Vaststellen stormschade en herstelplan Twiskemolen te Landsmeer

Vergelijkbare documenten
Toelichting op de restauratie van poldermolen Het Noorden te Oosterend

nieuwsbrief februari 2018 nr.61 Twiskemolen in deze nieuwsbrief

Houtsoorten gebruik bij molens. Hout als bouwmateriaal voor een werktuig

nieuwsbrief februari 2018 nr.60 Twiskemolen in deze nieuwsbrief -- voortgang herstel molen -- kort en laatste nieuws

PIETERSKERK c maart architektenburo Veldman + Rietbroek, Leiden (071)

nieuwsbrief december 2017 nr.59 Twiskemolen in deze nieuwsbrief -- voortgang herstel molen -- kort en laatste nieuws

Restauratie verslag De Himpenserpoldermole te Wergea

nieuwsbrief mei 2017 nr.56 Twiskemolen in deze nieuwsbrief voortgang herstel molen

nieuwsbrief april 2018 nr.63 Twiskemolen in deze nieuwsbrief

Middenbeemster, Korenmolen De Nachtegaal

INSPECTIERAPPORT 2017 Objectnummer 1329 Poldermolen "Himpenserpoldermole" nabij de Wâldwei te Hempens O N D E R H O U D S C H E C K S

co z Bouwhistorisch onderzoek

INSPECTIERAPPORT 2013 objectnummer 1329 Poldermolen "Hempenserpoldermolen" Nabij De Waldwei 8490 AA Hempens

Instructie onderhoud balkons

Uniforme hoofdstuk-indeling: zorgt voor herkenbaarheid

Rapportage t.b.v. uitleg werkzaamheden voorgevel van het pand aan de Dorpsstraat te Lage Vuursche

vertelt u alles over hooibergen en hooicultuur

Gijselaarsbank, Leiden beschrijving en gebrekenopname

Sigma Flexidur 4825 Houtrenovatie systemen

De windmolen en zijn onderdelen

Restaureren van geklonken molenonderdelen. Door: Martijn en Walter Vaags 17 september 2013

STICHTING MONUMENTENWACHT OVERIJSSEL EN FLEVOLAND

BROERSMA SYSTEEMBOUW B.V. OPPERKOATSTERWEI 6, 9288 GK. KOOTSTERTILLE, TEL FAX

INSPECTIERAPPORT HOUTEN KAPCONSTRUCTIE

Verdiepingsles. Ranko Veuger. 24 september 2014

Het Total Wall Concept (scheur)herstel systeem

Nieuwsbulletin herstel molen Groote Polder: nummer 3, november 2015

Nieuwsbulletin herstel molen Groote Polder: nummer 2, juli 2015

Torenuurwerk Lambertschaag Tekst en samenstelling Henk Bos

INSPECTIERAPPORT 2014 objectnummer 0227 Dakruiter Beuckenswijkstraat GN Sondel

Het weer van 28 september 2013

INSPECTIERAPPORT 2014 Objectnummer Boerderij Enne-Jans Heerd Maarhuizen 3 te Maarhuizen

- 5 tt:1, INSPECTIERAPPORT 2013 objectnummer 0984 Molen "De Deelsmolen" Deelswal 4, 8467 SL Vegelinsoord. , Rappel.

begane grond- nieuw (ongewijzigd)

Project Zeeuws Behout. Restauratieverslag van een vroeg 20 e eeuwse bascule, Museum Stoomtrein Goes-Borsele te Goes. Houtwerk.

DRAAIDEUR MET ZIJLICHT

Kart Afstellingen. Uit- spoor en toe- spoor

ONTWERPBESCHIKKING WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT CONSIDERANS

Geweldigershoek 2. Langs- en dwarsdoorsnede kapconstructie en zolderplattegrond van het hoofdhuis op de hoek. Geweldigershoek

INSPECTIERAPPORT 2010 objectnummer 0363 Klokkenstoel Kleasterwei 8490 AA Nes

HANDLEIDING MONTAGE CUPLOK TRAPPENTOREN

Rapportage opname ten behoeve MJOP

De bouwonderdelen bij dit nummer

Alkreflex 2L-2. In de spouw. innovation in insulation. Algemeen. Verwerking / bestekomschrijving

Restauratie van De Jonge Jan te Uithuizen

INSPECTIERAPPORT 2014 objectnummer 0235 Toren Tsjerkewei KB Elahuizen

BIJLAGE 1 PERIMETER VAN HET GEBIED WAARVOOR HET BEHEERSPLAN WORDT OPGEMAAKT

De bouwonderdelen bij dit nummer

Kuyperschool Ridderkerk Bouwkundige opname 15 augustus Bouwkundige opname. Voormalige Kuyperschool te Ridderkerk

aanwijzing tot gemeentelijk monument van het object Warmoezierskade 1

HET VORMEN EN GIETEN VAN EEN KLOK IN DE VROEGERE KLOKKENGIETERIJ

Bijlage C - Technische omschrijving Mutatieonderhoud Langegracht 63 Projectnummer VE

Verduurzaming molen De Hersteller te Sint Johannesga

De bouwonderdelen bij dit nummer

M O N T A G E - I N S T R U C T I E S D E U R E N

Voorlichtingsbijeenkomst. Deelbare molenroeden. 7 april Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Geluidsproductie Coopsmolen te Zelhem

Ketting (11-speed) Dealerhandleiding CN-9000 CN-6800 CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-HG CN-E

Twiskemolen nieuwsbrief, mei 2012 nr.4

HET PLAATSEN VAN DUBBELE BEGLAZING :

Olie- en Korenmolen. Woldzigt. Roderwolde (Dr)

STICHTING MONUMENTENWACHT OVERIJSSEL EN FLEVOLAND

Trappen. De trap naar de 1 e en 2 e verdieping is in goede staat.

RESTAURATIEVERSLAG. Datum: 31 mei 2016 Opdrachtgever: Museum Het Schip t.a.v. Ton Heijdra Oostzaanstraat WN Amsterdam.

Het weer van 17 november 2012

INSPECTIERAPPORT 2015 objectnummer 1050 Klokkenstoel Leeuwarderweg 2, 8505 AA Snikzwaag

Bouwinstructies vleermuiskast SILVAVIR VK01

Bouwkundig Inspectierapport

Restauratievisie. Korenmolen + motorhuis te Goidschalxoord. Stichting Molencomplex Goidschalxoort. Datum: 16 november 2007

Instellen en gebruiken van een lintzaagmachine

Complexnummer:

INSPECTIERAPPORT 2017 Objectnummer 0707 Klokkenstoel It Noard 21 te Broek O N D E R H O U D S C H E C K S P R A K T I S C H E A D V I E Z E N

Overstapbordes. t.b.v. Sky-Light hangbruginstallatie. Gebruikershandleiding VEILIG WERKEN OP HOOG

Cursus KeyCreator. Oefening: tekenen van een dakkapel

A HECHTINGSPROEFKIT (HPK)

Uitgevoerd onderhoud molens 2016 Stichting De Groninger Poldermolens

Aantekenblad. Colofon. Experda Experts in expertise

Opname en opmeting bestaande schuur t.b.v. functiewijziging

Aan Van Belangstellenden Bureau Aanbestedingen

Toelichting aanvraag schetsplan Restauratie, verbouwing en uitbreiding Rijnsburgerweg 152 Leiden. Programma

Lariks Douglas hout aanbouw met Polycarbonaatplaten dak

Een aantal palen staat in het beschermde gezicht. Aantal onderdelen behorend tot het beschermde 6 monument

Uw eigen broedhok bouwt u zo

Inname Wijzer. Richtlijnen inzake innameschades

UITLEENDIENST KAMPEERMATERIAAL HANDLEIDING TENTEN.

HANDLEIDING KARSTEN TUNNELTENT

Gemeente Papendrecht Constructief advies Gemeente Papendrecht Urgentierapport verkeersbrug Jan Steenlaan (KW-nr. 1056)

Sky-Line Uitwijksteiger

Verslag van de bouw van een nyckelharpa - deel 2 - Ton Pel

Sky-Line Universele overkapping

Checklist toestellen Commissie Agility, Raad van Beheer 1

OMKE JAN WOUDSEND, FRIESLAND

INSPECTIERAPPORT 2016 objectnummer 0122 Toren Van Swinderenstraat AP Balk

Beschrijving schaal van Oegstgeest. Figure 1: Bovenaanzicht van de schaal. Foto: Restaura, Haelen.

Gebruikshandleiding Schuine dakrandbeveiliging

Een Belgisch - Frans seinhuis in H0 van meerlangs papier.

Historisch beeldmateriaal Vanaf het jaar van de oudste weergave van de ruimte (tekening 1768) is het vertrek in hoofdopzet onveranderd gebleven.

Transcriptie:

Vaststellen stormschade en herstelplan Twiskemolen te Landsmeer behoort bij besluit van burgemeester en wethouders d.d. 5 september 2017 INGEKOMEN 11april 2017 OV2017033 Opgenomen en opgesteld januari / februari 2017 door Van Reeuwijk bouwmeester. Van Reeuwijk bouwmeester Email: vanreeuwijkbouwmeester@gmail.com KvK Leeuwarden: 59422246 Grauwe Kat 23, 8822WH Arum tel.0517 531849 BTW-nr: NL853475064B01 www.molensenmonumenten.nl Gsm. 06 57553756 IBAN NL61ABNA0893576654

Inhoud Projectgegevens... 3 Samenvatting en conclusies... 4 Aanleiding... 7 Herstellen of vernieuwen; wijze van aanpak om te komen tot een verantwoord en kwalitatief goed herstel van de molen... 9 Omschrijving schade en wijze van herstel... 11 1 Bovenas... 11 2 Roeden... 13 3 Voeghouten... 14 4 Windpeluw, voorkeuvelens en stormschild... 17 5 Steunder, steunderbalk, hangeniersbalk en kruipollen.... 18 6 Baard... 18 7 Roosterhouten... 20 8 Spanring... 21 9 Spanten en gordingen.... 22 10 Rietdekwerk... 24 11 Kuip... 25 12 Overring... 27 13 Molenwielen... 28 14 Poort, spil en spilluiken... 31 15 Diversen... 34 Verklaring tekening... 38 ~ 2 ~

Projectgegevens Project nummer 17.001 Onderzoek Object Adres Vaststellen stormschade en herstelplan Twiskemolen te Landsmeer Twiskemolen Het Luijendijkje 3, 1121 LM Landsmeer Status Rijksmonumentnummer 23826 Opdrachtgever Recreatieschap Twiske- Waterland Veldwerk januari/ februari 2017 Rapportage 17 februari 2017/ 6 maart 2017 Coördinatie Onderzoek Tekst Fotografie ing. G.J. van Reeuwijk ing. J. Hofstra ing. J. Hofstra J.Hofstra en M.Koop. Van Reeuwijk bouwmeester, Arum Verveelvoudiging voor eigen gebruik of intern gebruik van de opdrachtgever is toegestaan. Bronvermelding is verplicht. Voor het overige mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens bestand en/ of openbaar gemaakt worden, hetzij elektronisch, mechanisch, door middel van druk, fotokopieën, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Recreatieschap Twiske- Waterland en Van Reeuwijk bouwmeester te Arum. ~ 3 ~

Samenvatting en conclusies Direct na het ontstaan van de zware stormschade en na het demonteren en veilig stellen van alle onderdelen is de molen bezocht door van Reeuwijk bouwmeester. In deze rapportage zal nader worden ingegaan op alle onderdelen die door de calamiteit zijn beschadigd. Aan de hand van de zogenoemde Restauratieladder is een keuze gemaakt voor het herstel van de molen. Diverse onderdelen kunnen worden gerepareerd/ hersteld, maar er zijn ook onderdelen onherstelbaar beschadigd. De rapportage heeft tot doel een inzicht te geven in de wijze van herstel. In een nader op te stellen bouwbestek zullen alle onderdelen tot in detail worden omschreven. Dit ten behoeve van een nog te voeren aanbestedingsprocedure. Deze rapportage zal met name dienen om de eigenaar, de verzekeraar en de gemeente als ( monumenten) bevoegde instantie voldoende inzicht te geven. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed zal hierbij een adviserende rol hebben. Schade en mogelijkheid tot herstel danwel de noodzaak tot vervanging De volgende onderdelen moeten worden vernieuwd: (de nummers en letters verwijzen naar de tekening achterin deze rapportage). Beide roeden (A) met tuigage en zeilen ( molenwieken) De gietijzeren bovenas (B) met vulstukken (C), halssteen, steenbord en steenbed Beide lasstukken voor op de voeghouten (6) De steunderbalk (7) De windpeluw De baard Bekleding voorkeuvelens en stormschild (21) Twee roosterhouten (15) Twee kuipstukken (3) Al het rietwerk van de kap met ruim de helft van de rietsporen en rietlatten. De vorstplanken Twee velden riet van het achtkant * Twee waterborden Alle kammen van de bonkelaar (F) De poortstokken smeerklos penbalk Spilluiken in de kapzolder Kruikettingen en kruitouw De volgende onderdelen kunnen weer worden gerepareerd, al dan niet met het tussenvoegen van korte nieuwe delen: Zeven roosterhouten (15) ~ 4 ~

Beide spanringen (16) Drie spantbenen (17) Twee koppelplanken De nokgording (19) Drie gewone gordingen (18) Twee hoekstijltjes (27) De keuvelensbalk (23) De hoekkepers (22) Een vijftal kammen inboeten in het bovenwiel (D), rest handhaven Vang weer naar behoren opstellen en het bovenwiel afhangen Kruirad herstellen Trapleuning naar kapzolder herstellen Een kam inboeten in het spilwiel* Eventueel recht maken bovenste tap van de spil en aanbrengen strop om de spil onder de kapzolder en controle onderste taats De bevestiging van de poortplaat en de springbeugel Stucwerk wielkast Bestrating direct rondom de molen *= opmerkingen: Het rietdekwerk is door de tijd afgesleten aan de buitenzijde. Bij het aanbrengen van een gedeelte nieuw riet bij de beschadigingen op het achtkant kan zo een groot verschil in dikte ontstaan. Omdat het rietdekwerk van twee velden al voor een groot gedeelte aan de bovenzijde moet worden vervangen is aan te bevelen om de beide beschadigde velden helemaal opnieuw te dekken. Met het inboeten van een nieuwe kam in het spilwiel kan de molen straks weer werken. De kammen van het vijzelwiel en het spilwiel zijn echter gemaakt van een niet zo geschikte houtsoort en zijn daarom al aardig ingesleten. Het valt aan te bevelen om alle kammen van deze wielen te vernieuwen in een betere houtsoort. Tekening Op de volgende tekening is in rood aangegeven welke delen helemaal vernieuwd moeten worden. De onderdelen die nog te repareren zijn hebben daar de kleur groen. Reparatie kan het lijmen van gescheurde delen betreffen, maar ook het voorzien van nieuwe einden of tussenstukken, waarbij de oude onderdelen zoveel mogelijk weer worden benut. De witte onderdelen zijn in principe nog goed, maar moeten eventueel ten behoeve van het herstel tijdelijk worden gedemonteerd en daarna opnieuw aangebracht. Voor het afhalen van de kap was het bijvoorbeeld noodzakelijk om het kruirad met de beide pollen en de vangbalk met de hangers te demonteren. ~ 5 ~

Figuur 1 Overzicht te repareren en te vernieuwen delen ~ 6 ~

Aanleiding Op dinsdagmiddag 18 oktober 2016 werd de Twiskemolen getroffen door een windhoos, waarbij zeer grote schade werd aangericht. De windhoos hing samen met een lang koufront, dat van west naar oost over ons land trok. Met name in de Zaanstreek ging dat met plaatselijke windhozen gepaard. Elders bleef het effect daarvan beperkt tot het uitschieten en een sterke ruiming van de wind. Figuur 2 Verloop van de wind op het meetstation Schiphol op 18 oktober 2016 (bron: buienradar.nl) ~ 7 ~

Op het 15 km ten zuiden van de molen gelegen meetstation Schiphol ruimde de wind omstreeks 15.40 in één keer van het zuiden naar het westen, waarbij een windstoot werd gemeten van 60 km/h. Het tienminutengemiddelde kwam tijdens de frontpassage niet verder dan 37,8 km/h. Op het ten noorden van de molen gelegen automatische meetstation Wijdenes gebeurde omstreeks 16.00 vrijwel hetzelfde. Schade werd vooral aangericht tussen deze meetstations. De eigenaar van de molen, het Recreatieschap Twiske-Waterland is voornemens om de molen weer te herstellen en hiertoe heeft men Van Reeuwwijk bouwmeester opdracht gegeven om een restauratiebestek van de molen te maken. Op 20 januari 2017 is op het kantoor van het schap één en ander doorgesproken. Overeengekomen is om eerst een inventarisatie van de schade op te stellen, met daarbij een voorstel tot herstel: ~ 8 ~

Herstellen of vernieuwen; wijze van aanpak om te komen tot een verantwoord en kwalitatief goed herstel van de molen Restauratieladder Bij het herstel van de schade kunnen alle beschadigde delen worden vernieuwd in het oorspronkelijke materiaal. Ook kan ervoor worden gekozen om zoveel mogelijk oude onderdelen te herstellen wanneer dit uit kwalitatief oogpunt verantwoord is. Het resultaat zal in beide gevallen een goed functioneerde geheel herstelde molen zijn.. De Twiske molen is echter een zeer oude en cultuur- historisch belangrijke molen voor ons land. Om te komen tot een goede keuze tussen enerzijds vernieuwen en anderzijds herstel is door van Reeuwijk bouwmeester de restauratieladder toegepast. Deze restauratieladder is ontwikkeld door de Stichting Erkende Restauratiekwaliteit Monumentenzorg. De restauratieladder is een praktische vertaling van het Charter van Venetië. De restauratieladder gaat uit van het volgende: Restauratie van cultureel erfgoed is alleen zinvol als dit de betekenis ervan, wat betreft onder meer (cultuur)historische, esthetische of architectonische waarden, blijvend in stand houdt of versterkt. Essentieel hierbij is dat erfgoed op een verantwoorde wijze wordt beheerd. Het gaat bij restaureren en beheren om het zo veel mogelijk vertragen van de tand des tijds. De tand des tijds dwingt tot regelmatig ingrijpen, waarbij in beginsel geldt: conserverend herstel. Bij ingrepen gelden onderstaande uitgangspunten. Deze uitgangspunten gelden zowel voor het gebouw of object als geheel, als voor een onderdeel daarvan. De eerste stap bij restauratie is waardenstelling (herkennen en erkennen van waarden) door gekwalificeerd personeel of een ingehuurde adviseur. De waardenstelling moet aantoonbaar en toetsbaar zijn. De tweede stap bij restauratie is het bepalen in welke mate wordt ingegrepen en hoe. Elke ingreep is in meer of mindere mate een aantasting van cultuurhistorische waarde(n). Eisen die gesteld moeten worden aan een ingreep zijn: Beperk de omvang van de ingreep, zo veel als noodzakelijk is en zo weinig als mogelijk is ;' Voer de ingreep degelijk uit, om (opnieuw) ingrijpen zo veel mogelijk te voorkomen of zo lang mogelijk uit te stellen; ~ 9 ~

o o o De ingreep moet passend (compatibel) zijn binnen de gegeven situatie (invloed op fysische processen mag niet tot schade leiden, reparaties mogen op termijn niet leiden tot schade aan origineel omliggend materiaal); Vervang bij voorkeur met hetzelfde materiaal (of materiaal met dezelfde eigenschappen) en/of dezelfde techniek. Uitwerking Als het gaat om een monument is allereerst van belang of het te verbouwen deel ook onderdeel is van de motivering om het tot monument te verklaren (een moderne keuken in bv Slot Loevestein is niet monumentaal en mag dus altijd aangepast worden). Voor zover het wel gaat om monumentale delen is er een voorkeursvolgorde: hoe lager op de ladder, hoe minder wenselijk vanuit de optiek van monumentale waarden. Bij de eerste trede (1) Conserveren / onderhouden gaat het om (passief) conserveren, louter gericht op reinigen en/of beschermende maatregelen. De volgende trede (2) betreft Repareren (actief conserveren), waarbij bijvoorbeeld beschadigde stenen worden aangeheeld en her en der voegwerk wordt vernieuwd. Echte vernieuwing is de daarop volgende trede (3). Er zijn verschillende mogelijkheden, ook hier steeds in een afnemende voorkeursvolgorde. Het kan gaan om: kopiëren (stap 3a): vernieuwen met dezelfde detaillering & profilering, in hetzelfde materiaal en dezelfde verbindingstechniek als het origineel; imiteren (stap 3b): vernieuwen met dezelfde detaillering & profilering als het origineel, maar waarbij afwijkend materiaalgebruik en/of een afwijkende verbindingstechniek is toegestaan; verbeteren (stap 3c): vernieuwen met dezelfde profilering als het origineel, maar waarbij een afwijkende detaillering, afwijkend materiaalgebruik en/of een afwijkende verbindingstechniek is toegestaan. Restauratieladder en het herstel van de Twiskemolen. Voor het herstel van de schade is ervoor gekozen om zoveel mogelijk de stap actief conserveren te volgen. Wanneer dit niet mogelijk zal zijn omdat het onderdeel onherstelbaar beschadigd is dan zal stap 3a ( kopiëren) worden gevolgd waarbij detaillering, profilering en materiaal hetzelfde zal blijven. Zeer beperkt zal stap 3b worden gevolgd. Dit betreft het herstel van de voeghoutkoppen waarbij glasvezelstaven zullen worden gebruikt voor de verbinding en versterking van de onderdelen in plaats van de huidige draadeinden uit de jaren zeventig van de vorige eeuw. Voor de molenroeden zullen de meest recente richtlijnen worden toegepast. De nieuwe roeden wijken niet af van de oude roeden. Alleen de conserveringswijze is aangepast naar de eisen van de huidige tijd. De roeden worden hierbij uit één lengte vervaardigd. ~ 10 ~

Omschrijving schade en wijze van herstel 1 Bovenas Deze as is in 1872 door de Haagse ijzergieterij De Prins van Oranje gegoten en heeft nummer 838. De as is op diverse plaatsen gebroken en is onherstelbaar beschadigd. De as zal niet nieuw zijn gegoten voor de molen ( as is iets korter dan de vroegere houten as). De as zal dus tweedehands zijn aangebracht op de oude standplaats te Barsingerhorn. Figuur 3 Bovenas en roeden zijn onherstelbaar beschadigd. De gebroeders Straver uit Almkerk hebben jaren geleden een houten gietmal gemaakt ten behoeve van nieuw te gieten bovenassen voor middelgrote molens. Voor de Twiskemolen is deze mal ook geschikt. Na het failliet gaan van de Nijmeegse Gieterij en de gieterij Hardinxveld is alleen gieterij Geraedts uit Baarlo in Nederland nog toegerust om een dergelijke groot gietstuk te gieten. De as zal hierbij worden uitgevoerd in nodulair gietijzer. Geadviseerd wordt om de oude bovenas weer zo goed als mogelijk samen te stellen en deze museaal bij de molen op te stellen. Ook kan (een deel van) een molenroede met deze functie worden opgesteld. ~ 11 ~

Figuur 4 In 2009 door Geraedts gegoten bovenas volgens de mal van Staver. De oude vulstukken passen niet gelijk op de nieuwe as en moeten hiervoor worden vermaakt. Aangezien de kwaliteit van deze oude vulstukken maar matig is en de maatvoering bij de nieuwe as niet overeen zal komen, wordt uitgegaan van vier nieuwe vulstukken. De stroppen kunnen wel weer worden gebruikt. Figuur 5 Oude bovenas met vulstukken en het peneind met de taatsknol. Wel valt aan te bevelen om de knol over te zetten en de knol- of taatsplaat opnieuw te gebruiken, want die werkten goed zonder warm te lopen. Tegenwoordig zijn er vaak problemen met deze lagers, vooral als ze nieuw zijn. ~ 12 ~

Figuur 6 De pensteen en taatsplaat zijn nog goed. De bevestiging van de springbeugel moet wel beter. 2 Roeden Uit figuur 2 blijkt dat de roeden als verloren kunnen worden beschouwd. Aan te bevelen is om de nieuwe roeden passend voor de nieuwe as te maken uit één lengte en niet gedeeld. De roede volgens de Double-Dip methode thermisch te verzinken. De roeden vervolgens te voorzien van een passend coatingssysteem. De roeden hierbij te construeren volgens de meest recente door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed opgestelde richtlijnen. Volgens de molenaar liep de molen goed met de oude roeden. Wat betreft het aantal heklatten, de hekbreedte en hekstand en ook wat betreft de fokken worden er derhalve geen wijzigingen voorgesteld maar zal alles één op één worden overgenomen. Voor de tuigage wordt Russisch lariks voorgesteld. Tegen het groen en glad worden en als extra conservering wordt wel aanbevolen deze latten eerst in de ketel te behandelen ( celcuriseren). De levensduur van fokken loopt overal erg terug. Dit wordt veroorzaakt door het verbod op diverse conserveringsmiddelen en de mindere kwaliteit van het hout. Zelfs fokken van red cedar, die vroeger wel 30 jaar meegingen, vertonen tegenwoordig al binnen vijf jaar gebreken. Bij de molenviergang van Aarlanderveen is een aantal jaren geleden een proef genomen met hout dat met azijnzuur is behandeld, wat onder de naam accoya in de handel wordt gebracht ( geacetyleerd hout). Tot nu toe lijkt dat goed te gaan en er wordt voorgesteld om dat ook hier toe te passen. Verder is daar een dilatatie in de fokschroten toegepast omdat door het buigen van de roeden de bevestiging van de schroten aan de schenkels op den duur steeds loswerkte. ~ 13 ~

Hoewel de roeden van de Twiskemolen een stuk korter zijn en minder doorbuigen, is dit hier ook te overwegen. Figuur 7 Ondanks dat de binnenzijde van de roeden zijn getectyleerd, komt er toch wat roest door de tectyl. Figuur 8 De roeden zijn in de askop ook licht ingeroest. Dit deel kan echter niet zo makkelijk worden geconserveerd. 3 Voeghouten Beide voeghouten zijn aan de voorzijde voorzien van lasstukken. Bij de verbinding met de steunderbalk zijn de lasstukken verzwakt door de houtverbinding en hier is het dan ook misgegaan. Op de onderstaande foto s valt te zien hoe weinig goed hout er in de bezweken doorsnede van het lasstuk aanwezig is. Dit was dus duidelijk het zwakste punt van de voeghouten. Ook is duidelijk dat de stalen brugconstructie geen steun geeft aan dit zwakke deel van het voeghout. ~ 14 ~

Figuur 9 Afgebroken lasstuk. De breuk zit precies bij de pen van de steunder. Rechts de hangeniersbalk. Op de voorgrond zijn nog de afgebroken pennen van drie roosterhouten te zien en op de achtergrond de stalen brugconstructie. Figuur 10 Afgebroken lasstuk met daaronder het voeghout en rechts de steunderbalk. ~ 15 ~

Beide voeghouten werden in 1974 voorzien van een stalen brugconstructie om de laseinden aan de voorzijde te ondersteunen. Rond 1975 was dat een gebruikelijke oplossing om zwakke voeghouten te versterken. Het nadeel ervan is dat de stangen nogal een sta-in-de-weg vormen in de molenkap. Zeker na de zware stormschade is gebleken dat de stalenconstructie onvoldoende steun kan bieden aan de laseinden van het voeghout in extreme omstandigheden. Figuur 11 Brugconstructie (bezweken), bestaande uit een stalen kolom met daaraan twee trekstangen naar de uiteinden van het voeghout.(zie ook figuur 9). Figuur 12 Door de brugconstructie is dit laseind blijven hangen, maar het is wel naar buiten geschoven, waardoor de spanring hier is afgebroken en verder over de koppen van de roosterhouten is geschoven. Later is een techniek ontwikkeld om voeghouten met epoxy en een wapening te versterken. Tegenwoordig is dit de gangbare en voor het maximale behoud van cultuur-historisch materiaal de meest gewenste herstel- en versterkingsmethode. Hiertoe worden meestal aan de bovenzijde sleuven gefreesd waarin glasfiberstaven worden gelegd. Meestal past men daarbij twee staven per voeghout toe. Met epoxy worden deze onderdelen zeer sterk aan elkaar vast ~ 16 ~

gegoten. De epoxy bestaat uit een mengsel van tweecomponenten kunsthars en gewoon rivierzand. De kleur ervan kan men veel op oud eikenhout laten lijken zodat na enige vervuiling later nauwelijks valt te zien dat deze methode is toegepast. Op sommige molens functioneert dit al meer dan dertig jaar zonder problemen. Figuur 13 Zijaanzicht en bovenaanzicht van het gebroken voeghout. Voorgesteld wordt om een nieuw droog eiken lasstuk (lichtbruin) aan te brengen dat met glasfiberstaven (rood) en epoxy vast wordt gemaakt aan het oude voeghout (donkerbruin). Het laseind van figuur 12 zou mogelijk nog wel te gebruiken zijn, maar aangezien de kop licht is aangetast en er een grote hartscheur aanwezig is wordt voorgesteld om beide laseinden te vernieuwen in oud droog eiken. Beide lasstukken met drie dwarsstaven aan de oude voeghouten te bevestigen en tevens vanaf de penbalk tot de windpeluw de bovenzijde te voorzien van sleuven voor een wapening met glasfiberstaven. De beide bruggen, waarvan er één beschadigd is, laten vervallen. Op deze wijze kan maximaal de levensduur van het oude historische bouwmateriaal van deze onderdelen van de kap worden verlengd. 4 Windpeluw, voorkeuvelens en stormschild In figuur 11 valt onder de kolom de windpeluw te zien, waar een groot stuk van is afgebroken. Deze balk moet dan ook worden vernieuwd. De keer-en weerstijl en de hoekstijlen lijken nog wel weer te gebruiken. De nieuwe windpeluw kan een kopie worden van de oude. De bevestigingsbouten wel te vernieuwen en tevens valt het aan te bevelen om naast de keerstijl een doorgaande bout aan te brengen door de keuvelensbalk en de windpeluw. Het geheel kan dan zo nooit meer uit elkaar vliegen en als de bout loodrecht wordt geplaatst kan deze tevens fungeren als trekschoor die zal voorkomen dat het voorkeuvelens voorover gaat kantelen. Dit is iets wat vaak voorkomt. Het wordt veroorzaakt door het grote gewicht dat het wiekenkruis op de windpeluw uitoefent. Om dit tegen te gaan brengt men vaak ankers aan tussen de lange spruit en de keer-en weerstijl, maar aangezien deze molen geen lange spruit heeft kan dat hier dus niet. De bekleding van het voorkeuvels (zwaard-en windluiken, steenbord, asomtimmering enz.) moet geheel worden vernieuwd en ook de overnaadse planken van het stormschild moeten worden vernieuwd. De benodigde veiligheidsbeugels en ogen moeten ARBO conform worden aangebracht om toekomstige inspecties mogelijk te maken. De keuvelensbalk en de er op staande hoekstijlen kunnen worden gerepareerd. ~ 17 ~

5 Steunder, steunderbalk, hangeniersbalk en kruipollen. De kop van de steunder is afgebroken. Met epoxy zou een nieuwe kop aangestort kunnen worden, maar aangezien het om een vrij korte balk gaat, die ook nog eens eenvoudig valt te demonteren, ligt het meer voor de hand om de gehele steunder te vernieuwen. De steunderbalk en hangeniersbalk kunnen weer worden gebruikt. Wel moet de hangeniersbalk ten behoeve van het wapenen van de voeghouten tijdelijk worden gedemonteerd. De beide kruipollen en het kruirad zijn slechts licht beschadigd en kunnen weer aangebracht worden zonder reparatie. Figuur 14 De steunder (met lijmtang) met afgebroken kop. Daarachter de hangeniersbalk en de steunderbalk. Te zien is dat het laseind naar rechts is geschoven en dat de kolom van de brugconstructie daarom scheef staat. 6 Baard Van de molenbaard is niet veel meer over. De baard is in 1974 nieuw gemaakt, zodat de historische waarde gering is. De beide planken tussen de koppen van de voeghouten en de steunder noemt men ook wel de datumborden omdat daar vaak het bouwjaar van de molen op staat vermeld. Op zijn oude standplaats in Barsingerhorn was dat ook het geval, maar in Landsmeer heeft men daar de naam van de molen geplaatst. ~ 18 ~

Figuur 15 Molenbaard bij elkaar gepuzzeld. Figuur 16 De molen nog in Barsingerhorn rond 1950. Deze baard lijkt iets af te wijken van de huidige baard. In ieder geval worden de datumborden als zodanig gebruikt. Op de oude baard stond ANNO 1764, wat sloeg op het vernieuwen van de kap. Op de nieuwe baard staat als bouwjaar 1572 aangegeven, maar er zijn aanwijzingen dat er in Barsingerhorn al in 1525 een molen aanwezig was. De legeringsbalken van de molen liggen los van elkaar, wat vooral voorkomt bij zeer oude achtkanten. Voorgesteld wordt om bij het noodzakelijk vernieuwen van de baard deze meer in overstemming te brengen met de vormgeving van de oorspronkelijke baard te Barsingerhorn. Om het juiste bouwjaar vast te stellen valt het aan te bevelen om dendrochronologisch onderzoek te doen naar het achtkant. Met slechts twee boormonsters kan worden vastgesteld wanneer de bomen, waarvan de stijlen zijn gemaakt, zijn gekapt. Het juiste oorspronkelijke bouwjaar kan dan op de baard worden aangebracht. ~ 19 ~

7 Roosterhouten De kap heeft aan weerszijden 8 roosterhouten. Behalve het dragen van de spanring, waarop de rietsporen en kapspanten staan, hebben de roosterhouten de taak om de overring aan de voeghouten vast te maken. Aan de palzijde is de spanring van de voorste roosterhouten geschoven en gebroken, maar de meeste roosterhouten hebben dit overleefd. Twee roosterhouten zijn in de lengte gescheurd, maar dat is weer te lijmen. Aan de andere zijde hebben maar drie roosterhouten de ramp overleefd. Van drie roosterhouten zijn alleen de pennen afgebroken. Hieraan kunnen nieuwe pennen worden gelijmd. Twee roosterhouten zijn ook nog gebroken en moeten worden vernieuwd. Figuur 17 Van de roosterhouten aan de palzijde hebben er twee scheuren opgelopen, de rest is nog goed. Figuur 18 Aan de zijde van de vangbalk zijn slechts drie roosterhouten blijven zitten. ~ 20 ~

8 Spanring Meestal bestaat een spanring uit twee of drie delen die met haaklassen aan elkaar zijn verbonden. De spanring is aan beide zijden op diverse plaatsen gebroken, maar aangezien een spanring toch altijd uit verschillende delen wordt samengesteld kunnen alle delen wel weer hergebruikt worden. Voorgesteld wordt om ter plaatse van iedere breuk nieuwe eiken stukken tussen te voegen. Deze stukken en de oude delen te voorzien van passende haaklassen. Figuur 19 De spanring is hier (palzijde) van de roosterhouten geschoven. De breuk in de ring zit rechts van het spant. ~ 21 ~

Figuur 20 Breuk spanring aan de vangbalkzijde 9 Spanten en gordingen. Van het voorste spant zijn nabij de haanbalk de onderste stukken van de spantbenen afgebroken. Van het achterste spant is één spantbeen nog heel. Het andere spantbeen leek eerst alleen bij de voet beschadigd, maar brak later ook bij het haanhout af. Met nieuwe droge eiken tussenstukken en onderkanten kunnen alle bewaarde delen weer worden hergebruikt. Met een haaklas of penlas zijn de verschillende delen weer te verenigen. Welke (lijm)las wordt toegepast is afhankelijk van de vorm van de breuk. De las die zo veel mogelijk authentiek materiaal benut heeft de voorkeur. ~ 22 ~

Figuur 21 Links is te zien dat van het voorste spant beide benen zijn afgebroken en van het achterste spant eerst maar een stukje. Links is te zien dat later een groter deel is afgebroken. De beide koppelplanken zijn gescheurd, maar kunnen wel weer worden gelijmd. Vier gordingen zijn verder nog intact en drie (inclusief de nokgording) konden niet worden gevonden. Mogelijk liggen ze onderop de stapel. Indien ze er nog zijn zal gekozen worden voor reparatie. Figuur 22 Koppel- of nokplank van het achterste spant. ~ 23 ~

10 Rietdekwerk Van de kap moet alle riet worden vernieuwd. Het dekken van molens is veel moeilijker dan van boerderijen en woonhuizen. Alleen gerenommeerde rietdekkers met aantoonbaar ervaring met molens komen in aanmerking voor dit werk. De rietsporen en rietlatten van de achterwolf en tussen het achterste spant en het achterkeuvelens kunnen opnieuw worden benut, maar vanwege de reparatie van de spantringen moeten de sporen onder tijdelijk worden losgemaakt. De overige rietsporen en rietlatten moeten worden vernieuwd. De drie vorstplanken moeten ook worden vernieuwd. Figuur 23 Van het achtkant zijn twee velden riet beschadigd. Van het achtkant zijn twee velden aan de bovenzijde zwaar beschadigd. Inmiddels is dit provisorisch gerepareerd. Het rietdekwerk is door de tijd afgesleten aan de buitenzijde. Bij het aanbrengen van een gedeelte nieuw riet bij de beschadigingen kan zo een groot verschil in dikte ontstaan. Te dun dekken is geen duurzaam herstel. Omdat het rietdekwerk van twee velden al voor een groot gedeelte aan de bovenzijde moet worden vervangen is aan te bevelen om de beide beschadigde velden helemaal opnieuw te dekken. De rietlatten waar het riet op is vastgebonden zullen grotendeels behouden kunne worden. Wel zullen de latten aan de bovenzijde moeten worden doorgespijkerd om weer een hechte ondergrond te krijgen. De waterborden aan de bovenzijde zijn beschadigd. Tevens moeten voor het dekken worden gedemonteerd. Of dat kan zonder verdere schade aan te richten is niet bekend, deze onderdelen zitten met zeer lange spijkers vast. Voor de zekerheid wordt hier uitgegaan van twee nieuwe planken. ~ 24 ~

Figuur 24 Gebroken rietlat op de kapzolder 11 Kuip De kuip is voorzien van keerschijven. Dat is een heel oude constructie, die na 1700 vrijwel nergens meer werd toegepast. In het gemeentearchief van Leiden is nog een bouwbestek uit 1638 aanwezig van een volmolen bij die stad. Apart is dat daarin van de kuip wordt gezegd dat er beuken klossen in moeten worden aangebracht in plaats van keerschijven. Al rond die tijd werden dus de tegenwoordig gebruikelijke kuipneuten toegepast. Als nadeel van de schijven werd altijd gezegd dat ze snel door midden braken. Dat zal ook de reden zijn geweest om ze hier niet meer van iepenhout te maken maar van nylon. Bij de Twiskemolen komt nog een ander nadeel van de keerschijven aan het licht: ze veroorzaken sleuven in de overring. Om deze reden heeft men later op de plaats van de grootste slijtage (aan de achterzijde) de overring bekleed met stalen platen. Bij de Twiskemolen zijn van twee kuipstukken bij de calamiteit de bovenste delen afgebroken en aan de onderzijde is ook schade opgetreden. De kuip heeft als doel het op het achtkant houden en centreren van de kap. Om deze reden moet dit onderdeel dan ook in goede staat zijn. ~ 25 ~

Figuur 25 Bekleding overring bij de wolfsbalk met stalen platen. Figuur 26 Zowel linksvoor als even rechts van het midden is de kuip beschadigd ~ 26 ~

Figuur 27 De onderzijde van het beschadigde kuipstuk ziet er ook niet heel goed uit. In eerste instantie leek het repareren van de beschadigde kuipstukken nog wel mogelijk door nieuwe stukken hout in te lijmen, maar zoals op bovenstaande foto valt te zien zijn de betreffende kuipstukken onder beschadigd. Het is beter om twee nieuwe kuipstukken aan te brengen. ( van de circa 8 kuipstukken). De stalen kuipband is nog wel te repareren. Waarschijnlijk is de kuip door de grote krachten ontzet. Er moet dan ook van worden uitgegaan dat de gehele kuip weer zuiver naar de cirkel moet worden gebracht rondom de kruivloer. 12 Overring De overring lijkt de ramp redelijk goed doorstaan te hebben, alleen onder de steunder ontbreekt een stuk van de losse pen uit de verbinding tussen twee ringdelen. Meting heeft echter aangetoond dat de overring niet zuiver rond meer is. Evenwijdig met de bovenas meet de ring buitenwerks 576 cm en haaks daarop 585 cm, 9 cm verschil dus. Het kan zijn dat de ring al voor de ramp ellipsvormig was, want doordat de achterzijde door de wind altijd tegen de kuip wordt gedrukt heeft de ring in de as-richting de neiging om korter te worden, terwijl daardoor de zijkanten gaan uitbuiken. De roosterhouten verankeren de ovrering aan de voeghouten en moeten er mede voor zorgen dat de ring in model blijft. Meestal gaat het mis als de toognagels door de pennen van de roosterhouten afbreken of wanneer de roosterhouten uit de loefverbinding met de overring schiet. Dat was hier niet het geval; de verbindingen zagen er juist heel goed uit. Door de stelwiggen tussen de voeghouten en de pen- en ijzerbalk worden de voeghouten wel uit elkaar geslagen. De voeghouten worden hier alleen bij elkaar gehouden door de wolfsbalk en de windpeluw, helemaal aan de einden dus. Ook de steunderbalk en de hangeniersbalk kunnen de voeghouten bij elkaar houden, maar die verbindingen zagen er juist niet heel erg degelijk uit, mede veroorzaakt door de lange lasstukken van de voeghouten daar. Het valt niet uit te sluiten dat de voeghouten in het midden wat naar buiten zijn gedrukt door de grote krachten tijdens de calamiteit omdat de lasstukken enigszins scharnierbaar aan de voeghouten vast zaten. ~ 27 ~

Merkwaardig genoeg blijkt de kuip ook niet zuiver rond te zijn. Dit kan ook altijd zo geweest zijn, maar thans is de kuip op sommige plaatsen smaller dan de overring breed is, zodat de overring niet meer tussen de kuip past. Dit was voorheen natuurlijk niet het geval zodat er toch wat aan de hand is. Figuur 28 Afgebroken pen bij de penlas onder de steunder. Voorgesteld wordt om bij het vernieuwen van de twee kuipstukken de kuip weer zoveel mogelijk in model te trekken door de spieën in de kuipband flink aan te halen en zo nodig te vervangen door bredere exemplaren. Verder is het verstandig om tussen bovenwiel en ijzerbalk een trekstang aan te brengen tussen de voeghouten. Hiermee wordt het uit elkaar slaan van de voeghouten door de wiggen bij de ijzerbalk en de penbalk tegen gegaan. Mogelijk kan de overring weer wat in model worden getrokken. Mocht de speling daarna nog te klein zijn dan moet de overring aan de buitenkant verder worden afgeschaafd. Omdat de kap toch op de grond staat is dat vrij eenvoudig te doen en bovendien worden de ingesleten sleuven zo weggehaald. Kuipneuten hebben het voordeel dat men ze verschillend van dikte kan maken, zodat bij een ellipsvormig kuip toch een zuiver cirkelvormige kering voor de overring valt te maken. Nu is het wel mogelijk de keerschijven tot maximaal 2 cm af te draaien, maar groter maken zal alleen kunnen door ze te vernieuwen. Vooralsnog wordt er vanuit gegaan dat het afdraaien en vernieuwen van de schijven niet nodig zal zijn. 13 Molenwielen Het bovenwiel heeft de ramp redelijk goed doorstaan. Wel zijn er een vijftal kammen afgebroken/beschadigd. Aangezien de overige kammen nog niet heel diep zijn ingesleten kunnen beschadigde kammen het beste worden vervangen door boetkammen. Boetkammen zijn nieuwe kammen die men hetzelfde ingesleten profiel geeft als de bestaande kammen. Van de bonkelaar zijn verhoudingsgewijs veel meer kammen gebroken. De kammen van de bonkelaar zijn ook dieper ingesleten en bestaan bovendien uit allerlei verschillende houtsoorten. Alle kammen van de bonkelaar kunnen het beste worden vernieuwd in azijnhout. Dat is een harde houtsoort die heel mooi glad slijt en goed werkt op de bestaande kammen van het bovenwiel, die van bolletrie (paardevleeshout) zijn. ~ 28 ~

Figuur 29 Hier wordt gewerkt aan een afdekking voor het bovenwiel. Op de achtergrond zijn de afgebroken kammen te zien. Figuur 30 Afgebroken kammen bonkelaar. ~ 29 ~

Figuur 31 Bonkelaar met verschillende kammen. Het spilwiel en vijzelwiel hebben op het eerste gezicht niet veel schade opgelopen, alleen kwamen de kammen muurvast te zitten door de scheefstand van de spil. Om de vijzel verder met de motor aan te kunnen drijven moest de spil onder uit het werk worden gezet. Hiertoe bleek het noodzakelijk om een aantal kammen er uit te halen en een kam af te zagen. In plaats van deze kam kan een boetkam worden gemaakt en aangebracht. ~ 30 ~

Figuur 32 Een kijkje in de wielkast met op de voorgrond het vijzelwiel en daarachter de spil met het spilwiel. Het spilwiel is voorzien van een dubbele rij kammen. Wanneer de spil loodrecht staat, staan de kammen van het vijzelwiel precies tussen beide rijen en kan de molen draaien zonder de vijzel mee te nemen. Bij veel wind kan men de spil zo schuin zetten dat de buitenste rij kammen in die van het vijzelwiel grijpen; bij minder wind schakelt men het zogenaamde slome werk in. De binnenste rij kammen drijven dan het vijzelwiel aan. Alle kammen zijn overigens aardig ingesleten en bovendien van acacia gemaakt. Die houtsoort is niet zo geschikt voor zware belasting en bovendien gaan deze kammen afschillen wanneer de houtdraad evenwijdig met de kop van de kam loopt. Bij het uitzagen van deze kammen heeft men daar niet goed op gelet, met als gevolg dat de meeste kammen schilvorming vertonen. Aan te raden is dan ook om alle kammen te vernieuwen. Hoewel het verhaal gaat dat men beter verschillende houtsoorten op elkaar kan laten werken, werd vroeger zonder veel bezwaar alles van azijnhout gemaakt. Tevens is het aan te bevelen de taatsconstructie onderaan de spil na te kijken. Door de zware klap kan hier ook een beschadiging zijn opgetreden. 14 Poort, spil en spilluiken Het bovenijzer van de spil is gelagerd tussen twee neuten. Dit lager is aangebracht in een uit de ijzerbalk gehakte kast en wordt afgesloten met een zogenaamde poortplaat. In de ijzerbalk zijn twee zware krammen aangebracht die door de poortplaat heen steken. Met houten knevels door de krammen wordt de poortplaat zo aan de ijzerbalk vastgemaakt. Verder brengt men meestal nog één of twee stutten, poortstokken genaamd, aan tussen de poortplaat en de penbalk. Door de grote druk van het bovenwiel tegen de bonkelaar zijn de poortstokken weggeschoten en zijn de krammen afgebroken, waardoor de poortplaat weg kon worden ~ 31 ~

gedrukt en de spil uit zijn lager kon schieten. De poortplaat kan weer worden gebruikt, maar de poortstokken moeten worden vernieuwd. Op de plaats van de oude krammen kunnen moeilijk nieuwe worden toegepast. Voorgesteld wordt om nu oogbouten te gebruiken, in de vorm van een doorgaande bout met aan de voorzijde een langwerpig oog. Figuur 33 IJzerbalk voor de lagering van de spil. De krammen voor het vastzetten van de poortplaat zijn afgebroken. Figuur 34 De thans op de kapzolder staande poortplaat. ~ 32 ~

Figuur 35 Onderzijde kapzolder. De beide luiken in de zolder, ter weerszijden van de spil, zijn zwaar beschadigd. Bij de toegekeerde hoek van de spil zit een schil. De spil is verder tegengehouden door de kapzolder, waarbij één spilluik werd beschadigd en het andere helemaal vernield. De spil is helemaal beklopt en geïnspecteerd en lijkt nog in goede staat te zijn. De eiken spil zal uit 1974 dateren. Alleen op een hoek onder de kapzolder zit een losse schil. Het is niet duidelijk of dit door de ramp is gekomen, want net hier zitten nogal wat noesten in de spil. Het kan er door het krimpen van het hout al eerder in zijn gekomen. In ieder geval is het verstandig om hier een strop om de spil te zetten. De beide zolderluiken moeten natuurlijk gewoon worden vernieuwd, waarbij de goede planken en klampen weer gebruikt kunnen worden. Het is verder niet uitgesloten dat de tap van het kroonijzer verbogen is door de klap, maar dat kan alleen worden gecontroleerd wanneer de spil weer draaibaar is. De spil dient thans voor ondersteuning van de noodkap en kan niet eerder weer draaien dan wanneer deze kap wordt afgenomen. In het geval dat de tap is verbogen moet het kroonijzer worden uitgenomen. Om de tap zonder te scheuren weer recht te buigen zal hij heet moeten worden gemaakt op een smidsvuur. ~ 33 ~

Figuur 36 Kroonijzer met tap. 15 Diversen Bij het afnemen van de kap zijn de kruipollen, kruirad, de vangbalk met hangers gedemonteerd. Deze onderdelen moeten later uiteraard weer worden aangebracht. Naast het kruitouw is ook het bezetketting gebroken. Hoewel het jammer is van het oude smeedwerk lijkt het toch uit veiligheidsoverwegingen noodzakelijk om alle schalmen te vernieuwen. De oude ketting kan op kapzolder worden opgeslagen. Een spaak van het kruirad is beschadigd. De smeerklos op de penbalk (zie figuur 6) is afgebroken. Deze eiken klos vernieuwen. De krammen waarmee de springbeugel vast zat zijn er uit getrokken. De krammen vervangen door doorgaande bouten. De vangcontructie is bij het demonteren van het restant van de as en het bovenwiel gedemonteerd. De gehele vangconstructie moet weer worden aangebracht waarbij met name het ijzerwerk goed moet worden geïnspecteerd op scheuren en breuken. Dit ijzerwerk is bij de calamiteit zwaar belast geweest. De leuning van de trap naar de kapzolder is deels weggeslagen, deze zal moeten worden hersteld. ~ 34 ~

Figuur 37 Gebroken kruitouw en rechts gebroken schalm. Figuur 38 Neergestorte roede met gescheurd zeil. De zeilen zijn ook zo zwaar beschadigd dat ze vernieuwd moeten worden. ~ 35 ~

Het achtkant heeft bij het neerstorten van het gevlucht zo n grote schok gehad dat het stucwerk van de gemetselde wielkast is gesprongen. Verder heeft het in de molen nogal gelekt na het open raken van de kap. De glaswolisolatie bovenop het plafond van de slaapkamers is daardoor nogal doorweekt geworden. De verwachting is dat na droging de isolatie gewoon weer kan functioneren. Figuur 39 Beschadigd stucwerk bij de hoek tussen de wielkast en het plafond van de begane grond. ~ 36 ~

~ 37 ~

Verklaring tekening 1. boventafelement 2. kruivloer 3. kuip met keerschijven 4. rolwagens met kruirollen 5. overring 6. voeghout 7. steunder 8. windpeluw 9. hangeniersbalk 10. steunderbalk 11. ijzerbalk 12. penbalk 13. wolfsbalk 14. lagersteun 15. roosterhout 16. spanring 17. spant 18. gording 19. nokgording 20. wolfsdak 21. stormschild 22. hoekkeper 23. keuvelensbalk 24. weerstijl 25. keerstijl 26. schoor 27. hoekstijltje A= binnenroede, B= bovenas, C= vulstukken, D= bovenwiel, E= vang, F= bonkelaar en G= spil. ~ 38 ~