Plannen en opvolgen beheerwerken (POBW)

Vergelijkbare documenten
Plannen en opvolgen beheerwerken (POBW)

Plannen en opvolgen beheerwerken (POBW)

Plannen en opvolgen beheerwerken (POBW)

Plannen en opvolgen beheerwerken (POBW)

Plannen en opvolgen beheerwerken (POBW)

Plannen en opvolgen beheerwerken (POBW)

FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2017

Handleiding natuurbeheerplan DEEL 2 Inventaris

natuur in Gent monitoring

FSC-boscertificering in Vlaanderen: stand van zaken eind 2014

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE IN

ERFBEPLANTINGSSPLAN HEUSDEN BEHELP 13 (CAMPING DE PEEL) GEMEENTE ASTEN

Aandeel Natura 2000-habitat in Vogel- en Habitatrichtlijngebieden beheerd in functie van het behalen van de instandhoudingsdoelen

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Juli 2014

plage-lestijden onderwijzer

Hoofdlijnen Natuurrapport 2007

Samenwerken rond het terug dringen van woekerende (invasieve) planten in Noord- Limburg

Bosgroep IJzer en Leie. Bosgroep Ijzer en Leie 1

Arbeidsmarkt Onderwijs

MAXIMALE RENTABILITEITSOPPERVLAKTEN VOOR DE PERIODE 25/11/ /11/2022

1. ecologische functie

Cijfermateriaal basisregistratie

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Overeenkomst tussen de provincie Oost-Vlaanderen en RATO vzw voor de bestrijding van terrestrische exoten

Monitor 2016Q4 15 Pag. MONITOR FLEXI-JOBS

Arbeidsmarkt Onderwijs

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Arbeidsmarkt Onderwijs

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Augustus 2014

^ ^ 10a. 11b. 11a. 21a ^ ^ 11c. 20a. 12x. 12a. 22b. 22a 18a. 23a. 18b. 23c. 24a. 25a 23b. 23b. 31t 31y. 29a. 26a. 28a. 30b # # # # 31x. 27a. 30a.

Arbeidsmarkt Onderwijs

Bios2 Thema in de kijker Personeel in de bibliotheek

Monitoringplan ANB: monitoring van PAS-herstelbeheer

Arbeidsmarkt Onderwijs

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Arbeidsmarkt Onderwijs

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

VR DOC.0722/3

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Oktober 2013

Invasieve uitheemse planten in het beheer

De vrouwen hebben dan ook een grotere kans op werkloosheid (0,39) dan de mannen uit de onderzoekspopulatie (0,29).

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

De Oost-Vlaamse arbeidszorgmedewerker in beeld September Data & Analyse, Provincie Oost-Vlaanderen

Arbeidsmarkt Onderwijs

Aanvullend advies over het gemiddeld aantal koppels patrijzen per 100 ha open ruimte per wildbeheereenheid voor de periode

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

BOS IN SINT-TRUIDEN Nota

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Arbeidsmarkt Onderwijs

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

Arbeidsmarkt Onderwijs

Het natuurbeheerplan. Martine Waterinckx De Europese natuurdoelen in vraag en antwoord 09 september 2014

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

nr. 631 van GUY D'HAESELEER datum: 24 januari 2017

Arbeidsmarkt Onderwijs

5. Zilver. 5.3 Brons Voor zover van toepassing voldoen aan de criteria voor Brons. Zie hiervoor niveau Brons van de Barometer Duurzaam Terreinbeheer.

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Stadsmonitor. -thema Openbare Ruimte-

We hebben allemaal de titel GIS-coördinator, maar die functie wordt bij veschillende besturen op verschillende manieren ingevuld.

Vraag en antwoord - BVR compensatie milieutaken door doelgroepwerknemers van 28/3/2014 luik actoren

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door. J. Hoogesteger H.J. Drost

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Februari 2013

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Arbeidsmarktbarometer 2012 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2017

Aanvraag tot bestrijding van beschermde vogelsoorten conform bijlage 3 van het Soortenbesluit

voetafdrukrekeningen, herbe rekend

Arbeidsmarkt Onderwijs

Arbeidsmarkt Onderwijs

Ontwikkeling leerlingaantallen

Bosbeheerplanning in Vlaanderen

DE HANDLEIDING. Partners bij beheer. Financiën en aankopen

De landbouwer als landschapsbouwer. 4. De landbouwer als landschapsbouwer ICT-opdracht ehorizon

MEDEDELING AAN DE VLAAMSE REGERING. Stand van zaken over de rationalisering van de managementondersteunende

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

SUBSIDIEMAATREGEL ZORGBOERDERIJEN JAAROVERZICHT 2016

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater Maart 2014

Exoten in terreinen van HZL. Lucien Calle, Ecologie en kwaliteitszorg HZL

Evaluatie van de handhavingsweek 2018

Graydon Kwartaal Monitor. Kwartaal

ANDERSTALIGE NIEUWKOMERS IN HET GEWOON VOLTIJDS SECUNDAIR ONDERWIJS

Arbeidsmarkt Onderwijs

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater September 2014

T.a.v. Bert Verbist ANB Centrale Diensten Cel Fauna en Flora Beleid Koning Albert II-laan 20 bus Brussel.

Een kluwen van bostypes, bosindelingen. Ecopedia wijst de weg.

Tabellen uit de positionpaper, opgesteld in opdracht min OCW, januari 2014

Implementatie concept beheerevaluatie en concept kostenevaluatie. Toetsing en evaluatie van de informatie bij ANB over de kosten van het terreinbeheer

Persbericht Preventie en Interim

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.

Grondwaterstandindicator freatisch grondwater December 2013

Op 14 december 2015 stelde ik reeds een schriftelijke vraag (nr. 193) in verband met suïcidepreventie. Daarin stelde ik de volgende deelvragen.

Transcriptie:

Plannen en opvolgen beheerwerken (POBW) Jaarrapport 2015

Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 Lijst figuren... 3 Lijst tabellen... 3 1 Inleiding... 4 2 Doel POBW... 5 2.1 Wat?... 5 2.2 Waarom?... 5 3 Kencijfers... 7 4 Analyse per thema... 10 4.1 Beleving... 10 4.2 Begrazingsbeheer... 11 4.3 Bestrijding... 12 4.3.1 Amerikaanse vogelkers... 13 4.3.2 Andere plantensoorten... 14 4.4 Maaibeheer... 15 4.5 Parkbeheer... 16 4.6 Aanplantingen... 16 4.7 Infrastructuurbeheer... 18 4.8 Overhead arbeiders... 19 4.9 Werken door derden... 20 4.10 Werkpatroon... 21

Lijst figuren Figuur 1. Relatie beheerevaluatie, kostenevaluatie en kosteneffectiviteit.... 5 Figuur 2. Evolutie van het aantal beschikbare ANB-arbeiders (VTE).... 8 Figuur 3. Verdeling beheerde oppervlakte per terreintype.... 8 Figuur 4. Aandeel van de verschillende activiteiten die worden uitgevoerd in kader van recreatie op niveau Vlaanderen.... 10 Figuur 5. Aandeel van de verschillende activiteiten i.f.v. begrazing.... 11 Figuur 6. Bestreden soorten in ANB-domeinen.... 12 Figuur 7. Verhouding nabehandeling versus hoofdbehandeling van Amerikaanse vogelkers.... 13 Figuur 8. Verhouding van de verschillende bestrijdingsmethodes van Amerikaanse vogelkers.... 13 Figuur 9. Bestrijdingsmethode bij plantensoorten anders dan Amerikaanse vogelkers.... 14 Figuur 10. Gebruik van machines bij maaibeheer in eigen regie.... 15 Figuur 11. Tijdsverloop maaibeheer eigen regie.... 15 Figuur 13. Types aanplantingen.... 16 Figuur 13. Palet van aangeplante soorten in 2015 bij (her)bebossing.... 17 Figuur 14. Aandeel van verschillende types infrastructuur.... 18 Figuur 15. Overhead arbeiders.... 19 Figuur 16. Type van werken uitgevoerd door derden, op basis van het aantal registraties in POBW. 20 Figuur 17. Wijze van uitbesteding in 2015.... 20 Figuur 18. Aantal arbeiders per werk... 21 Figuur 19. Aantal mandagen per werk... 21 Lijst tabellen Tabel 1. Oppervlakte beheerd door ANB-arbeiders en beschikbare arbeiders in 2015.... 7

1 Inleiding 2015 is al het 5 de jaar waarin POBW is gebruikt voor het documenteren van de beheergeschiedenis van terreinen in beheer door het Agentschap voor Natuur & Bos. De reorganisatie van het agentschap - ANB 2.0. heeft enkele belangrijke gevolgen voor de organisatie van de beheerregio s. Zo is het aantal regio s gedaald van 17 naar 15 en nieuwe regiogrenzen werden afgebakend. Verschillende boswachters kregen daardoor ook nieuwe gebieden onder hun hoede. Het aantal boswachters verminderde van 101 naar 95. Ondanks deze veranderingen zijn, dankzij de inspanningen van vele medewerkers, opnieuw veel beheerwerken gedocumenteerd in POBW. De databank bevat intussen meer dan 65.000 registraties, goed voor meer dan 180.000 gedocumenteerde mandagen of 1,3 miljoen uren. De veelheid aan informatie, wordt dan ook veelvuldig benut. Niet enkel in dit rapport maar ook in veel andere analyses en bevragingen zoals audits, parlementaire vragen, studies, rapportering voor Life, Belangrijk in 2015 was de voorbereiding van een nieuwe subsidieregeling in functie van het beheer van Europese habitats in het kader van Natura 2000, waarbij de data uit POBW-databank gebruikt werden om te komen tot normkosten als basis voor het bepalen van de subsidiebedragen. De financiële gegevens van de beheerwerken uitgevoerd door externen konden in 2015 onvoldoende gedetailleerd geregistreerd worden omwille van IT-problemen, waardoor de gebruikelijke analyses niet konden gebeuren. 14/04/2015 Pagina 4

2 Doel POBW 2.1 Wat? De databank Plannen en Opvolgen Beheerwerken (POBW) wordt gebruikt om gegevens over uitgevoerde beheerwerken op een gestandaardiseerde manier bij te houden, gekoppeld aan een GIS. De databank bestaat op dit moment uit 2 modules, namelijk een registratie- en een rapporteringsmodule. In toekomst zal hieraan ook een planningsmodule worden toegevoegd. 2.2 Waarom? Het gebruik van POBW kadert in het groter verhaal van overheidsperformantie. Hierbij wordt nagegaan of de doelstellingen op een kosteneffectieve manier worden gehaald. Dit wordt schematisch weergegeven in onderstaande figuur. Figuur 1. Relatie beheerevaluatie, kostenevaluatie en kosteneffectiviteit. 14/04/2015 Pagina 5

De gegevens uit POBW zijn de basis voor: 1. Beheerevaluatie: De databank is een instrument om het gevoerde beheer op een gestandaardiseerde manier te documenteren. Om de resultaten van beheermonitoring goed te kunnen interpreteren is het belangrijk om de beheergeschiedenis van het terrein te kennen. Bv. wanneer de beheerdoelstelling niet gehaald wordt, is het belangrijk te weten welke werken al dan niet zijn uitgevoerd. 2. Kostenevaluatie: De databank is een instrument waarmee de organisatie van het beheer geëvalueerd en geoptimaliseerd kan worden. Om mensen en middelen efficiënt te kunnen inzetten moet men zicht hebben op volgende zaken: Aan welke werken wordt het meest tijd/geld besteed? Hoe evolueert dit over de jaren? Welke werken worden meestal in eigen regie/door aannemers gedaan? Zijn daarin verschillen tussen de regio s/provincies? 3. Kosteneffectiviteit = worden de doelen op de meest zuinige manier gerealiseerd? Dit is een evaluatie die de informatie uit de 2 voorgaande niveaus combineert. 4. Normkosten: De databank moet gegevens aanleveren om een gemiddelde kostprijs voor terreinbeheer te berekenen. Een dergelijk normkost geeft de gemiddelde kostprijs per ha per jaar weer voor het beheer van een bepaald terreintype. Een gemiddelde kostprijs per terreintype houdt echter geen rekening met de doelstellingen. Doelstellingen kunnen bovendien voor een zelfde terreintype sterk verschillen. Bijgevolg kan een gemiddelde kostprijs per terreintype niet gebruikt worden voor het bepalen van de nodige middelen op niveau van een domein of een beheerregio. Op termijn kan ook een gemiddelde kostprijs per natuurdoel berekend worden, rekening houdend met verschillende uitgangssituaties (goed, gedegradeerd, slecht). Dergelijke normkosten kunnen helpen in het maken van een realistische planning. 5. Werking ondersteunen: De databank moet een administratief hulpmiddel worden. De databank laat toe om overzichten van uitgevoerde werken te genereren vanuit verschillende invalshoeken Daarnaast is het mogelijk om rapporten op maat te maken voor specifieke doeleinden. In 2015 werd een groot aantal van dergelijke rapporten gemaakt. POBW wordt meer en meer de bron voor gegevens aangaande beheer van de ANB-terreinen. 14/04/2015 Pagina 6

3 Kencijfers In POBW wordt voor elk werk geregistreerd hoeveel uur eraan besteed is door ANBarbeiders. Daarnaast wordt voor bepaalde werken nog bijkomende informatie bijgehouden zoals ingezette machine, aangeplante soort, bestreden soort,. Alle hierna volgende cijfers zijn relatieve cijfers, geen absolute cijfers. Door de gespendeerde uren aan één of meerdere taken uit te zetten ten opzichte van het totaal aantal gepresteerde uren krijgen we een idee van het relatieve belang van die taak. Door met deze verhoudingen te werken kunnen we ook extrapoleren naar het aantal VTE s. Bij het vergelijken van de cijfers mag niet uit het oog verloren worden dat de cijfers i.v.m. inzet van de ANB-arbeiders nog geen rekening houden met de doelstellingen. Doelstellingen kunnen sterk verschillen van domein tot domein en van terreintype tot terreintype (bos, heide, grasland/ruigte, duinen, moeras/rietland/ vijvers, park, akker, infrastructuur). Het is de bedoeling om op termijn ook de doelstellingen te koppelen aan de beheerindelingen, zodat de tijdsbesteding van de ANB-arbeiders kan gerelateerd worden aan de vooropgestelde doelen. Zolang de beheerdoelstellingen niet in rekening worden gebracht, kunnen geen efficiëntie-evaluaties en vergelijkingen gemaakt worden. Om de resultaten verderop in dit rapport beter te kunnen kaderen worden in onderstaande tabel een aantal kencijfers gegeven. De oppervlakte in beheer, omvat die terreinen waar het ANB eigen arbeiders inzet voor het uitvoeren van beheerwerken. Hieronder zijn naast de eigendommen ook de gronden in huur of met beheeroverdracht opgenomen, inclusief militaire domeinen. Tabel 1. Oppervlakte beheerd door ANB-arbeiders en beschikbare arbeiders in 2015. Oppervlakte beheerd (ha) Beschikbare arbeiders (VTE) Antwerpen 14.351 (26%) 48,5 (24%) Limburg 19.625 (35%) 41,5 (2) Oost-Vlaanderen 4.581 (8%) 17,1 (8%) Vlaams-Brabant 9.803 (18%) 59,8 (29%) West-Vlaanderen 7.484 (13%) 38,7 (19%) TOTAAL 55.844 205,7 Tabel 1 geeft per provincie de beheerde oppervlakte weer. Dit is de totale oppervlakte waar ANB-arbeiders werken kunnen uitvoeren. Hierin zijn naast de eigendommen ook de gronden in huur of met beheeroverdracht opgenomen, inclusief militaire domeinen (onder protocol). De verschillen tussen de provincies wat betreft beschikbare arbeiders versus de oppervlakte die in 2015 beheerd werd, is grotendeels te verklaren door een historische toestand van een beperkter contingent arbeiders (Limburg) en door areaal onder parkbeheer met verhoudingsgewijs meer tijdsbesteding van arbeiders (Vlaams-Brabant). 14/04/2015 Pagina 7

250,0 200,0 150,0 100,0 50,0 West-Vlaanderen Vlaams-Brabant Oost-Vlaanderen Limburg Antwerpen - 2011 2012 2013 2014 2015 Figuur 2. Evolutie van het aantal beschikbare ANB-arbeiders (VTE). In Figuur 2 wordt de evolutie van het aantal voltijdse equivalenten van arbeiders geïllustreerd. Dit aantal is berekend door het totaal aantal mandagen onder de term gewerkt in de personeelsdatabank Vlimpers, te delen door 200, het verwachte aantal mandagen voor één arbeider-vte per jaar. We kunnen dit interpreteren als de beschikbare VTE s. Ten opzichte van 2011 zijn er een 25-tal arbeiders minder beschikbaar voor werken in eigen regie, dit komt neer op een afname van 11%. De te beheren oppervlakte groeide in dezelfde periode aan met 3300 hectare, een toename van 6%. Duinen (1.373 ha) 3% Grasland & ruigte (10.520 ha) 19% Heide (6.192 ha) 11% Park (438 ha) 1% Akker (231 ha) Water & moeras & rietland (2.266 ha) 4% Bos (33.887 ha) 62% Andere (67 ha) Figuur 3. Verdeling beheerde oppervlakte per terreintype. 14/04/2015 Pagina 8

De terreintypes van de beheereenheden worden onderverdeeld in: bos, duinen, grasland & ruigte, heide, infrastructuur, park, water & moeras & rietland en akker. In de uitzonderlijke gevallen dat niet één van bovenstaande types van toepassing is, wordt de term andere gebruikt. De bepaling van de terreintypes gebeurde éénmalig, uitgaande van de biologische waarderingskaart (BWK). Elke BWK-code is toegewezen aan één van de mogelijke terreintypes. Daar waar de BWK geen of onvoldoende info leverde, werd het terreintype bepaald aan de hand van luchtfoto s, topografische kaarten of reeds eerder uitgevoerde beheerwerken. In POBW wordt het terreintype getoond, telkens als een beheereenheid wordt geselecteerd. Een gebruiker kan het terreintype wijzigen als deze niet correct is. Het terreintype kan ook wijzigen door het gevoerde beheer (bv. een akker die bebost wordt, een bosbestand dat omgezet wordt in heide). De reden van correctie wordt telkens aan de gebruiker gevraagd. Door het terreintype te visualiseren en de mogelijkheid tot wijzigen indien nodig, moet de kwaliteit van de waardes verbeteren. Op schaal Vlaanderen of provincie zal deze kwaliteitsverbetering relatief beperkt zijn, op een kleinere schaal kan dit wel een invloed hebben. Figuur 3 toont de verhouding van de verschillende terreintypes in beheer bij ANB. Het betreft zowel gronden in eigendom als percelen met beheeroverdracht. Hierin zitten niet de openbare domeinen waar ANB enkel het technisch beheer (bossen van openbare besturen) uitvoert. Hieruit blijkt dat in termen van oppervlakte, bos het belangrijkste terreintype is dat wordt beheerd door ANB. 14/04/2015 Pagina 9

4 Analyse per thema Het thema waar de ANB-arbeiders het meest voor worden ingezet is beleving. Op de tweede plaats komt parkbeheer. Aanplantingen en maaiwerken zijn eveneens grote thema s in hun takenpakket. 4.1 Beleving Over de afgelopen 5 jaar is de tijdsbesteding van ANBarbeiders voor recreatie geleidelijk aan toegenomen, naar een steeds hoger aandeel. In 2015 was er een sprong van bijna 2%, waardoor dit thema nu een goede 19% van het takenpakket vertegenwoordigt. Figuur 4 geeft het relatieve belang van elke aparte taak weer, in functie van het realiseren van recreatieve doelstellingen. De tijd die is besteed aan het onderhoud en de aanleg van infrastructuur met een recreatieve functie, is de voorbije jaren duidelijk toegenomen. Onder 10 9 8 7 6 5 4 3 2 2011 2012 2013 2014 2015 Recr. Infra. Veiligheidskap & Windval Publ. Even. Paden Gebouwen Afval Figuur 4. Aandeel van de verschillende activiteiten die worden uitgevoerd in kader van recreatie op niveau Vlaanderen. recreatieve infrastructuur verstaan we onder meer infoborden, wegwijzers, picknickbanken, slagbomen, De tijd die is gespendeerd aan het onderhoud van paden en wegen is daarentegen afgenomen, maar blijft wel aanzienlijk. Ook de tijdsbesteding voor het opruimen van afval en zwerfvuil, is verminderd. 14/04/2015 Pagina 10

4.2 Begrazingsbeheer De tijdsbesteding voor begrazingsbeheer is ten opzichte van de voorgaande jaren op niveau Vlaanderen nauwelijks gewijzigd, met een stabiel aandeel van ongeveer 8%. Herderen 9% Aanleggen 29% Transporteren vee 5% Verzorgen vee 25% Infrastructuur 61% Onderhouden 27% Afbreken 5% Figuur 5. Aandeel van de verschillende activiteiten i.f.v. begrazing. Binnen het pakket begrazingsbeheer, zijn de verhoudingen van de verschillende deeltaken in functie van begrazing dezelfde gebleven als in de voorgaande jaren. De belangrijkste deeltaak betreft het onderhouden van bestaande infrastructuur (27%) en het aanleggen/plaatsen van nieuwe infrastructuur (29%). Ook het verzorgen van de dieren, zoals voederen, hoefverzorging, watervoorziening, veterinaire controle, neemt een aanzienlijk deel van de tijd in beslag (25%). 14/04/2015 Pagina 11

4.3 Bestrijding 10 9 8 7 12% 12% 5% 3% 6% 11% 7% 6% 9% 2% Andere Waterteunisbloem Robinia (Valse Acacia) 6 Rhododendron Reuzenberenklauw 5 Reuzenbalsemien 4 3 2 68% 69% 69% 72% 71% Japanse Duizendknoop Grote Waternavel Distels Amerikaanse Eik Amerikaanse Vogelkers 2011 2012 2013 2014 2015 Figuur 6. Bestreden soorten in ANB-domeinen. Net zoals in de voorgaande jaren, nam het aandeel van alle bestrijdingsactiviteiten binnen het takenpakket van ANB-arbeiders verder af. In 2011 bedroeg dit bijna 9% van de arbeiderstijd, in 2015 is dit verminderd tot 5,6%. De onderlinge verhouding van de verschillende soorten wijzigde niet, waarbij meer dan twee derde van de bestrijdingstijd besteed werd in Amerikaanse vogelkers. Het hoge aandeel van bestrijding van Rhododendron in 2014, bleek een eenmalige piek. Het aandeel daarvan is nu weer in lijn met de jaren vóór 2014. Een tegengesteld fenomeen zien we bij distelbestrijding, die na de afname in 2014 nu weer een hoger aandeel heeft. Voor het eerst zien we ook dat ANBarbeiders zijn ingezet bij de bestrijding van Grote Waternavel. 14/04/2015 Pagina 12

4.3.1 Amerikaanse vogelkers Sinds de opvolging van de beheerwerken in POBW in 2011 is de inzet van ANB-arbeiders voor het bestrijden van Amerikaanse Vogelkers duidelijk afgenomen. Het relatieve belang nam af met zo n 2%, in absolute cijfers komt dit overeen met een vermindering van 6 VTE (van 14 naar 8). Hoofdbehandeling Nabehandeling Andere 1% 33% 66% Figuur 7. Verhouding nabehandeling versus hoofdbehandeling van Amerikaanse vogelkers. De ANB-arbeiders besteden meer tijd aan het uitvoeren van nabehandeling, dan aan hoofdbehandeling. Ook de voorbije jaren was dit het geval. In 2014 was het belang van de hoofdbehandeling toegenomen, in 2015 zitten we weer op de lijn van daarvoor, met één derde van de bestrijdingstijd in functie van hoofdbehandeling en twee derde voor de nabehandeling. Het uitvoeren van de hoofdbehandeling bij bestrijding van Amerikaanse vogelkers wordt vaak uitbesteed. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 2011 2012 2013 2014 2015 Uittrekken Ringen Hak & Spuit Bladbespuiting Stobbehandeling Figuur 8. Verhouding van de verschillende bestrijdingsmethodes van Amerikaanse vogelkers. 14/04/2015 Pagina 13

Het belang van de bladbehandeling en de hak & spuit- methode is afgenomen, toch zeker in vergelijking met 2014. Bladbehandeling had in 2015 het laagste aandeel, sedert de start van de registratie in POBW. Stobbenhandeling is en blijft de meest ingezette bestrijdingsmethode. Het aandeel van puur mechanische bestrijdingsmethodes is toegenomen. Deze worden nu in meer dan één vierde van de bestrijdingstijd toegepast, duidelijk meer dan 2014, maar minder dan in 2013 toen bijna één derde van de bestrijding op een mechanische manier werd uitgevoerd. 4.3.2 Andere plantensoorten Naast Amerikaanse Vogelkers, worden nog andere (invasieve exotische) plantensoorten bestreden, bijvoorbeeld Japanse Duizendknoop, Reuzenbalsemien, Reuzenberenklauw of Amerikaanse Eik en ook distels. Wanneer we dit pakket bekijken op niveau Vlaanderen, dan is er nauwelijks een wijziging te zien in de tijd die ANB-arbeiders hieraan spenderen. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 2011 2012 2013 2014 2015 Chemisch Combinatie Mechanisch Figuur 9. Bestrijdingsmethode bij plantensoorten anders dan Amerikaanse vogelkers. Mechanische bestrijdingsmethodes hebben aan belang gewonnen. In 2015 was hun relatief belang het hoogst van de afgelopen 5 jaar. Bijna driekwart van de bestrijding wordt nu uitgevoerd zonder gebruik van pesticiden. Opmerkelijk is dat vooral de gecombineerde aanpak sterk afneemt. Bij deze bestrijdingsmethode worden naast fysieke ingrepen, ook nog chemische bestrijdingsmiddelen ingezet. De puur chemische bestrijding is in beperkte mate afgenomen. De toegepaste bestrijdingsmethode is onder meer afhankelijk van de soort. Zo gebeurt de bestrijding van distels nagenoeg uitsluitend op mechanische wijze. Ook bij de bestrijding van Reuzenberenklauw, Reuzenbalsemien en Rhododendron, wordt vooral gebruikt gemaakt van mechanische bestrijding. Bij bestrijding van Japanse Duizendknoop, wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van chemische bestrijdingsmiddelen. Tenslotte wordt ook nog bij het beheer van planten(rozen)collecties gebruik gemaakt van pesticeden. 14/04/2015 Pagina 14

4.4 Maaibeheer Op niveau Vlaanderen is het aandeel van maaibeheer binnen het takenpakket van een ANB-arbeider, al 5 jaar ongewijzigd op ongeveer van de tijd, wat overeenkomt met 20 VTE. De meest gebruikte machines bij maaibeheer door ANB-arbeiders zijn tractors en bosmaaiers, elk goed voor ongeveer een derde van het werk. Al lijkt de inzet van bosmaaiers af te nemen. Ook het gebruik van één-assige trekker is de afgelopen jaren afgenomen. Het gebruik van andere maaitoestellen neemt toe. In z n eentje komt de Limburgse Pistenbully meer en meer in beeld. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 2011 2012 2013 2014 2015 Tractor Pistenbully Maai+opraap combinatie Eén-assige trekker Bosmaaier Andere Figuur 10. Gebruik van machines bij maaibeheer in eigen regie. 2011 2012 2013 2014 2015 25% 2 15% 5% Figuur 11. Tijdsverloop maaibeheer eigen regie. Bovenstaande figuur illustreert goed het sterk seizoensgebonden karakter van maaibeheer, waarbij het grootste deel van het werk binnen een relatief korte periode dient te gebeuren. In 2015 werd duidelijk meer gemaaid in augustus dan gewoonlijk. In september werden de meeste maaiwerken uitgevoerd. 14/04/2015 Pagina 15

4.5 Parkbeheer De tijd die ANB-arbeiders besteden aan parkbeheer is sinds 2011 meer dan gehalveerd. In Vlaams-Brabant blijft het parkbeheer met 18% van de tijd, een belangrijke taak voor de ANBarbeiders. Onder parkbeheer worden alle activiteiten opgenomen die in specifieke parken worden uitgevoerd. Dit gaat dan om het zogenaamd groenbeheer, waar we onder meer het beheer van de collecties en het snoeien van hagen onder verstaan. Ook alle andere activiteiten die in parken plaats vinden, zoals het onderhoud van de paden of van de recreatieve infrastructuur, van de wegwijzers en de zitbanken, rekenen we mee onder parkbeheer. De werkzaamheden in de minder intensief beheerde zones in als park gekend staande domeinen (vb. Vordenstein, Gaasbeek), worden niet onder parkbeheer geregistreerd. 4.6 Aanplantingen In tegenstelling tot bijvoorbeeld regulier maaibeheer, zijn aanplantingen een eenmalige ingreep. Afhankelijk van de gemaakte beheerkeuzes, kunnen hierdoor voor dit type beheerwerk van jaar tot jaar meer schommelingen optreden in de 10 Perk hoeveelheid tijd die hieraan wordt 9 gespendeerd. Zoals duidelijk wordt in Figuur 12, is het vooral de tijd die 8 in (her)bebossingen wordt 7 Haag geïnvesteerd, die het patroon zal 6 bepalen. Dreef Globaal besteden de ANB-arbeiders rond de van hun werktijd aan aanplantingen. Het meeste tijd, ongeveer twee derde, gaat naar (her)bebossingen. Daarnaast wordt ook alsmaar meer tijd geïnvesteerd in de aanleg van houtkanten en struikengordels. 5 4 3 2 2011 2012 2013 2014 2015 Figuur 12. Types aanplantingen. Houtkant/Struikengordel Bosrand Boomgaard (Her)Bebossing Andere 14/04/2015 Pagina 16

Figuur 13 geeft een overzicht van de soorten die in 2015 werden aangeplant. Hieruit blijkt dat in 2015 minder Zomereik werd aangeplant dan in 2014, maar wel meer Wintereik. Dit betekent dat inlandse eik, zoals de vorige jaren, de meest gebruikte boomsoort is bij (her)bebossingen, met bijna de helft van het totaal aantal stuks. Zwarte Els en Boskers zijn in 2015 duidelijk minder in trek. Linde neemt een even groot aandeel in als vorig jaar, naaldhout is nauwelijks nog vertegenwoordigd. In totaal zijn zo n veertigtal verschillende soorten aangeplant, ongeveer hetzelfde aantal als de voorbije jaren. Wintereik 18% Beuk Linde 8% Haagbeuk 6% Boskers 5% Zwarte els Zomereik 3 Naaldhout Ruwe berk 1% Sporkehout 1% Andere Loofhout 4% Meidoorn 2% Esdoorn 2% Hazelaar 3% Figuur 13. Palet van aangeplante soorten in 2015 bij (her)bebossing. 14/04/2015 Pagina 17

4.7 Infrastructuurbeheer Bijna een vierde van de werktijd van ANB-arbeiders wordt gespendeerd aan het beheer van infrastructuur. Dit omvat infrastructuur met erg uiteenlopende doeleinden zoals toegankelijkheid, begrazing, bezoekersbeleving, In tegenstelling tot de 3 voorgaande jaren is er in 2015 beduidend meer tijd gegaan naar het onderhouden van bestaande infrastructuur, dan naar het aanleggen en plaatsen van nieuwe infrastructuur. Aan het afbreken van infrastructuur wordt relatief weinig tijd besteed. 10 9 8 7 6 5 4 3 2 2011 2012 2013 2014 2015 Paden & Verhardingen Gebouwen Ecologische infrastructuur Begrazingsinfrastructuur Andere Recreatieve infrastructuur Figuur 14. Aandeel van verschillende types infrastructuur. In Figuur 14 is de verhouding van de verschillende types infrastructuur weergegeven. Deze verhoudingen zijn de afgelopen jaren grotendeels gelijk gebleven. Zoals in het hoofdstuk Beleving al duidelijk werd, is het aandeel van recreatieve infrastructuur, sinds het begin van de registratie van de beheerwerken in POBW in 2011, duidelijk toegenomen, van 26% naar 35%. Naar het beheer van paden en verhardingen is de loop der jaren minder tijd gegaan. 14/04/2015 Pagina 18

4.8 Overhead arbeiders 2 18% 16% 14% 12% 8% 6% 4% 2% 2011 2012 2013 2014 2015 Figuur 15. Overhead arbeiders. Beheer machines Beheer gebouwen Administratie & Logistiek Vorming Overleg/Infosessies Medische controle Planning & Evaluatie Overige Onder de overhead van arbeiders rekenen we alle overkoepelende en ondersteunende taken, die niet rechtstreeks gebonden zijn aan het beheer van een welbepaald gebied maar ten goede komen aan alle domeinen in de regio. Het gaat bijvoorbeeld om het onderhoud van voertuigen en machines, maar ook de tijd voor overlegmomenten, het bijwonen van infosessies, het volgen van vorming of voor het uitvoeren van administratieve of logistieke taken, zoals databanken invullen of transport van machines en materiaal tussen de loodsen. In zijn totaliteit hebben deze activiteiten in 2015, 18% van de tijd ingenomen, het hoogste aandeel tot nu toe. Deze toename is vooral het gevolg van een stijging van de tijd die naar gebouwenbeheer is gegaan en ook door een toename van de tijd die in vorming is geïnvesteerd. Dit laatste is hoofzakelijk te verklaren door het invoeren van brevetten bij opleidingen, als onderdeel van het preventie- en veiligheidsbeleid binnen ANB. In 2015 werden voor specifieke werkzaamheden (vb. werken met kettingzaag) bijkomende opleidingen voorzien voor de arbeiders, om zich zo voor te bereiden op een proef tot het behalen van een brevet. Alle andere activiteiten hebben een gelijk aandeel behouden. Aan de overige activiteiten wordt zo n 2% van de tijd gespendeerd, hieronder vallen een beursbezoek, de arbeidersdag, de sportdag, 14/04/2015 Pagina 19

4.9 Werken door derden In 2015 werden 495 beheerwerken geregistreerd, die door externen werden uitgevoerd. Dit is duidelijk heel wat minder dan de 841 van 2014. Om technische redenen is de registratiegraad van deze uitbesteedde werken lager dan andere jaren. We moeten dus voorzichtig zijn bij de conclusies over deze gegevens. We stellen vast dat vooral beroep wordt gedaan op externen voor maaibeheer, exploitaties, begrazing en infrastructuurbeheer. 10 9 Overige werken 8 Maaibeheer 7 Infrastructuurbeheer 6 Groenbeheer 5 Graafwerken 4 Exploitaties 3 Bestrijding 2 Begrazing Aanplantingen 2011 2012 2013 2014 2015 Figuur 16. Type van werken uitgevoerd door derden, op basis van het aantal registraties in POBW. Stagairs/Leerwerk 4% Particul. Houtverkoop 4% Erkende Exploitanten & Kopers 9% Gebruiksovereenkomsten & Concessies 3 Vrijwilligers 2% Bestekken 46% Figuur 17. Wijze van uitbesteding in 2015. Bestelbon 3% Figuur 17 illustreert dat voor beheerwerken die door derden worden uitgevoerd, meestal gebruik gemaakt wordt van bestekken. Ook het uitvoeren van beheerwerken door toedoen van een gebruiksovereenkomst of concessie wordt veel toegepast. Een heel gelijkaardig patroon zagen we de voorgaande jaren. 14/04/2015 Pagina 20

4.10 Werkpatroon We bekijken hier 2 aspecten van het werkpatroon, namelijk het aantal arbeiders per werk en het aantal mandagen per werk. We houden enkel rekening met terreinwerk, niet met ondersteunende taken, zoals onderhoud machines en gebouwen, administratie, logistiek, Gemiddeld genomen wordt een beheerwerk uitgevoerd door 2,5 arbeiders. De ploeggrootte is de voorbije jaren nauwelijks gewijzigd. In 2015 zijn er iets minder werken uitgevoerd waarbij meer dan 5 arbeiders tegelijk werden ingezet, en iets meer werken die door twee arbeiders werden uitgevoerd. Iets meer dan 6 van de werken wordt door 1 of 2 arbeiders uitgevoerd. In een derde van de gevallen door 3 tot 5 arbeiders. Slechts voor 4% van de werken wordt een ploeg ingezet met meer dan 5 personen. Frequentie 4 35% 3 25% 2 15% 5% Figuur 18. Aantal arbeiders per werk Frequentie 5 45% 4 35% 3 25% 2 15% 5% Figuur 19. Aantal mandagen per werk 1 2 3-5 >5 Aantal arbeiders per werk 1 2 3-5 >5 Aantal mandagen per werk 2011 2012 2013 2014 2015 2011 2012 2013 2014 2015 Bijna twee derde van de beheerwerken neemt 1 of 2 mandagen in beslag. Ongeveer 1 op de 8 werken neemt langer dan 5 mandagen in beslag. Ten opzichte van een jaar eerder is dit aandeel nog wat gezakt. Daarentegen waren er in 2015 meer beheerwerken die één mandag duurden. 14/04/2015 Pagina 21

Uit beide parameters kunnen we afleiden dat het typische werkpatroon voor een ANB-ploeg bestaat uit kortdurende werken in klein ploegverband, dit zijn kleinschalige, gespecialiseerde of onvoorziene werken. Grootschalige werken worden meestal uitbesteed. 14/04/2015 Pagina 22