logoocw Geadresseerde Den Haag Ons kenmerk PO/ZO/2007/30206 Onderwerp koersbrief Samenvatting Vanaf volgend jaar wil het kabinet het beleid op het terrein van brede scholen, sport en cultuur bundelen en intensiveren. In het regeerakkoord en het beleidsprogramma zijn ambitieuze doelen gesteld die het kabinet graag samen met partners -gemeenten en de onderwijs-, sport- en cultuursector- wil realiseren. VNG en rijk hebben hierover al afspraken gemaakt in het bestuursakkoord. Het succes van de impuls voor brede scholen, sport en cultuur is mede afhankelijk van een integrale aanpak een aanpak die zich kenmerkt door samenhang in de beleidsthema s, bundeling van financiële middelen en samenwerking tussen overheden en maatschappelijke organisaties, zowel op rijksniveau als op lokaal niveau. Ter ondersteuning van deze aanpak stellen de ministeries van OCW en VWS vanaf 2008 een financiële impuls beschikbaar, bestemd voor de inzet van professionals die een brug vormen tussen meerdere sectoren (combinatiefuncties) en zodoende deze sectoren ook verbreden en versterken. Deze impuls zal in 2008 eerst worden toegepast in de G-31; het oplopende- budget zal in de periode 2009-2011 ook ter beschikking komen aan de andere gemeenten. Ambities Op het gebied van brede scholen, sport en cultuur heeft het kabinet de volgende ambities: de uitbreiding van het aantal brede scholen met sport- en cultuuraanbod in zowel het primair als het voortgezet onderwijs, zodat een rijke leeromgeving kan worden gecreëerd waarin kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen, waarbij een dekkend aanbod wordt gerealiseerd in de 40 krachtwijken; de versterking van sportverenigingen met oog op hun maatschappelijke functie en de inzet van sport voor het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk; het stimuleren van een dagelijks sport- en beweegaanbod op en rond scholen voor alle leerlingen; het bevorderen dat de jeugd tot 18 jaar vertrouwd raakt met één of meer kunst- en cultuurvormen; de realisering van circa 2500 combinatiefuncties tussen (brede) scholen, sportverenigingen en culturele instellingen. Deze ambities lenen zich bij uitstek voor een gebundelde aanpak. Een samenhangend aanbod van onderwijs, sport en cultuur biedt een rijke leeromgeving waarin kinderen en jongeren de kans krijgen om hun talenten optimaal te ontplooien, sociale vaardigheden op te doen en plezier te hebben. Om
blad 2/5 kinderen hiervoor de kans te geven, zijn laagdrempelige voorzieningen nodig. Voorzieningen die deels binnen, maar deels ook buiten de school te vinden zijn. Een uitstekend middel om dit samenhangende en laagdrempelige aanbod te realiseren is via het concept van de brede school, waar op lokaal niveau structurele samenwerking tussen partners uit verschillende sectoren tot stand komt. Het kabinet wil bevorderen dat het aantal brede scholen wordt uitgebreid, zowel in het primair onderwijs als in het voortgezet onderwijs. De brede school vormt de schakel tussen het onderwijs, de opvang, sportverenigingen en culturele instellingen (zoals de bibliotheek, de toneelvereniging en de dans- en muziekschool). Vrijwilligersorganisaties zoals de sportverenigingen kunnen vaak nog niet adequaat op het brede school concept en andere maatschappelijke ontwikkelingen inspelen. Daarom heeft het kabinet zich tevens ten doel gesteld om sportverenigingen te versterken, zodanig dat zij beter in staat zijn deze en andere maatschappelijke taken uit te voeren. Combinatiefuncties De samenwerking tussen onderwijs, sport en cultuur krijgt bij uitstek vorm en inhoud met de realisering van combinatiefuncties. Dit betreft functies voor professionals die bij één werkgever in dienst zijn, maar werkzaam zijn in of ten behoeve van meerdere sectoren. Door personen verantwoordelijk te maken voor het actief verbinden van de sectoren met elkaar, of door functies te creëren waarbij personen in twee of meer sectoren werkzaam zijn, ontstaan duurzame samenwerkingsrelaties en een samenhangend aanbod. Bij combinatiefuncties valt bijvoorbeeld te denken aan vakleerkrachten en trainers die naschoolse sportactiviteiten organiseren op school of op de sportvereniging en die de verbinding leggen tussen de sportvereniging en het onderwijs, de naschoolse opvang en de wijk; aan muziekdocenten die lesgeven binnen de brede school én op de muziekschool of aan brede school coördinatoren die de samenwerking tussen onderwijs, opvang, sport en cultuur tot stand brengen. Aan dit type combinatiefuncties wil het kabinet de komende jaren een impuls geven door met partners bestuurlijke afspraken te maken, financiële middelen ter beschikking te stellen en de uitvoering te ondersteunen. Afspraken Over brede scholen, sport en cultuur zijn afspraken gemaakt in het Bestuursakkoord dat op 4 juni 2007 tussen rijksoverheid en de VNG is afgesloten. De ambities voor een integrale aanpak worden breed gedeeld. In dit akkoord zijn daarnaast afspraken gemaakt over de wijze van samenwerking tussen rijk en gemeenten. Vertrouwen ligt aan de basis van een goede samenwerking; overheden slaan de handen ineen om op basis van gezamenlijke ambities maatschappelijke problemen aan te pakken en kansen te benutten. Ten slotte is in het Bestuursakkoord ook afgesproken om meer samenhang in thema s en bundeling van geldstromen te realiseren, waarmee de aanpak op lokaal niveau optimaal wordt ondersteund. Op lokaal niveau vervullen de gemeenten een belangrijke coördinerende en ondersteunende rol. Gemeenten kunnen de samenwerking realiseren tussen (brede) scholen, culturele instellingen, sportverenigingen en andere lokale organisaties zoals de naschoolse opvang en welzijnsinstellingen. Samen met deze organisaties kunnen gemeenten de randvoorwaarden invullen die een succesvolle aanpak mogelijk maken, zoals: het op peil brengen van voorzieningen, het beschikbaar stellen van materialen, het realiseren van (multifunctionele) accommodaties voor onderwijs, sport en cultuur en het inrichten van de openbare ruimte (speelruimte, trapveldjes e.d.). Het realiseren van 2500 combinatiefuncties op (brede) scholen, bij sportverenigingen en in cultuursector kunnen de rijksoverheid en gemeenten niet alleen. De inzet van partners uit de sport-, onderwijs- en cultuursector is noodzakelijk. Het kabinet wil daarom bestuurlijke afspraken maken over de inzet van combinatiefuncties met gemeenten en de veldpartijen gezamenlijk, zodat de impuls daadwerkelijk wordt ingezet voor het versterken van de scholen, sportverenigingen en de cultuursector. Daarbij wordt bezien hoe partners vanuit de eigen taken en verantwoordelijkheden een
blad 3/5 bijdrage kunnen leveren aan het beoogde resultaat. Om te borgen dat de impuls straks goed aansluit op de dagelijkse praktijk, zal bovendien de kennis en ervaring in het veld optimaal worden benut. Hoe nu verder? In de komende weken nodigt het rijk vertegenwoordigers van gemeenten en de onderwijs-, sport- en cultuursector uit om de beoogde integrale aanpak verder uit te werken. Dit zal gebeuren door: het maken van bestuurlijke afspraken met alle betrokken partners; het inzetten van een simpel financieel instrumentarium; het inrichten van een task force ter ondersteuning van de uitvoering. De bestuurlijke afspraken zullen in het najaar van 2007 worden gemaakt. Bestuurlijke afspraken betreffen de gezamenlijke doelen en de inzet hiervoor van de verschillende partners, waaronder ook de co-financiering. Er zullen afspraken worden gemaakt over de inzet van combinatiefuncties voor brede scholen, sport en cultuur, mede gelet op de herkomst van de beschikbare middelen. Samen met de partners wil het kabinet er bovendien voor zorgen dat de beschikbare, gebundelde middelen daadwerkelijk ten goede komen aan het lokale niveau scholen, sportverenigingen en culturele instellingen- en uiteindelijk resulteren in een samenhangend aanbod voor de jeugd. In het najaar van 2007 (na Prinsjesdag) is duidelijkheid over de hoogte en verdeling van het beschikbare budget. Sowieso is in de periode 2008-2011 sprake van een oplopend budget. Daarom wordt gekozen voor een gefaseerde aanpak. De impuls komt in 2008 eerst de G-31 ten goede, waartoe ook de gemeenten behoren met de 40 krachtwijken. De financiële impuls voor combinatiefuncties zal met voorrang voor de 40 krachtwijken worden ingezet, mits het thema brede scholen, sport en cultuur een plek heeft gekregen in de wijkactieplannen en de betreffende gemeenten het niveau van voorzieningen, accommodaties en (speel)ruimte in de wijk op peil brengen. Dit is ook vastgelegd in het Actieplan Krachtwijken. In de jaren 2009-2011 wordt de kring van gemeenten die aanspraak kunnen maken op de beschikbare middelen uitgebreid. Vanaf 2009 zal de rijksbijdrage aan gemeenten in ieder geval worden uitgekeerd via de decentralisatie-uitkering. Voor 2008 wordt naar een tussenoplossing gezocht. De rijksbijdrage voor de impuls brede scholen, sport en cultuur is structureel. Daarnaast wil het kabinet (vanaf het tweede jaar dat een gemeente deelneemt) ook een structurele bijdrage aan gemeenten vragen voor de impuls. Op deze wijze kan de impuls in de loop van de jaren aan zoveel mogelijk gemeenten, scholen, sportverenigingen en culturele instellingen en daarmee aan zoveel mogelijk kinderen en jongeren- ten goede komen. Ter ondersteuning van de impuls wil het kabinet graag een (tijdelijke) taskforce instellen bestaande uit vertegenwoordigers en (ervarings)deskundigen van de rijksoverheid, gemeenten en de onderwijs-, sport- en cultuursector. Deze taskforce krijgt de opdracht om door middel van flankerend beleid ruim baan te maken voor de invoering van combinatiefuncties. Het gaat daarbij om het leveren van profielschetsen; het goed organiseren van werkgeverschap, arbeidspositie, bevoegdheden en opleidingen; het inzetten van maatschappelijke stages uit het Voortgezet Onderwijs en werkstages uit het MBO en HBO. Daarnaast is het belangrijk om ook de uitvoering te ondersteunen, onder andere door kennisontwikkeling en uitwisseling. We hopen u hiermee voor dit moment voldoende geïnformeerd te hebben over de ontwikkelingen die u te wachten staan op het terrein van brede scholen, sport en cultuur. In de komende tijd zullen we met vertegenwoordigers van onder andere uw organisatie de geschetste aanpak verder uitwerken. In het najaar van 2007 zullen wij u hier verder over informeren. Wij zijn ervan overtuigd dat dit een succesvolle samenwerking gaat opleveren met als belangrijkste uitkomst: meer kansen voor kinderen!
blad 4/5 De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Mede namens de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, dr. Ronald H.A. Plasterk en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Marja van Bijsterveldt- Vliegenthart Dr. Jet Bussemaker Sharon A.M. Dijksma Meer informatie kunt u verkrijgen bij: Ministerie van VWS Directie Sport: 070 340.63.96 (Wendela Kuper of Mariëtte van der Voet) Ministerie van OCW Directie Primair Onderwijs: 070 412.40.04 (Frederik van Winkelen of Jantina Walraven) Directie Voortgezet Onderwijs: 070 412.28.34 (Maurijn Keulen of Sjoerd Gerrits) Directie Kunsten: 070 412.21.49 (Esther Cobussen of Joost Kuggelein) U kunt ook de volgende websites raadplegen: www.minaz.nl voor het regeerakkoord en het beleidsprogramma
www.minbzk.nl voor het bestuursakkoord www.minocw.nl voor het onderwijs- en cultuurbeleid www.minvws.nl voor het sportbeleid blad 5/5