JGZ-magazine editie 2
JGZ KAN TAKEN ALLEEN UITVOEREN MET PARTNERS Het bijzondere aan de Jeugdgezondheidszorg is dat zij zich richt op álle kinderen en preventief werkt. Dit in vergelijking met medische zorgverlening en jeugdhulp. Vanuit preventief perspectief richt de Jeugdgezondheidszorg (JGZ) zich op álle kinderen. De JGZ ziet ook kinderen die niet in beeld zijn in het sociaal domein of bij de huisarts en kan daardoor een laagdrempelig vangnet zijn. De JGZ draagt bij aan het gezond en veilig opgroeien van álle jeugdigen van 9 maanden tot 18 jaar in het gezin en de omgeving. Samen met andere partijen vormt de JGZ een netwerk, waardoor er een lokaal sterke en samenhangende zorg voor jeugd is. De JGZ is een verbindende schakel tussen het sociale en fysieke leefmilieu (gezin en school) van jeugdigen aan de ene kant en (para)medische zorg, welzijn en jeugdhulp aan de andere kant. De JGZ wil een actieve en zichtbare partner zijn in gemeenten. Daarom investeert de JGZ al jaren in een goede aansluiting en het leren kennen van andere professionals in het sociaal domein. Op veel plekken is sprake van een goede samenwerking, al verschillen de bekendheid en positie van de JGZ bij de verschillende partners. Er zijn nog mogelijkheden tot verbetering dus. Hopelijk draagt dit magazine daartoe bij. Met als doel samen de transitie en transformatie van de jeugdhulp en de samenwerking binnen het sociale domein in gemeenten tot een succes te maken voor optimale kansen voor 2
onze jeugd. De samenwerking in het sociaal domein is het thema van deze tweede editie van het JGZ-magazine. We belichten een aantal onderwerpen en u ziet voorbeelden uit verschillende gemeenten. In de volgende edities staan de samenwerking van de JGZ met de (voor)schoolse voorzieningen (editie 3) en huisarts en (para)medisch specialisten (editie 4) centraal. Wij gebruiken in dit magazine de term sociaal domein, al verschilt in de gemeenten de vorm en terminologie. Met sociaal domein bedoelen we ook het wijkteam, CJG, lokale toegang en jeugdteams. 3
VROEGHULPTEAM IS VOOR HULP AAN DE ALLERKLEINSTEN Het Vroeghulpteam is een begrip aan het worden in Wageningen. Sinds 2 jaar heeft de gemeente een team van deskundigen, dat meedenkt met ouders/verzorgers die een vraag hebben over de ontwikkeling van hun kind. Sjoerdtje Meijering en Hetty Lourens vinden het een meerwaarde dat ze vroegtijdig hulp kunnen bieden aan kinderen, bij wie vragen zijn over de ontwikkeling of gedrag. Hetty is jeugdarts op het consultatiebureau en verbonden aan het Vroeghulpteam en noemt de kinderen puzzelkinderen. Het zijn de kinderen tussen de 0 en 5 jaar die ze tegenkomt in de praktijk. Sommige kinderen kun je direct doorverwijzen, maar bij sommigen zijn de problemen complexer en is niet duidelijk wat er aan de hand is. Dan is het prettig om samen met een team een beeld te vormen en vervolgstappen te nemen. Sjoerdtje vult aan: Het gaat ook om het gezin waar het kind vandaan komt, dat weet je niet. Zij is als jeugdconsulente vanuit de gemeente verbonden aan het team en heeft een pedagogisch achtergrond en weet wat de gemeente kan bieden. In 2016 gaf de gemeente Wageningen geen geld meer voor Integrale Vroeghulp, die vanuit MEE Veluwe Apeldoorn werd aangeboden. Dit werd door het consultatiebureau en de Kinderopvang als een gemis ervaren. Hetty en de coördinator Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) trokken aan de bel bij de gemeente om lokaal een Vroeghulpteam op te richten. De gemeente 4
maakte er geld voor vrij. Hetty: Het is veel beter zo, een lokaal team met veel inhoudelijke kennis en dat op de hoogte is van de mogelijkheden voor kinderen binnen en buiten Wageningen. De ouders kennen ons. Dat maakt de stap naar het Vroeghulpteam voor ouders makkelijker. Maandelijks komt het team van deskundigen bij elkaar. Het zijn de orthopedagoog, de kinderpsycholoog, jeugdarts, jeugdconsulent, coördinator VVE en de trajectbegeleider. Deze laatste is de vaste contactpersoon van de ouders en verzamelt alle informatie. De ouders worden direct betrokken in het gezamenlijk overleg en samen wordt bepaald welke vorm van hulpverlening nodig is voor het kind en soms ook voor het gezin. Is eenmaal het traject bepaald en de vraag beantwoord, dan laat het Vroeghulpteam de situatie los. Door vroegtijdig de juiste hulp te bieden, wordt onnodige achterstand voorkomen Hetty: Ik kan mijn zorgen uitspreken, maar de zorgen kunnen ook van de ouders komen of van de peuterspeelzaal. Zo kregen we een situatie van een kind dat op de peuterspeelzaal niet sprak maar thuis wel, selectief mutisme. Het is een angststoornis. Sjoerdtje vult aan: De ouders vragen zich dan af waar moeten we heen. Hetty vervolgt: Het kind is doorgestuurd naar Karakter, een polikliniek psychiatrie en volgt een behandelingstraject voor haar angststoornis en het gaat nu heel goed. Als je hier niets aan doet voordat het kind naar school gaat, kan de angst alleen maar groter worden. We mogen best nog wat bekender worden bij ouders en peuterspeelzalen, vertelt Sjoerdtje. Hetty: Maar je komt niet bij ons voor slaapproblemen of taalproblemen. Nee, zegt Sjoerdtje, Als de professionals er niet uitkomen, roep je de hulp in van het Vroeghulpteam. Jeugdarts Hetty knikt: Het is een leuk en leerzaam team. Een orthopedagoog en een kinderpsycholoog zijn heel belangrijk. Het gaat veel om gedragsproblemen en opvoedingsproblemen. Hetty en Sjoerdtje zijn heel tevreden over de inzet van het team. Tot nu hebben ze per jaar ongeveer 15 kinderen en hun ouders/verzorgers geholpen om de juiste weg te vinden in een woud van experts. Sjoerdtje: Het is de expertise van het team. Die experts zet je bij elkaar. Zoals de kinderpsycholoog van Karakter. Alles staat of valt met verbinding maken met de verschillende disciplines en dat je elkaar tegenkomt. 5
6
PREVENTIE BEGINT AL VROEG Kindermishandeling, schoolverzuim en armoede. Allemaal grote maatschappelijke thema s waar we in deze tijd niet omheen kunnen. De jeugdgezondheidszorg ziet er regelmatig de gevolgen van in de spreekkamers op scholen en in de consultatiebureaus. Daarom ontwikkelden Nederlands Centrum Jeugdgezondheid (NCJ), Actiz Jeugd en GGD GHOR Nederland de JGZ preventieagenda. Met het preventieprogramma focust de JGZ op: ouderschap, hechting, gezonde leefstijl en weerbaarheid. Pijlers die de JGZ op het lijf zijn geschreven. Samen aanpakken De JGZ preventieagenda geeft richting om de maatschappelijke vraagstukken samen op te pakken. En dat is heel goed, vertelt Lianne Verstraten, beleidsmedewerker JGZ bij GGD Gelderland-Midden. Bevlogen gaat ze verder: Ons werk begint bij het gesprek met ouders over ouderschap, de context waarin hun kind opgroeit en de omstandigheden die het veilig en gezond opgroeien kunnen beïnvloeden. We zien in de jeugdgezondheidszorg vaak dat er maatschappelijke problemen spelen die je alleen sámen met andere partners bij de kop kunt pakken; partners zoals geboortezorg, sociaal domein, jeugdhulp en onderwijs. De eerste duizend dagen Minister van VWS, Hugo de Jonge kondigde onlangs het landelijk actieprogramma 'Kansrijke Start aan. Het programma richt zich onder andere op de verbetering van samenwerking tussen sociaal domein, geboortezorg en JGZ. Het plan van de minister en de preventieagenda brengen zaken mooi bij 7
elkaar. Wij zien het als onze opdracht om de kans voor kinderen zo groot mogelijk te maken, zegt Lianne. De eerste duizend dagen van een kind zijn cruciaal voor een goede ontwikkeling. Dan moet je er dus vroeg bij zijn met passende interventies voor de kinderen die dat nodig hebben. Dat kunnen we niet alleen. Een verloskundige heeft tijdens haar spreekuur waarschijnlijk al gezien dat die ene jonge moeder heel kwetsbaar is en wel wat ondersteuning kan gebruiken. Een jeugdverpleegkundige kan dan bijvoorbeeld een prenataal huisbezoek brengen en het gesprek aan gaan. Of ze kan een wijkteam betrekken als er als er sprake is van problemen of zorgen op meerdere gebieden. Zo bouw je samen, en vanuit verschillende disciplines, een vangnet om ouder en kind. Voor Lianne is het helder: We hebben elkaar hard nodig. De verschillende professionals in het veld moeten elkaar kennen en met elkaar samenwerken. Wanneer we gebruik maken van elkaars expertise om ouders sterker te maken, kunnen we meer kinderen een kansrijke start geven. 8
SAMENWERKEN OM KINDEREN VEILIGE OMGEVING TE GEVEN Statistisch heeft één op de dertig kinderen te maken met huiselijk geweld of kindermishandeling. In Barneveld zijn scholen, grote scholen, waar dit nog nooit is gesignaleerd. Dat zette de gemeente Barneveld aan het denken. In alle geledingen waar gewerkt wordt met kinderen zijn mensen benaderd om zogeheten aandachtsfunctionaris kindermishandeling te worden, en met succes. Jeugdarts Nicole Greijer is één van hen. In mei rondde ze met enkele andere professionals die werkzaam zijn met kinderen, de cursus af. Tijdens de opleiding dacht Nicole al aan bepaalde kinderen en ouders, zo herkenbaar was voor haar de training. Je moet altijd alert zijn. Soms denk je ik zie t, er is iets met het kind, ik voel t. Maar je weet niet wat precies. De cursus heeft iedereen handvatten gegeven om de signalen van kindermishandeling te herkennen; kennis te hebben van de stappen van de meldcode kindermishandeling en er zijn gespreksvaardigheden geleerd om zorgen te bespreken met het kind en/of de ouders. De meeste signalen van kindermishandeling zijn subtiel en moeilijk zichtbaar, er is niet altijd lichamelijk letsel. Veel vaker is er sprake van psychische of lichamelijke verwaarlozing. Voorbeelden uit de praktijk hiervan zijn bijvoorbeeld kinderen met een achterblijvende lengtegroei of ondergewicht of kinderen met psychosomatische klachten zoals misselijkheid, buikpijn en hoofdpijn waardoor veel niet op school zijn. Maar er zijn ook kinderen die zich op een 9
vreemde manier gedragen of op een opvallende manier om aandacht vragen. Barneveld heeft aandacht voor veranderingen en investeert Als jeugdarts werkt Nicole Greijer (46) al 17 jaar bij de GGD. In Barneveld is ze al jaren actief voor de jeugd van 4 tot 18 jaar. De uit Spakenburg afkomstige Nicole is vertrouwd met de cultuur in Barneveld. Ik ben heel blij met de gemeente Barneveld. Ze hebben aandacht voor de veranderingen en investeren hier in. Leerkrachten van allerlei scholen en kinderopvangcentra, leerplichtambtenaren, zorgcoördinatoren, medewerkers van de gemeente die werken met jeugdigen en huisartsen volgden op initiatief van Barneveld de training om huiselijk geweld of kindermishandeling te herkennen en er iets aan te doen. Tijdens de training herkende Nicole veel, maar het heeft haar ook nieuwe kennis en gesprekstechnieken gebracht. Als voorbeeld noemt ze een kind dat met zijn ouders op haar spreekuur komt, doorverwezen door een leerkracht of zorgcoördinator. Zo n kind ruikt niet fris en ziet er niet verzorgd uit. De ouder ruikt naar alcohol. Wat doe je dan? Het signaal van de school is duidelijk. Wat ik probeer in de gesprekken is de ouders te laten inzien dat de ontwikkeling van hun kind in gevaar is, de ouder zelf bewust te laten worden van deze zorg en ze in beweging te krijgen om hier verandering in te brengen. Ik kan hun hierbij adviseren en eventueel verwijzen naar geschikte hulpverlening. Als jeugdarts heeft Nicole een kind vanaf de geboorte in beeld en beschikt ze over veel (medische) informatie over het gezin. Maar ook veel andere professionals die met kinderen werken, weten veel over het kind. Het is goed, volgens Nicole, dat ook zij de signalen van kindermishandeling leren herkennen en hun zorgen kunnen delen. Door de cursus hebben de deelnemers van de diverse organisaties elkaar goed leren kennen en is het makkelijker geworden om met elkaar contact op te nemen, om bijvoorbeeld een casus te delen. We houden ons hierbij aan de privacyregels. Alle stappen die gezet worden, doen we zo veel mogelijk in afstemming met ouders, tenzij de veiligheid van het kind hierdoor geschaad wordt. Al met al kun je elkaar nu beter helpen om de stappen van de meldcode nauwkeurig uit te voeren. 10
Het is makkelijker geworden om contact met elkaar op te nemen. De huidige Meldcode Kindermishandeling uit 2013 wordt gebruikt door alle organisaties die signalen opvangen of krijgen over huiselijk geweld en/of kindermishandeling. Deze code wordt volgend jaar aangepast. Er wordt duidelijker vastgelegd wanneer een melding moet worden gedaan bij Veilig Thuis, advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Hierdoor zal Veilig Thuis beter op de hoogte zijn van de zorgsignalen over een gezin en kan de al aanwezige hulpverlening en veiligheid van een gezin beter worden gevolgd. Nicole ziet dit als een goede ontwikkeling. Met de nieuwe meldcode kan kindermishandeling beter worden geregistreerd. Ook kan al aanwezige informatie uit de voorgeschiedenis van een gezin worden meegenomen en ook eerder gemelde zorgsignalen. Het is goed dat alles in kaart wordt gebracht op één plek. Als aandachtsfunctionaris kindermishandeling hoopt Nicole dat ze collega s ook met andere ogen kan laten kijken naar kinderen en gezinssituaties en ze als sparringpartner te ondersteunen. Ik hoop dat ik als aandachtsfunctionaris collega s kan adviseren en coachen als professional binnen de Jeugdgezondheidszorg. Hoe meer mensen signalen van kindermishandeling zo vroeg mogelijk herkennen, hoe meer erger leed voorkomen kan worden. 11
JGZ-magazine is ontstaan naar idee van de regionale werkgroep Jeugdgezondheidszorg; ambtenaren JGZ uit alle gemeenten van Gelderland-Midden. Hiermee laten zij samen met GGD Gelderland-Midden zien waar de jeugdgezondheidszorg voor staat en wat zij binnen het sociaal domein kan betekenen voor jeugdigen en hun ouders. Deze PDF is automatisch gegenereerd op: veiligthuis.ccreader.nl [1] 12