Goede voornemens. Gelukkig Nieuwjaar! Heb je goed gefeest en het oude jaar uitgeluid?



Vergelijkbare documenten
Dwerggras 30, Rotterdam. 1. Schrijf tijdens het kijken dingen op die jou belangrijk lijken. Je hebt dit later nodig.

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Tijdrovers. Inleiding. Opzet van deze lesbrief. Door Caroline Wisse-Weldam

Tijdsplanning werkstuk groep 5

Waarom ga je schrijven: het Jeugdjournaalfilmpje bekijken. Wat voor tekst schrijf je en aan wie?

Banger voor spinnen dan voor terreur.

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Werkschrift : Hoe werk ik op WikiKids?

Wat weet je al? Je gaat bekijken wat je al over de overheid weet.

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Wat ga je schrijven: een verhaal over een held die een uitdaging aangaat

2.1 FaVoriete leestips

Tekst lezen en vragen stellen

Waarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen

Formeel en informeel. Formeel: Je gebruikt u om iemand aan te spreken. Je noemt iemand bij zijn achternaam.

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Thema Op zoek naar werk

Bedenken: een tekening maken van de held

Hoe stel je prioriteiten?

Leren als een expert!

Thema Op zoek naar werk. Lesbrief 8. Praten en bellen over een baantje

BEGRIJPEND LEZEN 1 NEDERLANDS TEKSTSOORTEN EN TEKSTDOELEN

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten

DOCENT. Thema: architectuur WONEN: TERUG IN DE TIJD! groep 5 en 6. Tip. Stadshagen

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Uitleg boekverslag en boekreclame

Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek. Ontdek de Bibliotheek

Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:

Lesbrief 35. AOW aanvragen.

Aantekeningen die je moet leren voor het SE Leesvaardig voor Eldeweek 2 en je eindexamen!! Goed bewaren dus!!!! Naam: Leesvaardig Blok 1

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Verwerkingsopdrachten bij boeken VMBO B/K/T Klas 2. Versie 2013/2014

Een deel van het onderzoek doe je met z n tweeën, het andere deel doe je zelfstandig. Dit onderzoek telt als repetitie A en B.

Hoofdstuk 5 Schrijven

Lesbrief. Blauw water Simone van der Vlugt

Gewoon zo! WONEN: HOE ONTMOET JE BUURTBEWONERS?

Leerlingboekje les 11 en 12. Schrijfopdracht 6 Echte vrienden. Groep 7

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

werkblad Scheldeberoep verkennen Veel beroepen hebben met de Schelde te maken. Welk beroep zou jij verder willen verkennen?

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hey Russel! Een bijzondere vriendschap

Les 3 Vragenstellen Leestekst: De inbreker. 1. "Vandaag gaan we voor de derde keer een tekst lezen en daarbij vragen maken."

Bezoek een bedrijf. Wat kun je en wat weet je na deze lesbrief?

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

Opstartlessen. Les 1. Kennismaken

Hoe maak ik... Naam: Groep:

1 Agenda. 1 Jouw agenda Samen met je buurman of buurvrouw. Stel elkaar vragen over je agenda. 2. Wat zet jij allemaal in je agenda?

Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts

4 Gedrag. 4.2 Aapt een aap echt na? 4.4 Hoe leven dieren samen in een groep? 4.1 Opdrachten Opdrachten

2 > Kerndoelen > Aan de slag > Introductie van de manier van werken > Mogelijke werkvormen en de plaats op het rooster 27

Checklist Presentatie geven 2F - handleiding

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Gezondheid. Lesbrief 2. De wachtkamer

Je eigen nieuwjaarsbrief

Voordoen (modelen, hardop denken)

MAATSCHAPPELIJKE STAGE HAARLEM UITGEWERKTE PROJECTEN 30 UUR

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

Werkstuk. Groep 5. Hoe maak je in 9 stappen een werkstuk:

Spreekbeurt, en werkstuk

Begrijpend lezen Strategie 6 & 7. Extra oefenen Niveau B

VERVANGTAAK LICHAMELIJKE OPVOEDING VOOR LANGDURIG GEBLESSEERDEN

Communiceren is teamwork

Wereldgodsdiensten. Project Levensbeschouwing 2 e klas St. Nicolaaslyceum. Naam:

Leesdossier moderne vreemde talen (Engels / Duits) VMBO onderbouw

BESTEMMING BEREIKT?! Opdrachtenblad Niveau:

Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase

Project Verwenmorgen voor ouderen organiseren Groepen van 5 leerlingen Totaal: 560 minuten

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Uitnodigingen en promotie

Voorspellen en tekst lezen

Wat ga je in deze opdracht leren? Meer leren over: soorten vragen, vraagwoorden, signaalwoorden en sleutelwoorden

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Constructies

Hoe maak je een werkstuk?

Hoe maak je een werkstuk?

Maak samen een glossy groep 8

Organiseer een feestdag!

Werkstuk. En natuurlijk ook spreekbeurt. Gemaakt door: Anmami Verhulvelrij Groep 7abcd

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Help, ik moet een werkstuk maken!

Sectorwerkstuk. Kandinsky College. locatie Sint Jorisschool

Praktische opdracht klas 3M2 sparen en lenen

Ben jij een kind van gescheiden ouders? Dit werkboekje is speciaal voor jou!

Handleiding les 1: Een verhaal schrijven over jouw dag in 2034 voor een toekomsttentoonstelling

Eerste hulp bij jouw CV met ouders!

PeerEducatie Handboek voor Peers

Waarom ga je schrijven: Nieuwsbegripfilmpje kijken. Wat voor tekst schrijf je en voor wie: een gedicht over Egypte

Solliciteren (2) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De sollicitatiebrief

OPDRACHT PERSBERICHT SCHRIJVEN

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Je gaat een werkstuk over dieren maken.

Lesbrief. Komt een vrouw bij de dokter Kluun

2.4 Tekstopbouw In deze paragraaf oefen je in het schrijven van een tekst met een indeling in inleiding, kern en slot.

DE NATIONALE WETENSCHAPSAGENDA VOOR SCHOLIEREN - DEEL 1 HAVO

Spreken - Presenteren HV 1. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Transcriptie:

Door Caroline Wisse-Weldam Inleiding Goede voornemens Gelukkig Nieuwjaar! Heb je goed gefeest en het oude jaar uitgeluid? Wat zou je graag in 2013 willen doen? Eindelijk eens een ballonvlucht maken, bmx en of alleen op vakantie? Of wil je meer vrienden maken in de klas of goede cijfers halen? Kortom: wat zijn jouw goede voornemens? Opzet van deze lesbrief In deze lesbrief leer je hoe je informatie geeft in de vorm van een poster én in de vorm van een flyer. Het is belangrijk dat jouw poster of flyer opvalt en dat hij de juiste informatie bevat. Je gaat aan de slag terwijl je de volgende stappen volgt: Je leest wat een flyer en wat een poster is. Je vergelijkt een poster met een flyer. Je leert in stappen hoe je jouw schrijfopdracht voorbereidt. Je maakt een flyer voor de Nationale Onderwijs Tentoonstelling. Je maakt een poster over jouw goede voornemens. Flyer Als je veel mensen tegelijk iets wilt mededelen, maak je een poster of een flyer. Flyers worden vaak op straat uitgedeeld. Ook zie je ze in winkels liggen. Een flyer is zo groot als een half of een kwart A4 tje. Op de voor- en achterkant staat tekst. Met die tekst wil je je publiek overhalen ergens naartoe te komen of om het met je eens te zijn. Daarom is het belangrijk dat je in je tekst de juiste woorden en zinnen gebruikt. Ook de lay-out (hoe een tekst eruitziet) van de tekst is belangrijk. Een goede lay-out zorgt ervoor dat een tekst overzichtelijk is. Daardoor kun je de tekst ook makkelijker lezen. Illustraties, lettertypes, de verdeling van de tekst over de bladzijde en het gebruik van verschillende kleuren vallen onder de lay-out. Een illustratie kan verschillende functies hebben: als versiering, om aandacht te trekken, om de tekst te verduidelijken, noodzakelijk om de tekst te kunnen begrijpen. THIEMEMEULENHOFF, 2013 1

Poster Posters hangen overal: in winkels, in bushokjes en op jouw kamer. Een poster kan zo groot zijn als een A4 tje of groter. Alleen op de voorkant staat tekst. Met die tekst wil je je publiek overhalen ergens naartoe te komen. Denk maar aan posters in bushokjes, zogenaamde abri s. Automobilisten die daar langs rijden, moeten de poster in een flits kunnen lezen en begrijpen. Lappen tekst zijn dus niet handig. Het beeld is het belangrijkste. Een goede lay-out zorgt voor een beter overzicht. Opdracht 1 Vergelijk de uitleg over de poster en de flyer. Wat hoort bij de poster en wat bij de flyer? Het kan ook zijn dat iets bij zowel de poster als de flyer hoort. Zet in de tabel een kruisje in de juiste kolom. kleurgebruik verschillende lettertypes illustraties bladverdeling is belangrijk tekst is het belangrijkst beeld is het belangrijkst veel tekst weinig tekst overhalen overtuigen informeren A4 of kleiner A4 of groter tekst alleen op voorkant tekst op voor- en achterkant Poster Flyer Opdracht 2 Bekijk en lees de volgende twee teksten. Beantwoord daarna de vragen. Red jij deze ijsbeer? tekst 1 THIEMEMEULENHOFF, 2013 2

28 februari Knutselen in het Griezelbos Lijkt het je leuk om zelf een griezelspeurtocht te organiseren? Wij gaan in een groep een tentoonstelling over griezelen bekijken. Daarna laten we je zien hoe je mensen het ergst kunt laten griezelen, want we geven je volop schmink- en verkleedtips. Info Waar Boswachtershut Wanneer 28 februari Tijdstip 11.00 uur Voor wie kinderen tot 12 jaar Kosten 5,- tekst 2 Contact Voor aanmelden en meer informatie kun je mailen naar info@griezelbos.nl of bellen met 012-3344556. 1 Wat is er te zien op de illustratie van tekst 1? 2 Wat is de bedoeling van deze illustratie? A De illustratie heeft alleen een versierende functie. B Je aandacht wordt getrokken door deze bijzondere illustratie. C Je kunt de tekst makkelijker begrijpen door de illustratie. D Je hebt de illustratie nodig om de tekst te kunnen begrijpen. 3 Maakt het gebruik van kleuren tekst 1 overzichtelijker? A Ja, door het gebruik van kleuren is de tekst iets overzichtelijker. B Nee, door de kleuren wordt de tekst rommelig. 4 Worden er in tekst 2 verschillende lettertypes gebruikt? Leg je antwoord uit. 5 Hoe is de tekst van tekst 2 over de bladzijde verdeeld? A Overzichtelijk. B Niet overzichtelijk. 6 Wat is de bedoeling van de illustratie van tekst 2? A Je leert er niks van; de illustratie heeft alleen een versierende functie. B Je aandacht wordt getrokken door deze bijzondere illustratie. C Je kunt de tekst makkelijker begrijpen door de illustratie. D Je hebt de illustratie nodig om de tekst te kunnen begrijpen. 7 Welke zin klopt? A Tekst 1 is een flyer, tekst 2 is een poster. B Tekst 1 is een poster, tekst 2 is een flyer. Opdracht 3 Samen met een klasgenoot maak je een flyer voor de NOT, de Nationale Onderwijs Tentoonstelling. Om het jaar is er speciaal voor docenten een beurs. Hier worden zij geïnformeerd over de nieuwste lesmethodes en computerprogramma s. Het doel van jullie flyer is leraren te informeren over de NOT. Haal jullie informatie van internet op www.not-online.nl. Met de tekst op de voorkant van je flyer probeer je de aandacht van de lezer te trekken. Je hoeft geen alinea s te schrijven. Je mag zelf bedenken hoe je de tekst over het blad verdeelt. Er mogen geen lege vlakken overblijven. Zorg ervoor dat de belangrijkste informatie erop staat. THIEMEMEULENHOFF, 2013 3

Op de achterkant komen een paar alinea s met informatie over de NOT. In deze alinea s geef je in ieder geval aan hoe belangrijk het onderwerp is. Je mag zelf kiezen of jullie het A4-papier in tweeën of in drieën vouwen. Denk eraan: in een flyer zitten geen witte vlakken! Doe het zo Stap 1 Maak een woordweb rondom NOT: welke belangrijke zaken zetten jullie op de voorkant? Denk daarbij aan de antwoorden op de volgende vragen: Wat is de NOT? Wanneer is de NOT? Waar is de NOT? Voor wie is de NOT? Welke activiteiten zijn er? Waar kunnen belangstellenden informatie inwinnen? Stap 2 Schrijf de tekst voor de voorkant. Formuleer je zinnen kort en duidelijk. Stap 3 Bedenk hoe jullie de tekst op de voorkant gaan opmaken. Stap 4 De tekst voor de achterkant is uitgebreider en bestaat uit een inleiding, een middenstuk en een slot. Inleiding: hierin trek je de aandacht van de lezer. Middenstuk: dit bestaat uit drie alinea s. In elke alinea staat een kernzin. Daarna geef je uitleg of voorbeelden. Slot: hier schrijf je een korte samenvatting en proberen jullie de lezer over te halen naar de NOT toe te gaan. Schrijf voor elke alinea kort op wat jullie willen gaan schrijven. Gebruik het woordweb dat jullie in stap 1 hebben gemaakt. Stap 5 Bedenk voor elke alinea een tussenkopje. Stap 6 Schrijf de tekst voor de achterkant. Gebruik woorden die jullie publiek enthousiast maken. Stap 7 Bedenk hoe jullie lay-out voor de tekst op de achterkant wordt. Stap 8 Zoek bijpassende illustraties en houd de functie van elke illustratie goed in de gaten. Stap 9 Controleer jullie teksten op spelling en verbeter deze zo nodig. Stap 10 Past de lay-out van de teksten bij jullie doel: het informeren en overhalen van docenten? THIEMEMEULENHOFF, 2013 4

Opdracht 4 2013 is begonnen. Wat zijn jouw goede voornemens? Daarvan maak je een poster. Doe het zo Stap 1 Maak een woordweb van jouw goede voornemens. Stap 2 Schrijf de tekst. Formuleer je zinnen kort en duidelijk. Denk aan de spellingsregels. Stap 3 Bedenk hoe de lay-out wordt. Stap 4 Zoek bijpassende illustraties en houd de functie van elke illustratie goed in de gaten. Stap 5 Controleer je poster: kan jouw publiek in één oogopslag zien wat jouw goede voornemens zijn? Is het duidelijk van wie deze voornemens zijn en voor welk jaar? THIEMEMEULENHOFF, 2013 5