Innovatiebudget Sociaal Domein gemeente Arnhem Eind juli is de eerste ronde afgerond voor de besteding van het regionale Innovatiebudget Sociaal Domein. In deze ronde is niet het volledige beschikbare budget besteed. Van het lokaal beschikbare budget ad 1,8 miljoen is 1,2 miljoen toegewezen aan zestiental innovatieve projecten. De gemeente heeft besloten voor het resterende deel een tweede ronde in te lassen, waarbij de bestaande commissie is gevraagd om ook deze ronde de gemeente te adviseren. Ook voor de tweede ronde vormt het vastgestelde regionale kader de basis, waarbij de gemeente de aanvullende adviezen van de commissie overneemt en met als aanvulling dat in deze ronde meer de nadruk op het experiment komt te liggen. Specifiek vraagt de gemeente om creatieve oplossingen hoe algemene voorzieningen in de wijk een bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van de kwetsbare burger Resultaten eerste ronde Onder invloed van het grote aantal aanvragen en de wens om de eerste resultaten mee te nemen in de contractering 2017 heeft de commissie besloten tot een aanscherping van de criteria zoals deze zijn vastgelegd in het regionale kader: 1. Elke aanvraag dient te voldoen aan de twee centrale doelstellingen van de kanteling: a. De aanvraag levert een bijdrage aan de versterking van de eigen kracht/zelf oplossend vermogen van de kwetsbare mens en/of zijn of haar omgeving b. De aanvraag maakt de zorg aantoonbaar en op afzienbare tijd goedkoper (te beginnen bij de eigen organisatie) 1 2. Het gaat om bestaande aanbieders, die vanuit de kerncompetentie van de organisatie een bijdrage leveren aan de kanteling van het sociale domein. Verbreding naar een bestaande markt van een andere aanbieder is alleen mogelijk als ze zijn verbonden aan een bestaande aanbieder op deze markt. Het innovatiebudget is niet bedoeld om een nieuwe markt te creëren. Tegelijkertijd hebben organisaties ook een eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van doorontwikkeling en vernieuwing van de corebusiness 3. De innovatie is al succesvol is gebleken op andere plekken ( proven technology ) of sluit aan bij bestaande innovaties in de markt. De innovatie zit in de vertaling naar de regio: de bundeling van krachten, de ontschotting of het creëren van een open source. 4. De aanvraag maakt maximaal gebruik van bestaande, reguliere voorzieningen dan wel onderbouwt waarom bijzonder (tijdelijk) noodzakelijk is. 5. Problemen in de keten worden bij de bron aangepakt. Voor elke organisatie geldt: wat is de bedoeling en wat zijn daarvoor de benodigde competenties. 6. Aandacht voor de afstemming en/of taakafbakening met de wijkteams. De rol en de daarbij behorende deskundigheid van de wijkteams is nog volop in ontwikkeling. Alleen in samenspraak lukt het om de keten op een efficiënte en effectieve manier te organiseren. Bij de beoordeling van de aanvragen concludeert de commissie in algemene zin dat slechts in beperkt aantal gevallen: 1 Goedkoper slaat daarbij in eerste instantie op de kosten van de uitvoering van de WMO en de Jeugdwet. Dit sluit niet uit dat in bijzondere gevallen aanvragen worden gehonoreerd, die een positief effect hebben op de kosten van de volledige keten (bv incl. Cure of WLZ)
- sprake is van aansluiting bij initiatieven vanuit de samenleving (burgers, ondernemers,...) - wordt ingegaan op de bijdrage aan het goedkoper maken van de zorg; te beginnen bij de eigen organisatie - de te behalen resultaten worden geschreven en de wijze waarop de voortgang wordt gemonitord. Met betrekking tot de afgewezen aanvragen concludeert de commissie dat er een aantal inhoudelijk zeer interessante aanvragen tussen zitten (met name ten aanzien van de zeer kwetsbare burger), die zijn afgewezen omdat: - het de ontwikkeling van nieuwe methodieken/apps betreft zonder dat er sprake is van samenwerking; - in het verlengde van de corebusiness ligt zonder dat er sprake is van samenwerking; - de organisatie zich begeeft op het bestaande werkgebied van een andere aanbieder zonder dat daarbij de aansluiting is gezocht. De tweede ronde biedt deze groep de mogelijkheid om met nieuwe en/of verbeterde aanvragen te komen. Als laatste wijst de commissie nog op het beperkt aantal aanvragen vanuit de ouderenzorg en het ontbreken van aanvragen, die gericht zijn op een efficiëntere en effectievere vorm van verantwoording. Bijna alle zorgorganisaties wijzen er op dat door de decentralisaties de bureaucratie is toe- in plaats van afgenomen. Zowel op het gebied van gerechtvaardigd vertrouwen als in geld en kwaliteit (outcome in plaats van input) valt veel te winnen. Kader tweede ronde Zoals reeds aangegeven blijft het regionale kader onveranderd. Op basis van de ervaringen in de eerste ronde en de wens om meer het experiment de kans te geven, vindt de aanscherping in de tweede ronde op de volgende manier plaats: 1. De beide centrale doelstellingen blijven onveranderd. Nadrukkelijk wordt beoordeeld op de concrete bijdrage aan een goedkopere organisatie van de zorg; 2. Er komt geen restrictie op de herkomst van de aanbieder. Wel moet er in alle gevallen sprake zijn van een verbinding met de regio. Naast de bestaande aanbieders kunnen dit ook initiatieven vanuit de samenleving zijn of de gemeente; 3. Innovaties hoeven niet proven te zijn. De nadruk ligt in deze ronde op het experiment, waarbij dit breder mag zijn dan de corebusiness van de organisatie. Wel moet altijd rekenschap worden gegeven van best practices. 4. Onveranderd blijft het uitgangspunt om aan te sluiten bij de lokale infrastructuur en initiatieven vanuit de samenleving en om de oorzaak van het sociale vraagstuk aan te pakken; 5. Aandacht voor afstemming en/of taakafbakening met de wijkteams 6. Een uitvoeringsplan met daarin de wijze waarop de resultaten meetbaar worden gemaakt en de wijze waarop de (toename van de) zelfredzaamheid wordt vastgesteld. Er zijn een aantal gebieden waar de gemeente specifiek aandacht voor vraagt:
- De inzet van algemene voorzieningen bij de versterking van de eigen kracht van de kwetsbare burger; - Ouderenzorg (met name levensloopbestendig wonen) - De inzet van informatietechnologie en technische oplossingen (domotica) - Vermindering van de administratieve last en verantwoording op outcome Ook voor deze tweede ronde is er sprake van een incidentele subsidie. Verder geldt een start januari 2016 en een looptijd van maximaal 1,5 jaar, waardoor de resultaten meegenomen kunnen worden in de contractering 2018. Midden 2016 dient een eerste rapportage over de voortgang beschikbaar is en de eerste concrete resultaten januari 2017. Het bovenstaande heeft, met uitzondering van de eis ten aanzien van de aanbieder en termijnen, geen consequenties voor de eisen, die in de eerste ronde ten aanzien van de aanvragen zijn gesteld (zie bijlage).
Bijlage Doel en criteria, voorwaarden en eisen conform het vastgestelde regionale kader Doel en criteria 1. Uitgangspunt van de projecten is het perspectief van de burger De ondersteuning vanuit de zorgsystemen is aanvullend en faciliterend (lees: maatwerk; meer coachend en minder zorg verlenend) op de eigen verantwoordelijkheid en het zelf oplossend vermogen (lees: de eigen kracht) van de burger en zijn netwerk. 2. Projecten leveren een bijdrage aan een betere en goedkopere dienstverlening Ondersteuningsinzet verschuift van maatwerkvoorziening naar algemene voorzieningen naar groter beroep op eigen oplossingen van cliënten en hun (informele) netwerk; leidt tot minder onnodige opschaling naar duurdere vormen en tijdige afschaling naar eenvoudige vormen. 3. Er is een spreiding van de projecten over de verschillen ondersteuningsbehoeftes van burgers: a. Burgers in crisis: het (h)erkennen van de situatie en het oplossen in termen van basale levensbehoeften en voorkomen van overlast; b. Burgers, die geen stabiele controle en regie over eigen leven hebben: duurzaam aanreiken van vaardigheden, die voorkomen dat crises optreden; c. Burgers met problemen op de hardere randvoorwaarden voor een zelfstandig leven (inkomen, huisvesting etc.) 2 : versterken eigen verantwoordelijkheid en borging van een stabiele situatie; d. Burgers met een tekort aan sociale vaardigheden 3 : vergroten van deze vaardigheden en het duurzaam versterken van de effectiviteit; e. Burgers die inzetbaar kunnen zijn in het maatschappelijk verkeer: activeren van deze burgers 4. Er is een spreiding van de projecten over de regio 5. Projecten leveren een bijdrage aan een integrale aanpak, waardoor de schotten tussen de traditionele domeinen verdwijnen (een ontschotte aanpak) Door samenwerking (horizontaal en/of verticaal) is meer resultaat te behalen Voorwaarden om in aanmerking te komen Financiering van het project is niet mogelijk uit de reguliere bekostiging zoals contractueel vastgelegd; Indiening door meer dan 1 organisatie; dan wel aangeven hoe het project een bijdrage levert aan de ontschotting 2 Voor kinderen/jeugdigen: het manifest aanwezig zijn van factoren, die een normale ontwikkeling van het kind belemmeren 3 Voor kinderen/jeugdigen: het achterblijven van de reguliere ontwikkeling
Eisen t.a.v. projectaanvraag De ambitie, het proces van innovatie en de voorwaarden om tot succes te komen; De doelgroep en het type ondersteuningsbehoefte (punt 3); De aanpak: de wijze waarop de eigen kracht, de eigen regie en sociale netwerk van de doelgroep wordt versterkt De outcome: wat levert het project op voor de doelgroep en in het verlengde hiervan de professional en de burger/de samenleving Kosten- en batenanalyse: de wijze waarop de aanvraag tot een betere en goedkopere dienstverlening leidt (punt 1 en 2); Evaluatie: de wijze waarop de voortgang wordt bewaakt (incl. tussentijdse en eindrapportage) Leren van elkaar: beschrijving van de wijze waarop de opgedane nieuwe kennis en expertise met de regio wordt gedeeld Projectbegroting met specifiek aandacht voor de kosten per client en de inbreng van de samenwerkende organisatie in geld en/of natura.