Gemeenteraad Onderwerp Regionale koers Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen U16 Van wonen in een instelling naar zelfstandig wonen met begeleiding Datum 26 september 2017 Raadsvoorstel Afdeling Strategie Maatschappelijke Ontwikkeling Portefeuillehouder A.J. Adriani Onderwerp Regionale koers Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen U16, Van wonen in een instelling naar zelfstandig wonen met begeleiding. Gevraagd besluit De Regionale koers Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen U16, Van wonen in een instelling naar zelfstandig wonen met begeleiding, vaststellen. Inleiding Per 1 januari 2020 zal de taak van Beschermd wonen en Maatschappelijk opvang verder gedecentraliseerd worden van de centrumgemeente naar de regiogemeenten. In U16 verband is er met gemeenten en een groot aantal relevante partijen een regiovisie ontwikkeld die de basis vormt voor de verdere invulling van deze decentralisatie. De U 16 gemeenten willen de komende jaren een belangrijke stap zetten op het gebied van Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen. Kern van de verandering is dat zowel Maatschappelijke opvang als Beschermd wonen veel meer lokaal 'in de wijk' wordt georganiseerd. Momenteel bevinden de meeste voorzieningen zich nog in de stad Utrecht. Door ondersteuning, bescherming en behandeling zoveel mogelijk in de thuissituatie in te zetten, kunnen we beter inzetten op herstel. Kwetsbare inwoners kunnen zelfstandiger gaan wonen en meer deel uitmaken van de samenleving. De leidende principes voor de U16 gemeenten in de regiovisie zijn: 1. Eigen verantwoordelijkheid, keuzevrijheid en wederkerigheid zijn vanzelfsprekend. 2. Normaliseren en uitgaan van mogelijkheden van de cliënt. 3. Ruimte voor professionele afwegingen en beslissingen. 4. Realisering van een eenvoudig systeem. 5. Lokaal wat lokaal kan, regionaal wat meerwaarde heeft.
Bladnummer 2/6 Het visiedocument bevat een analyse van de huidige situatie (aantallen, financiën en vormen), een visie op inhoudelijke ontwikkeling en samenwerking in de regio en een samenwerkingsagenda. Gewenst effect De regionale koers is een kader waarbinnen, op een later moment (naar verwachting in 2019), beslissingen kunnen worden genomen. Deze gaan over lokale invulling en de voorwaarden voor de overdracht van taken van de centrumgemeente naar de regiogemeenten, inclusief de budgettaire consequenties voor de U16 gemeenten. Met de vaststelling van deze regiovisie wordt het mogelijk de komende twee jaar een leeromgeving te ontwikkelen waarin de U16 gemeenten, op basis van pilots, leren over de lokale inrichting en scenario s voor transitie en uitvoeringsbeleid ontwikkelen. Met de implementatie van het gedachtengoed van de visie zal worden bewerkstelligd dat inwoners zo zelfstandig mogelijk kunnen (gaan) wonen in de wijk. Argumenten 1.1 Samenwerking van gemeenten op deze taak kan alleen vormgegeven worden als gemeenten zowel beleidsmatig als financieel werken vanuit een gemeenschappelijk kader De U-16 gemeenten hebben een gezamenlijke ambitie en voelen zich samen verantwoordelijk voor een goede uitvoering en doorontwikkeling. De regionale koers is het kader waarbinnen de transitie en transformatie zullen worden gerealiseerd. Samenwerking en afspraken maken horen hierbij om te voorkomen dat er afschuifmechanismen ontstaan of grote kwaliteitsverschillen per gemeente. De gewenste verandering zal een proces van jaren zijn, waarbij de U16- gemeenten in overleg met de personen uit Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang, in (bestuurlijke) samenwerking met aanbieders en andere relevante partijen, de ondersteuning stap voor stap zullen doorvoeren ( de commissie Dannenberg spreekt over een proces van 15 jaar). Op basis van een samenwerkingsagenda zullen de komende jaren op vele plaatsen in de U16-regio pilots lopen die de basis zullen zijn voor de definitieve verandering. Door lerend te ontwikkelen kunnen wij te zijner tijd de exacte inrichting bepalen. In 2019 zal het naar verwachting mogelijk zijn om op basis van de pilots en beleidsuitwerkingen de verdere uitwerking per gemeente ter hand te nemen. Tot die tijd blijft de huidige taakverdeling in grote lijnen van toepassing. Het is dan naar verwachting ook mogelijk een goed beeld te schetsen over opbouw van capaciteit in iedere gemeente en de afbouw van voorzieningen onder verantwoordelijkheid van de gemeente Utrecht als centrumgemeente.
Bladnummer 3/6 1.2 De voorgestelde koers past binnen de Wmo 2015, het gedachtegoed van de commissie Dannenberg en de transformatieagenda en maakt de volgende ontwikkelingen mogelijk: A. Er wordt ruimte geboden voor een zo groot mogelijke participatie van kwetsbare personen in de samenleving Een (psychische) kwetsbaarheid vormt een belangrijk risico op het niet meetellen in de maatschappij wat vervolgens leidt tot veel persoonlijk leed en sociale uitsluiting. Bovendien blijven talenten en capaciteiten van personen met een psychische kwetsbaarheid onbenut zolang ze niet mee (kunnen) doen in de samenleving. Psychische kwetsbaarheden hebben zelden enkel betrekking op het werkterrein van de GGZ. Het gaat vaak om universele thema s zoals het deelnemen aan de maatschappij, opbouwen van sociale relaties, financieel zelfredzaam zijn en geaccepteerd worden als persoon. Dit geldt ook voor personen die dakloos zijn en/of een licht verstandelijke beperking kennen. Door ondersteuning bij herstel, bevordering van empowerment, maar ook bevordering van participatie en bestrijding van stigmatisering verbetert de kwaliteit van leven van deze kwetsbare personen. B. Er wordt zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met de inbreng van ervaringsdeskundigen, mensen met een GGZ achtergrond en hun vertegenwoordigers Bij de vormgeving van dit traject is steeds volop ruimte geboden aan de inbreng van ervaringsdeskundigen, mensen met een GGZ achtergrond en hun vertegenwoordigers. Zij zijn immers als geen ander in staat te treden in de ervaringswereld van GGZ cliënten. Ervaringsdeskundigen worden ook steeds meer professioneel betrokken bij zorgtrajecten en zorgorganisaties in het Beschermd wonen en de Maatschappelijke opvang. Zo krijgen zij binnen innovatieve trajecten extra ruimte om hun expertise en ervaring in te zetten. C. Zorg op maat De ene inwoner is de andere niet; niet iedere inwoner is toe aan zelfstandig wonen. Een aantal zal altijd in een beschermde woonomgeving blijven al dan niet intramuraal. Anderen daarentegen kunnen met de juiste begeleiding wel de stap zetten naar zelfstandig wonen; zij moeten volop in de gelegenheid worden gesteld om hun eigen kracht te (leren) gebruiken. Met name in de overgang van de intramurale naar extramurale setting is het belangrijk dat er voldoende en kwalitatief goede begeleiding op maat is. (In Nieuwegein onderzoeken we hiervoor naar de mogelijkheden van kracht werk bij Geynwijs en de methodiek van CTI die effectief is in het verminderen van terugval en inzet op herstel.)
Bladnummer 4/6 D. Er wordt meer ingezet op preventie Door de lokale beschikbaarheid van een basisset van ondersteuning die in iedere gemeente aanwezig is, bestaande uit onder andere professionele begeleiding dichtbij, informele zorg, time out voorzieningen, ruimte voor persoonlijke ontwikkeling en schuldhulpverlening, wordt het mogelijk kwetsbare inwoners eerder te ondersteunen waardoor escalatie van problemen wordt voorkomen. 1.3 De regionale koers is een kader waarbinnen lokale invulling mogelijk is Op een later moment (naar verwachting in 2019) kunnen beslissingen worden genomen over lokale invulling en de voorwaarden voor de overdracht van taken van de centrumgemeente, inclusief de budgettaire consequenties voor de U16 gemeenten. Hiervoor wordt de komende twee jaar een leeromgeving ontwikkeld waarin de U16 gemeenten, op basis van pilots, leren over de lokale inrichting en scenario s voor transitie en uitvoeringsbeleid ontwikkelen. Verder geldt dat regio s en gemeenten onderling zeer verschillen. In de ene gemeente zijn intramurale voorzieningen op loopafstand aanwezig, waardoor tijdelijke opschaling makkelijk mogelijk is. De andere gemeente is kleiner en zal juist gebruik maken van het (sub)regionale aanbod. Deze ruimte moet er ook zijn, en wordt geboden vanuit de U16. Op Lekstroomniveau is de samenwerking op dit dossier onlangs vormgegeven; er is een werkgroep ingericht die een plan van aanpak voor de transitie en transformatie voor onze subregio gaat opleveren. In Nieuwegein is er al een verkenning gaande op een lokale proeftuin. De transformatie agenda en de lopende transformatieprogramma s bieden kansen om vanuit de regiovisie al te werken naar een zo zelfstandig mogelijk wonen situatie voor een aantal cliënten die kunnen uitstromen uit Beschermd wonen. Kanttekeningen 1.1 De visie is niet vrijblijvend en vraagt een langjarige beleidsmatige en financiële verbondenheid van de deelnemende gemeenten. De transformatie die met de visie wordt beoogd is complex en langjarig. Het zorgaanbod wordt geleidelijk omgevormd en volgt daarin de mogelijkheden en wensen van inwoners en houdt rekening met de gevolgen voor zorginstellingen. De visie vraagt van gemeenten inzet op onder andere woonaanbod, sociale inclusie en draagvlak en gemeenschappelijke financiering.
Bladnummer 5/6 1.2 Er bestaan zorgen omtrent het draagvlak en acceptatie in de wijk van een groeiende groep inwoners met GGZ achtergrond in de wijk Een groot deel van de kwetsbare inwoners zullen geen overlast veroorzaken. Slechts bij een klein deel van de kwetsbare inwoners is het risico van overlast aanwezig. Door de lokale aanwezigheid van (goed bereikbare) professionals, het stimuleren van informele netwerken, een groeiende betrokkenheid van wijkmanagers en wijkteams, ondersteuning van mantelzorgers en lokale meldpunten is er een vangnet in iedere wijk dat ook in preventieve zin kwaliteit toevoegt aan bestaande situatie van een wijk. Dit vangnet past ook binnen de aanpak van personen met verward gedrag. 1.3 Voor het vervolgtraject is een zorgvuldig proces nodig Met de taakverschuiving van Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang naar regiogemeenten is een kwetsbare groep inwoners gemoeid. Bovendien is de transitie en transformatie complex en beslaat meerdere terreinen. Dit vraagt om een zorgvuldig proces. De verandering zal ook een proces van jaren zijn, waarbij de betrokken gemeenten in overleg met de personen uit Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang, in bestuurlijke samenwerking met aanbieders, de ondersteuning stap voor stap zullen doorvoeren. De stap van wonen in een instelling naar zelfstandig wonen met begeleiding kan pas gemaakt worden als dat voor de betreffende persoon en zijn omgeving kan. Het gaat immers om een proces van maatwerk op individueel niveau. In 2019 zal het naar verwachting mogelijk zijn om op basis van de pilots en beleidsuitwerkingen de verdere uitwerking per gemeente ter hand te nemen. Tot die tijd blijft de huidige taakverdeling in grote lijnen van toepassing. Het is dan naar verwachting ook mogelijk een goed beeld te schetsen over opbouw van capaciteit in iedere gemeente en de afbouw van voorzieningen onder verantwoordelijkheid van de gemeente Utrecht als centrumgemeente. Op Lekstroomniveau gaan we aan de slag met een werkgroep die een plan van aanpak voor de transitie en transformatie voor onze regio gaat opleveren. In Nieuwegein is er al een verkenning gaande op een lokale proeftuin, waarin we de ontvangst van enkele cliënten in Nieuwegein voorbereiden. Financiële aspecten Het financiële uitgangspunt is de decentralisatie van budgetten voor Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen naar alle gemeenten in Nederland. De verdeelcriteria hiervoor staan op dit moment echter niet vast. Voor de invoering van dit stelsel is een ingroeitraject nodig, waarbij de budgettaire overheveling in fasen gerealiseerd wordt. Binnen onze Utrechtse regio s zijn de eerste gesprekken gevoerd over de consequenties hiervan. Aspecten als risicodeling, verrekening tussen gemeenten en dergelijke komen hierbij aan de orde. Een en ander is op dit moment nog niet uitgekristalliseerd. Eind 2019 zullen de eerste contouren van de financiële gevolgen in beeld zijn en in de begroting worden verwerkt
Bladnummer 6/6 Communicatie aspecten Er is een regionale werkgroep communicatie Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang van de U16 gemeenten. Hierdoor wordt geborgd dat er eenzelfde kernboodschap wordt gecommuniceerd naar de verschillende doelgroepen. Ook zijn uitgangspunten en randvoorwaarden gecommuniceerd met als doel een eenduidige en herkenbare boodschap. Lekstroom breed wordt er op 25 oktober aanstaande een raadsinformatieavond georganiseerd over de regiovisie en in Nieuwegein zal de visie nog gecommuniceerd worden via de nieuwsbrief sociaal domein en een persbericht. De regiovisie is ook uitvoerig met de adviesraad sociaal domein Nieuwegein besproken en de input is verwerkt in de visie. Uitvoering De uitvoering van dit voorstel zal ook personele consequenties hebben, die in de komende jaren in beeld moeten worden gebracht. Verder moet in komende jaren helder worden welke aanpassingen eventueel in de WMO- Jeugdverordening nodig zijn. Bijlagen 1. Regionale koers Maatschappelijke opvang en Beschermd wonen U16 Van wonen in een instelling naar zelfstandig wonen met begeleiding 2. Advies Adviesraad Sociaal Domein 3. Reactie namens het college op het Advies Adviesraad Sociaal Domein burgemeester en wethouders, P.J.M. Liebregts secretaris F.T.J.M. Backhuijs burgemeester