Kwartaalbericht Algemeen Pensioenfonds KLM Eerste kwartaal 2015-1 januari 2015 t/m 31 maart 2015 De beleidsdekkingsgraad is gedaald van 120,5% naar 117,4%; Het beleggingsrendement is 8,6% in het eerste kwartaal. Alle beleggingscategorieën behaalden in het eerste kwartaal een positief rendement, aandelen waren de positieve uitschieter met 9,3% rendement; Het belegd vermogen is gestegen van 7,33 tot 7,95 miljard euro; De waarde van de pensioenverplichtingen is gestegen van 6,36 tot 7,33 miljard euro. Woord van de vicevoorzitters Het eerste kwartaal van het jaar heeft het fonds een mooi rendement gemaakt van circa 8,6%. Vooral op aandelen en vastgoed zijn de rendementen zeer positief. Het rendement op vastrentende waarden bleef bij deze twee iets achter. Op alle beleggingscategorieën werd een positief rendement gemaakt. Dit heeft veel te maken met de dalende rente. Het totale fondsvermogen is het eind van het eerste kwartaal toegenomen tot bijna 8 miljard. Het ingrijpen van de Europese Centrale Bank (ECB) om de economie te stimuleren in het eerste kwartaal van dit jaar, zorgt voor een verdere verlaging van de al extreem lage rente. Ondanks de positieve rendementen staat de dekkingsgraad hierdoor behoorlijk onder druk. In de beleidsdekkingsgraad komt dit in mindere mate tot uiting omdat dit een gemiddelde is van de maandelijkse nominale dekkingsgraden van de afgelopen 12 maanden. De kans bestaat dat de rente de komende periode nog wat verder zal dalen. Dit zou een verdere verlaging van de beleidsdekkingsgraad betekenen. Het fonds zit momenteel in een reservetekort met 7,2%-punt met een beleidsdekkingsgraad van 117,4%. In het eerste kwartaal is zodoende veel tijd besteed aan het maken van afspraken over een nieuw herstelplan dat uiterlijk 1 juli 2015 moet worden ingediend bij De Nederlandsche Bank. Het oude herstelplan is op grond van de wet komen te vervallen. Ten behoeve van het nieuwe herstelplan is het fonds is in afwachting van de uitkomsten van het arbeidsvoorwaardelijk overleg over een toekomstbestendig pensioen. De uitkomsten van het arbeidsvoorwaardelijk overleg zijn ook van belang voor de lange termijn beheersbaarheid van het pensioenfonds. Veel pensioenfondsen in Nederland hebben, net als het Algemeen Pensioenfonds KLM, door het ingrijpen van de ECB en het nieuwe Financieel Toetsingskader (nftk) te maken met een dalende dekkingsgraad en tekortsituaties. Het nftk leidt er onder meer toe dat pensioenfondsen hogere buffers moeten aanhouden en drukt daarmee fondsen sneller in een reservetekort. Het bestuur heeft alle aandacht voor de financiële situatie van het pensioenfonds. Er is daarom de afgelopen periode veel nagedacht en gesproken over hoe het pensioenfonds weer uit het reservetekort kan 1
komen. Er wordt bekeken hoe het beleggingsbeleid op een beheerste manier kan worden aangepast om de dekkingsgraad te verbeteren. Dit is een belangrijk aandachtspunt voor de komende periode. Arend de Jong Gerard Lagendaal Ontwikkelingen financiële markten Het eerste kwartaal van 2015 werd voor een groot deel gedomineerd door de centrale banken. Medio januari besloot de Zwitserse Centrale Bank, tegen de verwachting in, om de Zwitserse frank los te koppelen van de euro. Een sterke appreciatie van de frank tegen de euro was het gevolg. Later in januari verschoof de aandacht naar de Europese Centrale Bank (ECB). Mario Draghi, voorzitter van de ECB kondigde een groot opkoopprogramma aan. De ECB zal in ieder geval tot en met september 2016 voor 60 miljard per maand aan Europese staatsobligaties gaan opkopen. De Europese aandelenmarkten reageerden hierop zeer positief. De Europese obligatiemarkten profiteerden evenwel positief waarop de rentes, met name op de lange looptijden, flink daalden over het kwartaal. Later in het kwartaal keken beleggers met veel belangstelling naar de bijeenkomst van de Amerikaanse Centrale bank (Fed). Voorzitter Janet Yellen, liet het woord geduldig weg in haar presentatie wat de markt interpreteerde als een mogelijke renteverhoging in de tweede helft van dit jaar. Macro economische informatie uit Amerika gaf een gemengd beeld. Consumentenbestedingen vielen tegen door slecht weer. De werkgelegenheid groeit weliswaar nog steeds, echter minder sterk dan in het vorige kwartaal. Economische cijfers uit Europa zijn bemoedigend. Zo steeg binnen Europa het consumenten- en producentenvertrouwen boven verwachting. De ruwe olieprijs daalde gedurende het kwartaal naar $44 naar aanleiding van een voorlopige overeenkomst tussen Iran en het Westen omtrent het Iranese nucleaire programma en het opheffen van economische sancties. Vervolgens steeg de olieprijs weer richting $50, mede nadat een coalitie onder leiding van Saoedi- Arabië luchtaanvallen uitvoerde op rebellen in Jemen. Naar verwachting zullen consumenten verder profiteren van een lage olieprijs, nemen productiekosten af en leidt dit tot een toenemende vraag vanuit de consument. Op de acties van de centrale banken en macro economische informatie vertoonde de euro zwakte ten opzichte van de Amerikaanse dollar. Dit geeft een positieve stimulans aan de Europese export. Afgelopen kwartaal heeft de daling van de rentes zijn weerslag gehad op de dekkingsgraad. Het afgelopen kwartaal hebben aandelenbeurzen flink geprofiteerd. 2
Financiële positie Algemeen Pensioenfonds KLM De beleidsdekkingsgraad is vanaf 1 januari 2015 door DNB gedefinieerd als parameter waarop pensioenfondsen hun beleid baseren. De beleidsdekkingsgraad is het gemiddelde van de maandelijkse nominale dekkingsgraden van de afgelopen twaalf maandeinden. De beleidsdekkingsgraad, bedraagt 117,4% per eind maart 2015. De dekkingsgraad verslechterde, ondanks een positief beleggingsrendement, vanwege de gedaalde rente. De waarde van het vermogen is gestegen tot 7,95 miljard euro. De maandelijkse nominale dekkingsgraad per eind maart 2015 is 108,4%. 2015 2014 2014 Einde eerste kwartaal Einde vierde kwartaal Einde derde kwartaal Beleidsdekkingsgraad 117,4% 120,5% 122,2% Vermogen 7,95 miljard 7,33 miljard 7,07 miljard Verplichtingen 7,33 miljard 6,36 miljard** 6,04 miljard Nominale rente* 1,20% 1,89% 2,14% * rentetermijnstructuur zoals gepubliceerd door De Nederlandsche Bank (3 maanden gemiddeld en UFR) ** de verplichtingen eind vierde kwartaal 2014 zijn per dit kwartaalbericht herzien ten opzichte van het vorige kwartaalbericht. Dekkingsgraad en herstelplan Volgens wettelijke richtlijnen moeten pensioenfondsen bepaalde extra reserves aanhouden die als buffer kunnen dienen in slechte tijden. Het nieuwe Financieel Toetsingskader leidt ertoe dat pensioenfondsen hogere buffers moeten aanhouden dan voorheen. De wettelijk vereiste buffer voor ons fonds bedraagt nu 24,6%. De wettelijk vereiste dekkingsgraad komt hierdoor op 124,6%. De huidige beleidsdekkingsgraad ligt onder de vereiste dekkingsgraad, hiermee verkeert ons fonds in een reservetekort. De Nederlandsche Bank is hierover geïnformeerd. Het nieuwe herstelplan wordt uiterlijk 1 juli 2015 ingediend bij De Nederlandsche Bank. Dezelfde wettelijke richtlijnen geven ook aan, welk vermogen een pensioenfonds minimaal moet hebben. Deze minimaal vereiste dekkingsgraad is momenteel 104,3%. De volgende grafiek geeft aan: Verloop van de beleidsdekkingsgraad vanaf 2015 en voor 2015, de maandelijkse nominale dekkingsgraad en de (minimaal) vereiste dekkingsgraad volgens het Financieel Toetsingskader (FTK). 3
31-dec-10 31-mrt-11 30-jun-11 30-sep-11 31-dec-11 31-mrt-12 30-jun-12 30-sep-12 31-dec-12 31-mrt-13 30-jun-13 30-sep-13 31-dec-13 31-mrt-14 30-jun-14 30-sep-14 31-dec-14 31-mrt-15 dec-13 mrt-14 jun-14 sep-14 dec-14 mrt-15 130% Ontwikkeling dekkingsgraden 125% 120% 115% 110% 105% 100% nominale dekkingsgraad vereiste dekkingsgraad minimaal vereiste dekkingsgraad beleidsdekkingsgraad vanaf 2015 beleidsdekkingsgraad tot 2015 De beleidsdekkingsgraad op basis van de door DNB gehanteerde rente is eind maart 2015 117,4%. Waarde beleggingen en waarde pensioenverplichtingen In de grafiek is het verloop van de waarde van de beleggingen, de waarde van de pensioenverplichtingen en de door DNB gehanteerde rentetermijnstructuur weergegeven. 8.0 7.5 7.0 6.5 6.0 5.5 Mrd 5.0 4.5 4.0 3.5 5.5% 5.0% 4.5% 4.0% 3.5% 3.0% 2.5% 2.0% 1.5% 1.0% Waarde beleggingen in miljarden (linker as) Waarde pensioenverplichtingen in miljarden (linker as) DNB-Rente (rechter as) 4
Balans In de balans is aangegeven wat de waarde is van zowel de bezittingen als de verplichtingen van ons fonds. Aan de activa-zijde staan de bezittingen. Aan de passiva-zijde staan de verplichtingen weergegeven. Activa Verkorte balans Passiva Aandelen 3.480,0 MW VPV nominaal 7.333,5 Obligaties 3.931,8 Reserves 616,3 Vastgoed 889,3 Valutaderivaten/Liquide middelen (682,2) Swap 317,0 Saldo overige activa/passiva 13,9 totaal 7.949,8 totaal 7.949,8 Beleggingsresultaten gewicht % jan-mrt Obligaties 49,5% 5,4% Aandelen 43,7% 9,3% Vastgoed 11,2% 7,7% Rente afdekking 4,0% 1,1% Aandelen afdekking 0,1% -0,1% Valuta afdekking -8,7% 0,1% Liquide middelen 0,1% 0,0% Saldo overige activa/passiva 0,1% 0,0% Totaal 100,0% 8,6% Zowel obligaties, aandelen als vastgoed stegen in waarde. De aankondiging en het begin van het opkopen van Europese staatsobligaties door de Europese Centrale Bank heeft geleid tot een dalende rente, als gevolg hiervan stegen staatsobligaties en (vastgoed)aandelen in waarde. Het beleid van het fonds is het renterisico voor 50% af te dekken. Afdekking van renterisico heeft het afgelopen kwartaal eveneens een positief effect gehad op het rendement. De Amerikaanse dollar steeg afgelopen kwartaal in waarde ten opzichte van de euro. Doordat het wisselkoersrisico op de dollar grotendeels wordt afgedekt, werd slechts in beperkte mate van de stijging van de Amerikaanse dollar geprofiteerd. De totale beleggingsportefeuille behaalde een kwartaalrendement van 8,6%. 5
Langetermijn cumulatief beleggingsrendement Onderstaande grafiek geeft het nominale en reële cumulatieve rendement van ons pensioenfonds weer sinds 1998. Het rendement vanaf 1998 tot en met het afgelopen kwartaal bedroeg 6,1% op jaarbasis. Cumulatief rendement 1999-2015 YTD 300 280 260 240 220 200 180 160 140 120 100 80 6,1% p. jaar 4,0% p. jaar Nominaal rendement Reëel rendement Het nominale rendement is het rendement dat is behaald op de beleggingsportefeuille uitgedrukt in de toename van euro s. Als gevolg van inflatie zal de koopkracht van het beleggingsportefeuille inclusief het aangegroeide kapitaal (nominale rendement) minder groot zijn. Het reële rendement is het nominale rendement na aftrek van de invloed van inflatie. Ontwikkeling Voorziening pensioenverplichtingen In het vierde kwartaal steeg de waarde van de nominale pensioenverplichtingen met 971,8 miljoen euro (15,3%) tot een bedrag van 7,33 miljard euro. De mutatie is onder te verdelen in de volgende oorzaken (bedragen in miljoenen euro): Pensioenopbouw actieve deelnemers 42,4 (0,7%) Onttrekkingen voor pensioenuitkeringen -37,4 (-0,6%) Indexeren van pensioenaanspraken 0,0 (0,0%) Het wijzigen van de rentetermijnstructuur 964,7 (15,2%) Rentetoevoeging 2,9 (0,0%) Overige -0,6 (0,0%) Totaal 261,4 (15,3%) Noot: de cijfers van 2014 uit dit kwartaalbericht zijn voorlopige cijfers 6
Bijlage Aantallen deelnemers, pensioengerechtigden en premievrije polishouders Eind 2014 Eind 2013 Eind 2012 Eind 2011 Deelnemers 14.654 14.629 14.833 15.238 Pensioengerechtigden 9.782 9.777 9.804 9.618 Premievrije polishouders 8.161 8.302 8.368 8.425 Totaal 32.597 32.708 33.005 33.281 Beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid van het fonds is gericht op het veiligstellen van de pensioenafspraken binnen aanvaardbare risicogrenzen. Het bestuur heeft de beleggingen verspreid over verschillende beleggingscategorieën (aandelen, obligaties en vastgoed). Binnen de verschillende beleggingscategorieën wordt gespreid naar regio s en subcategorieën. Het bestuur houdt met dit beleid rekening met het valutarisico, renterisico en het neerwaartse risico van aandelen en vastgoed. Begrippenlijst Maandelijkse nominale dekkingsgraad: de verhouding tussen het vermogen en de verplichtingen (de toekomstige pensioenuitkeringen) van het pensioenfonds. Beleidsdekkingsgraad: Het gemiddelde van de nominale dekkingsgraden in de 12 maanden voorafgaand aan het moment van vaststelling. Vereiste nominale dekkingsgraad: deze dekkingsgraad is afgeleid van het vereist vermogen van het pensioenfonds, voorgeschreven door de Pensioenwet (Financieel Toetsingskader). Komt de dekkingsgraad van het fonds onder de vereiste grens, dan is er sprake van een reservetekort. Minimaal vereiste dekkingsgraad: 104,3 %. Is de dekkingsgraad van het fonds lager dan de minimaal vereiste dekkingsgraad, dan is er sprake van een dekkingstekort. Vragen of opmerkingen over dit kwartaalbericht? Mail naar communicatie@blueskygroup.nl 7