Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Vergelijkbare documenten
Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

De hoeveelheid lucht die elke dag onderzocht wordt bedraagt 5,0 cm 3. Op dag 40

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Examentraining Natuurkunde havo Subdomein B2. Straling en gezondheid

Examen HAVO. natuurkunde (pilot) tijdvak 1 donderdag 26 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Y rijdag 14 mei, uur

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

natuurkunde havo 2017-I

Lees dit voorblad goed! Trek op alle blaadjes kantlijnen

- KLAS 5. c) Bereken de snelheid waarmee een elektron vrijkomt als het groene licht op de Rbkathode

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Samenvatting H5 straling Natuurkunde

Naam: Klas: Repetitie Radioactiviteit VWO (versie A)

LANDSEXAMEN HAVO

Samenvatting Natuurkunde Domein B2

5,5. Samenvatting door een scholier 1429 woorden 13 juli keer beoordeeld. Natuurkunde

TENTAMEN NATUURKUNDE

Hoofdstuk 9: Radioactiviteit

Eindexamen natuurkunde havo I

a Schrijf de eerste vier stappen op. b Waarom kunnen de β s die 234 Pa uitstoot, beter door een laagje plastic dringen dan de β s van

Examentraining Leerlingmateriaal

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Begripsvragen: Radioactiviteit

10 Materie en warmte. Onderwerpen. 3.2 Temperatuur en warmte.

Dit examen bestaat uit vier opgaven Bijlage: 1 antwoordpapier

natuurkunde havo 2018-I

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Inleiding stralingsfysica

Hoofdstuk 7 Stoffen en materialen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

EXAMEN HOGER ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 NATUURKUNDE. Vrijdag 19 augustus, uur

natuurkunde Compex natuurkunde 1,2 Compex

Hoofdstuk 5 Straling. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Materialen

TENTAMEN NATUURKUNDE

Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing.

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

Vraag Antwoord Scores

Formules voor Natuurkunde Alle formules die je moet kennen voor de toets. Eventuele naam of uitleg

methode 2: Voor de vervangingsweerstand van de twee parallel geschakelde lampen geldt:

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-II

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2008-I

Eindexamen natuurkunde 1 havo I

NATUURKUNDE. a) Bereken voor alle drie kleuren licht de energie van een foton in ev.

Examen HAVO. natuurkunde 1. tijdvak 1 vrijdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen natuurkunde pilot vwo II

UITWERKINGEN OEFENVRAAGSTUKKEN 5 HAVO. natuurkunde

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Vrijdag 27 mei totale examentijd 3 uur

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2008-I

Opgave 4 Het atoomnummer is het aantal protonen in de kern. Het massagetal is het aantal protonen plus het aantal neutronen in de kern.

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-II

Examen VWO Compex deel 2. Natuurkunde

Benodigdheden bekerglas, dompelaar (aan te sluiten op lichtnet), thermometer, stopwatch

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2006-II

Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak 1 Woensdag 31 mei totale examentijd 3,5 uur

HerSE4 6V Natuurkunde 1 Periode Versie 10/4/2008

Samenvatting Natuurkunde Ioniserende straling

Groep (klas 5), deel 1 Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Examen VWO. natuurkunde 1,2 Compex. Vragen 1 tot en met 12. In dit deel van het examen staan vragen waarbij de computer niet wordt gebruikt.

Opgave 1 Millenniumbrug

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2008-I

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2000-II

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: energie en warmte

Opgave 3 N-16 in een kerncentrale 2014 II

Vraagstuk 1: Lektest van een 106 Ru/ 106 Rhbron

Eindexamen natuurkunde pilot havo II

PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5

NATUURKUNDE - 5 VWO. e) Leg duidelijk uit waarom bij grote spanning de stroom constant wordt (RS in figuur 4.3)

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2001-I

Straling. Onderdeel van het college Kernenergie

De massadichtheid, dichtheid of soortelijke massa van een stof is de massa die aanwezig is in een bepaald

Stevin havo Antwoorden hoofdstuk 11 Stoffen en materialen ( ) Pagina 1 van 6

Je geeft de antwoorden op deze vragen op papier, tenzij anders is aangegeven.

Ioniserende straling - samenvatting

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2002-I

Samenvatting Natuurkunde Verwarmen en isoleren (Newton)

p na = p n,na + p p,na p n,na = m n v 3

Eindexamen natuurkunde compex vwo I

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo I

Opgave 1 Millenniumbrug

natuurkunde havo 2019-II

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2008-I

TENTAMEN NATUURKUNDE

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-II

Examen VWO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Opgave 1 SPECT-CT-scan

M V. Inleiding opdrachten. Opgave 1. Meetinstrumenten en grootheden. Vul het schema in. stopwatch. liniaal. thermometer. spanning.

natuurkunde oud programma havo 2015-I

natuurkunde havo 2015-II

Naam: examennummer:.

Eindexamen natuurkunde 1 vwo 2004-I

Examen HAVO. natuurkunde 1. tijdvak 1 woensdag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

1 Een lichtbron zendt licht uit met een golflengte van 589 nm in vacuüm.

Opgave: Eigenschappen van straling a) Gammastraling, röntgenstraling, bètastraling, alfastraling.

natuurkunde havo 2016-II

Transcriptie:

Oefentoets schoolexamen 5 Vwo Natuurkunde Leerstof: Hoofdstukken 3, 5, 6 Tijdsduur: Versie: A Vragen: 24 Punten: Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk Opmerking: Let op dat je alle vragen beantwoordt. Aantal ll: VEEL SUCCES!

De werkelijke toets bevat minder vragen.. Opgave 1: De vleermuis. In koude streken houden vleermuizen een winterslaap. Bij een omgevingstemperatuur van 5 C laten ze hun lichaamstemperatuur van 37 C dalen tot enkele tienden graden Celsius boven de buitentemperatuur. De hoeveelheid vet die ze dan per dag verbranden is daardoor veel kleiner dan de hoeveelheid vet die ze bij een lichaamstemperatuur van 37 C zouden verbranden. 2p Vraag 1 Maak onderstaande zin kloppend door de juiste woord te kiezen dat hieronder wordt aangegeven. Tijdens de winterslaap is...1... het lichaam van de vleermuis en de omgeving kleiner dan tijdens het waken. Daardoor is...2... per seconde wordt afgestaan aan de omgeving...3... en hoeft de vleermuis minder vet te verbranden. Kies voor plek 1: Kies voor plek 2: Kies voor plek 3: de temperatuur tussen de warmte die kleiner het temperatuurverschil tussen het warmteverschil dat groter de temperatuur toename van temperatuur die gelijk de temperatuur afname van De vleermuis onderbreekt tien tot vijftien maal per winterseizoen zijn winterslaap. Hij warmt daarbij in minder dan een uur op. In figuur 2 is de warmte die hierbij vrijkomt door vetverbranding (Pvet) en de warmte die per seconde aan de omgeving wordt afgestaan (Pomg) gegeven als functie van de tijd. 2p Vraag 2 Neem onderstaande tabel over en geef met een kruisje aan of de lichaamstemperatuur van de vleermuis stijgt, daalt, of gelijk blijft op de tijdstippen ta, tb en tc. Tijdstip Lichaamstemperatuur stijgt Lichaamstemperatuur daalt Lichaamstemperatuur blijft gelijk ta tb tc 2

De vleermuis gebruikt om zich op te warmen 1,1 10 3 J aan energie. De massa van de vleermuis is 6,6 g. De gemiddelde soortelijke warmte van de vleermuis is 3,0 10 3 J/(kg K). Tijdens het opwarmen van 5 C naar 37 C wordt een deel van de warmte aan de omgeving afgestaan. 4p Vraag 3 Bereken hoeveel warmte de vleermuis nodig heeft om zijn temperatuur te laten stijgen en bereken daarmee hoeveel warmte hij aan de omgeving wordt afgestaan. De dikte van de vacht van de vleermuis (dvacht) is 7,0 mm. De dikte van de onderhuidse vetlaag (dvet) is 2,0 mm. De vetlaag en de vacht zorgen samen voor de isolatie van het lichaam. In figuur 3 staat het temperatuurverloop weergegeven in de vetlaag en in de vacht. Ondanks dat de daling van de temperatuur in de vetlaag langzamer verloopt dan in de vacht, is in beide lagen de warmtedoorgifte overal hetzelfde. Vraag 4 Toon met behulp van figuur 3 aan dat geldt: λ vetlaag λ vacht = 6,2 3

Opgave 2: Straling Met een GM-teller wordt de activiteit van een radioactieve bron gemeten. Op het tijdstip t = 0 s registreert de teller 655 tikken per 10 s. Na 6,0 uur is het aantal tikken per 10 s teruggelopen tot 95. Bij het meten van de achtergrondstraling registreert de GM-teller gemiddeld 15 tikken per 10 s. 4p Vraag 5 Bereken de halveringstijd van de radioactieve isotoop in de bron. Bij een loodplaat met een dikte van 3,6 cm is de intensiteit van de doorgelaten straling 10% van de intensiteit van de invallende straling. Vraag 6 Bereken de halveringsdikte van lood voor deze straling. 1p Vraag 7 Geef aan welk type straling volgens jou op de loodplaat gevallen is. Een andere bron bevat het kobaltisotoop Co-60. Een kern van Co-60 vervalt tot een kern van Ni-60 onder uitzending van een deeltje. Vraag 8 Bepaal aan de hand van een vervalvergelijking welk deeltje wordt uitgezonden. Behalve het uitgezonden deeltje ontstaan bij het verval van de 60 Co-kern ook twee γ- fotonen: één met een energie van 1,17 MeV en één met een energie van 1,33 MeV (1,00 MeV = 1,6 10 13 J). De γ-straling van een 60 Co-bron wordt gebruikt voor bestraling van een kankergezwel. Dit gezwel wordt gedurende 12 minuten bestraald met een 60 Co-bron die een activiteit heeft van 45 MBq. Het gezwel heeft een massa van 36 g en absorbeert 15% van de energie van de uitgezonden γ-fotonen. 5p Vraag 9 Bereken de ontvangen equivalente dosis ten gevolge van deze γ-straling. Om het medisch personeel te beschermen tegen de γ-straling wordt een scherm met lood gebruikt. In de figuur hieronder is de halveringsdikte d1/2 van lood uitgezet tegen de energie van de opvallende γ-fotonen. Het scherm zorgt er voor dat 75 % van de straling wordt tegen gehouden. Vraag 10 Bepaal de dikte van het lood als de γ-straling een energie heeft van 1,33 MeV. 4

1p Opgave 5: Aluminium draad Ieder materiaal vervormt onder de invloed van spanning in het materiaal. Als de vervorming niet te groot is dan neemt het materiaal zijn oude vorm aan als de spanning weer wordt opgeheven. Als de spanning in het materiaal te groot is, dan schuiven groepen deeltjes langs elkaar heenvloeien. Vraag 20 Hoe noemen we deze vervorming waarbij de deeltjes langs elkaar heenvloeien? Het langs elkaar heen vloeien treedt op, op het moment dat de spanning boven de treksterkte uitkomt. Bij het gebruik van stoffen in het maken van bijvoorbeeld draad is de treksterkte een belangrijk gegeven omdat boven deze spanning de draad kan breken. 4p Een aluminiumdraad wil men gebruiken om een kracht uit te oefen van 24 kn. Vraag 20 Bereken welke oppervlakte de draad minimaal moet hebben zodat hij bij deze belasting geen gevaar loopt te breken. De draad heeft een lengte van 1,2 m als hij niet belast is. Vraag 21 Bereken met welke lengte de draad maximaal mag toenemen, wil deze niet het gevaar lopen te breken. Opgave 6: Het lokaal Onze schoollokalen zijn vol lucht, toch merken we daar weinig van. Toch speelt deze lucht een grotere rol dan we denken. Neem bijvoorbeeld eens een lokaal met een grondoppervlak van 200 m 2 en een hoogte van 3,5 meter waar de temperatuur 18 0 C is en de luchtdruk gelijk aan 1002 mbar. Vraag 22 Bereken hoeveel kilogram aan lucht in dat lokaal aanwezig is als 1 mol lucht 29 g weegt. De oppervlakte van een persoon is ongeveer 1,7 m 2. Vraag 23 Bereken de kracht die de lucht op deze persoon uitoefent. In het lokaal staat een spuit met een volume van 220 cm 3 waarin de lucht in eerste instantie in en uit kan. Vervolgens wordt de spuit afgesloten en wordt de temperatuur in de spuit met behulp van een verwarming verhoogd tot 26 0 C. Vraag 24 Bereken hoe groot de druk van de lucht in de spuit nu geworden is. 5