1 C++ op een PC. 1.1 Hoe te beginnen?



Vergelijkbare documenten
PROS1E1 Handleiding ( ) Kf/Dd/Bd

Installatie Software - Opdrachten Les 2

10. Mijn eerste programma

HET TOETSENBORD AAN DE SLAG MET DIGITALE VAARDIGHEDEN TRAINING: BASISVAARDIGHEDEN

FDISK. Hoofdstuk 1 Inleiding FDISK

DISK HANDLEIDING UITVOER HOOFDSTUK 9 VERSIE 4.0

HET TOETSENBORD AAN DE SLAG MET DIGITALE VAARDIGHEDEN TRAINING: BASISVAARDIGHEDEN

Handleiding bij 'GSC SPRITE GENERATOR 2'

Windows Windows voor beginners

Mappen en bestanden. In dit hoofdstuk leert u het volgende:

Beginnersles 2 Computerles Windows 7

25 Excel tips. 25 Handige Excel tips die tijd besparen en fouten voorkomen. Ir. Fred Hirdes. Excel-leren.nl.

Handleiding JCreator. Inhoud. Een Workspace en een eerste project maken

Windows Verkenner. 1. Enkele basiselementen. 1. Bestanden

1. Introductie tot SPSS

studievaardigheden studentassistent: Alice de Vries werkcollege / practicum

Sneltoetsen. Inhoud. Inleiding

Handleiding Atari 1050 diskdrive MET: SUPERDOS V 2.9

Microsoft Office Tekstdocument alle systemen

1. Vaardigheid met het toetsenbord

Introductie tot het werken met een commandoregel

Sneltoetsen. 1. Inleiding

Sneltoetsen Excel 2010

Standaard Windows-functies & sneltoetsen

Microsoft Word 365. Weergave AAN DE SLAG MET DIGITALE VAARDIGHEDEN TRAINING: MICROSOFT WORD 365

LEERLIJN Basisvaardigheden ICT

apple_gebruiken/ /pag 1/9 Apple gebruiken

HOOFDSTUK 1. beginnen met excel

Inhoudsopgave. Mail 36 Agenda 38 Rekenmachine 39 Gamebalk 42 Groove 42 Kaarten 43 Films en tv 45 Paint 45 Foto s 47 WordPad 49

PDF XCHANGE EDITOR Waarom PDF XHCANGE Editor?

8. Accenten en Trema's

Microsoft Word Weergave

Windows Command Prompt

Beknopte handleiding Overhoor NL (Efka-soft)

Knippen en Plakken. Het verschil tussen knippen en kopiëren.

6. Tekst verwijderen en verplaatsen

13 tips tegen een trage PC. Een trage PC, wat zijn de mogelijkheden om dit te voorkomen of te verhelpen: 1.Taakbeheer.

HET BESTURINGSSYSTEEM

VEELGESTELDE VRAGEN. 1. Hoe start de FixMeStick voor Mac? 2. Hoe start de FixMeStick voor Windows? 3. Hoe start de FixMeStick vanuit BIOS?

Lijnen/randen en passe-partouts maken met Photoshop.

Hoofdstuk 8 - Snelfiches Word

Opstarten Word 2013 bij Windows 7 Opstarten Word 2016 bij Windows 10

Basis UNIX commando's - overzicht

U ziet de progressie van de download aan de groene blokjes in het balkje helemaal onder aan de pagina.

Badge it. Inhoudsopgave. 1. Installatie... 3

LEERLIJN Basisvaardigheden ICT

INSTRUCT Samenvatting Basis Word 2007, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1

Handleiding XML Leesprogramma versie 2.1, juli 2006

Dit bundeltje is van. Werken in. Hoe doe ik dat? Dit bundeltje is van. Leen Van Damme. Pagina 1

Gebruikershandleiding CEN Editor

Google Drive: uw bestanden openen en organiseren

1. Vaardigheid met het toetsenbord

Tekstverwerken les 2, Word.

Inhoudsopgave. Orbak Automatisering B.V. pagina: 1

Office LibreOffice Tekstdocument gebruiken

1. Document Management

Labo 4 : Installatie Windows XP Professional Edition

Ergonomisch Advies: Sneltoetsen

INRICHTEN VAN DAXIS CLOUD

Invoegen... 8 Invulpunt... 9 Nieuwe bouwsteen maken... 9 Bouwsteen opslaan Wijze van werken in Outlook Informatie...

Installatie Windows XP Professional Edition

Symbol for Windows BlissEditor

The Nanny Personeel. Lokaal inloggen

Handleiding Website. versie: 2.2

Acer erecovery Management

Je gaat leren programmeren en een spel bouwen met de programmeertaal Python. Websites zoals YouTube en Instagram zijn gebouwd met Python.

Dat houdt in; gebruikersnaam en wachtwoord van beide dienen exact hetzelfde te zijn.

Numerieke benadering van vierkantwortels

Bestanden ordenen in Windows 10

Sneltoetsen in PowerPoint 2016 voor Windows

HANDLEIDING Vectron Commander 6.xx

Sneltoetsen Word - Algemeen. Venster. Invoer. Opslaan als. Spellingscontrole CTRL + F6. Wisselen tussen. Word bestanden CTRL + W

Handleiding Icespy MR software

Werken met het DOS commando Fdisk

ONSCREENKEYS 5. Windows XP / Windows Vista / Windows 7 / Windows 8

Microsoft Word Selecteren

Computer Club Bodegraven

Versie: 0.2. Gebruikershandleiding XOPUS XML-editor

Op het bureaublad staan pictogrammen. Via de pictogrammen kunnen programma s worden gestart en mappen en bestanden worden geopend.

VBA voor Doe het Zelvers deel 12

Contents. GfK Internet Monitor v3 1

Handleiding XML Leesprogramma versie 2.0

Beschrijvings SW gebruikers handleiding (V1.1) Voor Apple Macintosh computers Voor Macintosh Computer

Word. Sneltoetsen Word - Algemeen. Venster. Navigeren & selecteren. Vooscholen.wordpress.com. Opslaan als. Spellingscontrole

Handleiding ISaGRAF. Wil men het programma bewaren, dan is het verstandig een back-up te maken: C9 Back-up / Restore

Windows is het meest gebruikte besturingssysteem ter wereld.

Extra les Muis en toetsenbord

HANDLEIDING STREAMBOX

Inhoudsopgave. Lees de onderstaande documentatie daarom a.u.b. goed door. Weer veel gebruiksgemak gewenst met deze nieuwe versie.

Elementen bewerken. Rev 00

Sneltoets Combinaties. Hoofdstuk 6 Sneltoetsen

TIBER Gebruik van het programma Tiber-soft

voor het In gebruik nemen van je MacBook

Elektronisch werkbriefje

Het gebruik van een spreadsheetprogramma Algemene introductie in het gebruik van spreadsheets Fons Vernooij

INSTRUCT Samenvatting Basis Word 2010, H1 SAMENVATTING HOOFDSTUK 1

In het hoofdmenu worden bij elk spel het aantal gemaakte oefeningen, de procentuele score en de tijdsduur getoond.

HANDLEIDING Q1600 Fashion

Transcriptie:

1 C++ op een PC Deze tekst maakte tot en met 1998 deel uit van het dictaat Programmeermethoden en C++, en is samengesteld uit eerdere teksten door Walter A. Kosters van de Opleiding Informatica aan de Universiteit Leiden. In deze tekst staat informatie om op een wellicht verouderde PC snel met DOS en Borland C++ uit de voeten te kunnen. 1.1 Hoe te beginnen? Omdat het niet doenlijk is alle handleidingen uit het hoofd te leren, volgt nu een eerste korte inleiding die u snel in staat stelt zelf C++-programma s te draaien op een (eigen) PC. U moet in het bezit zijn van een schijfje (= diskette). Met <enter> wordt het indrukken van de toets met Enter en/of erop bedoeld. We gebruiken voor het gemak even een oude DOS-versie van Borland C++, die de beschikking heeft over een ingebouwde editor waarmee u C++-programma s op uw schijfje kunt zetten. Het is mogelijk de compiler van het netwerk te halen en thuis te installeren (dankzij een campuslicentie), zelfs op een oudere 286-PC. Ook het fraaie Visual C++ is goedkoop verkrijgbaar (zie elders), maar vereist een zwaardere PC. Als het goed is kan een en hetzelfde C++-programma met minimale aanpassingen door al deze compilers, en tevens door de C++-compiler op een UNIX-systeem, worden begrepen. Het is verder eenvoudig om met ftp een file van diskette over te zetten naar het UNIX-systeem, of omgekeerd. Lees nu indien nodig eerst de bladzijden over de werking van de PC. Als u een nieuwe ongeformatteerde diskette hebt, moet u deze eerst formatteren met C:\>format a:/v <enter> (zie verderop). Thans volgt een zeer korte handleiding Borland C++. Op vele plekken kunt u overigens ook de muis gebruiken, maar dat leert u vanzelf wel. Borland C++ wordt aangeroepen met bc <enter>; ga eventueel eerst naar de goede directory. Nu zit u in Borland C++ en kunt u een file maken, bijvoorbeeld de tekst van een eerste C++programma. Daartoe moet eerst een window geopend worden. Ga met functietoets F10 naar het hoofdmenu, dan met de pijltjestoetsen nar File, druk op <enter>, en selecteer New door nogmaals op <enter> te drukken. U kunt nu bijvoorbeeld intikken: #include <iostream.h> int main ( ) { cout << "Dit komt op het scherm" << endl; return 0; } // main Hierbij kan de enter-toets gebruikt worden om nieuwe regels aan te maken. De toetsen met de pijltjes dienen ervoor omhoog, omlaag, etcetera, te kunnen gaan. Met de backspace ( ) toets kunt u foute letters weer weghalen. Als u klaar bent met het editen, druk dan op F2 om het programma te saven op uw diskette. Bedenk zelf een naam, bijvoorbeeld POGING.CPP, en druk op de enter-toets. Ga nu terug naar het hoofdmenu door F10 in te drukken. Om POGING.CPP uit te voeren dient u nu op R(un) te drukken en vervolgens twee maal op <enter>. Als het goed is gegaan ziet u afgezien van allerlei boodschappen over het compilatieproces niets (!), hooguit een waarschuwing dat er geen return heeft plaatsgehad. Druk op Alt en F5 (tegelijk) om te zien wat de uitvoer van het programma was. Daarna op een willekeurige toets drukken om weer in de editor terecht te komen. Als er bij het compileren of runnen 1

van het programma iets fout gaat komt u weer in de editor (of eerst in het boodschappenvenster) terecht, terwijl de cursor meestal op de (of liever n) fout wijst. Deze kunt u verbeteren (druk op <enter> om in het edit-venster te komen) en dan kunt u het nog een keer proberen. Als het programma werkt ziet u in het Output-window de tekst: Dit komt op het scherm. Met Alt en tegelijk X of de optie Quit in het File-menu komt u weer in DOS terecht en u krijgt C:\> te zien. Het intoetsen van dir <enter> laat hopelijk zien dat POGING.CPP (en nog wat meer) op de harde schijf staat. Als u bij een volgende gelegenheid POGING.CPP weer in wilt laden om er mee verder te werken, dan maakt u vanuit het hoofdmenu van Borland C++ de keuze F(ile) en vervolgens L(oad) en dan vult u in: POGING.CPP <enter>. Komt u nu in het Edit-window dan staat uw laatst- gesavede versie van het programma op het scherm. Probeer nu een programma te schrijven dat om twee gehele getallen vraagt, en deze vervolgens bij elkaar optelt. Nu kunt u de rest van de handleidingen doorlezen. Probeer niet alles in één keer uit het hoofd te leren. De extra s die Borland C++ biedt zijn voorlopig niet nodig. 2 Handleiding PC en DOS 2.1 De PC Een PC bestaat uit vier delen: de systeemkast met één of twee ingebouwde diskdrives, een harde schijf en soms een CD-ROM drive, het beeldscherm, het toetsenbord, de muis. 2.2 Diskettes Een diskette of floppy(disk) is een flexibel schijfje met een magnetisch oppervlak. Het schijfje zit in een permanent omhulsel waarin het ronddraait als het gebruikt wordt om gegevens te lezen of te schrijven. Raak het magnetisch oppervlak van een schijfje nooit met uw vingers aan. De schijfjes zijn erg gevoelig voor stof en vet. Daarom moeten ze altijd in hun beschermhoesjes of -doosjes bewaard worden. Gegevens worden magnetisch opgeslagen op de diskette. Ze kunnen door hevige schokken en vooral magnetische storingen in de war gebracht worden. Bewaar diskettes dus nooit vlakbij telefoon, speakers of beeldscherm en leg ze vooral niet in de zon. Aan de balie zijn diskettes te koop. We gebruiken meestal diskettes met double side en high density; sommige zeer oude PC s kunnen alleen double density diskettes verwerken. Diskettes bestaan in vele maten; 3.5 inch wordt in ieder geval veel gebruikt. Voor een diskette echt gebruikt kan worden moet hij eerst geformatteerd worden (zie verderop). De meeste nieuwe diskettes zijn al door de fabrikant geformatteerd. Schrijf altijd duidelijk uw naam op het etiket. 2

2.3 Aanzetten van de PC Er zijn vele verschillende soorten PC s. Ze worden als volgt aangezet. Druk op de knop achterop of juist voorop de PC, en zet het beeldscherm aan. (Als u het netjes wilt doen moet eerst het beeldscherm aan en dan pas de PC.) Bij sommige computers gaat het beeldscherm automatisch aan als de PC wordt aangezet. Doorgaans komt een PC terecht in Windows (95/98/NT/... ). Op de eerstvolgende bladzijden wordt het een en ander verteld over DOS, wat ook op verouderde PC s nog prima draait. Dit besturingssysteem DOS (Disk Operating System) wordt automatisch geladen. Zorg dat de DOS-prompt (C:\>), het teken dat het operating systeem wacht op de gebruiker, verschijnt. Dit is onder Windows even zoeken. Rechts van de DOS-prompt staat een flikkerend streepje (C:\> ). Dit heet de cursor en geeft de plaats op het scherm aan waar u commando s in kunt voeren. Soms moet u eerst inloggen, dat wil zeggen dat u zich bekend kunt maken aan het netwerk. Nu pas kunt u uw diskette in de PC stoppen. Als de PC twee diskdrives bevat, gebruiken we de linker-diskdrive (of de bovenste). Deze wordt de A-drive genoemd; de rechter-diskdrive (of de onderste) heet de B-drive. Stop de diskette in de de diskdrive. Het label moet daarbij aan de bovenkant blijven en het laatst erin gaan. Nu kan een nog niet gebruikt schijfje geformatteerd worden (zie verderop) of een reeds geformatteerd schijfje gebruikt worden. Als u een reeds geformatteerd schijfje in drive A heeft zitten dan kunt u door het intoetsen van: A:<enter> vanuit de A-drive gaan werken. De prompt is dan: A:\>. Als de diskette nog niet geformatterd is, als het klepje eventueel niet goed gesloten is of als de diskette verkeerd om in de diskdrive zit dan krijgt u in plaats van de prompt A:\> de foutmelding Not ready error reading drive A:. NB Als de PC net uitgezet was, moet u even wachten alvorens hem weer aan te zetten. 2.4 Uitzetten van de PC Allereerst dient u uit te loggen met behulp van een commando als logout. Haal daarna de diskette eruit. Druk daartoe op het klepje (of knopje) van de drive, waardoor dit klepje openspringt en de diskette naar voren komt. Haal de diskette er dan verder uit en stop deze meteen in een beschermhoesje of in een doosje. Zet daarna de PC uit. Bij sommige PC s moet het beeldscherm apart uitgezet worden. Zet de PC niet meteen weer aan! 2.5 Toetsenbord Opmerking 1: toets1 toets2 betekent toets1 indrukken en vasthouden, toets2 indrukken en dan beide toetsen loslaten. Opmerking 2: de aangegeven functies van de toetsen gelden voor het werken met het operating systeem MS-DOS. Binnen programma s (zoals Borland C++) kunnen er andere functies zijn. 3

Toets SHIFT ENTER BACKSPACE ESCAPE TABULATOR CONTROL Ctrl NumLock Ctrl Break Ctrl Z Ctrl Alt Del Werking De twee toetsen met de pijl naar boven. Ze moeten gebruikt worden voor hoofdletters en de bovenste tekens op de toetsen. Let op dat u niet de Alt-toets neemt. Toets met voor nieuwe regel en afsluiten van commando s. Toets met rechtsboven om fout karakter voor de cursor te wissen. Toets met Esc om een hele regel weg te gooien voordat hij met ENTER wordt afgesloten. Toets met (tab voorwaarts) en (tab achterwaarts). Toets met Ctrl. Deze wordt net als SHIFT altijd in combinatie met een andere toets gebruikt. Analoog de Alt-toets. Stilzetten van het beeldscherm. Verder gaan door een willekeurige andere toets in te drukken. Onderbreken van de uitvoering van een programma/commando. EOF (End Of File) teken. Als het systeem helemaal vastzit, kunt u hiermee resetten (helemaal opnieuw beginnen). 2.6 Files De gegevens op een diskette zijn gegroepeerd in files. Iedere file heeft een naam (filespecificatie) opgebouwd uit een filenaam en eventueel een nadere aanduiding, extensie genaamd, gescheiden door een punt. In DOS mag een filenaam uit hoogstens acht karakters bestaan, een extensie uit hoogstens drie (in UNIX mag veel meer). De karakters die toegestaan zijn in filenamen en extensies zijn: letters, cijfers en de tekens! @ # $ % ˆ & ( ) -. Meestal ben je vrij in het kiezen van een filenaam of extensie. In Borland C++ echter heeft de tekst van een C++-programma bij afspraak de extensie CPP. Gewone tekst-files (ASCII-files) hebban vaak de extensie TXT. Voorbeelden van acceptabele filespecificaties zijn bijvoorbeeld ProGram1, prog1.cpp, gegevens.dat, tja. en uitvoer.txt. NB Kleine letters in filespecificaties en commando s worden door het operating systeem omgezet in hoofdletters. (DOS maakt in tegenstelling tot bijvoorbeeld UNIX geen onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters.) 2.7 Wildcard characters Als men met een commando verscheidene files tegelijk wil bewerken, dan kan dat soms met de zogenaamde wild(card) characters * en?. Hierbij staat * voor nul of meer willekeurige karakters, terwijl een? staat voor precies één willekeurig karakter. Zo staat *.cpp voor alle files met extensie cpp, terwijl?a*.* staat voor alle files met als tweede letter een a. NB Pas op met het gebruik van wildcards bij het weggooien van files. Voor je het weet gooi je teveel weg. Met del *.* gooi je alle files weg. Op een PC zijn er soms middelen om de files nog weer terug te krijgen, op een UNIX-systeem niet daar moet u naar de systeembeheerder die een backup heeft, doorgaans van een wat oudere versie van de file. 4

2.8 Subdirectories Het is handig om een schijfje te verdelen in kleinere eenheden, die (sub)directories worden genoemd. Dit geldt zeker voor een harde schijf (C:) waar honderden files op staan. Voor bijvoorbeeld Borland C++ is een eigen subdirectory, BC30 (of zoiets) genaamd, gemaakt. Om de files te bekijken die in deze subdirectory staan moet het volgende gebeuren: ga eerst naar C: (via het commando C:); een dir geeft nu de inhoudsopgave van C: (dit zijn allemaal subdirectories, waaronder BC30); geef nu cd BC30, waarna je in de directory BC30 belandt; een dir geeft een overzicht van de files uit deze directory, en laat tevens zien dat deze directory opnieuw subdirectories bevat, bijvoorbeeld de sudirectory BGI (deze kan weer betreden worden door cd BGI). Als je in één klap weer terug wil naar F: moet je cd\ geven of herhaald cd.. (cd staat voor Change Directory). Het is ook mogelijk om op je eigen schijfje een subdirectory te maken. Stel je wilt een subdirectory PROGMET maken voor alle programma s van het vak Programmeermethoden. Geef daartoe mkdir PROGMET, waarna deze subdirectory gemaakt wordt. Daarna kunnen er files in gezet worden. Een lege subdirectory Naam kan verwijderd worden met het commando rmdir Naam (ReMove DIRectory). Het doel van subdirectories is dus het overzichtelijker maken van de inhoud van vooral grote of harde schijven. 2.9 DOS-commando s Hieronder volgt de beschrijving van een aantal commando s in het besturingssysteem DOS. Met deze commando s kunt u diskettes formatteren, kijken wat er op uw diskette staat, files verwijderen en kopiëren of naar de printer sturen. Commando s voor het besturingssysteem DOS bestaan uit de commandonaam gevolgd door eventuele opties (voorafgegaan door /) en parameters gescheiden door spaties (soms mag/moet een andere scheider worden gebruikt, bijvoorbeeld /). Het maakt niet uit of een commando in hoofd- of kleine letters wordt ingetikt. Het commando wordt pas uitgevoerd als het met een druk op de ENTER-toets wordt afgesloten (notatie: <enter>). Tikfouten in een commando kunnen worden hersteld door gebruik te maken van de pijltjestoetsen en de backspace-toets, of drastischer met behulp van de Escape-toets. Met het pijltje omhoog kunt u vorige commando s oproepen, en eventueel opnieuw (verbeterd) uitvoeren. In recente DOS-versies levert help Naam <enter> informatie over het commando Naam. We gebruiken de volgende notaties: [optie] filespec optie, die naar keuze wel of niet kan worden meegegeven. filespecificatie: filenaam met eventuele extensie en eventuele wildcards. De naam van de file kan voorafgegaan worden door de letter van de drive, bijvoorbeeld d:jab.txt; de file jab.txt staat dan op drive D (wat dat ook moge wezen). Ook mag een subdirectory genoemd worden, bijvoorbeeld d:\monty\jab.txt. 2.10 Formatteren van een nieuwe diskette F:\>FORMAT a:/v Na het formatteren wordt gevraagd om een naam voor de schijf in te tikken. Vanaf F: aanroepen. Bij weglaten van /v blijft de schijf naamloos. Let op: als u dit doet met een al beschreven diskette gaan de gegevens onherroepelijk verloren. 5

2.11 Overzicht van files Overzicht van alle files op de diskette. DIR[/p][/w][/s] DIR[/p][/w][/s] filespec Alleen de door filespec aangegeven files worden genoemd. DIR is een afkorting van directory. /p Handig als de uitvoer van DIR meer dan één scherm vult. Als het scherm vol is, wordt er gewacht met schrijven van de volgende portie tot er een willekeurige toets wordt ingedrukt. /w Drukt de filenamen in kolommen af, met minder informatie per file. /s Neemt ook subdirectories mee. Voorbeeld: dir *.txt/w of dir/w *.txt geeft de namen van alle txt-files in kolommen. 2.12 Verwijderen van files DEL filespec Gooit de door filespec aangegeven files weg. DEL is een afkorting van delete. Let op bij het gebruik van wildcards. 2.13 Kopiëren van files COPY filespec1 filespec2 Maakt een kopie (filespec2 genaamd) van de file met naam filespec1 op dezelfde diskette. In plaats van COPY wordt ook vaak XCOPY gebruikt. COPY filespec1+filespec2 filespec3 Plakt de files met namen filespec1 en filespec2 in die volgorde aan elkaar vast en maakt een kopie op dezelfde diskette onder de naam filespec3. COPY filespec b: Maakt een kopie van de file op een andere diskette, onder dezelfde naam. Bij één diskdrive geeft het systeem aanwijzingen over het verwisselen van de diskettes. Bij twee diskdrives moet de tweede diskette in de onderste/rechter diskdrive gestopt worden. 2.14 Hernoemen van files RENAME filespec1 filespec2 filespec1 is de oude naam en filespec2 is de nieuwe naam. 6

2.15 Tonen van files op het scherm TYPE filespec Hierbij kan de uitvoer onderbroken worden door middel van Ctrl NumLock en voortgezet door het indrukken van een willekeurige toets. MORE < filespec Doet hetzelfde als TYPE, maar wacht als er een scherm vol is tot er een toets wordt ingedrukt. Vergeet het kleiner dan teken niet. TYPE en MORE werken niet met wildcards. Alleen gebruiken voor ASCII-files. 2.16 Afdrukken van tekstfiles op papier Kijk of de printer aanstaat. Kijk daarna of de printer ON LINE staat. Dit is zo als het lampje bij de ON LINE-knop aan is. Anders deze knop indrukken. Geef: print filespec. (Als het fout gaat, blijft deze opdracht meestal in een buffer staan.) 2.17 Controleren van een diskette Het gebeurt wel eens dat uw schijfje lees- en/of schrijfproblemen vertoont. Door middel van het commando chkdsk [/f], met het schijfje in de drive, krijgt u een statusrapport van de schijf met daarin een opgave van de gebruikte en de nog te gebruiken geheugenruimte. Als tevens melding wordt gemaakt van lost allocation units dan is het zaak van uw schijfje te redden wat er te redden valt. Daartoe moet u proberen zoveel mogelijk de belangrijke files naar een ander schijfje te kopiëren. Op de probleemschijf schrijven maakt het probleem alleen maar erger. Er kan niet genoeg op gewezen worden dat u van elke file die u niet graag kwijt wilt raken tijdig een kopie op een andere schijf moet maken. 3 Borland C++ Stop uw eigen schijfje in de A-drive en zorg dat de A-drive de diskdrive is waarmee u werkt: toets zo nodig in: A:<enter>. Uw prompt is dan: A:\>. U komt nu in het Borland C++ systeem door vervolgens bc in te tikken, gevolgd door een druk op de Entertoets. Doorgaans werkt een en ander sneller en beter als u werkt vanaf C:. Binnen de geïntegreerde omgeving kunt u op ieder moment, behalve tijdens het runnen van een programma hulp op het scherm krijgen door de functietoets F1 in te drukken. Er zijn overigens verschillende versies van Borland C++ in omloop; soms zien dingen er dus anders uit. Het eerste scherm van de omgeving bevat het hoofd-scherm (main screen), en ziet er ongeveer als volgt uit. Op de eerste regel zijn de opties van het hoofdmenu zichtbaar (zoals Edit en Run). Op de onderste regel staat de betekenis van de belangrijkste toetsen. Het grootste gedeelte van het scherm bestaat uit een aantal (vaak slechts één) windows. Het actieve window heeft een dubbele rand. In elk window staat midden boven de naam; als het een Edit-window is, staat hier de betreffende filenaam. Linksboven staat een vakje waarmee (met de muis) het window gesloten kan worden. Rechtsboven, naast het nummer van het window, klikken met de muis laat het window al dan niet naar de voorgrond gaan. 7

Linksonder staan nummer van regel en kolom waar zich de cursor bevindt. De onderste regel van het window en de rechter zijkant bestaan grotendeels uit zogenaamde scroll-bars; met behulp van de muis kan hiermee snel door het window bewogen worden. De windows kunnen uiteraard verplaatst, vergroot en dergelijke worden; de muis is hierbij een handig hulpmiddel. Om vertrouwd te raken met het systeem volgen nu enige basisregels om door het systeem te navigeren. Vanuit een menu: Gebruik de oplichtende hoofdletter om een menukeuze te maken of gebruik de pijltjestoetsen om de keuze te selecteren en druk in dit laatste geval vervolgens op de Enter-toets. Druk op de Escape-toets om een menu te verlaten. Binnen het hoofdmenu: Druk op de Escape-toets om naar het vorige actieve window terug te keren. (Een actief window heeft een dubbel kader om zich heen en de naam van het window licht op.) Gebruik de pijltjes naar Links en naar Rechts om van het ene pulldown-menu naar het andere te gaan. Vanuit waar dan ook in Borland C++: Druk op F1 om informatie te krijgen over uw huidige situatie (hulp over runnen, compileren enz.). Druk op F10 om het hoofdmenu aan te roepen. Het indrukken van de Alt-toets samen met de eerste letter van een menucommando (zoals F, E, R, C, O) roept het betreffende commando aan. Bijvoorbeeld Alt E leidt tot het Edit-window en Alt F brengt u in het File-menu. Er zijn ook hot-keys, speciale toetscombinaties, die in één keer een commando uitvoeren (zoals Ctrl F9 voor Runnen). Vanuit het Edit-, het Output-, het Message- of het Watch-window: Druk op F6 of Alt F6 of Alt F5 om te wisselen tussen de windows (even een paar keer proberen). Om Borland C++ te verlaten en terug te keren naar DOS, druk op Alt X of ga naar het File-menu en selecteer Quit (druk de Q in of breng de keuzebalk naar Quit en druk de Enter-toets in). U kunt overigens ook tijdelijk naar DOS gaan via de optie DOS shell uit het File-menu. Via het commande exit keert u weer terug naar Borland C++. Denk eraan dat u in plaats hiervan niet opnieuw Borland C++ opstart: dat levert geheugenproblemen. Als u Quit selecteert zonder dat u uw huidige werkfile gesaved heeft, dan zal de editor u vragen of u de betreffende file wilt SAVEn of niet. 3.1 De menu-structuur van Borland C++ Het hoofdmenu in Borland C++ heeft een tiental keuzemogelijkheden, waaronder: File: Voor de file-afhandeling (laden, saven, creëren, naar diskette schrijven), voor de directories (tonen, veranderen), om Borland C++ te verlaten en om DOS aan te roepen. Edit: Om source-code files te creëren en te editen in de ingebouwde tekst-editor. Search: Om snel stukken tekst op te sporen en eventueel te wijzigen. Run: Om automatisch uw programma te compileren, te linken en te runnen. Compile: Om uw programma te compileren, om executeerbare files te maken (zet optie Destination Disk) en meer. Debug: Een zeer krachtige debug-omgeving. Hiermee moet u zelf maar experimenteren. Enkele aanwijzigingen: er kunnen variabelen in het Watch-venster gezet worden 8

(optie Add watch); met F7 en F8 kan nu regel voor regel het programma geexecuteerd worden, terwijl in het Watch-window de variabelen bespied kunnen worden; bij F7 worden procedure-aanroepen ook getraced, bij F8 niet. De helptoets F1 biedt wat meer informatie hierover. Project: Combineer verschillende C++-programma s met headerfiles. Vergelijkbaar met makefiles op het UNIX-systeem. Options: Geeft u de mogelijkheid om compiler-opties te kiezen. Window: Om met de windows te manipuleren. Help: De naam zegt het al: een zeer uitgebreide help-functie. Er zijn in het algemeen drie soorten handelingen bij de menu s: Commando s om een taak uit te voeren (runnen, compileren, enz.). Toggels om een optie afwisselend aan en uit te zetten. Instellingen om zekere compile- en runtime-informatie aan de compiler door te geven, zoals de plaats van directories en dergelijke. Op ieder moment kunt u hulp krijgen over de geselecteerde optie (de optie die door een balkje aangegeven is) door F1 in te drukken. Als er in de hulp-tekst een of meer woorden dikgedrukt zijn, dan kunt u hierover meer informatie krijgen door met behulp van de pijltjestoetsen het balkje op het juiste woord te zetten en vervolgens de Enter-toets in te drukken. Om meer over de mogelijkheden van het systeem te leren kunt u het beste eerst van de ingebouwde hulp-mogelijkheden gebruik maken (let goed op de informatie die op de onderste regel van het scherm gegeven wordt) en wat boeken inzien. Over bijvoorbeeld de vele grafische mogelijkheden valt via de Help-optie genoeg te ontdekken. Een goede tip is de volgende: stel dat je denkt dat er wel een commando bestaat om lijnen te tekenen; type dan in line, zet de cursor op dit woordje en druk op Ctrl-F1; er verschijnt dan hulp over dit onderwerp, van waaruit je wel weer verder kunt komen (naar graphics.h). Zoek maar eens naar het voorbeeldprogramma bgidemo.c in een subdirectory \BGI. Om dit te compileren moeten uiteraard in Options, en dan Directories, de Include en Library directories goed staan. Dat klopt meestal wel: zo zal bijvoorbeeld de file egavga.bgi bereikbaar zijn. Echter, ook in het Options menu, bij Linker, Libraries, moet nog iets gebeuren: de Graphics Library moet met de spatiebalk actief worden gemaakt. Hieronder volgt nog een handleiding van de ingebouwde editor. Verschillende versies van Borland C++ lijken erg op elkaar; er is ook een versie voor Windows. Voor Visual C++ is het allemaal net weer anders. 3.2 De editor van Borland C++ Als u de E uit het hoofdmenu heeft ingedrukt bent u in de ingebouwde editor van Borland C++. De editor gaat ervan uit dat de opgegeven files de extensie CPP hebben tenzij expliciet iets anders is vermeld. Voorbeelden: PR1 wordt PR1.CPP, PR1. wordt PR1, en PR1.TXT wordt PR1.TXT. Syntax-highlighting zorgt ervoor dat op kleurenschermen de structuur van een programma goed te zien is: keywords en dergelijke vallen door hun kleur goed op. 9

3.3 Stoppen met werken in de editor Dit gebeurt door F10 (terug naar het hoofdmenu) of Alt X (verlaat Borland C++). U kunt een file saven (dat wil zeggen op diskette schrijven) vanuit de editor met behulp van F2 of vanuit het hoofdmenu met de keuzes F(ile) en S(ave). De eerste keer dat u uw file wilt saven moet u een naam daarvoor bedenken, anders wordt het NONAME01.CPP. Op de netwerkdrive F: saven zal hopelijk niet lukken. 3.4 Opnieuw editen Zolang u het Borland C++ systeem nog niet verlaten heeft kunt u weer verder gaan met editen aan dezelfde file door middel van E. Wilt u een andere al of niet reeds bestaande file editen, gebruik dan F3 vanuit de editor of de keuze N(ew) vanuit het File-menu. 3.5 Modes Of we al dan niet in INSERT-mode staan is te zien aan de vorm van de cursor. In de INSERT-mode worden ingetikte karakters tussengevoegd op de plaats van de cursor, in de OVERWRITE-mode worden ze over bestaande karakters heen geschreven. Wisselen tussen deze opties gaat door het indrukken van de INS-toets. Zolang de INDENT-mode aan staat, starten nieuwe regels op dezelfde positie als de vorige. Deze optie kan uit- en aangezet worden door middel van Ctrl Q-I. 3.6 Cursorbewegingen We zullen nu een flink aantal toetsen bespreken. Er zijn nog veel meer mogelijkheden aanwezig: raadpleeg help (via F1). We beginnen met de cursorbewegingen. De cursor kan verplaatst worden met behulp van de pijltjes-toetsen rechts op het toetsenbord als NUMLOCK uitstaat (NUMLOCK wordt aan en uitgezet met behulp van de toets NumLock ), of met de aparte pijltjestoetsen. Toets(en) pijl naar links: pijl naar rechts: pijl naar boven: pijl naar onder: Ctrl A of Ctrl Ctrl F of Ctrl PgUp PgDn Home End Effect Karakter naar links (blijft op de regel). Karakter naar rechts (blijft op de regel). Regel omhoog. Regel omlaag. Woord naar links. Woord naar rechts. Page up (schermvol omhoog). Page down (schermvol omlaag). Naar begin regel. Naar einde regel. 10

3.7 Insert en delete Toets(en) Effect Del Ins Ctrl N Enter Ctrl Y Backspace Karakter onder cursor weghalen. INSERT-mode aan/uit. Regel tussenvoegen. Regel tussenvoegen (als de cursor midden in een regel staat, wordt de regel gesplitst op de plaats van de cursor); dit werkt alleen in INSERT-mode. Regel weghalen. Karakter links van de cursor wissen (als de cursor aan het begin van een regel staat komt deze regel achter de vorige). 3.8 Blok-commando s Toets(en) Effect Ctrl K-B Ctrl K-K Ctrl K-C Ctrl K-V Ctrl K-Y Ctrl K-H Ctrl K-R Ctrl K-W Markeer begin van een blok. Markeer einde van een blok. Kopieer gemarkeerd blok. Verplaats gemarkeerd blok. Verwijder gemarkeerd blok. Hide/display blok. Zolang het gemarkeerde blok een andere helderheid heeft, kan het gemanipuleerd worden (kopiëren enzovoorts) Dit commando maakt de helderheid weer normaal. Er kan dan niet meer gemanipuleerd worden. Dit kan gebruikt worden om een andere file in te lezen en in de huidige tekst op de plaats van de cursor te brengen. Er wordt om de naam van de file gevraagd. Dit kan gebruikt worden om een gemarkeerd blok weg te schrijven naar schijf. Een filenaam wordt gevraagd. 3.9 Verdere editor-commando s Toets(en) Effect F10 Ctrl Q-I Ctrl Q-L Ctrl Q-F Ctrl Q-A Ctrl L Ctrl U Ctrl F1 Terug naar hoofdmenu. Automatisch inspringen uit/aan. (Indent) Herstel van de regel zolang de regel niet verlaten is. Zoek. Allerlei opties zijn mogelijk. Gebruik liever het Search-menu. Zoek en vervang. Zie ook Search. Herhaal laatste zoekactie. Afbreken van een (niet gewenst) commando. Geeft hulp over het woord waarin de cursor zich bevindt. Overigens zijn al deze toetsen te vinden met behulp van de helptoets, F1 dus. 11