Biologische grondontsmetting met alternatieve grondstoffen ( bodemresetten ) Daniël Ludeking 1, André van der Wurff 1, Willemien Runia 2, Marta Streminska 1 en Marc van Slooten 1, Chantal Bloemhard 1, Henk Meints 3 en Herman Feil 3 1 Wageningen UR Glastuinbouw 2 PPO AGV 3 Thatchtec B.V.
Wat is biologische grondontsmetting? Biologische grondontsmetting is het ontsmetten van de bodem door stimulatie van de natuurlijk bodempopulatie onder anaerobe omstandigheden. In het verleden is veel onderzoek gedaan met gras als grondstof voor biologische grondontsmetting. Grote hoeveelheden gras per hectare onder spitten (40 ton). Aanrijden van de grond (dichtrollen). Irrigeren van de grond. Gasdicht afdekken van de grond met folie. Perceel en folie laten rusten voor minimaal 6 weken (zomer). Echter gras niet bedrijfszeker! Herbie, organisch fermentatie product
Klimaatcelexperiment 2009 en 2010 Celexperiment in samenwerking met PPO AGV.
Zand en Marine zavel, experimenten 2009
Mariene zavel/h7022/p. penetrans
Zand/H7022/P. penetrans
Resultaten experiment 2009 Tot 100% doding van Verticillium dahliae en Pratylenchus penetrans. Na 4 weken zijn microsclerotiën gedood (Bij 16 C afhankelijk van grondsoort en uitgevoerd in klimaatcel) Nematoden worden veel sneller gedood Duidelijk verschil in effect per grondsoort Verschillende producten met potentie, enkele uitschieters Alle fermentatie producten (8) zijn effectiever dan gras
Experimenten 2010 Gebruikte mariene zavel is afwijkend van 2009 en lager in organische stof. In een klimaatcel zijn in emmers met Verticillium dahliae, Wortellesieaaltje en wortelknobbelaaltje ingegraven. Effect van de middelen vastgesteld. Hoge dosering van 4 RE, alleen 7022 Gassen gemeten Bij 2 temperaturen: 8 en 16 C
Zand en Marine zavel, experimenten 2010
Resultaten 2010 Temperatuur heeft een effect op resultaat. Na toevoeging van product H 7022 is het aantal vitale microsclerotiën na 2 weken bij 16 o C en na 4 weken bij 8 o C met minimaal 75% afgenomen. Enorm verschil in overleving tussen 16 en 8 graden voor zowel Pratylenchus als Meloidgyne na 4 weken. Het duurt veel langer om tot zuurstofloosheid te komen bij lager temperaturen. Wat is het effect van oragnische stof? Of zijn het andere factoren in de grond.
Wat nog meer: in vogelvlucht Substraatbedden (in kas, bodemtemperatuur gemiddeld 26 o C, juni/juli) Trekheesters (buiten, veeneilandjes, bodemtemperatuur gemiddeld 16 o C, eind september) Kas als energiebron Chrysantenteler Made (juni) Sla teler s Gravenzande (september)
Experiment in Substraatbedden chrysant
Resultaten experiment in substraatbedden 100 % doding 90 80 70 60 50 40 30 95 84 89 80 84 45 83 63 95 95 97 95 90 87 83 90 Verticllium dahliae Pythium aphanidermatum Pratylenchus penetrans Meloidogyne incognita 20 10 0 1.5 week zand 1.5 week klei 3 weken zand 3 weken klei Gemiddeld dodingspercentage van BGO na 1,5 en 3 weken, voor 4 bodemorganismen, 3 verschillende diepten, bij 26 C en bij toepassing van Herbie 7022 (4RE).
Resultaten experiment in Trekheesters Aantallen microsclerotiën op 2 diepten na 2, 4, 8 en na 8 weken nawerking, bij 16 C en bij toepassing van Herbie 7022.
Resultaten experiment in Trekheesters Geen 100% resultaat tegen Verticillium dahliae, zelfs niet na 8 weken. Er is een effect tegen Meloidogyne incognita, maar onvoldoende. Insecten (engerlingen) na 14 dagen dood Effect meetbaar ondergespitte lag, maar effect is minder
BGO in 2011 Project kas als energiebron: BGO als alternatief voor stomen onder glas? Is een energiebesparing van minimaal 10% reëel?
Wilco van Vliet, Made Ernstige schade als gevolg van nematoden. Stomen en het gebruik van nematicide heeft op dit bedrijf slechts een effect voor korte duur. Is er een alternatief?
Opzet van het experiment Herbie 7025 in plaats van 7022 Heldere folie, 40 m (viv folie, doorlaatbaarheid factor 5 lager dan standaard folie (PE)) 2 doseringen: 2 gram ruw eiwit per liter grond (praktijkdosering) 4 gram ruw eiwit per liter grond
Opzet van het experiment (3) Kijken naar effect op: Verticillium dahliae Meloidogyne spp. (wortelknobbelaaltje,wilco van Vliet) Onkruiden Heremoes (Equisitum), wortelstokken Vogelmuur (Stellaria), zaad Zevenblad (Aegopodium), wortelstokken Wortelduizendpoot (Scutegerella immaculata) Thripspoppen (Frankliniella occidentalis)
Opzet van het experiment (4) Maar ook naar het effect op: Bodemweerbaarheid Opbouw en samenstelling van anaerobe populatie Samenstelling en verandering bodembiologie (Blgg AgroExpertus) Verandering van fysische eigenschappen en bemestingstoestand (Blgg AgroExpertus)
Opzet van het experiment (3)
Opzet van het experiment
Resultaten Experimenten met insecten laten een 100% doding zien van wortelduizendpoot en thripslarven na 14 dagen. Ook andere bodemorganismen worden niet meer terug gevonden. Hoge gemiddelde bodemtemperatuur van 32,5 graden. Effect op aaltjes na 15 dagen BGO ongeveer op niveau stomen. Effect tegen Verticillium dahliae na 15 dagen BGO beter dan stomen. Hoe meer tijd hoe meer effect ten opzichte van stomen
BGO in sla (frisee)
Eerste resultaten Experimenten met slakken laten een 100% doding zien van na 14 dagen. Andere resultaten laten nog even op zich wachten
Tot slot: Experimenten hebben geleid tot de volgende punten van aandachtspunten voor toepassing De bodemtemperatuur is bepalend voor de snelheid Secuur afdekken met goede luchtdichte folie is de sleutel voor een succes. Anaerobie of zuurstofloosheid is van essentieel belang Grondsoort is bepalend voor het effect Historie van het te ontsmetten perceel (?): stomen, organische stof en eerdere BGO toepassing
Tot slot (2) Dosering: de hoogte van de dosering is bepalend voor de effectiviteit Ontsmettingsduur: minimaal 4 weken voor een zeker resultaat. Bemesting: bij alle gewassen wordt een bemestingseffect waargenomen
Bedankt voor uw aandacht Wageningen UR