Raadhuisplein 1 7811 APEmmen Telefoon (0591) 68 55 55 Correspondentieadres: Postbus 30001 7800 RA Emmen e** &ct > Aan de raad van de gemeente Emmen Concernstaf ons kenmerk 10.098784 uw brief van/kenmerk bijlage(n) 1 STF behandeld door M. Hartmann telefoon (0591)68 55 20 fax (0591)68 55 51 Emmen, 7 oktober 2010 onderwerp Beantwoording schriftelijke vragen (art. 38 RvO) Geachte leden van de raad, Op 2 september 2010 zijn u toegezonden de door de fractie Burgerbelangen gemeente Emmen, met toepassing van artikel 38 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad, gestelde schriftelijke vragen, ingeboekt onder nummer 10.073685, betreffende beroep op wachtgeldregeling door (oud) wethouders/ declaraties leden college. Overeenkomstig de gedane toezegging treft u bijgaand aan een afschrift van de brief die is gezonden ter beantwoording van de gestelde vragen. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Emmen, de /gemeentesecretaris, de burge J. Mewe C. Bijl
Raadhuisplein 1 Correspondentieadres: c*n«* c ** 7811APEmmen Postbus 30001 &CV onte Telefoon 14 0591 7800 RA Emmen &&*** Aan Burgerbelangen Gemeente Emmen T.a.v. de heer W. Halm Braam 9 7881 NA Emmer-Compascuum Dienst Ondersteuning # ons kenmerk 10.083048 uw brief van/kenmerk 31-8-2010 bijlage(n) afdeling P&O behandeld door L. Heyer telefoon (0591)14 0591 fax (0591)68 55 99 Emmen, 7 oktober 2010 onderwerp Wachtgeldregeling wethouders Geachte heer Halm, In uw brief van 31 augustus 2010 stelt u vragen op grond van artikel 38 reglement van orde der gemeenteraad inzake wachtgeldregeling wethouders. Alvorens per vraag te beantwoorden, wijzen wij u erop dat de Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) per 1 februari 2010 is gewijzigd. Dit betekent dat met ingang van de datum van benoeming van het nieuwe college de nieuwe regels gaan gelden voor wethouders. Het gaat om wethouders die na de raadsverkiezingen worden benoemd in de nieuw te vormen colleges. De nieuwe regels zijn van toepassing op: - wethouders die vanaf maart 2010 worden benoemd in de nieuw te vormen colleges; - zittende wethouders die opnieuw deel gaan uitmaken van de nieuwe colleges. Onderstaand treft u de vragen nogmaals aan, gevolgd door het antwoord. Vraag la Zijn er in de periode van april 2002 t/m heden wethouders geweest die zitting hadden in het toenmalige college en die aanspraak hebben gedaan op de voor wethouders van toepassing zijnde wachtgeldregeling? Zo ja, om welke wethouder(s) gaat het dan? In 2010 hebben 7 wethouders, die deel uit hebben gemaakt van vorige colleges, aanspraak gemaakt op een ontslaguitkering. Het zijn de wethouders T. Eerenstein, G. Evenhuis, J. Holman, J. Hoogland-Foppen, J. Kuper M.H. Thalens-Kolker en R. Vos.
-2 Vraag lb Zijn er in de periode van april 2001 t/m heden wethouders die zitting hebben in het huidige college en die een beroep doen op de voor de wethouders van toepassing zijnde wachtgeldregeling? Zo ja, om welke wethouder(s) gaat het dan? In 2010 zijn er 2 wethouders die deel uitmaken van het huidige college en die een beroep doen of hebben gedaan op de ontslaguitkering voor wethouders. Het betreft wethouder Kuper, die een uitkering heeft genoten tot eind maart 2010 en wethouder Thalens- Kolker, die vanaf eind maart 2010 een uitkering geniet. Vraag 2a Hoeveel oud wethouders die nog niet pensioengerechtigd zijn, doen vanaf april 2002 tot op heden een beroep op de wachtgeldregeling? Een om welke oud wethouders gaat het hier? Per 1 oktober 2010 maken vier niet gepensioneerde gewezen wethouders gebruik van het recht op een ontslaguitkering. Het betreft G. Evenhuis, J. Holman, J. Hoogland-Foppen en R. Vos. Vraag 2b Hoeveel van hen hebben bij hun aanspraak recht op de volledige vergoeding omdat zij geen andere inkomsten hebben? En om welke oud wethouder(s) gaat het hier dan? In 2010 hebben 3 gewezen wethouders volledig aanspraak op een ontslaguitkering. Het betreft G. Evenhuis, J. Holman en R. Vos. Vraag 2c Hoeveel van hen hebben bij hun aanspraak recht op een gedeeltelijke vergoeding omdat zij al andere inkomsten hebben uit een andere baan en/of andere werkzaamheden? En om welke oud wethouder(s) gaat het hier? Van 4 wethouders worden in 2010 de (ontslag)uitkeringen gekort wegens het genieten van inkomsten. Het gaat om de gewezen wethouders T. Eerenstein en J. Hoogland- Foppen en de huidige wethouders J. Kuper, waarvan de uitkering eind maart 2010 is beëindigd en M.H. Thalens-Kolker, waarvan de uitkering eind maart 2010 is ingegaan. De uitkering aan voormalig wethouder Eerenstein is inmiddels beëindigd. Vraag 3a Welke financiële prikkels kent de wachtgeldregeling voor wethouders die betrokkenen aansporen om zo snel mogelijk werk te zoeken/te aanvaarden?
In de Appa voor de wijzigingen gelden er geen regels voor het aanvaarden van passende arbeid en het actief zoeken naar werk. De wijzigingen van de ontslaguitkeringen voor wethouders zijn met ingang van 27 februari 2010 van kracht geworden. De nieuwe regels gelden alleen voor wethouders die op of na voorgenoemde datum worden benoemd als wethouder. In artikel 132a en 132 b van de Appa worden de verplichtingen van wethouders, die recht hebben op een uitkering als bedoeld in artikel 131, bepaald. Daarnaast worden de verplichtingen van het college aangegeven. In artikel 132c worden de maatregelen aangegeven als belanghebbende een bij of krachtens artikel 132a en artikel 132b opgelegde verplichting niet nakomt of niet behoorlijk is nagekomen. Het college kan besluiten tot geheel of gedeeltelijke inhouding van de uitkering. Vraag 3b Kunnen wethouders en oud wethouders die een beroep doen op de wachtgeldregeling, werk weigeren als zij vinden dat deze niet passend is? Zo ja, welke criteria bepalen of werk wel of niet passend is voor deze (oud) wethouders? In de Appa voor de datum van de wijzigingen zijn geen bepalingen opgenomen voor voormalige wethouders over het aanvaarden van passende arbeid en het actief zoeken naar werk. De wijzigingen van de Appa gelden vanaf 16 februari 2010. In artikel 132a lid 3 van de Appa is bepaald dat onder passende arbeid wordt verstaan alle arbeid die voor de krachten en bekwaamheden van de belanghebbende is berekend, tenzij aanvaarding om redenen van lichamelijke, geestelijke of sociaal aard niet van hem kan worden gevergd. Of arbeid passend is wordt in ieder geval bepaald door: a. de aard van de arbeid, in relatie tot de eerder verrichte arbeid, een eerder uitgeoefend beroep of opgedane werkervaring; b. het opleidingsniveau van de belanghebbende; c. de reistijd van en naar het werk; d. het geboden loon; e. het werkloosheidsrisico. Vraag 4a Kent de gemeente Emmen een actief scholingsbeleid die de kansen van wethouders, die een beroep doen op de wachtgeldregeling, op de arbeidsmarkt vergroten? Zo ja, waaruit bestaat deze. Zo nee wat is hiervan de reden?
-4 Er is geen actief scholingsbeleid. Zie ook antwoord op 4b. Vraag 4b Biedt de gemeente Emmen leer- werkplaatsen aan, of bemiddelt de gemeente in deze, die de kansen van wethouders, die een beroep doen op de wachtgeldregeling, op de arbeidsmarkt vergroten? Zo ja hoe gebeurt dit? Zo nee, wat is de reden dat dit niet gebeurt? De gemeente biedt geen leer-/werkplaatsen aan. De raad heeft in maart 2008 de Verordening outplacement gewezen wethouders vastgesteld. Het college kan op aanvraag besluiten om de gewezen wethouder voor de periode van maximaal één jaar outplacementfaciliteiten toe te kennen. De kosten van outplacement komen voor rekening van de gemeente. Vraag 5 Wat is de reden of motivatie geweest van het college de raad niet te informeren over de wachtgeldconstructie van wethouders die ten tijde van het ontvangen van dit wachtgeld zitting hebben of hadden in het college? Het college is niet verplicht om informatie te verschaffen over individuele personele aangelegenheden van wethouders. De kosten van de ontslaguitkeringen voor wethouders worden jaarlijks in de begroting opgenomen en vervolgens financieel verantwoord in de jaarrekening. De informatie over ontslaguitkeringen aan wethouders over de jaren 2002 tot en met 2009 zijn te vinden in het jaarverslag en de onderliggende stukken. Deze stukken hebben de raadsleden kunnen inzien en zijn ook goedgekeurd. Uiteraard zijn deze gegevens niet te herleiden tot personen. Vraag 6 Welk bedrag per persoon, exclusief de vaste onkostenvergoeding, zijn door collegeleden gedeclareerd in de jaren 2002 t/m heden. Graag een specificatie van de bedragen per persoon per jaar. De vergoedingen aan wethouders over de periode januari tot en met augustus 2010 bedragen: naam vergoeding bedrag G. Evenhuis (jan t/m mrt) 1286,86 J. Holman (jan t/m mrt) 1326,82 N. Houwing-Haisma (vanaf april) 1052,28
-5- B. Arends H. Jumelet J. Kuper T. Sleeking M.H. Thalens-Kolker C.Bijl (vanaf april) 293,26 2578,54 234,58 1663,12 2018,35 620,13 De informatie over vergoedingen aan wethouders over de jaren 2002 tot en met 2009 zijn te vinden in het jaarverslag en de onderliggende stukken. Deze stukken hebben de raadsleden kunnen inzien en zijn ook goedgekeurd. Uiteraard zijn deze gegevens niet te herleiden tot personen. Wij vertrouwen u hiermee voldoende te hebben ingelicht. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Emmen, de/gemeentesecretaris, deb;