Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni 13.30-16.30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.



Vergelijkbare documenten
Eindexamen wiskunde B vwo II

Een symmetrische gebroken functie

2 1 e x. Vraag 1. Bereken exact voor welke x geldt: f (x) < 0,01. De vergelijking oplossen:

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 maandag 15 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Lijst van formules en verwijzingen naar definities/stellingen die in het examen vwo wiskunde B wordt opgenomen

Tentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen wiskunde B vwo I

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen vwo wiskunde B 2013-I

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Examen VWO. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

wiskunde B vwo 2017-I

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-II

Vlakke meetkunde. Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 21 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen vwo wiskunde B 2014-I

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

wiskunde B bezem vwo 2018-II

wiskunde B vwo 2016-I

wiskunde B vwo 2015-II

wiskunde B bezem vwo 2018-I

Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting.

wiskunde B vwo 2017-II

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 donderdag 23 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Tentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen

BETALES. Wiskunde B. Examenoefeningen VWO. A. Smit BSc 3/14/2017

wiskunde B vwo 2016-II

Samenvatting stellingen uit de meetkunde Moderne Wiskunde voor het VWO (bovenbouw)

Diagnostische toets. AMB stelling van de omtrekshoek AMB ˆ ANB. AQB ARB ˆ 180 koordenvierhoekstelling =

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Centrale Commissie Voortentamen Wiskunde. Syllabus voortentamen Wiskunde B

LANDSEXAMEN VWO

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Achter dit examen is een erratum opgenomen.

Eindexamen wiskunde B vwo I

LANDSEXAMEN VWO

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur

LANDSEXAMEN VWO

12.1 Omtrekshoeken en middelpuntshoeken [1]

Examen VWO. wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

STELLINGEN & BEWIJZEN 5VWO wiskunde B 1 e versie

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 22 juni uur

12 Bewijzen in de vlakke meetkunde

Vlakke Meetkunde. Les 1 Congruentie en gelijkvormig

Correctievoorschrift VWO 2011

2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax

Overzicht eigenschappen en formules meetkunde

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 2 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 2 Woensdag 20 juni uur

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2

HZH: c, α en β ZZR: a, b en β

Examen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 20 mei uur

Vl. M. Nadruk verboden 1

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 22 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 2 woensdag 18 juni Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO wiskunde B. tijdvak 1 vrijdag 17 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO. wiskunde B1,2

2010-II bij vraag 1. Vooraf: De stelling van de constante (omtreks)hoek.

Examen VWO wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 16 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 14 mei uur

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

8.1 Gelijkvormige en congruente driehoeken [1] Willem-Jan van der Zanden

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2004-II

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Extra oefeningen: de cirkel

Examen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Bal in de sloot. Hierbij zijn x en f ( x ) in centimeters. Zie figuur 2.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 19 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Formulekaart VWO wiskunde B1 en B2

De vergelijking van Antoine

Examen VWO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. Wiskunde B1,2

dan liggen C en D op dezelfde cirkelboog AB (constante hoek) dus A, B, C en D liggen op één cirkel, dus ABCD is een koordenvierhoek

Examen VWO. tijdvak 31 dinsdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

2 Hoeken en bogen 77

Eindexamen wiskunde B1-2 vwo 2006-I

Atheneum Wispelberg - Wispelbergstraat Gent Bijlage - Leerfiche (3 e jaar 5u wiskunde): Meetkunde overzicht

Examen HAVO. wiskunde B. tijdvak 1 donderdag 9 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

14.0 Voorkennis. sin sin sin. Sinusregel: In elke ABC geldt de sinusregel:

Samenvatting. Hoofdstuk 4. Machtsfunctie De functie f x x n heet een machtsfunctie. Het verloop van de grafiek hangt af van de waarde van n.

Examen VWO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Laat men ook transversalen toe buiten de driehoek, dan behoren bij één waarde van v 1 telkens twee transversalen l 1 en l 2. Men kan ze onderscheiden

Examen HAVO. Wiskunde B1,2 (nieuwe stijl)

Transcriptie:

Examen VWO 0 tijdvak woensdag juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 8 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een goed antwoord behaald kunnen worden. Als bij een vraag een verklaring, uitleg of berekening vereist is, worden aan het antwoord meestal geen punten toegekend als deze verklaring, uitleg of berekening ontbreekt. Geef niet meer antwoorden (redenen, voorbeelden e.d.) dan er worden gevraagd. Als er bijvoorbeeld twee redenen worden gevraagd en je geeft meer dan twee redenen, dan worden alleen de eerste twee in de beoordeling meegeteld. VW-05-a---o

Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte hoek, overstaande hoeken, F-hoeken, Z-hoeken, afstand punt tot lijn, driehoeksongelijkheid. Meetkundige plaatsen: middelloodlijn, bissectrice, bissectricepaar, middenparallel, cirkel, parabool. Driehoeken: hoekensom driehoek, buitenhoek driehoek, congruentie: HZH, ZHH, ZHZ, ZZZ, ZZR; gelijkvormigheid: hh, zhz, zzz, zzr; middelloodlijnen driehoek, bissectrices driehoek, hoogtelijn driehoek, hoogtelijnen driehoek, zwaartelijn driehoek, zwaartelijnen driehoek, gelijkbenige driehoek, gelijkzijdige driehoek, rechthoekige driehoek, Pythagoras, gelijkbenige rechthoekige driehoek, halve gelijkzijdige driehoek. Vierhoeken: hoekensom vierhoek, parallellogram, ruit, rechthoek, vierkant. Cirkel, koorden, bogen, hoeken, raaklijn, vierhoeken: koorde, boog en koorde, loodlijn op koorde, middellijn, Thales, middelpuntshoek, omtrekshoek, constante hoek, raaklijn, hoek tussen koorde en raaklijn, koordenvierhoek. Goniometrie sin( tu) sintcosu costsinu sin( tu) sintcosu costsinu cos( tu) costcosu sintsinu cos( tu) costcosu sintsinu t u t u t u t u t u t u t u t u sintsinu sin cos sintsinu sin cos costcosu cos cos costcosu sin sin VW-05-a---o lees verder

Een symmetrische gebroken functie De functie f is gegeven door f( x) e x. 3p Bereken exact voor welke waarden van x geldt: f( x). 00 F( x) xln( e x) is een primitieve van f( x) e x. 4p Toon dit aan. Het vlakdeel V wordt ingesloten door de grafiek van f, de y-as, de x-as en de lijn x ln 3. 5p 3 Bereken exact de oppervlakte van V en schrijf je antwoord in de vorm ln k. Voor elke waarde van x geldt: 5p 4 Toon dit aan. f( x) f( x). VW-05-a---o 3 lees verder

Gelijke afstanden Tussen de landen A en B ligt een zee die begrensd is door een cirkelboog en een deel van lijn g. Het punt M is het middelpunt van de cirkelboog. Zie figuur. figuur land A M g zee land B VW-05-a---o 4 lees verder

We bekijken de punten in de zee die op gelijke afstand van beide oevers liggen. In figuur is zo n punt L getekend: de afstand LP van punt L tot land A is gelijk aan de afstand LQ van punt L tot land B. Hierin is P de loodrechte projectie van L op g en is Q het snijpunt van de lijn door M en L met de cirkelboog. figuur land A M P g L Q zee k land B R Om de ligging van punt L te onderzoeken, is in figuur een hulplijn k getekend evenwijdig aan lijn g. De afstand tussen de twee evenwijdige lijnen is gelijk aan de straal van de cirkelboog met middelpunt M. Punt R is de loodrechte projectie van L op k. Dus L ligt op PR en de lengte van PR is de afstand tussen g en k. Er geldt: L ligt op de middelloodlijn van MR. 4p 5 Bewijs dit. 4p 6 Teken in de figuur op de uitwerkbijlage de meetkundige plaats van alle punten in de zee die op gelijke afstand van beide oevers liggen. Licht je werkwijze toe. VW-05-a---o 5 lees verder

Het ontwerp van een brug Een gemeente wil in een park een brug over een vijver aanleggen. De brug moet: minstens 8,00 meter overspannen (de breedte van de vijver), als zijaanzicht de vorm van een sinusoïde hebben (om esthetische redenen), 3 horizontaal aansluiten op beide oevers (de oevers liggen even hoog), 4 een hoogste punt van,00 m boven het wateroppervlak hebben (om roeiboten eronderdoor te kunnen laten varen); het water staat 0,0 m onder het niveau van de beide oevers, 5 maximaal een helling hebben (voor mensen in een rolstoel). 5 In figuur staat een schets van een zijaanzicht van de situatie, waarbij de punten waarin de brug horizontaal aansluit op beide oevers steeds A en B genoemd worden. De tekening is niet op schaal. figuur brugdek A oever water oever B In dit zijaanzicht kiezen we een assenstelsel waarin de x-as op de hoogte van beide oevers ligt en de y-as door het hoogste punt van de brug gaat. We kiezen zowel op de x-as als op de y-as de meter als eenheid. Het zijaanzicht kan nu door een vergelijking in x en y beschreven worden. π Een vergelijking van de vorm y 0,40 cos x p, met x en y in meters, p positief en x binnen een geschikt interval, voldoet aan de eisen, 3 en 4. Hierbij is de dikte van het brugdek verwaarloosd. Afhankelijk van de waarde van p is ook aan eis voldaan. p 7 Bepaal voor welke waarden van p aan eis is voldaan. Als aan eis is voldaan, betekent dat nog niet dat is voldaan aan eis 5. Zo is bijvoorbeeld voor p 0,00 wel aan eis voldaan, maar niet aan eis 5. 5p 8 Bepaal voor welke waarden van p aan eis 5 is voldaan. VW-05-a---o 6 lees verder

Men kiest voor het zijaanzicht van de brug de vergelijking met p 40,00. Deze vergelijking is te schrijven als: y 0, 40 cos π 0,00 x De horizontaal gemeten afstand tussen A en B is in dit geval 40,00 meter, zodat aan eis is voldaan. Met de gekozen vergelijking is ook aan de vier andere eisen voldaan. De lengte van het brugdek blijkt bij deze keuze niet veel groter te zijn dan de horizontaal gemeten afstand tussen A en B. 4p 9 Bereken de lengte van het brugdek. Geef je antwoord in centimeters nauwkeurig. Het brugdek wordt 3,50 m breed. De uiteinden van de brug wil men ondersteunen door aan beide zijden, over de hele breedte van het brugdek, beton te storten. De betonnen gedeelten (met verticale wanden) beginnen op een afstand van 4,00 meter vanaf de rand van de vijver. In figuur zijn in een schets van een zijaanzicht beide delen van de betonnen ondersteuning met grijs aangegeven. De tekening is niet op schaal. figuur A brugdek 4,00 m 4,00 m oever oever waterw (8,00 m breed) B 5p 0 Bereken hoeveel kubieke meter beton voor de betonnen ondersteuning nodig is. VW-05-a---o 7 lees verder

Verticale en horizontale verbindingslijnstukken De functies f en g zijn gegeven door f( x) en gx ( ) met x 0. x x De grafieken van f en g snijden elkaar in het punt (, ). Voor a bekijken we bij x a het verticale verbindingslijnstuk tussen de grafieken van f en g. Zie figuur. 5p Bereken op algebraïsche wijze de exacte waarden van a waarvoor de lengte van het verticale verbindingslijnstuk 6 is. figuur y f g x = a 0 x Voor b bekijken we bij y b het horizontale verbindingslijnstuk tussen de grafieken van f en g. Zie figuur. De x-coördinaten van de eindpunten van dit verbindingslijnstuk zijn respectievelijk b en b. figuur y f g y = b Voor een zekere waarde van b is de lengte van dit lijnstuk maximaal. 6p Bereken met behulp van differentiëren de maximale lengte van het horizontale verbindingslijnstuk. 0 x VW-05-a---o 8 lees verder

Het vlakdeel V wordt ingesloten door de grafieken van f en g en de lijn y = 4. Zie figuur 3. 7p 3 Bereken exact de oppervlakte van V. Schrijf je antwoord zo eenvoudig mogelijk. figuur 3 y y = 4 V f g 0 x Het midden van een koorde Gegeven is een cirkel met middelpunt M. Punt C ligt binnen de cirkel. C is niet gelijk aan M. PQ is een koorde door C die niet door M gaat. Het midden van PQ is S. 3p 4 Bewijs dat S op de cirkel met middellijn MC ligt. VW-05-a---o 9 lees verder

Kostenfuncties In de economie onderscheidt men de volgende kosten bij de productie van een hoeveelheid q van een bepaald product: de totale kosten Tq ( ). de marginale kosten M ( q ), die benaderd kunnen worden door T' ( q ). In deze opgave geldt: M ( q) T' ( q) Tq ( ) de gemiddelde kosten Gq ( ). q Voor een bepaald product kunnen de totale kosten van de productie worden 3 berekend met de formule Tq ( ) 0, q, q 4, q, met q de geproduceerde hoeveelheid in duizendtallen en Tq ( ) de totale kosten in duizenden euro s. 4p 5 Bereken met behulp van differentiëren bij welke productiehoeveelheid q de gemiddelde kosten G(q) minimaal zijn. In het algemeen geldt dat de totale kosten T(q) eerst afnemend stijgend en vervolgens toenemend stijgend zijn. In figuur is deze situatie weergegeven. Omdat derdegraadsfuncties T met figuur 3 Tq ( ) aq bq cq d zich onder bepaalde voorwaarden voor a, b, c en d op deze manier gedragen, worden deze vaak gebruikt om de totale kosten te beschrijven. Voor een bruikbare derdegraadsfunctie T moet gelden: a 0, c 0 en d 0. Een voorwaarde voor b kan worden gevonden door te bedenken dat de marginale kosten M ( q) T' ( q) eerst afnemen en vervolgens toenemen. Dan moet 0 er dus een productiehoeveelheid q zijn waarbij de marginale kosten M(q) minimaal zijn. 5p 6 Toon aan dat hieruit volgt dat b 0. T q VW-05-a---o 0 lees verder

In figuur is de grafiek van een willekeurige totale kostenfunctie T getekend. De functie T hoeft niet een derdegraadsfunctie te zijn. De grafiek van T is een vloeiende kromme en vertoont dus geen knikken. Ook zijn in figuur de grafieken getekend van de marginale kostenfunctie M met M ( q) T' ( q) en de gemiddelde Tq ( ) kostenfunctie G met Gq ( ). q Verder is in figuur aangegeven dat voor q q 0 de gemiddelde kosten G(q) minimaal zijn. Dit betekent dat geldt: G' ( q0 ) 0 figuur 0 T q 0 M G q Het lijkt of de grafieken van G en M elkaar voor q q0 snijden. In economieboeken wordt inderdaad beweerd dat voor q q0 de marginale kosten M(q) en de gemiddelde kosten G(q) aan elkaar gelijk zijn. 4p 7 Toon op algebraïsche wijze aan dat uit G' ( q0 ) 0 volgt dat deze bewering waar is. Let op: de laatste vraag van dit examen staat op de volgende pagina. VW-05-a---o lees verder

Twee snijdende cirkels Twee cirkels c en c met middelpunten M en N snijden elkaar in de punten A en B. Het verlengde van de straal MB snijdt c in het punt C en het verlengde van de straal NB snijdt c in het punt D. Zie de figuur. Deze figuur staat ook op de uitwerkbijlage. figuur D B C M N A 4p 8 Bewijs dat de punten M, N, C en D op één cirkel liggen. VW-05-a---o* lees verder einde