NABESPREKING PRACTICUMTOETS 26 APRIL 2018
INHOUD Deel 1: Centrale nabespreking Goede antwoorden Veel gemaakte fouten Deel 2: Individuele feedback 2
VRAAG 1A, BR UITWERKVRAAG Maak voor 1 meting van de vallende tennisbal een plot van de versnelling van de tennisbal als functie van de tijd. 3
VRAAG 1A, BR UITWERKVRAAG Wat was de door jou berekende waarde van de valversnelling? Leg aan de hand van de bij a gegeven plot uit of deze waarde overeenkomt met je data. De horizontale lijn voor de eerste piek in de gra4iek bij a en/of de horizontale lijn tussen de eerste en tweede piek in de gra4iek bij a dienen een waarde te hebben die dicht bij de berekende waarde van de berekende valversnelling ligt. Is dit het geval, dan komen de berekende waarde voor de valversnelling en de verwachting overeen. 4
VRAAG 2, BR MEETVRAAG Hoe heb je het diafragma bij opdracht 1b ingesteld? Antwoord met: een zo groot mogelijke opening, een zo klein mogelijke opening, in het midden van het bereik, of iets dergelijks. Waarom is dit een goede keuze voor deze practicumopdracht? Ik heb een zo groot mogelijke opening gekozen. Dit is een goede keuze omdat er dan zo veel mogelijk licht op de chip valt. Het nadeel van een zo groot mogelijke opening is vermindering van de scherptediepte maar omdat de bal in een zo goed als twee dimensionaal vlak loodrecht op de as van de camera bewoog is dit voor deze opdracht geen probleem. 5
VRAAG 3, BR UITWERKVRAAG Geef de Matlabcode die je gebruikt hebt om de omwentelingssnelheid (in rpm) te berekenen. (Geef 1 tot maximaal 3 regels code.) rpm = (mean(crankhoekv2)/(2*pi)) * 60 Leg je code uit, dus zeg wat de variabelen voorstellen, wat de gebruikte functies doen en waarom je voor bepaalde waarden gekozen hebt. Verwijs steeds naar je Matlab-code. 6
VRAAG 4, KP MEETVRAAG Welke range van de ladingsversterker is gebruikt voor de x- en y-richting bij de metingen voor opdracht 3c? Waarom is dit een geschikte range voor deze metingen? Range 1, want dit geeft de grootste gevoeligheid en heeft geen clipping tot gevolg omdat de krachten in de x- en y-richting kleiner zijn dan het maximale bereik. 7
VRAAG 5, KP UITWERKVRAAG Bij Opdracht 4a heb je de omwentelingssnelheid van een fietser bepaald met behulp van een power spectrum. Geef de Matlab-code die je gebruikt hebt om de variabelen te maken die je vervolgens hebt geplot in de power spectral density plot (er wordt dus NIET gevraagd naar de code voor het maken van de plot zelf). (Geef 1 tot maximaal 3 regels code.) [Pxx,F] = pwelch(fp(:,3)-mean(fp(:,3)),[],[],[],fs); 8
VRAAG 5, KP UITWERKVRAAG Leg je code uit, dus zeg wat de variabelen voorstellen, wat de gebruikte functies doen en waarom je voor bepaalde waarden gekozen hebt en wat deze waarden voorstellen. Verwijs steeds naar je Matlab-code. [Pxx,F] = pwelch(fp(:,3)-mean(fp(:,3)),[],[],[],fs); De functie pwelch geeft de power spectral density van het krachtsignaal fp(:,3), dit is het signaal waarin de verstoring het best zichtbaar was. Pxx is de berekende power spectral density en F zijn de bijbehorende frequenties. mean berekent het gemiddelde. Het gemiddelde van het signaal wordt van het signaal afgetrokken om een piek bij 0 Hz te voorkomen. fs staat voor de bemonsteringsfrequentie. [] geeft aan dat de segmentlengte, de overlap en het aantal punten van de DFT die meegenomen worden bij de berekening standaard worden gekozen. 9
VRAAG 6, EMG UITWERKVRAAG Plot het krachtsignaal, dat gemeten is tijdens de meting om het effect van vermoeidheid op het EMG-signaal te bepalen, als functie van de tijd. 10
11
VRAAG 6, EMG UITWERKVRAAG Leg aan de hand van de bij a gegeven plot uit of de meting bruikbaar is om het effect van vermoeidheid op het EMGsignaal te bepalen. De meting is (niet) bruikbaar omdat het krachtsignaal (niet) redelijk constant blijft. Als het krachtsignaal maar voor een bepaalde periode ongeveer constant was: de meting is bruikbaar omdat er een periode is waarin het krachtsignaal ongeveer constant was, en deze periode lang genoeg was en vermoeidheid optrad binnen deze periode. 12
VRAAG 6, EMG UITWERKVRAAG Leg aan de hand van de bij a gegeven plot uit of de meting bruikbaar is om het effect van vermoeidheid op het EMGsignaal te bepalen. Veelgemaakte fout: Het kracht-signaal is GEEN EMG-signaal! 13
VRAAG 7, EMG UITWERKVRAAG Geef de Matlab-code waarmee je het filter maakt dat je gebruikt hebt om de EMG-signalen bij opdracht 6 te filteren. (Let op: er wordt gevraagd naar de code waarmee je het filter maakt, dus niet naar de code waarmee je het filter toepast op je data.) N=2; % De orde van het filter fc=20; % De afsnijfrequentie Wn=fc/(fs/2); [B,A]=butter(N,Wn,'high'); 14
VRAAG 7, EMG UITWERKVRAAG Leg je code uit, dus zeg wat de variabelen voorstellen, wat de gebruikte functies doen en waarom je voor bepaalde waarden gekozen hebt. Verwijs steeds naar je Matlab-code. N=2; fc=20; Wn=fc/(fs/2); [B,A]=butter(N,Wn,'high'); N is de orde van het filter. Deze is laag, 2, omdat de overgang tussen verzwakken en doorlaten geleidelijk mag zijn en een hogere orde artefacten geeft. fc is de afsnijfrequentie. Deze is 20 omdat onder de 20 Hz de power van het EMGsignaal laag is terwijl de power van stoorsignalen (bewegingsartefacten) hier relatief hoog kan zijn. fs is de bemonsteringsfrequentie. B en A zijn de coëfficiënten die de filter eigenschappen bepalen. butter is een functie om de coëfficiënten van een butterworth filter te bepalen. high zorgt ervoor dat er een hoogdoorlaatfilter wordt gemaakt. 15