BELEIDSNOTA. Plan van aanpak handhaving illegale bouw recreatieobjecten 2015

Vergelijkbare documenten
Tussenrapportage. Stand van zaken handhaving onrechtmatige permanente bewoning recreatieverblijven. Gemeente Koggenland

Afwijkingenbeleid Kruimelgevallen

Documentnummer : 473 : Brief naar aanleiding controle verlopen instandhoudingstermijn: hersteld

Integraal Handhavingsbeleidsplan De Ronde Venen, 26 september Bijlage VI Toelichting op de bestuursrechtelijke sanctiemiddelen

BELEIDSNOTA. Plan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatieobjecten 2013

Tussenrapportage Stand van zaken handhaving onrechtmatige permanente bewoning recreatieverblijven. Gemeente Koggenland

Omdat tijdens de controle overtredingen zijn geconstateerd hebben wij het voornemen u een last onder bestuursdwang op te leggen.

Beleidsregels permanente bewoning recreatieverblijven gemeente Coevorden

Plan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatieobjecten 2013

RAADSVOORSTEL - ADVIESNOTA

Permanente bewoning op recreatieterreinen in Peel en Maas

PREVENTIEVE DWANGSOM BIJ OVERLASTGEVEND GEDRAG

D (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door

Gemeente Opmeer. Plan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatieobjecten. Definitief concept

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016

COEVORDE N Postadres: Postbus AA Coevorden Tel Fax gemeente@coevorden.nl Website:

Gelet op de artikelen 1.61 lid 1, 1.65 lid 1, 1.66 en 1.72 lid 1 Wet kinderopvang; Het Toezicht - en handhavingsbeleid kinderopvang vast te stellen.

Overwegende dat het college van burgemeester en wethouders de algemene bevoegdheid heeft tegen deze overtreding handhavend op te treden;

Bijlage 6 - Beleidslijn Dwangsom en invordering

Onderwerp beleid Handhaving tegen bestemmingsplanstrijdig gebruik van gronden en opstallen met een recreatieve bestemming.

B&W Vergadering. B&W Vergadering 29 november Voorgesteld besluit Het college heeft besloten:

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

VERZONDEN - 1 SEP 2015

Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor

BELEIDSREGELS OMGEVINGSVERGUNNING/ GEDOOGBESCHIKKING PERMANENTE BEWONING RECREATIEWONINGEN

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend onder de bepaling dat de gewaarmerkte stukken en bijlagen deel uitmaken van de vergunning.

GEMEENTE OLDEBROEK PERMANENTE BEWONING VAN RECREATIEWONINGEN STRUCTUURVISIE CONCEPT, DECEMBER 2014 KENMERK

BELEIDSREGELS PERSOONSGEBONDEN OMGEVINGSVERGUNNING VOOR HET PERMANENT BEWONEN VAN EEN RECREATIEWONING

Beleid dwangsomhoogte Wabo

VOORTGANGSRAPPORTAGE HANDHAVING RUIMTELIJK BESTUURSRECHT 2009 GEMEENTE ZALTBOMMEL

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen

Toelichting bij de Sanctiematrix Drank- en Horecawet en verwante artikelen uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leidschendam-Voorburg

Jaarverslag TOEZICHT EN HANDHAVING BOUWEN, RUIMTELIJKE ORDENING, APV EN BIJZONDERE WETTEN

Juridische Zaken en Handhaving

UITVOERINGSPROGRAMMA. Permanente bewoning Maaspark de Lithse Ham

LEIDRAAD BIJ DE LANDELIJKE HANDHAVINGSSTRATEGIE

ECLI:NL:RVS:2015:1791

Bevoegdheid burgemeester/college

[aanvrager] Geachte [aanvrager],

Permanente bewoning vakantiehuisjes

Uitvoering handhaving recreatief (nacht)verblijf buiten kampeerterreinen

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

Commissie voor de Bezwaarschriften

Zoekresultaat - inzien document ECLI:NL:RVS:2010:BO9151. Uitspraak. Permanente link: Datum uitspraak Datum publicatie

Nota van Zienswijzen

D xxxx. (Gelieve bij correspondentie dit nummer te vermelden) Behandeld door

Toezicht & Handhaving in de Gemeente Meerssen

Vragen en handhavingsverzoek omwonenden over Kapelstraat 46a in Elshout

Bij het beoordelen van een overtreding en het bepalen van het juiste sanctiemiddel wordt rekening gehouden met:

Beleidsregels. oude onrechtmatige bewoning. recreatiewoningen

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

1. Voorwoord. 2. Recreatiepark Watertuin. 3. Regelgeving

Beleidsregels Handhaving camping de Wielerbaan 2017.

Handhavingsinstrumenten

1. ONT Pilot logeerwoningen voor huishoudens in een crisissituatie

2. Advies commissie bezwaarschriften. 3. Uitspraak rechtbank Noord-Nederland. 4. Uittreksel bestemmingsplan Komplan Haren

Sluitingsbeleid ex artikel 13b Opiumwet

Permanente bewoning vakantiehuisjes

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleidende voorwaarden... 3 Hoofdstuk 2 Ruimtelijke randvoorwaarden... 5

Rapport. Datum: 25 november 2010 Rapportnummer: 2010/335

Handhavingsbeleid Digitaal Opkopers Register

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

Bijlage: Procesbeschrijving en stroomschema's

Beleidsregels planologische afwijkingsmogelijkheden 2017

Beleidsregels Intrekken omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen. gemeente Bergen (L)

BIJLAGE 2. Handhaving volgens de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen

2017/53151 gemeente Zaanstad Burgemeester & Wethouders

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Ontwerpbesluit Omgevingsvergunning

Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

uitspraak RECHTBANK LIMBURG

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

Bijlage 2: Werkprocessen. Toezicht Verzoek om Handhaving Handhaven Bouwstop Klachten en meldingen Legalisatieonderzoek

OMGEVINGSVERGUNNING (Ontwerp)

Drachten, Kenmerk Zaaknummer Behandeld door 4 november /cor Z Wiebe Jan Dijk

Publicatie ontwerpbeschikking uitgebreide procedure

Overwegingen: een beleidsregel bij handhaven van artikel 13b Opiumwet bij een woning of een al dan niet voor publiek toegankelijk lokaal is wenselijk;

Happy Italy Amsterdam D.J.L. de Blok Postbus CD Dordrecht. Betreft: Omgevingsvergunning

Raadsvoorstel. Samenvatting

Beleidsregels intrekken omgevingsvergunningen voor de activiteit bouwen

Veel gestelde vragen Project recreatieterreinen

Ons kenmerk [VERTROUWELIJK] Contactpersoon [VERTROUWELIJK]

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC Routing

g^atwijk - Strijdig gebruik (art. 2.1 lid ie van de Wabo)

Omgevingsvergunning Zaaknummer

BIJLAGE 4: RELEVANTE WETSARTIKELEN

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 februari 2018;

Collegebesluit Aanpassing beleidsregels kleine buitenplanse afwijkingen o.g.v. de Wabo (planologische kruimelgevallen)

Toelichting. Algemene toelichting. Hoofdstuk 2 Herstellend traject

Beleidsnota. Onrechtmatige bewoning recreatiewoningen. gemeente Aalten.

Thuishaven Events BV de heer J. Cederhout Gyroscoopweg AX AMSTERDAM. Betreft: Omgevingsvergunning

Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o.

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING LET OP! Dit is nog geen omgevingsvergunning. Hiermee kunt u nog niet starten met de werkzaamheden.

Ontwerp weigering omgevingsvergunning

Transcriptie:

BELEIDSNOTA Plan van aanpak handhaving illegale bouw recreatieobjecten 2015

Gemeente Opmeer Plan van aanpak handhaving illegale bouw recreatieobjecten 2015 Vastgesteld : 28 april 2015 Gepubliceerd: 20 mei 2015 Inwerking getreden: 21 mei 2015 2

Inhoudsopgave Aanleiding... 4 Opbouw van het Plan van Aanpak... 5 DEEL 1 BELEID EN UITVOERING 1. Juridisch kader... 6 2. Recreatieterreinen in de gemeente Opmeer... 6 3. Juridisch-planologisch kader... 6 3.1 Bouwregels van de Beheersverordening Recreatieparken Opmeer... 6 3.1.1 Bouwmogelijkheden voor recreatieverblijven... 7 3.1.2 Bijbehorende bouwwerken bij recreatieverblijven... 7 3.1.3 Bouwmogelijkheden voor stacaravans... 8 3.1.4 Bijbehorende bouwwerken bij stacaravans... 8 4. Wijze van handhaving van illegale bouw... 9 4.1 Wijze van opsporing illegale bouw... 9 4.2 Fasering van de handhaving... 9 5. Communicatie en voorlichting... 9 5.1 Algemene voorlichting... 10 5.1.1 Website... 10 5.1.2 Contactfunctionaris... 10 5.2 Voorlichting eigenaren en/of gebruikers recreatieobjecten... 10 5.3 Voorlichting van makelaars, notarissen en hypotheekverstrekkers... 11 5.4 Derden-belanghebbenden (belangenverenigingen)... 11 5.5 Voorlichting via media... 11 DEEL 2 HANDHAVINGSSTRATEGIE 1. Inleiding... 12 2. Selectie van handhavingszaken... 12 3. Stappenplan handhaving illegale bouw... 12 4. Sanctietoepassing en begunstigingstermijnen... 13 4.1 Aard van de sanctie... 13 4.2 Hoogte van de dwangsom... 14 4.3 Begunstigingstermijn... 15 5. Toepassing van de Wet Economische Delicten... 15 6. Interne beheersorganisatie / Projectcoördinatie... 16 3

Aanleiding In de handhavingspraktijk is gebleken dat er op de recreatieparken in de gemeente Opmeer sprake is van illegale bouwwerken/gebouwen. Wij spreken van illegale bouwwerken waar het bouwwerken betreft waarvoor geen omgevingsvergunning is verleend en wel vereist is. De gemeente Opmeer is ingevolge de actualisatieverplichting van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) bezig met het actualiseren van de bestemmingsplannen. De Wro biedt echter ook de mogelijkheid om voor gebieden waar zich de komende jaren geen nieuwe ontwikkelingen voordoen een zogenaamde beheersverordening op te stellen. De beheersverordening vindt zijn grondslag in artikel 3.38 Wro. Voor gebieden waar niet of nauwelijks ruimtelijke ontwikkelingen zijn te verwachten, kan in plaats van een bestemmingsplan een beheersverordening worden vastgesteld, welke een voldoende mate van planologische regeling biedt. Dit is op het recreatiepark De Perelaer bij Opmeer en voor het recreatiepark aan de Wilhelminalaan en De Bongerd (thans of eveneens bekend als het Pereblok) te Aartswoud het geval. Voor de recreatieparken De Perelaer en De Bongerd is, gelet op het feit dat hier geen ruimtelijke ontwikkelingen zijn te verwachten, de "beheersverordening recreatieparken Opmeer" opgesteld. Genoemde beheersverordening is door de raad van de gemeente Opmeer op 20 december 2012 vastgesteld. Met de vaststelling van de verordening zijn de geldende bestemmingsplannen Aartswoud 1974 en Bungalowpark onder de perelaer-recreatiepark West-Friesland herzien. Daarnaast zijn de vergunningsvrije (bouw)mogelijkheden door de wijziging van het Besluit omgevingsrecht op 1 november 2014 sterk toegenomen. De vergunningsvrije bouwmogelijkheden op de recreatieparken zijn hierdoor verruimd. Ook is het oude beleids- en uitvoeringskader voor de handhaving van illegale bouw uit 2008 toe aan een herziening. Dit is de reden waarom ook het oude beleids- en uitvoeringskader voor de handhaving van illegale bouw met betrekking tot recreatieobjecten dient te worden herzien. Ter nadere onderbouwing en uitwerking van het beleid en de uitvoering van de handhaving van illegale bouwwerken is dit plan van aanpak tot stand gekomen. Dit plan van aanpak vormt het beleids- en uitvoeringskader voor de handhaving van illegale bouwwerken op de recreatieparken in de gemeente en vervangt het oude Plan van aanpak illegale bouw met betrekking tot recreatieverblijven 2008. 4

Opbouw van het Plan van Aanpak Het voorliggende plan van aanpak is opgebouwd uit twee onderdelen. Deel 1 omvat het beleids- en uitvoeringsdeel. Hierin wordt het beleid van de gemeente, zoals dat op basis van de beheersverordening recreatieparken Opmeer is bepaald, weergegeven. Daarnaast is op hoofdlijnen beschreven op welke wijze de gemeente Opmeer invulling geeft aan de handhaving van overtredingen van het verbod op illegale bouw op de recreatieparken. In deel 2 is de handhavingsstrategie neergelegd. In dit deel worden de algemene opmerkingen die hierover in het beleidsdeel zijn gemaakt uitgewerkt. In dit deel is daarom een beschrijving opgenomen van de wijze waarop het beschikbare handhavingsinstrumentarium zal worden ingezet. Daarnaast zal er een omschrijving van de handhavingsprocedure worden gegeven. 5

Deel 1 Beleid en uitvoering 1. Juridisch kader Met dit beleid wordt op grond van artikel 1:3 lid 4 jo. 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht de uitvoering van de handhaving van de in artikel 2.1 lid 1 sub a en c en artikel 2.3a van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) in combinatie met artikel 125 van de Gemeentewet en de artikelen in titel 5.3 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), voor zover het betreft illegale bouwwerken op de in de gemeente Opmeer gelegen recreatieparken, ingevuld. Op grond van artikel 1:3 lid 4 jo. 4:81 lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht kan een bestuursorgaan beleidsregels vaststellen met betrekking tot een hem toekomende of onder zijn verantwoordelijkheid uitgeoefende, dan wel door hem gedelegeerde bevoegdheid. De juridische meerwaarde van de vaststelling van een beleidsregel is dat voor de motivering van een besluit naar de beleidsregel verwezen kan worden. 2. Recreatieterreinen in de gemeente Opmeer In de gemeente Opmeer zijn twee recreatieterreinen aanwezig: Recreatiepark West-Friesland/Bungalowpark Onder de Perelaer te Opmeer. Dit recreatiepark bestaat uit 108 recreatiewoningen en circa 180 stacaravans en chalets. Recreatiepark aan De Bongerd/Wilhelminalaan te Aartswoud Op dit recreatiepark staan 43 recreatiewoningen verspreid langs de Wilhelminalaan en De Bongerd. 3. Juridisch-planologisch kader 3.1 Bouwregels van de Beheersverordening Recreatieparken Opmeer Het recreatiepark aan De Bongerd/Wilhelminalaan te Aartswoud en het recreatiepark West-Friesland/Bungalowpark Onder de Perelaer te Opmeer vallen onder de beheersverordening Recreatieparken Opmeer. De beheersverordening is vastgesteld op 20 december 2012. De gronden waarop de recreatieobjecten staan hebben de bestemming Recreatieverblijven en Stacaravans. Volgens de regels van de beheersverordening is een recreatieverblijf een gebouw of een complex van ruimten in een gebouw dat naar de aard en inrichting is bedoeld voor recreatieve bewoning, waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben (artikel 1 lid 1.17 van de beheersverordening). 6

Volgens de regels van de beheersverordening is een stacaravan een zelfstandig verrijdbaar bouwwerk, bestaande uit een lichte constructie en uit lichte materialen met wielas, dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor recreatief dag- en/of nachtverblijf dat naar de aard en de inrichting is bedoeld voor bewoning en/of verblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben, die gedurende meerdere jaren op een kampeerterrein op dezelfde plaats blijft staan en als kampeermiddel valt aan te merken (artikel 1 lid 1.19 van de beheersverordening). Onder kampeermiddel moet blijkens artikel 1 lid 1.13 worden verstaan: een tent, een tentwagen, een kampeerauto, een caravan, dan wel enig ander daarmee vergelijkbaar voertuig of onderkomen, dat geheel of ten dele is bestemd of opgericht dan wel wordt of kan worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf. Op grond van artikel 3 lid 3.1 sub b mogen bestaande bouwwerken worden vervangen door bouwwerken van dezelfde afmetingen en op dezelfde locatie. Onder bestaande bouwwerken moet blijkens artikel 1 lid 1.4 sub b worden verstaan: bouwwerken die op het tijdstip van de vaststelling van de verordening: 1. aanwezig zijn; 2. nog kunnen worden gebouwd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het bouwen". Artikel 1 lid 1.4 sub e bepaalt voorts dat een bouwwerk dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan niet valt onder het bepaald in artikel 1 lid 1.4 sub b. Artikel 3 lid 3.2 bevat verder een aanvulling op artikel 3 lid 3.1 ten aanzien van het bouwen. Gezien het feit dat dit beleid zich toespitst op de handhaving van illegale bouw bij recreatieobjecten, zal in de volgende paragrafen alleen worden ingegaan op de bouwmogelijkheden die de beheersverordening biedt bij de bestemming Recreatieverblijven en Stacaravans. 3.1.1 Bouwmogelijkheden voor recreatieverblijven Op grond van artikel 3 lid 3.2 sub 3.2.1 is het toegestaan om recreatieverblijven geheel of gedeeltelijk te vervangen en/of uit te breiden, waarbij de volgende voorwaarden gelden: a. per bouwperceel mag ten hoogste één recreatieverblijf worden gebouwd; b. de oppervlakte van een recreatieverblijf mag ten hoogste 70 m 2 bedragen; c. de goothoogte van een recreatieverblijf mag ten hoogste 3,30 m bedragen; d. de bouwhoogte van een recreatieverblijf mag ten hoogste 8,00 m bedragen; e. een recreatieverblijf dient te zijn voorzien van een kap, waarvan de dakhelling ten minste 35 o en ten hoogste 65 o bedraagt. 3.1.2 Bijbehorende bouwwerken bij recreatieverblijven Naast de hierboven genoemde bouwmogelijkheid is het op grond van artikel 3 lid 3.2 sub 3.2.2 toegestaan om bijbehorende bouwwerken bij recreatieverblijven nieuw te bouwen, te vervangen en/of uit te breiden, waarbij de volgende voorwaarden gelden: 7

a. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een recreatieverblijf mag ten hoogste 12 m 2 bedragen, met inbegrip van de bestaande bijbehorende bouwwerken; b. de afstand van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk tot de zijdelingse perceelgrens dient ten minste 2,00 m te bedragen; c. de goothoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk bij een recreatieverblijf mag ten hoogste de eerste bouwlaag van het recreatieverblijf bedragen plus 0,25 meter; d. de goothoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag ten hoogste 2,50 m bedragen; e. de bouwhoogte van een aangebouwd bijbehorend bouwwerk mag ten hoogste 4,50 m bedragen; f. de bouwhoogte van een vrijstaand bijbehorend bouwwerk mag ten hoogste 3,00 m bedragen. 3.1.3 Bouwmogelijkheden voor stacaravans Op grond van artikel 3 lid 3.3 sub 3.3.1 is het toegestaan om stacaravans te vervangen, waarbij de volgende voorwaarden gelden; a. een standplaats mag ten hoogste worden gebruikt voor het plaatsen van één stacaravan: 1. met een oppervlakte van ten hoogste 40 m 2, indien de oppervlakte van de standplaats kleiner of gelijk is aan 300 m 2 ; 2. met een oppervlakte van ten hoogste 60 m 2, indien de oppervlakte van de standplaats groter is dan 300 m 2 ; 3. met een bouwhoogte van ten hoogste 3,30 m; b. het gebruik van standplaatsen voor stacaravans, zodanig dat de onderlinge afstand tussen stacaravans onderling ten minste 5,00 m bedraagt. 3.1.4 Bijbehorende bouwwerken bij stacaravans Naast de hierboven genoemde bouwmogelijkheid is het op grond van artikel 3 lid 3.2 sub 3.2.3 toegestaan om bijbehorende bouwwerken bij stacaravans nieuw te bouwen, geheel of gedeeltelijk te vervangen en/of uit te breiden, waarbij de volgende voorwaarden gelden: a. per stacaravan mag ten hoogste één bijbehorend bouwwerk worden gebouwd, met inbegrip van de bestaande bijbehorende bouwwerken; b. de oppervlakte van een bijbehorend bouwwerk bij een stacaravan mag ten hoogte 10 m 2 bedragen, met inbegrip van de bestaande bijbehorende bouwwerken; c. de goothoogte van een bijbehorend bouwwerk bij een stacaravan mag ten hoogste 2,50 m bedragen; d. de bouwhoogte van een bijbehorend bouwwerk bij een stacaravan mag ten hoogte 3,00 m bedragen. 8

4. Wijze van handhaving van illegale bouw Het gemeentelijke beleid is in eerste instantie vastgelegd in de geldende Beheersverordening Recreatieparken Opmeer (zie hiervoor hoofdstuk 3). Uitgangspunt van de beheersverordening is dat illegale bouwwerken moeten worden tegengegaan. Tegen gevallen van illegale bouw op de recreatieparken zal de gemeente streng en actief handhavend optreden conform de sanctiestrategie zoals opgenomen in onderdeel 2 van dit beleid. 4.1 Wijze van opsporing illegale bouw Bij de opsporing van illegale bouw op de recreatieparken zal de gemeente Opmeer actief gebruik maken van de ter beschikking staande instrumenten zoals de luchtfoto's en periodieke controles op de recreatieparken. Indien uit (administratieve) controles blijkt dat er illegaal zonder de daartoe vereiste omgevingsvergunning is gebouwd, uitgebreid of verbouwd, krijgt de betrokkene een vooraankondiging van een aanschrijving met een last onder dwangsom. Bij de vooraankondiging wordt tevens de mogelijkheid geboden om een zienswijze tegen de voorgenomen aanschrijving in te dienen. Daarbij wordt ook de mogelijkheid geboden om mondeling te worden gehoord. Indien er op basis van de zienswijzeprocedure geen aanleiding is om af te zien van het voornemen tot aanschrijven wordt de definitieve aanschrijving verzonden. Deze beschikking staat uiteraard open voor bezwaar en beroep. 4.2 Fasering van de handhaving Bij de handhaving op de recreatieparken ligt de nadruk op de aanpak van permanente bewoning van recreatieobjecten conform het plan van aanpak handhaving permanente bewoning recreatieobjecten 2013. Bij de afwikkeling van bouwovertredingen zal een gefaseerde aanpak worden gehanteerd. Dit betekent dat niet alle overtredingen tegelijkertijd zullen worden opgepakt, maar dat jaarlijks in een uitvoeringsprogramma het aantal wordt bepaald. Bij deze fasering zal rekening worden gehouden met een verdeling van de handhavingszaken op beide recreatieparken. Voor deze gefaseerde aanpak is gekozen vanwege de geringe handhavingscapaciteit. 5. Communicatie en voorlichting Een goede voorlichting aan en communicatie met alle betrokken personen en instanties vormt een belangrijke voorwaarde voor een succesvolle uitvoering van het beleid. Het schept heldere wederzijdse verwachtingen en voorkomt discussie. Daarom is voorlichting en communicatie een thema dat voortdurende aandacht behoeft en gedurende het gehele (handhavings)proces actueel blijft. 9

Bij de voorlichting en communicatie over het beleid inzake illegale bouw op recreatieparken wordt een aantal afzonderlijke doelgroepen onderscheiden. Deze doelgroepen zijn: Eigenaren en/of gebruikers van de recreatieobjecten; Makelaars, notarissen, hypotheekverstrekkers; Derden-belanghebbenden, zoals belangenverenigingen; Media. Per doelgroep wordt de voorlichting en communicatie zoveel mogelijk op maat vormgegeven. 5.1 Algemene voorlichting 5.1.1 Website Via de gemeentelijke website zal continue geactualiseerde informatie worden aangeboden over het beleid, de uitvoering van de handhaving en actuele ontwikkelingen met betrekking tot de bouwmogelijkheden op recreatieparken. Ook zal op de website een rubriek veelgestelde vragen worden opgenomen waar de belangrijkste terugkerende vragen worden beantwoord en misverstanden worden uitgelegd. De website vormt hiermee de eerste informatiebron voor alle belangstellenden. 5.1.2 Contactfunctionaris Binnen de gemeentelijke organisatie is de handhavingscoördinator verantwoordelijk voor alle voorlichting en communicatie over illegale bouw op de recreatieparken, zowel extern als intern. De handhavingscoördinator is ook het eerste aanspreekpunt voor burgers. Telefonische en schriftelijke vragen worden door de handhavingscoördinator afgehandeld. Ook verzorgt de handhavingscoördinator de interne instructies. 5.2 Voorlichting eigenaren en/of gebruikers recreatieobjecten Deze groep belanghebbenden vormt uiteraard de belangrijkste doelgroep in het kader van het handhavingsbeleid. Binnen deze groep bestaat dan ook de meeste behoefte aan duidelijkheid over het beleid van de gemeente Opmeer op het gebied van de bouwmogelijkheden op de recreatieparken. Een heldere communicatie en voorlichting naar deze doelgroep heeft dan ook de prioriteit. De informatieverstrekking aan eigenaren en/of gebruikers van recreatieobjecten wordt als volgt vorm gegeven: vaststelling plan van aanpak 2015 en intrekking plan van aanpak 2008 Nadat dit nieuwe plan van aanpak 2015 definitief is vastgesteld en het oude plan van aanpak 2008 is ingetrokken, worden de eigenaren en/of gebruikers middels een publicatie van het nieuwe plan van aanpak op de hoogte gesteld. 10

nieuwsbrieven Eigenaren/bewoners zullen via een nieuwsbrief regelmatig op de hoogte worden gehouden van de ontwikkelingen rondom de bouwmogelijkheden bij recreatieobjecten en het beleid van de gemeente hieromtrent. 5.3 Voorlichting van makelaars, notarissen en hypotheekverstrekkers Een goede voorlichting en communicatie kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan het voorkomen van illegale bouw. Vooral bij de aankoop van een recreatieobject is daarom juiste voorlichting aan de daarbij betrokken personen van belang. In dat verband is het van belang om makelaars, notarissen en hypotheekverstrekkers in de regio te informeren over het gemeentelijke beleid betreffende de bouwmogelijkheden op de recreatieparken. Zij spelen een sleutelrol bij de informatieverstrekking aan eigenaren/gebruikers van recreatieobjecten. Naast het feit dat zij inhoudelijk van het gemeentelijke beleid op de hoogte zijn is het ook van belang dat zij zich actief opstellen in de informatieverstrekking. Daarom is het van belang periodiek aandacht te vragen voor de voorlichting aan cliënten. 5.4 Derden-belanghebbenden (belangenverenigingen) Belangenverenigingen en/of verenigingen van eigenaren kunnen bij de voorlichting aan eigenaren/gebruikers als aanspreekpunt worden gebruikt. Daarom zal, in voorkomende gevallen, met eventuele belangenverenigingen van eigenaren/gebruikers regelmatig overleg plaatsvinden over de actualiteit van het handhavingsbeleid. Ook zullen de belangenverenigingen als afzonderlijke partij op de hoogte worden gebracht van algemene brieven, over het beleid en de uitvoering hiervan, die aan eigenaren/gebruikers worden verstuurd. 5.5 Voorlichting via media Via de media kan voorlichting op maat worden verstrekt. Daartoe zal de beleidsnotitie handhaving illegale bouw recreatieobjecten via internet te downloaden zijn en zal op de gemeentelijke website informatie worden verstrekt over de inhoud van de beleidsnotitie. Daarnaast zal op strategische momenten door middel van persberichten en/of persconferenties het handhavingsbeleid worden toegelicht. 11

Deel 2 Handhavingsstrategie 1. Inleiding In dit onderdeel wordt de handhavingsstrategie voor de handhaving van illegale bouw op de recreatieparken nader uitgewerkt. De algemene opmerkingen die hierover in het beleidsdeel zijn gemaakt worden hier uitgewerkt door middel van een omschrijving van de handhavingsprocedure. 2. Selectie van handhavingszaken Jaarlijks wordt een beperkt aantal handhavingszaken in portefeuille genomen (zie hierover ook paragraaf 4.2 in deel 1). Dit betekent dat een selectie moet worden gemaakt van de gevallen van illegale bouw die op basis van administratief onderzoek naar voren zijn gekomen. De selectie van handhavingszaken vindt plaats aan de hand van een beoordeling van de beschikbare bewijslast. Daarnaast wordt bij het bepalen van de handhavingszaken een evenredige verdeling tussen de beide recreatieparken aangehouden. 3. Stappenplan handhaving illegale bouw Indien een situatie van illegale bouw op een recreatiepark daadwerkelijk in een handhavingstraject wordt opgenomen worden daarbij de volgende stappen onderscheiden. Stap 1: Onderzoek Indien op basis van informatie uit het administratieve onderzoek (onder andere beoordeling luchtfoto's en bestaande omgevingsvergunningen) een vermoeden is ontstaan dat er op een bepaalde locatie sprake is van illegale bouw, dan zal het betreffende object verder in onderzoek moeten worden genomen. De gemeente dient immers voldoende bewijs aan te dragen dat sprake is van illegale bouw. Een nader onderzoek bestaat uit het ter plaatse uitvoeren van een controle door een toezichthouder. Deze toezichthouder brengt de situatie ter plekke in kaart, meet de bouwwerken nauwkeurig op en maakt foto's van het betreffende perceel. Van zijn bevindingen maakt de toezichthouder een rapportage op. Stap 2: Vooraankondiging Indien de illegale situatie niet gelegaliseerd kan worden door het aanvragen van een omgevingsvergunning, dient te worden gehandhaafd. Hiertoe wordt een vooraankondiging van een aanschrijving met last onder dwangsom opgesteld. In de vooraankondiging zullen wij de overtreder in de gelegenheid stellen om de overtreding binnen vier weken na verzending van de brief ongedaan te maken. Bovendien zal de overtreder op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht in de gelegenheid worden gesteld zijn zienswijze kenbaar te maken. Dit kan mondeling en/of schriftelijk. Van een mondelinge reactie moet een kort verslag worden gemaakt. 12

Stap 3: (Her)controle Na verloop van de termijn in de vooraankondiging zal een (her)controle bij het object gehouden worden om te bezien of de overtreding nog voortduurt. Van deze controle wordt een rapportage gemaakt. Indien de overtreding niet beëindigd is, wordt stap 4 ingezet. Is de overtreding beëindigd dan wordt de handhavingsprocedure beëindigd. Stap 4: Aanschrijving met last onder dwangsom Nadat alle belangen zorgvuldig zijn afgewogen, dient een definitief besluit te worden genomen. Dit definitieve besluit is een dwangsombeschikking naar de overtreder. In deze beschikking wordt een termijn geboden om de overtreding te beëindigen of te laten beëindigen op straffe van een dwangsom. Dit besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep. Stap 5: (Her)controle Na het opleggen van de definitieve last onder dwangsom en na het verstrijken van de gegeven begunstigingstermijn zal een (her)controle plaatsvinden om te controleren of de overtreding nog voortduurt. Van deze controle wordt een rapportage gemaakt. Is de overtreding beëindigd dan wordt de handhavingsprocedure beëindigd. Is de overtreding niet beëindigd dan wordt de procedure voor inning van de dwangsom (stap 6) ingezet. Stap 6: Feitelijke uitvoering Is de overtreding niet beëindigd dan verbeurd de aangeschrevene een dwangsom. Ingevolge artikel 5:33 van de Algemene wet bestuursrecht wordt een verbeurde dwangsom betaald binnen zes weken nadat zij van rechtswege is verbeurd. De afdeling Financiën bewaakt via haar administratie of er is betaald. Wordt niet op tijd betaald dan wordt op grond van artikel 5:37 van de Algemene wet bestuursrecht een invorderingsbeschikking genomen. Vervolgens kan de overtreder worden aangemaand tot betaling. Daarna staat de weg open om een dwangbevel te laten betekenen door de deurwaarder. De deurwaarder zorgt vervolgens voor de invordering door tenuitvoerlegging van het dwangbevel en eventueel inning door middel van beslaglegging. 4. Sanctietoepassing en begunstigingstermijnen 4.1 Aard van de sanctie De gemeente kan bij overtredingen van de beheersverordening bestuursdwang toepassen of een dwangsom opleggen om de overtreding te beëindigen. Het is niet toegestaan beide instrumenten tegelijkertijd toe te passen. Vooraf moet daarom worden bepaald welk instrument het meest effectief zal zijn. Bij optreden tegen illegale bouw ligt het toepassen van een dwangsom het meest voor de hand. Een dwangsom is effectief om een einde te maken aan een voortdurende overtreding en functioneert als financiële prikkel om het verboden gedrag te beëindigen. Omdat de gemeente niet 13

verplicht is zelfstandig een einde te maken aan de overtreding is het opleggen van een dwangsom eveneens minder belastend voor de ambtelijke organisatie dan het toepassen van bestuursdwang. Gelet op het voorgaande wordt bij de toepassing van sanctiemiddelen bij overtredingen van het verbod op permanente bewoning door de gemeente Opmeer gekozen voor het opleggen van een dwangsom. De toepassing van bestuursdwang wordt echter in specifieke gevallen niet uitgesloten. Vooral wanneer het opleggen van een dwangsom niet effectief is gebleken kan er voor worden gekozen om alsnog bestuursdwang toe te passen. 4.2 Hoogte van de dwangsom Ingevolge artikel 5:32b lid 1 van de Awb kan het bevoegde gezag de dwangsom vaststellen op: een bedrag ineens; een bedrag per tijdseenheid waarbinnen de last niet is uitgevoerd; of een bedrag per overtreding. Bij de twee laatste gevallen wordt in de dwangsombeschikking - conform de wettelijke eis - een maximumbedrag vastgesteld waarboven geen dwangsom meer wordt verbeurd. Bij de keuze tussen deze modaliteiten van vaststelling bestaat een redelijke vrijheid. Wel kan de aard van de overtreding de keuze van modaliteit beïnvloeden: als de overtreding bestaat uit het laten voortduren van een niet gewenste toestand, kan uiteraard niet worden gekozen voor de verbeurte per overtreding maar is de verbeurte per tijdseenheid of een bedrag ineens de aangewezen keuze. De wet noemt geen maximumhoogte van het te verbeuren bedrag, maar geeft wel criteria voor de vaststelling van de hoogte. Zo moeten de bedragen in een redelijke verhouding staan tot de ernst van het geschonden belang en tot de beoogde werking van het opleggen van de dwangsom (art. 5:32b lid 3 Algemene wet bestuursrecht). De dwangsom zal echter steeds zodanig effectief moeten zijn als nodig is om de overtreder de overtreding te doen beëindigen. Voorts moet in de last onder dwangsom de termijn worden vermeld waarbinnen de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd (de zogenoemde begunstigingstermijn). Uit de toelichting op de wet blijkt dat de termijn bij een dwangsombeschikking zo kort mogelijk moet worden gesteld. Wanneer een dwangsom per tijdseenheid wordt vastgesteld moet tevens per tijdseenheid worden gecontroleerd of er nog altijd sprake is van een strijdige situatie waarin de dwangsom verbeurd verklaard kan worden. Dit betekent dat per tijdseenheid intensief gecontroleerd zal moeten worden. Als de dwangsom op een bedrag ineens wordt vastgesteld, en niet per meerdere tijdseenheden, zal op een zeker moment na het beëindigen van de begunstigingstermijn op één moment kunnen worden vastgesteld of de overtreding ongedaan is gemaakt of niet. Het is vanuit dit oogpunt dan ook gewenst om bij overtreding van het verbod op illegale bouw een dwangsom ineens op te leggen. Deze 14

overtredingen kunnen immers door eenmalig handelen ongedaan worden gemaakt. Ook doet de oplegging van een dwangsom ineens geen afbreuk aan de beoogde werking van de last onder dwangsom doordat het bedrag in één keer hoger is en de prikkel om direct aan de last te voldoen daardoor groter zal zijn. Gezien het voorgaande zal de gemeente Opmeer bij het opleggen van een last onder dwangsom inzake illegale bouw op de recreatieparken de dwangsom vaststellen op een bedrag van 25.000,- ineens. Dit bedrag is gelet op de elders in het land gehanteerde dwangsommen niet onredelijk hoog ten opzichte van de aard van de overtreding. Mocht nadat de dwangsom is verbeurd, niet aan de lastgeving zijn voldaan, dan zal nadere besluitvorming plaatsvinden over het beëindigen van de strijdige situatie, al dan niet door middel van een hernieuwde aanschrijving onder oplegging van een nieuwe dwangsom of de toepassing van bestuursdwang. 4.3 Begunstigingstermijn De begunstigingstermijn in de aanschrijving wordt in zijn algemeenheid gesteld op 8 weken. Deze termijn wordt redelijk geacht om de belanghebbende in de gelegenheid te stellen aan de overtreding een einde te maken. Uiteraard kan er in bijzondere gevallen aanleiding zijn om de begunstigingstermijn te verlengen indien de bijzondere omstandigheden van het geval hiertoe aanleiding geven. Het is daarbij in eerste instantie aan de betreffende overtreder zelf om deze bijzondere omstandigheden, vóórdat de begunstigingstermijn is geëindigd, onder de aandacht van het college van burgemeester en wethouders te brengen. 5. Toepassing van de Wet Economische Delicten Het kabinet heeft eind 2002 besloten om overtredingen van bestemmingsplannen strafrechtelijk aan te pakken. Het voorstel om overtredingen van het bestemmingsplan onder de WED te laten vallen is op 3 februari 2004 aangenomen door de Tweede Kamer. De Eerste Kamer heeft het voorstel op 28 juni 2004 als hamerstuk afgedaan. De wet is opgenomen in Staatsblad 361 van 22 juli 2004. Overtredingen van bestemmingsplanvoorschriften en daarmee samenhangende overtredingen worden nu aangemerkt als economisch delict. Verwacht wordt dat de overtredingen met behulp van de Wet op de economische delicten nu beter kunnen worden aangepakt. De weg is dus vrij om strafrechtelijk op te treden tegen illegale bouw op recreatieparken. Een voordeel hierbij is dat er strafrechtelijk meer mogelijkheden zijn om tot bewijsvergaring te komen. Voordat daadwerkelijk tot strafrechtelijke aanpak van illegale bouw via de WED kan worden overgegaan zal overeenstemming moeten worden bereikt met het OM en de politie over de inzet van dit instrument. Uiteraard vraagt de inzet van de instrumenten uit de WED voor het OM en de politie capaciteit. De gemeente Opmeer zal de mogelijkheden voor het inzetten van de instrumenten uit de WED nader onderzoeken en in overleg met OM en politie bekijken in hoeverre een structurele inzet van dit middel tot de mogelijkheden behoort. 15

In de jurisprudentie is bepaald dat een gelijktijdig optreden langs bestuursrechtelijke weg middels een herstelsanctie (bestuursdwang of dwangsom) en langs strafrechtelijke weg geoorloofd is (ABRS 11 februari 2000, JB 2000/75 inzake H.P. BV / Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland). 6. Interne beheersorganisatie / Projectcoördinatie Bij de uitvoering van de werkzaamheden dient er voldoende aandacht te zijn voor coördinerende werkzaamheden. Bij deze werkzaamheden kan onder andere worden gedacht aan: Adviezen aan college en raad m.b.t. de uitvoering van het beleid; Tussentijdse evaluatie; Nadere uitwerking van beleid / beleidsvoorstellen; Contact met betrokken partijen, onder andere gebruikers en beheerders/exploitanten van de recreatieparken; Interne aansturing van en overleg met betrokken interne afdelingen; Voortgangsoverleg met afdelingshoofd; Overleg met verantwoordelijk portefeuillehouder; Overleg met eventueel ingeschakelde externe adviesbureaus. Voor alle voornoemde coördinatiewerkzaamheden is binnen de gemeente de handhavingscoördinator aangewezen. 16