wordt in Nederland. Waar in de leeftijd van 4 tot 16 jaar in 1980 nog ongeveer 5% overgewicht had, is dit in 24 jaar gestegen tot ongeveer 14%. Bij obesitas is dit gestegen van ongeveer 0,4% in 1980 tot ongeveer 2% in 2012. (35,43) Het meten van overgewicht of obesitas wordt gedaan door de Body Mass Index (BMI) te meten. Dit is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. Het BMI van kinderen is nogal verschillend en daarom dient er ook rekening te worden gehouden met de leeftijd van het kind. Tevens scheelt het ook nog bij jongens en bij meisjes, hier zijn ook verschillen in. Er is een schema beschikbaar waar u de BMI kunt af lezen. Deze zijn te vinden in de bijlagen. Om het BMI te meten is de volgende berekening beschikbaar: (Lichaamsgewicht in kilogram) : (lichaamslengte in meters)²= Body Mass Index. 44 16

3.3 Interventies De projectgroep is van mening dat er een gezondere leefstijl moet worden gehanteerd. De beste interventies die hier bij passen bij het schoolgaande kind zijn meer beweging en gezonder eten. Om zo n grote doelgroep te bereiken willen we dat deze interventies doorgevoerd kunnen worden op basisscholen door schoolverpleegkundigen. Door de interventie op een basisschool toe te passen zullen ouders en eventuele naschoolse opvang ook bekend worden met het belang van extra beweging en gezonder eten. De projectgroep heeft zeer bijpassende interventies gevonden en samengevoegd om zo het ideale resultaat te behalen. Extra Lichaamsbeweging In de loop van de jaren kampen er steeds meer kinderen op een jonge leeftijd met obesitas, deze groep heeft een grotere kans om op latere leeftijd last te krijgen van obesitas gerelateerde gezondheidsproblemen. Daarom is het van belang om deze kinderen en hun ouders zo vroeg mogelijk te informeren over de gevolgen van obesitas en hierbij een passende interventie te vinden. De projectgroep is van mening dat lichaamsbeweging op een leuke manier moet worden aangeboden op een zo een groot mogelijke schaal. Om een zo groot mogelijke doelgroep te bereiken hebben wij aan de hand van een studie gekozen een interventie gekozen die er naar streeft extra gymlessen te geven op basisscholen. Hierbij wordt er een grote doelgroep bereikt en worden alle schoolgaande kinderen in de leeftijd 4-12 jaar van verschillende etniciteiten samengebracht om met zijn allen meer te bewegen. Het onderzoek Er is in de Verenigde Staten onderzoek gedaan naar het effect van extra gymlessen geven aan kinderen in de leeftijd van 8-13 jaar. Hierbij zouden de kinderen vier extra gymlessen krijgen in de week en zouden de kinderen elke dag in beweging zijn. Het totaal aantal gymlessen zou dan komen op 6 lessen per week. Dit is verdeeld over uren zodat er elke dag ten minste één uur wordt bewogen. Bij de controle groep werd er 1.5 uur in de week aan sport besteedt en bij de interventie groep 4.5 uur. 45 Tijdens dit onderzoek is er gemeten aan de hand van BMI (Body Mass Index) en TBF (Total Body Fat). In totaal is er twee jaar de tijd genomen om deze studie te voldoen. Er is gekeken naar de kinderen die aan het begin van het project leden aan obesitas en de kinderen die kans op obesitas hadden. Bij dit onderzoek is naar voren gekomen dat bij de kinderen die al aan obesitas lijden het BMI en TBF iets omlaag is gegaan maar dat het te weinig was om een significant verschil te maken. 45 Wat wel voort kwam uit deze studie is dat de risicogroep kleiner was op het einde van de studie. Hierbij kan je concluderen dat dit een succesvolle studie is naar de preventie van obesitas. Door de interventie op een jongere leeftijd toe te passen zou de groep met risico op obesitas dus kleiner worden. 45 Onderbouwing In de praktijk blijkt dat kinderen met obesitas ook op latere leeftijd hier last van zullen hebben. Het doel is dus om de risicogroep aan te pakken en er voor te zorgen dat deze groep steeds kleiner wordt. Door deze extra gymlessen toe te voegen in het reguliere schoolprogramma zal de prevalentie van obesitas op een langere termijn steeds kleiner worden. Door dit al toe te passen op de leeftijd van vier tot twaalf zal dit een groter effect hebben omdat het probleem dan eerder wordt aangepakt. (45,46) Door de gymlessen op een basisschool toe te passen en de kinderen proberen te motiveren te sporten buiten schooltijd kan de interventie worden toegepast op een grotere doelgroep. Hierbij 17

kunnen kinderen van verschillende etniciteiten worden betrokken in dit programma. Hierdoor heeft het programma een grotere doelgroep omdat in deze leeftijdscategorie het grote deel van de kinderen vijf dagen in de week naar school gaat. 45 Veel kinderen besteden tegenwoordig steeds minder tijd aan lichamelijke activiteiten, een groot deel van de kinderen gaat eerder gamen dan bewegen en hierbij zitten ze vaak uren achter elkaar stil met een spelcomputer. Door kinderen al op een jonge leeftijd te laten ervaren dat sporten ook op een leuke manier kan zoals een gymles, denk bijvoorbeeld aan apenkooien, voetballen of trampoline springen, blijven ze spelenderwijs in beweging. 46 Gezondere voeding en eetgewoontes De belangrijkste onderdelen van een gezonde leefstijl zijn goede voeding en genoeg beweging. Niet alleen bewegen veel schoolgaande kinderen steeds minder, ze eten vaak ook steeds ongezonder. Een gezonde leefstijl is noodzakelijk om obesitas vroegtijdig te voorkomen. 47 Het is belangrijk dat de energie inname niet te hoog is in vergelijking met het energieverbruik. Om dit te voorkomen moeten kinderen drie maaltijden per dag krijgen (ontbijt, lunch, diner). Zo komt er regelmaat in het eetpatroon en is er minder behoefte aan tussendoortjes. De tussendoortjes zoals frisdrank, snoep, koek en chips mogen wel maar met mate. Om een duidelijk beeld te krijgen van wat een kind voor voeding nodig heeft, raad de projectgroep de schijf van vijf aan. Dit is gebaseerd op het Amerikaanse model van de Basic Four. Het is een voorlichtingsmodel van het voedingscentrum en garandeert voldoende voorziening van essentiële voedingsstoffen en het verkleint het risico op welvaartsziekten. Obesitas is ook een welvaartsziekte en daarom past de schijf van vijf goed in dit programma. Een belangrijk onderdeel hiervan is dat de maaltijden gevarieerd moeten zijn zodat kinderen genoeg verschillende stoffen binnen krijgen. 47 Zelf gemaakte maaltijden zijn daarom ook veel gezonder en bevatten veel minder calorieën dan de meeste kanten-klaar maaltijden. Niet alleen wat kinderen eten is belangrijk, maar hoe er wordt gegeten is ook van belang. Zo is het belangrijk dat er niet te grootte porties worden opgeschept en dat er niet meerdere keren wordt opgeschept. 46 Tegenwoordig eten veel kinderen hun maaltijden op terwijl zij televisie kijken. Uit onderzoek blijkt dat dit een slechte invloed heeft op het ontstaan van overgewicht. 48 Als kinderen bewust bezig zijn met eten zijn ze langer verzadigd en eten ze niet onbewust ze nodig hebben. Onderbouwing De projectgroep heeft voor gezonde voeding en eetgewoonten als interventies gekozen, omdat dit een belangrijke factor is in het voorkomen van obesitas. Een kind moet namelijk goede voedingsstoffen binnenkrijgen, want hierdoor kunnen ze beter de lengte in groeien en zijn ze overdag fitter. Om dit te bereiken is het noodzakelijk om de ouders hierbij te betrekken. Op school wordt er alleen geluncht, maar thuis worden de andere maaltijden genuttigd. Het is daarom van belang om vooral het eetgedrag thuis aan te pakken. De ouders beslissen vaak wat er aan boodschappen in huis gehaald wordt, wat er wordt gekookt en wanneer en waar er wordt gegeten. 49 Door al deze interventies op te volgen zullen kinderen minder kans hebben op het krijgen van obesitas. 18

3.4 Interventies voor de verpleegkundige In de leeftijd van 4 tot 12 gaan kinderen hun eigen voorkeur voor eten ontwikkelen en nemen ze de gebruiken van hun ouders over, kinderen zien hun ouders als rolmodel. Door het gebruik van de brochure die de projectgroep heeft ontwikkeld kan de verpleegkundige toelichten wat een gezonde leefstijl is, hierin staan voedingsadviezen vermeld die toepasbaar zijn. 50 Kinderen die op een basisschool zitten bezoeken in deze periode ook de schoolarts, wanneer deze de informatie doorspeelt naar een kinderverpleegkundige die ook op basisscholen werkzaam zijn, kunnen deze hierover in gesprek gaan met ouders. De kinderverpleegkundige kunnen dan de ouders informeren over het voorkomen van overgewicht en obesitas. De kinderen die door de schoolarts en verpleegkundige worden gezien die aanleg hebben om overgewicht te krijgen en zo in de risico groep zitten kunnen extra bewegingslessen op school ingepland krijgen, als het ware remidial teaching voor beweging. Het belang van vroegtijdige signalering is dat kinderen die al overgewicht hebben, worden geïnformeerd over gevaren en gevolgen hiervan, tevens kan dan ook gekeken worden naar de oorzaak en waar er verandering nodig is. Op deze manier geeft de verpleegkundige informatie aan de juiste doelgroep en kan eventuele obesitas voorkomen worden en kan overgewicht worden aangepakt. De kinderverpleegkundigen die werkzaam zijn in een ziekenhuizen zijn ook belangrijk bij het voorkomen van overgewicht en obesitas bij kinderen. Zij kunnen in overleg met de arts andere disciplines inschakelen zoals bijvoorbeeld een fysiotherapeut, diëtist of een psycholoog. 51 Een fysiotherapeut kan hierbij een beweegprogramma opstellen wat binnen de mogelijkheden ligt van de cliënt. Hierbij worden trainingen gegeven die bestaan uit intensieve cardio-oefeningen en krachtoefeningen om calorieën te verbranden en de conditie te verbeteren. Om het aantrekkelijk voor het kind te maken kan dit in spelvorm worden uitgevoerd. 52 Een diëtist kan uitleg geven over voeding en voedingsadvies geven, deze zal gericht worden op de leeftijd van het kind. Tips geven over tussendoortjes, hoe het voedingspatroon veranderd kan worden en adviezen geven over bijvoorbeeld feestjes, verjaardagen en vakanties. 53 Tevens kan er een psycholoog ingeschakeld worden wanneer dit nodig is. Deze kan ondersteunen in gedragsverandering maar ook wanneer het kind gepest wordt door zijn overgewicht, niet goed kan meekomen of een andere oorzaak waardoor hij/zij zich onzeker kan voelen. 52 19

4. Kinderen van 12-18 jaar Kinderen van 12 tot 18 jaar eten te veel en bewegen te weinig. Dat is de oorzaak van het overgewicht binnen deze groep. De meeste kinderen tussen de 12 en 18 jaar laten zich minder sturen door hun ouders dan een kind van jongere leeftijd. Een kind in de leeftijd van 12 tot 19 jaar krijgt een eigen mening, heeft zelf geld en leeft wat losser. Bovendien verandert er binnen deze leeftijdscategorie veel aan het lichaam. In deze leeftijdsfase geven enkel individuele preventieadviezen onvoldoende motivatie om gedrag te veranderen. Collectieve preventie maatregelen moeten voor aanvullende motivatie zorgen, zoals schoolprogramma s over de speerpunten (BOFT). Deze lessen worden ondersteund door JGZ medewerkers. Daarnaast bestaan oudervoorlichtingsavonden die door JGZ medewerkers samen met andere betrokkenen (onderwijzend personeel, diëtisten, fysiotherapeuten en GVOmedewerkers) worden gegeven. 25 4.1 Signalering Meer dan 95% van de kinderen worden routinematig door de jeugdgezondheidszorg (JGZ) gezien. In de eerste vier levensjaren wordt dat gedaan op een consultatiebureau. Op de basisschool leeftijd nog enkele keren door de JGZ-medewerkers. Daarnaast bezoeken JGZ-medewerkers jaarlijks de scholen en vragen bij leerkrachten naar gezondheidsproblemen bij de kinderen. Vermoed overgewicht is een reden om kinderen in de JGZ op indicatie te onderzoeken. In veel gevallen zal een eerste diagnose overgewicht of obesitas dan ook worden gesteld door een JGZ-medewerker. 25 4.2 Interventies Bestaande interventies Voor de behandeling van overgewicht bij kinderen worden meervoudige (leefstijl) interventies aanbevolen namelijk: - Gericht op het bevorderen van lichamelijke activiteit en gezonde voeding. 54 - Het stimuleren van Bewegen en Buiten spelen, dagelijks Ontbijten, reductie van Frisdranken en andere gezoete dranken en Fastfood en reductie van energierijke Tussendoortjes, Tv-kijken en computeren. 54 - Het wordt aanbevolen om ouders van kinderen met overgewicht actief te betrekken. 54 - Het wordt aanbevolen door motiverende gespreksvoering te gebruiken om ouders en kinderen met overgewicht te stimuleren tot gedragsverandering. Het gebruik maken van elementen uit oplossingsgerichte therapie en gedragstherapie is tevens aan te bevelen. 54 - Voor de aanpak van overgewicht en obesitas is een community-based aanpak nodig, waar de rijksoverheid, de lokale overheid, de school het gezin en de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) allen een belangrijke rol in spelen. 54 - Er wordt overwogen om in overleg met ouders een huisbezoek af te leggen. Hierdoor kan beter inzicht verkregen worden in de omgeving van het kind met overgewicht, zodat een veranderplan effectiever is. 54 Gekozen interventies De projectgroep heeft gekozen voor de interventie dat vooral gericht is op de reductie van frisdranken en andere gezoete dranken en fastfood en de reductie van tussendoortjes op school. De projectgroep vindt dat het gezonder maken van de omgeving juist van groot belang is. Mensen maken gedragskeuzes altijd in een sociale en fysieke omgeving. Een gezonde omgeving maakt de keuze voor gezond gedrag makkelijker. Deze omgevingsbenadering biedt veel kansen. Het beleid 20

van instellingen waar kinderen verblijven en van scholen dient gezondheid bevorderend te zijn, met regels en voorzieningen die gezond eten en veel bewegen stimuleren. Onderzoekers concludeerden dat de kans op succes groter lijkt wanneer een schoolgerichte interventie de volgende componenten bevat: - Voorlichting over gezonde voedingswijze en lichamelijke activiteit; - Ondersteunende structuur waarbij het gewicht regelmatig wordt gemeten en een vervolgplan wordt vastgesteld; - Aanpassen van schoollunches en omgeving om snoepen te ontmoedigen; - Voldoende lessen lichamelijke activiteit; - Betrokkenheid van ouders; - Integreren van de schoolgerichte aanpak binnen een brede wijkgerichte aanpak middels een integraal gezondheidsbeleid. Sommige van deze componenten zijn niet gemakkelijk in te bouwen in Nederlandse interventies omdat de meeste schoolsystemen verschillen. Het is hier in Nederland bijvoorbeeld niet gebruikelijk dat lunches worden aangeboden op scholen. In 2004 liepen er ten minste ongeveer tien Nederlandse interventies op scholen, zoals Sport Drenthe, DOiT, LIFE21, Schoolkantineproject/voedingscentrum en nog veel meer. Maar helaas zijn er nog geen lange termijn effecten van deze interventies bekend op het gewicht, beweeggedrag of energie-inname. De meeste buitenlandse onderzoeken vonden op de langere termijn geen positieve effecten op het gewicht en zeer wisselende effecten op de energie-inname. Programma s die werden uitgevoerd via de gymlessen vonden wel gunstige effecten op het beweeggedrag of de conditie. (55,56) De projectgroep is van mening dat er een gezondere levensstijl moet worden gehanteerd. De beste interventies die hier bij passen bij kinderen van 12-18 jaar zijn: meer beweging en gezonder eten. Om zo n grote doelgroep te bereiken wilt de projectgroep dat deze interventies doorgevoerd worden op scholen. De projectgroep heeft zeer bijpassende interventies gevonden en samengevoegd om zo het ideale resultaat te behalen. Namelijk de projectgroep is er ervan overtuigd dat het aanbieden van extra lichaamsbeweging op scholen een positief effect kan hebben. In 2003 tot 2005 is door de Dutch Obesity Intervention in Teenagers ( DOiT) een preventieprogramma voor kinderen van 13 tot 16 jaar gestart. DOIT is tweemaal onderzocht op effectiviteit. Daarnaast is tevens een procesevaluatie uitgevoerd. Het eerste effectonderzoek heeft plaatsgevonden in de periode van 2003 tot 2005. Hierbij is zowel naar de effecten op lichaamssamenstelling als naar de effecten op voedings- en beweeggedrag gekeken. De belangrijkste resultaten van dit effectonderzoek zijn: - Afname van som van vier huidplooien bij meisjes (De afname van de bicepshuidplooi (voorkant, midden bovenarm), de tricepshuidplooi (achterkant midden bovenarm),de subscapilaire huidplooi (onder het punt van het schouderblad) en de supra-iliacale huidplooi (vlak boven de bovenrand van het heupbeen) 57 ; - Kleinere middelomtrek en drie huidplooidiktes bij jongens; - Vermindering inname suikerhoudende drank bij jongens en meisjes; - Minder 'zittend gedrag' bij jongens. (56,58) Het tweede effectonderzoek vond plaats in het schooljaar 2009-2010.Hierbij is naar de effecten op voedings- en beweeggedrag gekeken. Dit meest recente onderzoek laat vergelijkbare resultaten zien voor inname van suikerhoudende drank. Daarnaast laat het onderzoek een afname van snacks en minder 'zittend gedrag' bij meisjes zien. De resultaten van de procesevaluatie rondom het onderzoek van 2003-2005 hebben de basis gevormd van de aanpassingen aan DOiT die in 2009 zijn doorgevoerd. 21