ABVV-Metaal oktober 2014 e-doc Tijdelijke werkloosheid - Economische redenen Indien er in een bedrijf onvoldoende werk is bijv. omwille van het wegvallen van een bestelling of een verlies van klant(en), dan kan de werkgever, mits naleving van bepaalde formaliteiten en binnen bepaalde grenzen, voor zijn arbeiders een regeling van tijdelijke werkloosheid om economische redenen invoeren. Deze tijdelijke werkloosheid zorgt ervoor dan ontslagen kunnen vermeden worden. De arbeiders blijven in dienst, terwijl de uitvoering van hun arbeidsovereenkomst tijdelijk volledig of gedeeltelijk wordt geschorst. In de sectoren kan via een koninklijk besluit afgeweken worden van de basisregeling. Daartoe wordt een aanvraag voorgelegd aan het paritair comité dat advies geeft aan de bevoegde minister. Na de beslissing van de minister verschijnt de afwijking onder de vorm van een koninklijk besluit (KB) in het Belgisch Staatsblad en pas dan wordt de regeling van kracht. Voor wie? De regeling die we in deze fiche beschrijven geldt enkel voor de arbeiders. Voor de bedienden bestaat een andere regeling. Ook uitzendkrachten en industriële leerlingen kunnen tijdelijk werkloos gesteld worden. Wanneer? Aan de basis van deze tijdelijke werkloosheid ligt het gebrek aan werk in het bedrijf. Dit gebrek aan werk heeft economische oorzaken (wegvallen van klanten, uitstellen van bestellingen, het wegvallen van een toeleverancier,...). In de aanvraag moeten deze economische oorzaken gemotiveerd worden. Het gebrek aan werk moet bovendien van tijdelijke aard zijn. De werkgever vraagt de tijdelijke werkloosheid aan bij de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening (RVA). Indien hij van de basisregeling wenst af te wijken dient hij een dossier (zie verder) voor te leggen aan het paritair comité waartoe zijn bedrijf behoort. 1
Arbeiders informeren De werkgever moet de arbeiders informeren over de voorziene duur van tijdelijke werkloosheid door een bericht aan te plakken op een goed zichtbare plaats in de onderneming en dat ten minste 7 kalenderdagen (de dag van de aanplakking niet inbegrepen) voorafgaand aan de start. Dat bericht omvat: de identiteit van de betrokken arbeiders (naam, voornaam, INSZ-nummer); het aantal werkloosheidsdagen en de data waarop elke arbeider werkloos wordt gesteld; begin en einde van tijdelijke werkloosheid; In plaats van het aanplakken van dergelijk bericht, kan de werkgever de arbeider individueel schriftelijk verwittigen met respect van dezelfde termijn. Deze werkwijze is bedoeld om afwezige (ziekte, verlof,...) te bereiken. de RVA verwittigen Op de dag van de aanplakking van het bovengenoemde bericht moet de werkgever, vanuit de exploitatiezetel waar de tijdelijke werkloosheid wordt ingevoerd, de RVA verwittigen. Deze mededeling omvat naast de gegevens van het aangeplakt bericht ook de economische oorzaken die aan de basis liggen van het invoeren van de tijdelijke werkloosheid. Bovendien moet de werkgever maandelijks voor iedere arbeider de eerste effectieve werkloosheidsdag meedelen. De ondernemingsraad informeren De werkgever moet de economische redenen die aan de basis liggen van de invoering, meedelen aan de ondernemingsraad of bij ontstentenis aan de syndicale afvaardiging. Wat is er mogelijk? Afhankelijk van impact van het gebrek aan werk, kan de werkgever een regeling van volledige schorsing of van gedeeltelijke arbeid invoeren. Volledige schorsing Een regeling van volledige schorsing is mogelijk voor maximum 4 weken. De regeling kan op om het even welke dag van de week aanvatten. Indien de maximumduur van 4 weken bereikt is, is de werkgever verplicht eerst een volledige arbeidsweek in te voeren alvorens hij een nieuwe regeling kan laten ingaan. Bij een regeling van gedeeltelijke arbeid worden arbeidsdagen afgewisseld met werkloosheidsdagen. Voor hoelang de regeling kan worden ingevoerd, hangt af van het voorziene aantal arbeidsdagen. Afhankelijk van het aantal arbeidsdagen in verhouding tot de werkloosheidsdagen, spreekt men van een grote of een kleine schorsing Bij een grote schorsing worden minder dan drie arbeidsdagen per week of minder dan één arbeidsweek per twee weken voorzien. 2
Dergelijke regeling kan aangevraagd worden voor maximum 3 maanden. De termijn van 3 maanden kan 3 kalendermaanden zijn, of 3 maanden van datum tot datum of 13 kalenderweken. Eens de maximumduur van 3 maanden bereikt is, moet de werkgever een volledige arbeidsweek invoeren alvorens hij met een nieuwe regeling kan starten. Kleine schorsing Bij een kleine schorsing worden ten minste drie arbeidsdagen per week of ten minste één arbeidsweek op twee voorzien. Dergelijke regeling kan aangevraagd worden voor langer dan 3 maanden. Er moet in de mededeling steeds een einddatum vermeld worden met een maximum van 12 maanden. Samenvatting 1! Aard Volledige schorsing Modaliteiten en duur (+ verplichte werkweek) Duur = 4 weken + verplichte werkweek Wekelijks regime Kleine schorsing (Minstens 3 arbeidsdagen/week) Duur = 12 maanden Minder dan 3 arbeidsdagen/week Duur = 3 maanden + verplichte werkweek Tweewekelijks regime Kleine schorsing 1 volledige arbeidsweek /2 weken Duur = 12 maanden Geen volledige arbeidsweek /2 weken doch minstens 2 dagen Duur = 3 maanden + verplichte werkweek 1 arbeidsdag/2 weken Duur = 4 weken + verplichte werkweek Verplichte werkweek Wanneer de regeling van volledige schorsing of gedeeltelijke arbeid de wettelijke maximumduur van 4 weken of 3 maanden bereikt, moet de werkgever gedurende een volledige week de regeling van volledige arbeid opnieuw invoeren vooraleer hij een nieuwe regeling kan laten ingaan. Onder volledige werkweek wordt een ononderbroken periode van 7 kalenderdagen verstaan (bijv. van woensdag tot en met dinsdag van de volgende week). Een aantal dagen wordt gelijkgesteld met een effectieve werkhervatting, o.a. feestdagen, individueel genomen vakantiedagen, individueel genomen inhaalrustdagen voor overwerk/ arbeidsduurvermindering, ziektedagen. 1 Schema infoblad RVA 3
Afwijking via het paritair comité Van de hogergenoemde wettelijke regeling kan afgeweken worden van zowel het regime als van de duur van de regeling. Daartoe dient de werkgever een aanvraag te richten aan de voorzitter van het paritair comité. In uitzonderlijke gevallen kan met instemming van het paritair comité, een afwijking voorzien worden voor een hele sector. Na de aanvraag zet de voorzitter van het paritair comité het dossier op de agenda van het paritair comité, dat zich uitspreekt in een advies aan de minister van werk. In een volgende stap wordt door de Federale Overheidsdienst (FOD) Werk een koninklijk besluit gemaakt, waarin de afwijking op het wettelijk stelsel wordt beschreven. Dit KB heeft een looptijd, die overeenkomt met de duur van de afwijking. Vervolgens wordt dit KB voorgelegd aan de Raad van State. Na de handtekening van de Koning (minister van Werk) verschijnt het KB in het Belgisch Staatsblad en dan pas wordt de afwijking van kracht. Paritair comité Het kan om een eerste aanvraag gaan, of het gaat over een verlenging van een bestaande afwijking die afloopt. Wij hebben steeds een terugkoppeling met de bevoegde secretaris op het terrein. In de sector metaalverwerking werken we met een standaardformulier (zie bijlage) dat door de werkgever wordt ingevuld. Naast een aantal identificatiegegevens vragen twee elementen een bijzondere aandacht, enerzijds de motivering van de economische redenen en anderzijds de motivering van de hoogdringendheid (zie punt Raad van State). Het paritair comité geeft een advies aan de minister. In de meeste gevallen is dit advies, gezien het gezamenlijk belang, unaniem. Koninklijk besluit Bij de aanvraag maakt de werkgever al een ontwerp-kb waarin de afwijking beschreven wordt en hij voegt dit toe aan het dossier. In de aanhef van het KB wordt het bedrijf zo nauwkeurig mogelijk beschreven zonder het bij naam te noemen. Bijvoorbeeld: 18 JUNI 2014 Koninklijk besluit tot vaststelling, voor sommige ondernemingen met als activiteit het vervaardigen en installeren van brand-, inbraak- en explosiebestendige metalen deuren en deuren voor penitentiaire omgevingen, gelegen op het grondgebied van Bois-d'Haine en die onder het Paritair Comité voor de metaal-, machine- en elektrische bouw (PC 111) ressorteren, van de voorwaarden waaronder het gebrek aan werk wegens economische oorzaken de uitvoering van de arbeidsovereenkomst voor werklieden schorst (1) Raad van State Aangezien het om een wet gaat moet de Raad van State een advies geven. De Raad van State neemt zijn tijd, het duurt namelijk 4 maanden alvorens het advies wordt afgeleverd. Tenzij de hoogdringendheid wordt ingeroepen en gemotiveerd, dan kan het advies na 1 maand gegeven worden. Let wel! bij een verlengingsaanvraag kan de hoogdringendheid niet meer ingeroepen worden. Het is dus belangrijk om even vooruit te kijken wanneer het bestaande KB afloopt en aldus de verlenging op tijd in te dienen bij het paritair comité. 4
Belgisch Staatsblad Na het advies van de RvS tekent de minister en verschijnt het KB in het Belgisch Staatsblad. Vanaf dan gaat de afwijking van start. Beëindigen van de arbeidsovereenkomst Gedurende de periode van schorsing ingevolge werkgebrek economische oorzaken (volledig of regeling van gedeeltelijke arbeid), heeft de arbeider het recht de overeenkomst zonder opzegging te beëindigen. Indien de arbeider de opzeg gegeven heeft vóór de aanvang van de schorsing, loopt de opzeggingstermijn verder tijdens de schorsing. Bij opzeg gegeven door de werkgever vóór of tijdens de schorsing, houdt de opzeggingstermijn op te lopen tijdens de schorsing. De uitkeringen Werkloosheidsuitkering Voor werknemers die tijdelijk werkloos worden gesteld geldt een vrijstelling van wachttijd. Dit betekent dat zij onmiddellijk uitkeringen kunnen genieten zonder dat zij eerst hun toelaatbaarheid moeten aantonen. Indien u een voltijdse werknemer bent, een deeltijdse werknemer gelijkgesteld met een voltijdse of een vrijwillig deeltijdse werknemer wordt er rekening gehouden met het laatst verdiende loon tijdens de lopende arbeidscyclus. Het loon dat in aanmerking genomen wordt is evenwel geplafonneerd: er wordt rekening gehouden met een bedrag van hoogstens 2.466,59 euro per maand. Indien u meer verdient, zal uw uitkering berekend worden op dit begrensd loon. U ontvangt 70% van uw (eventueel begrensd) loon en dit ongeacht uw gezinstoestand. In tegenstelling tot de uitkeringen die worden betaald in geval van volledige werkloosheid, kennen de uitkeringen tijdelijke werkloosheid geen dalend verloop. Fonds voor Bestaanszekerheid voor de Metaalverwerkende Nijverheid (FBZMN) 2 Je hebt bovendien recht als voltijdse of deeltijdse arbeider op een aanvullende vergoeding van het FBZMN van 10 euro (5 euro) per (halve) werkloosheidsuitkering. Om recht te hebben op een dergelijke vergoeding, dient je werkgever een kaart van rechthebbende FM01 aan te vragen bij het nationaal secretariaat van het FBZMN. Deze aanvraag kan online gebeuren: www.fondsmet.be. 2 In andere metaalsectoren bestaan gelijkaardige aanvullende vergoedingen, de voorwaarden en de hoogte van het bedrag kunnen verschillend zijn. 5