NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek

Vergelijkbare documenten
Toets 2 Hogere Vacuümtechniek 2002 Dinsdag 10 december 2002, uur

NEVAC examen Vacuümtechniek Maandag 7 april 2008, 14:00-16:30 uur

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 11 april 2003, 14:00-16:30 uur. Vraagstuk 1 (MV-03-1) (15 punten)

Toets 3 Vacuümtechniek 2003

Pompsnelheid kryopomp is 1500 l/s. Geleidingsvermogen klep V 1 is 750 l/s. Pompsnelheid rotatiepomp is 25 m 3 /h.

COMMISSIE OPLEIDINGEN

NEVAC Examen Middelbare Vacuümtechniek Maandag 16 april 2007, 14:00-16:30 uur

NEVAC examen Elementaire Vacuümtechniek Maandag 6 april 2009, 14:00-16:30 uur. p HV p 2 V 3 V 4 V 1. p 1 V 2

Toets 2 Vacuümtechniek 2002

NEVAC examen Elementaire Vacuümtechniek Maandag 19 april 2010, 14:00-16:30 uur

Examen Lagere Vacuümtechniek

NEVAC examen Lagere Vacuümtechniek Woensdag 10 mei 2000, uur

Toets 2 Vacuümtechniek 2002

COMMISSIE OPLEIDINGEN

Examen Middelbare Vacuümtechniek 1999

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Woensdag 7 april 2004, 14:00-16:30 uur

a) Noem twee manieren om de ontgassing in een vacuümsysteem zo laag mogelijk te krijgen.

NEVAC examen Elementaire Vacuümtechniek Vrijdag 7 april 2006, 14:00-16:30 uur

NEVAC Examen Elementaire Vacuümtechniek Woensdag 7 april 2004, 14:00-16:30 uur

NEVAC Examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 8 april 2005, 14:00-16:30 uur. Dit examen bestaat uit 4 vraagstukken en 6 pagina s

NEVAC examen Vacuümtechniek Maandag 19 april 2010, 14:00-16:30 uur

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 5 april 2002, uur

NEVAC examen Vacuümtechniek Maandag 6 april 2009, 14:00-16:30 uur

Cursus Vacuümtechniek Week 8 Rotatiepompen

Cursus Vacuümtechniek Week 10 Dampstroompompen

Cursus Vacuümtechniek

Cursus Vacuümtechniek

Materiaalkeuze. Cursus Vacuümtechniek 1

Uitwerkingen Opgaven vacuümtechniek

Cursus Vacuümtechniek. Kenniscentrum Mechatronica Eindhoven

Cursus Vacuümtechniek

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Vrijdag 7 april 2006, 14:00-16:30 uur

Metingen aan pompeigenschappen. Cursus Vacuümtechniek 1

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN HAVO 2015

Opgave 5 Een verwarmingselement heeft een weerstand van 14,0 Ω en is opgenomen in de schakeling van figuur 3.

VAK: Thermodynamica - A Set Proeftoets 01

Uitwerkingen Vacuümpomp, 3HV, 1: Onderzoeken: theorieën, modellen en experimenten.

TENTAMEN ELEKTROMAGNETISME

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Cursus Vacuümtechniek

Tentamen Inleiding Atmosfeer 11 mei 2017 TENTAMEN INLEIDING ATMOSFEER. 11 mei 2017, 13:30-16:30 uur

Naam: Klas: Versie A REPETITIE GASSEN EN DAMPEN 3 VWO

NATUURKUNDE. Donderdag 5 juni, uur. MAVO-C Il EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN C - niveau

Tentamen x 3

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2018 theorietoets deel 1

Technische Universiteit Eindhoven Tentamen Thermische Fysica II 3NB65. 5 juli 2013, uur

Bereken de luchtdruk in bar op 3000 m hoogte in de Franse Alpen. De soortelijke massa van lucht is 1,2 kg/m³. De druk op zeeniveau bedraagt 1 bar.

Welke van de drie onderstaande. figuren stellen een isobare toestandsverandering van een ideaal gas voor?

UHV transport van multilaagspiegels M. Driessen en T. Tsarfati FOM-Instituut voor Plasma Fysica Rijnhuizen, Nieuwegein, Nederland

IJkingstoets Industrieel ingenieur

Thermodynamica - A - PROEFTOETS- AT01 - OPGAVEN.doc 1/7

IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica september 2017: algemene feedback

Doorstroomcel compact

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2017 TOETS APRIL :00 12:45 uur

Doorstroomcel compact

Hertentamen Statistische en Thermische Fysica II Woensdag 14 februari 2007 Duur: 3 uur

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2015 theorietoets deel 1

Opgave 2. Voor vloeibaar water bij K en 1 atm zijn de volgende gegevens beschikbaar:

oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgaven en uitwerkingen vind je op Oefen vt vwo5 h6 Elektromagnetisme Opgave 1.

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

Naam: examennummer:.

natuurkunde 1,2 Compex

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Opgave 1 Een ideaal gas is een gas waarvan de moleculen elkaar niet aantrekken en bovendien als puntmassa s opgevat kunnen worden.

Engineeren van vacuümsystemen in machines

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM EXAMEN VWO 2015

Cursus Vacuümtechniek

MAV04. NATUUR- EN SCHEIKUNDE I (Natuurkunde) EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN Woensdag 30 augustus,

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

EXAMEN VOORBEREIDEND WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS IN 1975 (GYMNASIUM EN ATHENEUM) Vrijdag 22 augustus, uur NATUURKUNDE

Cursus Vacuümtechniek Week 6: Totale drukmeting II

scheikunde pilot vwo 2015-II

Woensdag 21 mei, uur

tentamen stromingsleer (wb1225), Faculteit 3mE, TU Delft, 28 juni 2011, u

I. Oefenvragen met het omrekenen van drukken. 1. Reken om van Pa naar hpa/kpa (rond af op één decimaal).

DEZE TAAK BESTAAT UIT 36 ITEMS.

HerSE4 6V Natuurkunde 1 Periode Versie 10/4/2008

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1973 NATUURKUNDE. Vrijdag 25 mei, uur

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1976

/14 /28 /28 /30 /100. Naam:.. Studentnr.:.. Resultaten: Totaal: Opgave 1 Opgave 2 Opgave 3 Opgave 4

Eindtoets 3BTX1: Thermische Fysica. Datum: 3 juli 2014 Tijd: uur Locatie: paviljoen study hub 2 vak c & d

Apparaat voor de wet van Boyle VOS-11002

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. reader periode 2 leerjaar 1. J. Kuiper. Transfer Database

Tabel 1 Aanbevolen procedure voor vacumeren

Van der Waals en Wilson. N.G. Schultheiss

Examen Statistische Thermodynamica

Opgave 1. Voor de grootte van de magnetische veldsterkte in de spoel geldt: = l

Fysische Chemie en Kinetiek

Lektesten in theorie en praktijk

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Phydrostatisch = gh (6)

Eindexamen natuurkunde 1 vwo II

Eindronde Natuurkunde Olympiade 2013 theorietoets deel 1

INDICATIE OP LEESBAARHEID EN KEUZE VAN JUISTE UITVOERING MMT-MARKERINGSBAND

XXX INTERNATIONALE NATUURKUNDE OLYMPIADE PADUA, ITALIË THEORIE-TOETS

aluminium 2,7 0, ,024 ijzer 7,9 0, ,012

Woensdag 11 mei, uur

Antwoorden deel 1. Scheikunde Chemie overal

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,

1ste ronde van de 19de Vlaamse Fysica Olympiade 1. = kx. = mgh. E k F A. l A. ρ water = 1, kg/m 3 ( θ = 4 C ) c water = 4, J/(kg.

Transcriptie:

NEVAC examen Middelbare Vacuümtechniek Woensdag 10 mei 2000 13.30 16.00 uur Vraagstuk MV- 00-1 25 punten a) Maak een schets van een Bayard-Alpert ionisatiemanometer. Benoem de verschillende elektroden en beschrijf kort de werking. b) Is een Bayard-Alpert een druk- of een dichtheidsmeter? Licht uw antwoord toe. c) Welke factoren bepalen de grootte van de buisfactor? d) Doorgaans is een Bayard Alpert geijkt voor stikstof. Helium is veel moeilijker te ioniseren dan stikstof. Is de correctiefactor voor helium groter of kleiner dan 1? Beredeneer uw antwoord. We beschouwen een Bayard- Alpert met een rooster waarvan de totale draadlengte 100 cm is. De diameter van deze draad is 0,4 mm. In schone toestand werkt het oppervlak van het rooster als -1 getterpomp en bedraagt de pompsnelheid voor stikstof ca 10 m per m 2 oppervlak. e) Bereken de totale pompsnelheid van het roosteroppervlak in schone toestand. De meetbuis is van het gesloten type en is verbonden met een vacuümsysteem via een buisje. Het geleidingsvermogen van dit buisje is 1.10-2 m -1. De druk in het systeem bedraagt 1.10-6 Pa en bestaat uit stikstof. f) Welke druk heerst er in de meetbuis als het rooster pas is uitgestookt? g) Bereken het pompvermogen Q (Pa m -1 ) van het rooster onder deze omstandigheden. Uiteraard is de beschouwde situatie geen evenwichtstoestand, aangezien het getterende roosteroppervlak verzadigd raakt met geadsorbeerd gas en er desorptie gaat optreden. We nemen aan dat na bedekking van het oppervlak met twee monolagen desorptie en adsorptie met elkaar in evenwicht zijn. Verder mag worden aangenomen dat de adsorptie op het rooster lineair verloopt in van de tijd. Gegeven: Bij een stikstofdruk van 1.10-4 Pa vormt zich als gevolg van adsorptie ongeveer 1 monolaag per seconde. h) Na hoeveel tijd wordt onder deze aannames de evenwichtssituatie bereikt bij de druk die bij f) werd berekend? 1

Vraagstuk MV-00-2 25 punten In spiegels voor Röntgenstraling worden afwisselend koolstof- en wolfraamlagen in sandwichvorm aangebracht op een ondergrond (substraat). De koolstoflagen worden aangebracht door het substraat te beschieten met koolstofionen. (M=12) In onderstaande figuur is een opstelling, waarin deze lagen worden aangebracht, schematisch weergegeven. C 1 = 1.10-2 m -1 C 2 = 1.10-3 -1 m A substraat B C V C 2 H 4 p A p B p C S A = 1,0 m -1 S B = 1.10-1 -1 m Het substraat bevindt zich in de ruimte A; in ruimte C bevindt zich de ionenbron. Deze bron wordt via een automatisch inlekventiel gevuld met C 2 H 4 op een werkdruk van p C = 1,5.10-2 Pa. Om hierbij de druk in ruimte A voldoende laag te houden is tussen A en C een ruimte B geplaatst, waaraan wordt gepompt. De drukken in A en B worden volledig bepaald door de C 2 H 4 inlaat in C. De pompsnelheden en moleculaire geleidingsvermogens van de verbindingsbuizen zijn aangegeven in bovenstaande figuur. De geleidingsvermogens gelden voor stikstof. a) Wat kunt u zeggen over de geleidingsvermogens C 1 en C 2 voor C 2 H 4? Tijdens werkomstandigheden geldt dat p C >> p B >> p A. b) Bereken de druk p B die tijdens werkomstandigheden in B heerst. c) Bereken de druk p A die tijdens werkomstandigheden in A heerst. d) Bereken de hoeveelheid (Pa m -1 ) C 2 H 4 die via het inlekventiel moet worden toegevoerd om de onder b) en c) bepaalde werkdrukken te realiseren. De mate van verontreiniging van de koolstoflagen wordt bepaald door de achtergronddruk in A. Gegeven is dat bij een druk van 1.10-4 Pa 1 monolaag per seconde wordt ingebouwd. Men wil koolstoflagen maken met ten hoogste 1% verontreiniging. e) Met hoeveel monolagen per seconde moet de koolstof worden aangebracht bij de heersende druk p A? 2

Vraagstuk MV-00-3 20 punten Na afloop inleveren!! Naam: Hieronder staat een aantal uitspraken, die waar of onwaar kunnen zijn. Maak bij elke uitspraak: - het cirkeltje in de JA-kolom donker, als u deze uitspraak juist (=JA) vindt - het cirkeltje in de NEE-kolom donker, als u deze uitspraak onjuist (=NEE) vindt - het cirkeltje in de?-kolom donker, als u niet zeker weet of de uitspraak waar of onwaar is. NB: Een fout antwoord heeft een effect van 1,4 punt op de score. Geen antwoord is een fout antwoord. Een? heeft een effect van 0,7 punt op de score. UITSPRAAK: JA NEE? Een opening in een dunne plaat heeft onder moleculaire condities een geleiding van ongeveer 1.10-3 m -1 per cm 2 oppervlak De permeabiliteit van kwartsglas voor helium is lager dan van andere glassoorten. Van alle kunststoffen bezit teflon de beste vacuümeigenschappen Diffusiepompoliën hebben goede smerende eigenschappen Het gedeeltelijk regenereren van een kryopomp is nodig om het teveel aan waterstof te verwijderen en vindt plaats bij een temperatuur van 100 C Een eenvoudige getter-ionen-pomp heeft geen magneet Van de hybride moleculairpomp is de voorvacuümbestendigheid een factor 100 kleiner dan van de conventionele turbomoleculairpomp De pompsnelheidscurve van een Rootspomp wordt in belangrijke mate bepaald door de pompsnelheidscurve van de gebruikte voorvacuümpomp Met een viertraps klauwpomp is een einddruk van ca 10-4 Pa te realiseren Bij het verpompen van agressieve dampen met een draaischuifpomp geeft men gasballast met droge lucht. De effectieve pompsnelheid van een lekzoeker met een pompsnelheid van 10 l s -1 die is aangesloten via een slang met een geleidingsvermogen van 20 l s -1 bedraagt 6,7 l s -1 Onder Clausingfactor van een korte buis wordt verstaan de transmissiewaarschijnlijkheid van een molecuul door die buis Onder het ijkspectrum van een bepaald gas verstaan we de verzameling pieken in het massaspectrum die behoort bij dit gas. Om de pompsnelheid van een vacuümpomp te meten beneden 10-4 Pa wordt vaak gebruik gemaakt van een diafragma met een bekende diameter Een hoofdstroomlekzoeker kan uitsluitend aan de hoogvacuümzijde van een vacuümopstelling worden aangesloten Hoofd- en tegenstroomlekzoekers vertonen onder vergelijkbare omstandigheden responstijden in dezelfde orde van grootte Teflon wordt toegepast als anti-kruip barriere Het beluchten van een turbomoleculairpomp geschiedt vanuit de voorvacuümruimte, zodat de schoepen aan de hoogvacuüm zijde niet te zwaar worden belast Electronen in een Bayard & Alpert meetbuis worden geëmitteerd door het rooster Onder een absolute drukmeter wordt een meter verstaan die de totale druk meet ( dus niet een drukverschil) 3

MV-00-4 30 punten Een ruimtevaart simulatiekamer heeft een diameter van 1,5 m en een lengte van 2,5 m. Hierin worden experimenten gedaan, waarbij xenongas (M = 132) wordt ingelaten. De kamer wordt eerst leeggepompt met een pompsysteem bestaande uit een voorvacuümpomp, een Rootspomp en een turbomoleculairpomp. Daarna wordt de kamer afgesloten van dit pompsysteem. Er wordt verder gepompt met een kryopomp met een pompsnelheid van 10 m 3 s -1 voor N 2 en 4,6 m -1 voor xenon. Voor het verpompen van xenon staan verder 3 speciale kryopompen ter beschikking. Deze zijn ieder voorzien van een koelvlak van 45 x 45 cm 2. De achterzijde van het koelvlak is in verband met de stralingsbelasting voorzien van superisolatie, zodat alleen de voorkant de pompende werking heeft. De pompsnelheid wordt berekend met S = 36,4 A (T/M) m -1, met A in m 2. Er wordt gemeten met een ionisatiemanometer type B&A. De correctiefactor voor xenon is 0,4. Gedurende het experiment wordt 4 sccm (standaard kubieke centimeter (d.w.z. 1 atmosfeer en 20 C) per minuut) xenongas ingelaten, waarbij alle kryopompen in werking zijn. Het experiment wordt bij kamertemperatuur (20 C) uitgevoerd. a) Hoeveel xenongas wordt ingelaten, omgerekend naar Pa m? b) Hoe groot is de totale pompsnelheid voor xenon? c) Welke druk wordt tijdens het experiment bereikt? d) Wat wijst de B&A aan? De temperatuur van de koelvlakken van de speciale kryopompen is 30 K. De dampdruk van xenon bij 30 K is verwaarloosbaar ( << 1.10-10 Pa) e) Verpompen de koelvlakken xenon door middel van kryosorptie of door kryocondensatie? Het experiment duurt 2 jaar, zonder onderbreking. f) Hoeveel (Pa m 3 ) xenongas is voor dit experiment nodig? g) Als na het experiment alle kleppen worden gesloten en alle kryopompen opwarmen tot kamertemperatuur, hoe hoog wordt dan de druk in de vacuümkamer? einde 4

MV-00-1 uitwerking a,b,c,d, zie boek e) S = A 10 m -1, als A in m 2 => 3,14 4.10-4 10 1 = 1,26.10-2 -1 m f) p C = p B&A S B&A => (1.10-6 - p B&A ) 1.10-2 = p B&A 1,26.10-2 => p B&A = 4,4.10-7 Pa g) Q = p S => 4,4.10-7 1,26.10-2 = 5,6.10-9 -1 Pa m h) 1 monolaag in 10-4 / 4,4.10-7 = 227 seconden; twee monolagen in 454 seconden. MV-00-2 a) Massa C 2 H 4 en stikstof gelijk. Dus ook de geledingsvermogens. b) P c C 2 = p B C 1 + p B S B P c 1.10-3 = P B 1.10-2 + P B 1.10-1 => P B = 1.10 3 P C / 1,1 10-1 = 1,36.10-4 Pa c) P B C 1 = p A S A => P B 1.10-2 = P A 1 => P A = 1,36.10-6 Pa d) Q inlek = P C C 2 = 1,5.10-2 10-3 = 1,5.10-5 -1 Pa m e) Bij een druk van 1.10 4 Pa 1 monolaag per seconde inbouw van verontreiniging. Bij een druk van 1,36.10-6 Pa 1,36.10-6 / 1.10-4 =1,36.10-2 monolaag per seconde verontreiniging. Bij 1 % verontreiniging van de koolstoflaag moet dus 100 maal zoveel koolstof worden toegevoerd: 1,36 monolaag per seconde MV-00-3 20 punten Na afloop inleveren!! Naam: Hieronder staat een aantal uitspraken, die waar of onwaar kunnen zijn. Maak bij elke uitspraak: - het cirkeltje in de JA-kolom donker, als u deze uitspraak juist (=JA) vindt - het cirkeltje in de NEE-kolom donker, als u deze uitspraak onjuist (=NEE) vindt - het cirkeltje in de?-kolom donker, als u niet zeker weet of de uitspraak waar of onwaar is. NB: Een fout antwoord heeft een effect van 1,4 punt op de score. Geen antwoord is een fout antwoord. Een? heeft een effect van 0,7 punt op de score. UITSPRAAK: JA NEE? Een opening in een dunne plaat heeft onder moleculaire condities een geleiding van ongeveer 1.10-3 m -1 per cm 2 oppervlak (N) De permeabiliteit van kwartsglas voor helium is lager dan van andere glassoorten.(n) Van alle kunststoffen bezit teflon de beste vacuümeigenschappen (J) Diffusiepompoliën hebben goede smerende eigenschappen (N) Het gedeeltelijk regenereren van een kryopomp is nodig om het teveel aan waterstof te verwijderen en vindt plaats bij een temperatuur van 100 C (N) Een eenvoudige getter-ionen-pomp heeft geen magneet (N) 5

Van de hybride moleculairpomp is de voorvacuümbestendigheid een factor 100 kleiner dan van de conventionele turbomoleculairpomp (N) De pompsnelheidscurve van een Rootspomp wordt in belangrijke mate bepaald door de pompsnelheidscurve van de gebruikte voorvacuümpomp (J) Met een viertraps klauwpomp is een einddruk van ca 10-4 Pa te realiseren (N) Bij het verpompen van agressieve dampen met een draaischuifpomp geeft men gasballast met droge lucht.(n) De effectieve pompsnelheid van een lekzoeker met een pompsnelheid van 10 l s -1 die is aangesloten via een slang met een geleidingsvermogen van 20 l s -1 bedraagt 6,7 l s -1 (J) Onder Clausingfactor van een korte buis wordt verstaan de transmissiewaarschijnlijkheid van een molecuul door die buis (J) Onder het ijkspectrum van een bepaald gas verstaan we de verzameling pieken in het massaspectrum die behoort bij dit gas. (J) Om de pompsnelheid van een vacuümpomp te meten beneden 10-4 Pa wordt vaak gebruik gemaakt van een diafragma met een bekende diameter (J) Een hoofdstroomlekzoeker kan uitsluitend aan de hoogvacuümzijde van een vacuümopstelling worden aangesloten (N) Hoofd- en tegenstroomlekzoekers vertonen onder vergelijkbare omstandigheden responstijden in dezelfde orde van grootte (J) Teflon wordt toegepast als anti-kruip barriere (J) Het beluchten van een turbomoleculairpomp geschiedt vanuit de voorvacuümruimte, zodat de schoepen aan de hoogvacuüm zijde niet te zwaar worden belast (N) Electronen in een Bayard & Alpert meetbuis worden geëmitteerd door het rooster (N) Onder een absolute drukmeter wordt een meter verstaan die de totale druk meet,( dus niet een drukverschil) (N) MV-00-4 a) 4 sccm = 4.10 5 10-6 / 60 = 6,6.10-3 -1 Pa m b) Het pompend oppervlak van de 3 speciale kryopompen is 3 0,45 0,45 = 0,6075 m 2. De pompsnelheid is dan 36,4 0,6075 x 293/132 = 32,945 m -1. De pompsnelheid van de tweetraps kryopomp is 4,6 m -1. De totale pompsnelheid voor xenon is dus 37,545 m -1. c) p = Q/s = 6,6.10-3 / 37,545 = 1,75.10-4 Pa. d) De aanwijzing van de ionisatiemanometer is 1,75.10-4 / 0,4 = 4,39.10-4 Pa. e) Door kryocondensatie. f) In totaal is er voor het experiment nodig: 6,6.10-3 3600 24 365 2 = 416275 Pa m 3. g) Het volume van de kamer is π d 2 l / 4 = π 1,5 2 2,5 / 4 = 4,41 m 3.Er is in totaal 416275 Pa m 3 xenon gas ingelaten in 4,41 m 3, waardoor de druk stijgt tot 416275 / 4,41 = 94393 Pa. 6