RAPPORT VAN BEVINDINGEN THEMAONDERZOEK ARBEIDSMARKTGERICHTE UITSTROOMPROFIEL VSO Pleysier College Zoetermeer Plaats : Zoetermeer BRIN nummer : 23GJ OKE 01 VSO Onderzoeksnummer : 288075 Datum onderzoek : 14 april 2016 Datum vaststelling : 10 juni 2016
Pagina 2 van 14
INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING............................................ 5 2 BEVINDINGEN.......................................... 7 3 VERVOLGTOEZICHT..................................... 14 Pagina 3 van 14
Pagina 4 van 14
1 INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs bezocht op 14 april 2016 het Pleysier College Zoetermeer voor een onderzoek naar de kwaliteit van het onderwijs in de arbeidsgerichte leerweg, de leerroute die leidt tot het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel. De school verzorgt voortgezet speciaal onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 13 tot 20 jaar met een gedragsstoornis en/of psychiatrische problematiek. Themaonderzoek arbeidsmarktgericht uitstroomprofiel vso Doel van dit onderzoek is het verzamelen van informatie in het kader van een landelijk themaonderzoek naar de staat van het voortgezet speciaal onderwijs in Nederland. De vraagstelling van dit themaonderzoek luidt: in hoeverre bereiden de scholen die het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel aanbieden de leerlingen voldoende voor op een arbeidsplaats in de samenleving. Daarnaast onderzoekt de inspectie hoe de school zorg draagt voor de kwaliteit van het onderwijspersoneel dat deze leerroute verzorgt. De inspectie voert dit onderzoek uit aan de hand van een thematisch waarderingskader - gebaseerd op het Toezichtkader speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs 2012 - in het voorjaar van 2016 op circa dertig scholen voor vso. Conform de uitgangspunten van het programmatisch handhaven is tevens gecontroleerd of de school voldoet aan bepaalde wettelijke voorschriften, waaronder de bevoegdheid van leraren. Meer informatie over het toezichtkader voor voortgezet speciaal onderwijs is te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Onderzoeksopzet De inspectie heeft documenten en gegevens over de school bestudeerd die bij de inspectie aanwezig zijn, alsmede documenten die de school heeft aangeleverd. Op basis hiervan zijn gesprekken gevoerd met functionarissen in de school. Tijdens het bezoek sprak de inspectie met de schoolleiding, de stagecoördinator, de gedragswetenschapper, leraren en leerlingen. In deze gesprekken is aandacht besteed aan aspecten van het onderwijs in het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel. Met de leraren en de directie is tevens gesproken over de Pagina 5 van 14
professionalisering van het personeel in het algemeen en in het bijzonder ten behoeve van het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel. Ook heeft de school vragenlijsten voor de directie en leraren ingevuld over het onderwerp professionalisering. Verder bezocht de inspectie twee lessen in de onderbouwgroep en vier lessen in de bovenbouwgroep. Het betrof twee lessen 'consumptief', twee lessen 'sport en beweging', een les 'loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding' en een les 'creatieve vorming'. Tot slot bezocht de inspectie een externe stage om nader kennis te nemen van de beroepspraktijkvorming. Uitkomsten van het onderzoek De inspectie heeft zich een algemeen beeld gevormd van de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van de indicatoren uit het thematische waarderingskader. De inspectie geeft oordelen over de kwaliteit van het onderwijs, maar omdat het om een beperkte selectie van indicatoren gaat, leidt het onderzoek niet tot een nieuw toezichtarrangement. Er verschijnt een gezamenlijke rapportage over de dertig themaonderzoeken in de volgende rapportage over de staat van het onderwijs (het Onderwijsverslag). Opbouw rapport In hoofdstuk 2 staan de bevindingen uit het onderzoek op het gebied van de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften. Daarna volgt een beschouwing waarin de inspectie de tekortkomingen toelicht en de schoolontwikkeling waar mogelijk in samenhang beschrijft. Hoofdstuk 3 bevat het toezichtarrangement. Pagina 6 van 14
2 BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren zij bij dit onderzoek heeft betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het thematische waarderingskader arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel vso. De bevindingen staan weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de school de desbetreffende indicator heeft gerealiseerd. Voor de indicatoren 1.1 tot en met 1.3 spreekt de inspectie geen oordeel uit omdat een landelijke norm voor opbrengsten vooralsnog ontbreekt. De inspectie onderzocht daarnaast of de school voldoet aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) Aspect 1: De onderwijsresultaten in het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel zijn van voldoende niveau; de school volgt de ontwikkeling van de leerlingen 1 2 3 4 5 1.1 De school behaalt met haar leerlingen resultaten die ten minste in overeenstemming zijn met de gestelde norm. 1.2 De leerlingen behalen sociale en maatschappelijke competenties op het niveau dat ten minste in overeenstemming is met de gestelde norm. 1.3 De school voldoet aan de landelijke standaard voor bestendiging. 1.4 De school stelt vast of de leerlingen zich ontwikkelen conform het ontwikkelingsperspectief (in het bijzonder de arbeidscompetenties) en maakt naar aanleiding hiervan beredeneerde keuzes. Aspect 2: Het onderwijsaanbod is toereikend en bereidt de leerlingen voor op de arbeidsmarkt 1 2 3 4 2.1 Voor het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel biedt de school de kerndoelen aan als te bereiken doelstellingen. 2.2 Het leerstofaanbod van de leerroute sluit aan op de uitstroombestemming. Pagina 7 van 14
Aspect 2: Het onderwijsaanbod is toereikend en bereidt de leerlingen voor op de arbeidsmarkt 1 2 3 4 2.3 De voorbereiding op en de uitvoering en begeleiding van de praktijkvorming zijn doeltreffend. Aspect 3: De kwaliteit van de praktijklessen is van voldoende niveau 1 2 3 4 3.1 De school heeft een veilige leer- en werksituatie voor zowel de leerlingen als het personeel. 3.2 De inrichting van het gebouw en de lesruimten getuigen van een veilige en inspirerende leer- en werkomgeving. 3.3 De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw. 3.4 De leraren geven duidelijke uitleg van de leerstof. 3.5 De leraren realiseren een taakgerichte werksfeer. 3.6 De leerlingen zijn actief betrokken bij de onderwijsactiviteiten. 3.7 De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces. 3.8 De leraren stemmen binnen de leerroute de aangeboden leerinhouden af op de onderwijsbehoeften van leerlingen. 3.9 De leraren stemmen de instructie af op verschillen in instructiebehoeften van leerlingen. De school draagt zorg voor de kwaliteit van het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel 1 2 3 4 4.1 De school evalueert regelmatig de kwaliteit van het onderwijsleerproces van het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel. 4.2 De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen in het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel (waaronder de bereikte arbeidscompetenties). 4.3 De school heeft een beeld van de competenties en functies die zij nodig acht voor het verzorgen van het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel. 4.4 De school heeft zicht op de ontwikkelbehoeften van het personeel. 4.5 De school heeft een professionaliseringsbeleid gericht op het (verder) ontwikkelen van de kwaliteit van het personeel dat het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel verzorgt. Wet- en regelgeving Nee Ja - De leraren die het onderwijs verzorgen, zijn daartoe bevoegd (WEC, art. 3). Pagina 8 van 14
2.2 Beschouwing Algemeen beeld Het Pleysier College Zoetermeer verzorgt voortgezet speciaal onderwijs aan leerlingen met ernstige gedragsproblemen. Sinds vorig jaar richtte de school een leerroute arbeidsmarktgericht in. Het onderwijsaanbod in deze leerroute bestaat, naast de algemeen vormende vakken, uit enkele praktijkvakken (techniek, consumptief en groen) en stage. De algemeen vormende vakken sluiten leerlingen af met certificaten gekoppeld aan de kwalificatiestructuur educatie. Aan de praktijkvakken zijn geen erkende certificaten verbonden. De recente start van de leerroute maakt dat het aanbod in ontwikkeling is. Zo is het onderwijs in de praktijkvakken nog weinig opbrengstgericht van karakter. Ook de wijze waarop de school de ontwikkeling van de leerlingen volgt en daarop stuurt moet beter. De inspectie beoordeelt bovendien verschillende aspecten van het pedagogisch en didactisch handelen en de afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van leerlingen als onvoldoende. Ook de kwaliteitszorg moet zich verder ontwikkelen. De inspectie stelt vast dat de kwaliteit op veel van de onderzochte indicatoren onvoldoende is. Zij heeft daarom met het bevoegd gezag afspraken gemaakt over het vervolgtoezicht. De inspectie stelt tekortkomingen vast in het naleven van de wettelijke voorschriften. Toelichting Opbrengsten en leerlingenzorg De school heeft voor de vakken Nederlands, rekenen/wiskunde en Engels een eigen schoolnorm geformuleerd. Voor individuele leerlingen stelt de school vast of zij de norm halen. De school heeft vooral inzicht in de resultaten op individueel niveau. Zij kan niet op schoolniveau, per leerroute en per vak laten zien in welke mate de school erin slaagt om de schoolnormen te bereiken. Voor de sociale en algemene werknemerscompetenties heeft de school nog geen normen ontwikkeld. Het onderwijs op deze gebieden krijgt bovendien nog te weinig systematisch vorm. De school kan de opbrengsten van het onderwijs op deze gebieden, noch op individueel niveau, noch op schoolniveau, goed in kaart brengen. Omdat de school pas sinds kort leerlingen voorbereidt op uitstroom naar arbeid, heeft zij nog nauwelijks uitstroom naar arbeid. De meeste leerlingen stromen uit naar het mbo. De directie is nu bezig om de arbeidstoeleiding meer invulling te geven. De directie zoekt hierbij actief de samenwerking met de gemeente, werkgevers en het praktijkonderwijs. De bestendiging van de uitstroom naar het mbo is matig. De school spant zich in om te achterhalen of leerlingen nog op de Pagina 9 van 14
plek van uitstroom zitten en het aantal leerlingen waarvan zij het niet weet, neemt af. De school stelt ontwikkelingsperspectieven voor leerlingen op, maar formuleert de eindniveaus die zij voor de verschillende vak- en ontwikkelingsgebieden nastreeft bij het uitstroomprofiel arbeid niet specifiek. Zij motiveert de keuze voor het arbeidsmarktgerichte uitstroomprofiel te weinig expliciet. Daarbij laat zij in enkele gevallen open of de school op uitstroom richting mbo of arbeidsmarkt koerst. Leraren volgen de cognitieve ontwikkeling van de leerlingen met behulp van genormeerde toetsen, maar het gebruik van de toetsen is onvoldoende systematisch. Leraren plannen de toetsen niet op vaste momenten en registreren de uitkomsten niet uniform. De toetsresultaten fungeren daardoor nog niet als instrument voor het systematisch plannen en volgen van de ontwikkeling van de leerlingen. Voor de algemene en specifieke werknemersvaardigheden en de sociale competenties van leerlingen gebruiken de leraren geen duidelijke leerlijnen en ook geen instrument om de ontwikkeling van de leerling te volgen. Indicator 1.4 is daarom onvoldoende. De school heeft de invoering van leerlijnen en een instrument voor het volgen van de sociale ontwikkeling wel gepland. Onderwijsaanbod De inspectie stelt vast dat de kwaliteit van het onderwijsaanbod in het arbeidsmarktgerichte profiel overwegend onvoldoende is. Het aanbod in de algemene vakken is gebaseerd op de kerndoelen. Het onderwijs in deze vakken bereidt voor op ivio-toetsen waarmee leerlingen certificaten behorend bij de kwalificatiestructuur educatie kunnen halen. De leerlingen zijn niet erg gemotiveerd voor het behalen van deze certificaten. Zij leveren geen diploma op en de relevantie voor doorstroom is beperkt. Toch kan de school het algemeen vormende onderwijs op een meer ambitieuze manier inrichten. Zij kan in samenspraak met de leerling in het ontwikkelingsperspectief aangeven welk niveau zij concreet per vak nastreeft en de leerling hier gericht op voorbereiden. De kerndoelen arbeid en de leergebiedoverstijgende kerndoelen zijn niet voldoende herkenbaar aanwezig in het aanbod. De indicator 2.1 is daarom onvoldoende. De school heeft wel een aanbod in praktijkvakken, maar de leraren werken binnen deze vakken niet doelgericht aan de ontwikkeling van algemene en specifieke werknemersvaardigheden. Leerlingen kunnen bovendien geen door de branches erkend certificaat halen. Het is onduidelijk welke eindniveaus de leraren precies nastreven. De arbeidsvoorbereiding kent geen doorgaande lijn en sluit onvoldoende aan op de eisen van de vervolgbestemming. De indicator 2.2 is daarom onvoldoende. De kleine omvang van de school maakt het lastig om een adequaat aanbod van praktijkvakken te Pagina 10 van 14
realiseren. De school zal dit vooral in samenwerking met anderen, zoals een praktijkschool of een ROC, moeten organiseren. De inspectie beoordeelt de inrichting van de beroepspraktijkvorming als voldoende. De school gebruikt sinds kort een instrument om de stagegeschiktheid van leerlingen in kaart te brengen. Leerlingen worden conform de afspraken begeleid en de organisatie van de stages voldoen aan de wettelijke vereisten. Een aandachtspunt vormt de wijze waarop de ontwikkeling van de leerlingen wordt gevolgd. De stagedoelen zijn erg globaal en kunnen in kleinere doelen worden opgedeeld en op maat van de leerling worden gemaakt. De school kan bovendien meer aandacht hebben voor arbeidspecifieke doelen. Onderwijsleerproces De inspectie beoordeelt de veiligheid van de leer- en werksituatie van leerlingen en personeel als voldoende. Zij ziet, op grond van de uitlatingen en het gedrag van leerlingen, de motivatie en het welbevinden van leerlingen wel als een aandachtspunt voor de school. De inspectie kon de uitkomsten van het onderzoek dat de school recent uitvoerde naar de veiligheid van leerlingen nog niet bij haar oordeel betrekken, omdat de school de uitkomsten nog moet analyseren. De kwaliteit van de lessen beoordeelt de inspectie op de indicatoren 3.4, 3.6 en 3.7 als onvoldoende. In enkele gevallen ontbrak een uitleg, of deze kende te weinig structuur. Leraren benoemden niet consequent het doel van de les of de leerdoelen van de leerlingen. Ook tussentijds werd hier niet aan gerefereerd. Van feedback op het leerproces tijdens de lessen zag de inspectie weinig voorbeelden. Leraren spannen zich in om leerlingen bij de les te betrekken en benaderen hen positief en respectvol. De leerlingen deden (uiteindelijk) wat er van ze werd verwacht, maar het onderwijs leek weinig betekenisvol voor hen. Ook de afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften moeten leraren verbeteren. De inspectie zag niet terug hoe leraren de leerinhouden of hun instructie afstemden op het niveau van de leerlingen. Ook in de werkplannen van de leerlingen vond de inspectie hier geen concrete aanwijzingen voor. Deze plannen beschrijven waar de leerlingen aan moeten werken, maar zijn te weinig specifiek en te weinig in termen van doelen geformuleerd om leraren en leerlingen houvast te geven. Kwaliteitszorg De kwaliteitszorg is in ontwikkeling. De school weet dat er diverse verbeteractiviteiten nodig zijn. De schoolleiding heeft deze opgenomen in een jaarplan en externe deskundigheid ingeschakeld om aan de versterking van de competenties van het team te werken. Pagina 11 van 14
De schoolleiding heeft door middel van frequente lesbezoeken zicht op de kwaliteit van het onderwijsleerproces. De school heeft echter te weinig zicht op de leeropbrengsten van leerlingen in het arbeidsmarktgerichte profiel. Indicator 4.2 is daarom onvoldoende. De school beschrijft wel hoeveel KSE-certificaten de leerlingen behalen, maar analyseert niet of dit overeenkomt met de verwachtingen en ambities van de school. Evenmin gaat zij na welke verbeteringen in het onderwijs noodzakelijk zijn om eventuele tegenvallende opbrengsten te verhogen. Als het om de arbeidscompetenties gaat is onduidelijk welke opbrengsten de school nastreeft. De school registreert wel naar welke uitstroombestemmingen de leerlingen uitstromen, maar zij analyseert deze uitstroom weinig diepgaand en verbindt er geen duidelijke consequenties aan. De school zou zichzelf de vraag moeten stellen hoe zij met haar kleine omvang een volwaardig arbeidsmarktgericht profiel kan bieden. Een nadere analyse van de kenmerken van de doelgroep, de uitstroom en de leeropbrengsten kan daarbij helpen. Tot nu toe is de uitstroom van leerlingen richting de arbeidsmarkt minimaal. De meeste leerlingen stromen door naar een opleiding in een ROC op niveau 1. In het schooljaar 2014/2015 stroomde geen enkele leerling uit naar werk. De school kan dan ook overwegen om naast de vormgeving van haar arbeidsmarktgerichte aanbod, de samenwerking met een ROC te intensiveren en voor deze leerlingen een entreeopleiding en/of een vmbo/basisberoepsgericht leer-werktraject in te richten. De directie heeft een beeld van de ontwikkelbehoeften van het team. De school formuleert jaarlijks een schoolbreed scholingsaanbod en biedt daarnaast ruimte voor individuele scholingswensen. Het team volgt op dit moment een intensieve scholing om de pedagogische en didactische competenties te versterken. Het personeel wordt goed betrokken bij het professionaliseringsbeleid en de verbeteractiviteiten. De analyse en het ontwikkeltraject zijn niet specifiek gericht op de competenties die leraren nodig hebben om de arbeidsvoorbereiding en arbeidstoeleiding vorm te geven. Er is nog geen duidelijke visie op de toekomst van het arbeidsmarktgerichte onderwijs, wat dit aan functies en competenties binnen het team vraagt en welke professionaliseringsactiviteiten hiervoor nodig zijn. De indicatoren 4.3 en 4.5 zijn daarom onvoldoende. Naleving De inspectie stelt tekortkomingen vast in de naleving van wet- en regelgeving met betrekking tot de bevoegdheden. Tijdens het onderzoek constateerde de inspectie dat drie personeelsleden onbevoegd zijn om (zelfstandig) les te geven. Op de school is een leraar werkzaam die een lerarenopleiding volgt en nog niet in het bezit is van een getuigschrift, waarmee Pagina 12 van 14
zij kan aantonen dat zij voldoet aan de eisen van bekwaamheid, zoals gesteld in artikel 32a, eerste lid, van de Wet op de expertisecentra (WEC). Zoals beschreven in artikel 3, zesde lid, van de WEC mag iemand alleen zelfstandig de lessen verzorgen zonder diploma wanneer diegene minimaal 180 studiepunten heeft behaald bij een studie die opleidt tot de bevoegdheid om les te mogen geven. Hiervan is geen sprake. Daarnaast heeft de school een onbevoegde leraar aangesteld ter vervanging van een zieke leraar. Dit is, conform artikel 3, vijfde lid van de WEC alleen geoorloofd indien het bestuur kan aantonen dat in de vacature niet kon worden vervuld door de benoeming van een bevoegde leraar. Hiervan is eveneens geen sprake. Tenslotte is er in de school een leraarondersteuner werkzaam die regelmatig zelfstandig als groepsleraar voor de klas staat. In artikel 3 van de WEC staat dat slechts degene met het juiste getuigschrift (lerarenopleiding of pabo op hbo-niveau) onderwijs mag verzorgen, behoudens de in artikel 3 WEC genoemde uitzonderingen. Daar is bij de leraarondersteuner geen sprake van. Degenen die niet aan de bevoegdheidseisen voldoen, mogen eigenlijk helemaal geen onderwijs verzorgen of les geven. De inspectie gedoogt wel de situatie waarin een onbevoegde als een leraarondersteuner een groepje leerlingen uit de klas lesgeeft terwijl er een bevoegde leraar voor de klas staat. Er moet dan een bevoegde leraar in de klas aanwezig zijn en de les verzorgen. De leraarondersteuner mag wel een deel van de les met een groepje leerlingen van de klas in een andere ruimte zitten, zolang dat maar binnen de les van de bevoegde leraar plaatsvindt. De inspectie stelt verder vast dat leerlingen met het uitstroomprofiel arbeidsmarktgericht die de school in 2015 hebben verlaten geen overgangsdocument hebben ontvangen. Op grond van artikel 14e, respectievelijk 14h, van de WEC dient het bevoegd gezag voor leerlingen met de uitstroomprofielen arbeidsmarktgericht en dagbesteding een overgangsdocument op te stellen. In dit document geeft de school aan met welke kennis en vaardigheden de leerlingen de school verlaten en welke ondersteuningsbehoefte de jongere heeft. Pagina 13 van 14
3 VERVOLGTOEZICHT De Inspectie van het Onderwijs stelt vast dat de kwaliteit van het onderwijs in de arbeidsmarktgerichte leerroute van het Pleysier College Zoetermeer op veel van de onderzochte indicatoren onvoldoende is. Zij spreekt daarom met het bestuur af dat er in het vierde kwartaal van 2016 een kwaliteitsonderzoek op de school wordt uitgevoerd. Naleving De inspectie stelde tekortkomingen vast in de naleving van de wettelijke voorschriften. De inspectie stelde vast dat drie personen niet voldoen aan de bevoegdheid tot lesgeven conform artikel 3 van de Wet op de expertisecentra (WEC). Het bevoegd gezag heeft de inspectie binnen de conceptfase van het rapport geïnformeerd over de maatregelen die zij heeft getroffen om de tekortkoming met betrekking tot de onbevoegde personeelsleden op te heffen. Met de maatregelen is deze tekortkoming opgeheven. De tweede tekortkoming is nog niet opgeheven en gaat over artikel 14 WEC door het ontbreken van het overgangsdocument. Het bevoegd gezag dient de geconstateerde tekortkoming in de naleving van wettelijke voorschriften op te heffen. De Inspectie van het Onderwijs geeft het bevoegd gezag daarom de volgende opdracht: Het bevoegd gezag zorgt er met ingang van het schooljaar 2016/2017 voor dat voor leerlingen met de uitstroomprofielen arbeidsmarktgericht en dagbesteding een overgangsdocument wordt opgesteld. Vóór 1 september 2016 ontvangt de inspectie ter beoordeling drie voorbeelden van opgestelde overgangsdocumenten. Pagina 14 van 14