Uw gebruiksaanwijzing. HP BUSINESS INKJET 2300 http://nl.yourpdfguides.com/dref/894463



Vergelijkbare documenten
Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Eigen PostScript- of PCL-printerstuurprogramma voor Windows installeren

HP Business Inkjet 1000 Series printer. Gebruikershandleiding

Windows Custom PostScript- of PCL-printerstuurprogramma installeren

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Windows 2000, Windows XP en Windows Server 2003

Uw gebruiksaanwijzing. HP BUSINESS INKJET 1000 PRINTER

Versienotities voor de klant Fiery EXP4110, versie 1.1SP1 voor Xerox 4110

Voor alle printers moeten de volgende voorbereidende stappen worden genomen: Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Handleiding voor aansluitingen

Hier beginnen. Inktcartridges uitlijnen zonder een computer

Uw gebruiksaanwijzing. SHARP AL-1633/1644

Speciale afdrukmethoden en - materialen

Afdrukmateriaal plaatsen in de standaardlade voor 250 vel

Printersoftware. De printersoftware. De Epson-software bevat de software voor de printerdriver en EPSON Status Monitor 3.

QL-500 QL-560 QL-570 QL-650TD QL-1050

De inhoud van de verpakking controleren

Naslagkaart voor de 5210n / 5310n

Eenvoudige afdruktaken

Windows 98 en Windows ME

Netwerkhandleiding voor Windows bij hp deskjet 900c series-printer. Nederlands

Installatiehandleiding MF-stuurprogramma

Uw gebruiksaanwijzing. HP DESKJET 990C

HP DeskJet 720C Series printer. Zeven eenvoudige stappen voor het installeren van uw printer

AR-NB2 NETWERK UITBREIDINGS KIT. SOFTWARE-INSTALLATIEGIDS (voor de netwerkprinter) MODEL

Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

De inhoud van de verpakking controleren

Aansluitingengids. Windows-instructies voor een lokaal aangesloten printer. Voordat u de printersoftware installeert voor Windows

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET

Windows Vista /Windows 7- installatiehandleiding

Afdrukproblemen. Afdrukkwaliteit

Stappen voor snelle installatie vanaf cd-rom

Opmerking: Stel de geleiders in op de juiste positie met behulp van de formaatindicatoren aan de onderkant van de lade.

2500C. Professional Series Color Printer NETWERKGIDS

Korte installatiehandleiding voor de datakabel CA-42

Uw gebruiksaanwijzing. HP LASERJET 8150MFP

HP Color LaserJet CM1312 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal

Color LaserJet Pro MFP M278-M281. Gids met technische specificaties

LASERJET ENTERPRISE M4555 MFP-SERIE. Software-installatiehandleiding

D4600 Duplex Photo Printer

Uw gebruiksaanwijzing. SAMSUNG SCX-3205W

Color LaserJet Pro M153-M154. Gids met technische specificaties

Color LaserJet Pro MFP M178-M181. Gids met technische specificaties

Printerproblemen oplossen

Uw gebruiksaanwijzing. NAVMAN F-SERIES DESKTOP F20

HP Deskjet 9800-serie

Eenvoudige afdruktaken

COLOR LASERJET ENTERPRISE CM4540 MFP-SERIE. Software-installatiehandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP COMPAQ D230 MICROTOWER DESKTOP PC

Naslagkaart. Printeroverzicht. Naslagkaart

Over deze printer. Printeroverzicht 1. Lettertypelijst. Werken met kleuren. Papierverwerking. Onderhoud. Problemen oplossen. Beheer.

Printerproblemen oplossen

Online Handleiding Start

DE NETWERKPRINTER INSTALLEREN

Digitale camera Softwarehandleiding

Een fax verzenden. Het bedieningspaneel gebruiken. De computer gebruiken

Configuratiesoftware voor NetWare-netwerken

HP LaserJet P2030-serie-printer. Paper and Print Media Guide

Installatiehandleiding

HP Color LaserJet CP2020-serie Handleiding voor papier en afdrukmateriaal

Kopiëren > Instellingen > Pagina's per zijde. Voor printermodellen zonder touchscreen drukt u op om door de instellingen te navigeren.

Handleiding voor printersoftware

Overzicht van opties voor service en ondersteuning

Z65n Color Jetprinter

Dubbelzijdig afdrukken

DIGITAAL KLEUREN MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION A6000

Wifi-instellingengids

LASERJET ENTERPRISE 500 COLOR MFP. Naslaggids M575

HIER BEGINNEN. Draadloos USB Bedraad. Wilt u de printer aansluiten op een draadloos netwerk? Ga naar Draadloze installatie en verbinding.

Controlelijst bij het uitpakken

Inhoudsopgave Gebruikershandleiding pagina Inleiding... 2 Minimale systeemvereisten Software installeren... 3

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

De universeellader accepteert papier met de volgende afmetingen: breedte 69,85 mm tot 229 mm. lengte 127 mm tot 355,6 mm

Fiery Driver Configurator

AL-1633 AL-1644 DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL SYSTEEM SOFTWARE INSTALLATIE HANDLEIDING

Xerox ColorQube 8700 / 8900 Bedieningspaneel

PostScript 3 Supplement

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION W5000

Dick Grooters Raadhuisstraat GM Best tel: Printen en Scannen

QL-580N QL-1060N. Handleiding voor de installatie van de software. Nederlands LB A

Inleiding. De instructies zijn primair bedoeld voor:

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 800/1000 Press, versie 1.3

VOORDAT U DE SOFTWARE INSTALLEERT INSTALLATIE IN EEN WINDOWS-OMGEVING INSTALLATIE IN EEN MACINTOSH-OMGEVING PROBLEMEN OPLOSSEN

Samengesteld door: Xerox Corporation Global Knowledge and Language Services 800 Phillips Road, Bldg S Webster, New York USA

Geheugenmodules. Handleiding

Handleiding voor netwerkprinten

HP Officejet Pro K550-serie. Gebruikershandleiding

2 mei Remote Scan

HP LaserJet P2050-serie-printer. Paper and Print Media Guide

HP Color LaserJet CM2320 MFP-serie Handleiding Papier en afdrukmateriaal

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Z13 Color Jetprinter Z23 Color Jetprinter Z33 Color Jetprinter

Getting Started Guide Nederlands

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Het installeren van Microsoft Office Versie: 2.1

Gebruiksaanwijzing Installatiehandleiding stuurprogramma

Gebruikers van een USB-kabel: Sluit de USB-kabel pas aan in stap A2. Alle tape verwijderen en het scherm omhoog klappen

Afdrukopties aanpassen

LCD MONITOR SHARP INFORMATION DISPLAY GEBRUIKSAANWIJZING

Transcriptie:

U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding Handleiding Bedieningshandleiding Instructiehandleiding

Handleiding samenvatting: Uitgave 1, 11/2003 Handelsmerken 3TM, Acrobat en PostScript zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated. AutoCADTM is een in de V.S. geregistreerd handelsmerk van Autodesk, Inc. HP-UX versie 10.20 en later en HP-UX versie 11.00 en later (in zowel 32 en 64-bits configuratie) op alle HP 9000 computers behoren tot de producten van het merk Open Group UNIX 95. Microsoft, MS-DOS, MS Windows, Windows en Windows NT zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten. @@@@@@@@UNIX is een geregistreerd handelsmerk van de Open Group. Adobe, Adobe PostScript Veiligheidsinformatie Neem bij het gebruik van dit product altijd de algemene voorzorgsmaatregelen in acht om de kans op letsel ten gevolge van brand of elektrische schokken te beperken. 1 Zorg dat u alle instructies in de printerdocumentatie hebt gelezen en begrepen. Sluit dit product uitsluitend aan op een geaard stopcontact. Als u niet zeker weet of een stopcontact geaard is, kunt u advies inwinnen bij een erkende elektricien. Neem alle waarschuwingen en aanwijzingen in acht die op dit product worden aangegeven. Haal het netsnoer uit het stopcontact voordat u dit product reinigt. Plaats of gebruik dit product niet in de buurt van water of wanneer u nat bent. Zorg dat het product stevig op een stabiel oppervlak staat. Zet het product op een veilige plaats waar niemand op het netsnoer kan trappen of erover kan struikelen en het netsnoer niet wordt beschadigd. Zie "Onderhoud en probleemoplossing" als de printer niet naar behoren functioneert. Dit product bevat geen onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Laat onderhoudswerkzaamheden over aan erkende onderhoudsmonteurs. 2 3 4 5 6 7 8 9 Inhoud Aan de slag Aanvullende documentatie...... 1-1 Printerconfiguraties...... 1-2 Printeronderdelen... 1-3 Vooraanzicht........ 1-3 Gedeelte met afdrukbenodigdheden..... 1-4 Achteraanzicht.. 1-4 Bedieningspaneel....

1-5 De printer aansluiten 1-6 Onderdelen van de printersoftware. 1-6 Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel of parallelle kabel (Windows)...... 1-8 De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Windows)....... 1-10 Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac)... 1-11 Aansluiten op een netwerk...... 1-12 De printersoftware verwijderen...... 1-15 Software in Windows verwijderen (alle versies)..... 1-15 Installeren van optionele accessoires Automatische duplex-eenheid... 2-1 HP Jetdirect-afdrukserver...... 2-2 Printergeheugenmodules.. 2-4 Lade 2 voor 500 vel

. 2-8 De optionele accessoires in het printerstuurprogramma activeren..... 2-9 Gebruik van de printer Afdrukmateriaal selecteren..... 3-1 Ondersteunde formaten van afdrukmateriaal........ 3-1 Ondersteunde materiaalsoorten en -formaten... 3-2 Minimummarges..... 3-4 Afdrukmateriaal plaatsen....... 3-4 Tips voor het laden van media.... 3-5 Papier plaatsen in lade 1 of lade 2...... 3-5 Laden selecteren..... 3-6 Afdrukken met behulp van de printerstuurprogramma's.

.. 3-7 De afdrukinstellingen wijzigen... 3-8 De instellingen in Windows wijzigen 3-8 De instellingen aanpassen in Mac OS.... 3-9 Afdrukken op speciaal afdrukmateriaal..... 3-10 Afdrukken op kaarten en enveloppen... 3-10 Afdrukken op transparanten..... 3-10 Afdrukken op materiaal met een speciaal formaat... 3-11 Foto's afdrukken... 3-12 Afdrukken op beide zijden van de pagina... 3-13 Richtlijnen voor dubbelzijdig afdrukken....... 3-13 Automatisch dubbelzijdig afdrukken.... 3-14 Afdruktaken annuleren...

3-15 NLWW i Diagnostiekhulpmiddelen gebruiken De Werkset gebruiken.... 4-1 Tabblad Printerstatus. 4-1 Tabblad Informatie.... 4-2 De ingebouwde webserver gebruiken.. 4-2 Ingebouwde webserverpagina's........ 4-3 Tabblad Informatie..... 4-4 Tabblad Instellingen.... 4-4 Tabblad Netwerken..... 4-5 Other Links (Overige koppelingen)..

. 4-5 HP Instant Support gebruiken........ 4-6 myprintmileage gebruiken. 4-7 HP Web Jetadmin gebruiken.... 4-8 Onderhoud en probleemoplossing Onderhoud van de printkoppen.. 5-1 De printkoppen reinigen.... 5-1 De contacten van de printkoppen reinigen 5-2 De printkoppen uitlijnen 5-3 Vervangen van inktpatronen en printkoppen.. 5-3 Inktpatronen vervangen..... 5-3 Printkoppen vervangen...

.. 5-4 Kleur kalibreren.... 5-5 Regelinvoer kalibreren.... 5-5 Algemene tips bij het oplossen van problemen 5-6 Quick checkup [Snelle controle]... 5-6 Een configuratiepagina afdrukken...... 5-8 Printerproblemen oplossen..... 5-9 Afdrukproblemen oplossen.... 5-12 Kleurprobleemoplossing.....

.. 5-16 Problemen met de verwerking van afdrukmateriaal oplossen... 5-18 Papierstoringen verhelpen..... 5-20 Tips voor het vermijden van storingen.. 5-22 Installatieproblemen oplossen.. 5-22 HP benodigdheden en accessoires bestellen Accessoires....... 6-1 Accessoires voor materiaalverwerking... 6-1 DIMM's... 6-1 Interfacekabels. 6-1 Netwerkaccessoires....

... 6-2 Benodigdheden.... 6-2 Inktpatronen... 6-2 Printkoppen... 6-2 HP-media...... 6-3 Ondersteuning en garantie Contact opnemen met de klantenondersteuning.... 7-1 Beperkte garantie van Hewlett-Packard...... 7-3 Printerspecificaties en overheidsvoorschriften Printerspecificaties.. 8-1 Overheidsinformatie.... dwebbrowser of vanuit de Werkset (alleen Windows). @@HP Instant Support HP Instant Support is een Internet-hulpprogramma dat productspecifieke services, tips voor probleemoplossing en informatie over de printer biedt. Met deze informatie kunt u printerproblemen vaststellen en oplossen en uw afdruktaken en printerbenodigdheden beter beheren. Zie "HP Instant Support gebruiken" voor meer informatie. Internet De volgende HP websites hebben de nieuwste printersoftware, productinformatie en ondersteuningsinformatie beschikbaar voor de printer. http://www.hp.com/support/businessinkjet2300 http://www.hp.com NLWW 1-1 Printerconfiguraties Dg is om te annuleren, hangt af van de grootte van de afdruktaak. Met deze knop kunnen ook alle menu's worden gesloten. Knop Doorgaan ( ): Hervat het afdrukken na verwijderbare fouten. Met deze knop kunnen ook alle

menu's worden gesloten. Lampje Klaar: geeft een van de volgende drie statussen aan: Aan -- De printer is online en klaar om afdruktaken te accepteren. Uit -- De printer is uitgeschakeld. Knipperend -- De printer wordt geïnitialiseerd, annuleert een afdruktaak of wordt uitgeschakeld. 8 9 10 Lampje Attentie: geeft een van de volgende drie statussen aan: Uit -- Er zijn geen omstandigheden die de aandacht vragen. Dit gaat gewoonlijk vergezeld van een printerstatusbericht. Knipperend -- Er is een fout opgetreden in de printer waarvoor de tussenkomst van de gebruiker vereist is (zoals een open klep of papierstoring). Dit gaat gewoonlijk vergezeld van een foutbericht. Knippert afwisselend met het lampje Klaar -- Er is een kritische fout opgetreden en tussenkomst van de gebruiker is vereist. Dit gaat gewoonlijk vergezeld van een kritiek-foutbericht. Zie "Berichten op het bedieningspaneel" voor een lijst met berichten die op het bedieningspaneel kunnen verschijnen. Zie "Een menustructuur van het bedieningspaneel afdrukken" voor meer informatie over het afdrukken van een menustructuur van de instellingen die toegankelijk zijn via het bedieningspaneel. NLWW 1-5 De printer aansluiten Met de printer kunt u lokaal of via een netwerk afdrukken. Lokaal afdrukken Voor lokaal afdrukken kunt u de printer aansluiten via een USB-kabel of via een parallelle kabel. Volg deze procedures voor de aansluiting van de printer en de installatie van de printersoftware: Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel of parallelle kabel (Windows) Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac) Zie "Onderdelen van de printersoftware" voor meer informatie over de printersoftware bij de printer. U kunt de printer op de volgende manieren delen: Als u de printer via een USB-kabel of parallelle kabel op een computer met Windows hebt aangesloten, kunt u op eenvoudige wijze in een netwerk werken. Dit wordt ook wel lokaal gedeeld netwerkgebruik genoemd. Via deze methode kunt u de printer met andere Windows-gebruikers delen. Zie "De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Windows)" voor meer informatie. Als u de printer via een USB-kabel op een computer met een Macbesturingssysteem hebt aangesloten, kunt u ook gebruik maken van een lokaal gedeeld netwerk. Via deze methode kunt u de printer met andere Macgebruikers delen. Zie "De printer delen in een peer-to-peer-netwerk (Mac OS)" voor meer informatie. Afdrukken via een netwerk Als er een HP Jetdirectafdrukserver is geïnstalleerd, kan de printer in een netwerkomgeving worden gedeeld door deze rechtstreeks op het netwerk aan te sluiten. Via deze methode kunnen zowel Windows- als Mac OS-gebruikers afdrukken. Zie "Aansluiten op een netwerk" voor meer informatie. Onderdelen van de printersoftware Printersoftware voor Windows en Mac OS kunt u vinden op de installatie-cd-rom bij de printer. Onderdelen Windows printersoftware De printersoftware voor Windows bestaat uit de volgende onderdelen: Printerstuurprogramma's Printerstuurprogramma's bieden toegang tot de printerfuncties en zorgen dat de computer met de printer kan communiceren. De volgende printerstuurprogramma's worden bij de printer geleverd. Besturingssysteem* Windows 98, Windows Me Windows NT 4.0 Windows 2000 Windows XP 32-bit Windows XP 64-bit (Alleen beschikbaar op http://www.hp.com/support/businessinkjet2300) NLWW PCL 5c, PCL 6 en PostScript (PS) level 3-emulatie 1-6 *De printerfuncties kunnen variëren al naar gelang stuurprogramma en besturingssysteem. Raadpleeg de Help bij het printerstuurprogramma voor meer informatie. Zie "Afdrukken met PostScriptemulatie" als u het geëmuleerde PostScript-printerstuurprogramma op Windows 98, Windows ME of Windows NT 4.0 gebruikt. Werkset De Werkset geeft informatie over de status en het onderhoud van de printer. Zie "De Werkset gebruiken" voor meer informatie. Schermlettertypen Schermlettertypen (ook wel "printerlettertypen") zijn lettertypen die door de computer worden gebruikt en overeenkomen met de lettertypen in de printer. Adobe PostScript 3TM-schermlettertypen worden ook bijgeleverd. Aanpassingsprogramma Met dit hulpprogramma kunt u installatieopties selecteren en een aangepast installatieprogramma maken dat kan worden opgestart vanuit een batchbestand. U vindt het hulpprogramma in het menu van de installatie-cdrom. Onderdelen van de printersoftware voor Mac OS De printersoftware voor Mac OS bestaat uit de volgende onderdelen: Besturingssysteem Mac OS 9 (9.1 en hoger), Mac OS X Classic (10. 1 en hoger) Mac OS X (10.1 en hoger) PPD's PDE's HP LaserJet-hulpprogramma PPD's (PostScript-printerbeschrijvingsbestanden) PPD's in combinatie met het Apple LaserWriter 8-printerstuurprogramma geven toegang tot de printerfuncties en maken het mogelijk dat de computer kan communiceren met de printer.

Een installatieprogramma voor de PPD's en andere software wordt op de installatie-cd-rom geleverd. Gebruik het Apple LaserWriter 8-printerstuurprogramma dat bij de computer is geleverd. PDE's (Printing Dialog Extensions) PDEs zijn code plug-ins die toegang bieden tot de printerfuncties zoals het aantal exemplaren, dubbelzijdig afdrukken en kwaliteitsinstellingen. Een installatieprogramma voor de PDEs en andere software wordt op de Starter CD geleverd. HP LaserJet-hulpprogramma Met het HP LaserJet programma kunt u functies gebruiken die niet beschikbaar zijn in het printerstuurprogramma. Gebruik de geïllustreerde schermen om de printerfuncties te selecteren en taken uit te voeren met de printer, zoals volgt: download bestanden, bekijk lettertypen en wijzig een groot aantal printerinstellingen controleer het tonerniveau configureer en stel de printer in voor Internet Protocol (IP) of afdrukken via AppleTalk Opmerking Het HP LaserJet-hulpprogramma wordt niet ondersteund voor Koreaans, Japans, Vereenvoudigd Chinees en Traditioneel Chinees. NLWW 1-7 Andere bronnen U kunt de printerinstallatiesoftware voor UNIX -netwerken (HP-UX, Sun Solaris) downloaden op http://www.hp.com. Ga naar http://www.linuxprinting.org voor meer informatie over het gebruik van Linux met HP-printers. Ga naar http://www7. software.ibm.com/2bcprod.nsf voor meer informatie over het gebruik van het IBM PostScript 3-emulatieprinterstuurprogramma voor IBM OS/2. Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel of parallelle kabel (Windows) Gebruik een USB-kabel om de printer aan te sluiten op de USB-poort van een computer met Windows 98, Windows Me, Windows 2000 of Windows XP. Als de computer niet aan deze specificaties voldoet, sluit u de printer aan op de computer via een parallelle kabel. Opmerking Sluit tijdens de installatie niet gelijktijdig een USB-kabel en parallelle kabel aan op de printer. U kunt het beste eerst de software installeren voordat u de printer op de computer aansluit. Sluit de parallelle of USB-kabel pas aan als dit wordt gevraagd. Als op de computer niet Windows 2000 (Service Pack 3 en hoger) of Windows XP is geïnstalleerd, moet u de computer wellicht opnieuw opstarten om de installatie van de software te voltooien. In de meeste gevallen kunt u nadat u de printersoftware hebt geïnstalleerd en de printer op de computer hebt aangesloten, extra printers installeren via USBkabels zonder dat u de printersoftware opnieuw hoeft te installeren. Als u de printer aansluit op een computer met Windows XP 64-bits, downloadt u het printerstuurprogramma van http://www.hp.com/support/businessinkjet2300 en installeert u het met Printer toevoegen vanuit de map Printers of Printers en faxen. Eerst de software installeren (aanbevolen) Volg deze installatieprocedure als u nog geen USB-kabel of parallelle kabel hebt aangesloten. Deze methode verdient de voorkeur. Opmerking 1 2 Als u Windows NT 4.0, Windows 2000 of Windows XP gebruikt, hebt u beheerdersprivileges nodig om het printerstuurprogramma te installeren. Sluit alle toepassingen af die nog open zijn. Plaats de installatie-cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt automatisch geopend. Als de cd niet automatisch start, klikt u op Start en daarna op Uitvoeren. In het venster met de opdrachtregel typt u de letter van het cd-rom-station gevolgd door :\SETUP (bijvoorbeeld D:\SETUP). 3 4 5 6 In het cd-menu klikt u op Printerstuurprogramma installeren. Selecteer de gewenste taal en klik op OK. Volg de instructies op het scherm. Klik op Aangesloten op deze computer en op Volgende wanneer het programma om het aansluitingstype vraagt. 1-8 NLWW 7 Voer een van de volgende procedures uit: Voor een USB-aansluiting: Selecteer USB-kabel en klik op Volgende. Voor een parallelle aansluiting: Klik op Parallelle kabel en selecteer de parallelle poort waarop de printer is aangesloten (normaal gesproken LPT1). Klik op Volgende. Opmerking U word aangeraden de Werkset te installeren. Hiervoor klikt u op Normale installatie (Aanbevolen). Als u Aangepaste installatie selecteert, kunt u in de lijst met opties opgeven welke onderdelen van de Werkset u wilt installeren. De Werkset geeft informatie over de status en het onderhoud van de printer. Bovendien biedt de Werkset toegang tot documentatie en hulpmiddelen voor het oplossen van printerproblemen. Als u de Werkset niet installeert, worden er geen foutberichten van de printer weergegeven op uw computer en hebt u geen toegang tot de website voor myprintmileage. Zie "De Werkset gebruiken" voor meer informatie. 8 Volg de aanwijzingen op het scherm om door te gaan met de installatie. U kunt de printer tijdens de installatie delen. Zie "Een printer delen die op de computer is aangesloten" voor het delen van de printer na de installatie. 9 Wanneer het programma dit vraagt, sluit u de USB-kabel of parallelle kabel aan op de computer en de printer. De wizard Nieuwe hardware gevonden verschijnt op het scherm en het printerpictogram wordt in de map Printers gemaakt. Eerst de hardware installeren Als u een USB-kabel of parallelle kabel hebt aangesloten voordat u de software start, verschijnt de wizard Nieuwe hardware gevonden op het scherm van de computer. Volg deze aanwijzingen om de installatie te voltooien. Opmerking Schakel de printer niet uit en verwijder de kabel niet van de printer als het printerinstallatieprogramma wordt uitgevoerd. Wanneer u dit wel doet, wordt het installatieprogramma niet voltooid. 1 Opmerking 2 3 In het venster waarin u een methode kunt selecteren om naar het stuurprogramma te gaan, selecteert u de geavanceerde optie en klikt u op Volgende. De hardwarewizard mag niet automatisch zoeken naar het stuurprogramma. Schakel het selectievakje in waarmee u de locatie van het stuurprogramma kunt opgeven en controleer of de andere selectievakjes zijn uitgeschakeld. Plaats de installatie-cd-rom in het cd-rom-station. Wanneer het cd-menu verschijnt, klikt u twee keer op Afsluiten om het cd-menu te sluiten. 4 5 Blader naar de hoofdmap van de installatie-cd-rom (bijvoorbeeld D:) en klik op OK. Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm. U kunt de printer tijdens de installatie delen. Zie "Een printer delen die op de computer is aangesloten" voor het delen van de printer na de installatie. 6 Klik op Voltooien. Nadat u de installatie hebt voltooid, wordt het printerinstallatieprogramma automatisch gestart. Dit kan enkele minuten duren. Voor Windows 98 en Windows ME moet u nu het installatieprogramma voltooien als u een stuurprogramma in een andere taal dan het Engels wilt installeren. Het installatieprogramma bevat opties waarmee u onderdelen die niet bij het stuurprogramma horen, zoals de Werkset, kunt installeren. U kunt het beste de Werkset installeren. NLWW 1-9 De printer delen in een lokaal gedeeld netwerk (Windows) In een lokaal gedeeld netwerk is de printer rechtstreeks aangesloten op de USB-poort of parallelle poort van een computer (de server) en wordt de printer gedeeld door andere computers (clients).

Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een beperkt gebruik van de printer. De snelheid van de computer die is aangesloten op de printer neemt af wanneer veel gebruikers afdrukken naar de gedeelde printer. U kunt de printer in een lokaal gedeeld netwerk delen wanneer: De computer die is aangesloten op de printer onder Windows draait. De printer wordt gedeeld met andere Windows-gebruikers. (De printer kan niet worden gedeeld met Mac-gebruikers.) Zie "Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac)" om de printer aan te sluiten op een Macintosh en deze met andere Mac OSgebruikers te delen. Een printer delen die op de computer is aangesloten Opmerking Wanneer u een lokaal aangesloten printer deelt, gebruikt u de computer met het meest recente besturingssysteem als de server. U kunt het beste Windows 2000 of Windows XP als server gebruiken. 1 Volg een van de onderstaande stappen vanaf het Windows-bureaublad: Windows 98, Windows Me, Windows NT 4.0 en Windows 2000: Klik op Start en kies Instellingen en Printers. Windows XP: Klik op Start en kies Printers en faxapparaten. @@2 3 4 Klik met de rechtermuisknop op de printer, kies Eigenschappen en klik op de tab Delen. Selecteer de optie voor het delen van de printer en geef de printer een share-naam. Als u de printer deelt met gebruikers van andere Windows-versies, kunt u op Extra stuurprogramma's klikken om hun stuurprogramma's te installeren. Voor deze optionele stap moet de installatie-cd-rom in het cd-rom-station zijn geplaatst. Als Windows NT 4.0 de server is, moeten beheerders het stuurprogramma voor de gebruikersmodus van Windows 2000 en Windows XP op de server installeren. Windows 2000 en Windows XP kunnen namelijk afdrukken met het stuurprogramma voor de kernelmodus van Windows NT 4. 0. Het stuurprogramma voor de gebruikersmodus van Windows 2000 en Windows XP op de Windows NT 4.0-server installeren: 1 2 Klik op de tab Algemeen en klik op de knop Nieuw. Wanneer het programma u vraagt naar bestanden, gaat u naar de map Windows 2000 en Windows XP op de installatie-cd-rom en selecteert u het stuurprogramma voor de gebruikersmodus. 1-10 NLWW Een printer gebruiken die op een andere computer is aangesloten U kunt clients op drie verschillende manieren op de printer aansluiten: Installeer de printersoftware vanaf de Starter-CD. Wanneer het programma dit vraagt, selecteert u Aangesloten via netwerk en vervolgens Clientinstallatie voor client-server afdrukken. Blader naar de printer op het netwerk en sleep de printer naar de map Printers. Voeg de printer toe en installeer de software vanaf het INF-bestand in het netwerk. Vraag de netwerkbeheerder waar het INF-bestand is opgeslagen. U kunt de INF-bestanden op de installatie-cd-rom vinden met het volgende pad: <CD>:\Setup\Drivers\<stuurprogramma>\<besturingssysteem>\<taal>. Als D: bijvoorbeeld de letter van het cd-rom-station is, bevindt het Engelstalige PCL6 INF-bestand voor Windows 2000 en Windows XP zich in D:\Setup\Drivers\PCL6\Win2k_XP\English. Rechtstreeks aansluiten via een USB-kabel (Mac) Installeer eerst de software en sluit de printer vervolgens aan op de computer. Als de installatie is voltooid, kunt u de printer met andere Mac-gebruikers delen. Zie "De printer delen in een peer-to-peer-netwerk (Mac OS)" voor meer informatie. 1 Plaats de installatie-cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt automatisch geopend. Wanneer het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het cd-pictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. U kunt dit pictogram vinden in de map Installer:<taal> op de installatie-cd-rom (bijvoorbeeld Installer:English voor de Engelse versie). 2 3 4 5 Volg de instructies op het scherm. Sluit de kabel aan tussen de poorten op de computer en de printer. Schakel de printer in. Voltooi de installatie op een van de volgende manieren: Mac OS 9 (9.1 en hoger): Voltooi stap 6 tot en met 10. Mac OS X (10.1 en hoger): Voltooi stap 11 tot en met 13. Mac OS 9 (9.1 en hoger): 6 7 8 9 Op de harde schijf dubbelklikt u op het pictogram Desktop Printer Utility in Toepassingen (Mac OS 9): Programmamap. Selecteer in het pop-up menu LaserWriter8, selecteer Printer (USB) in de lijst en klik vervolgens op OK. Zorg dat HP Business Inkjet 2300 is geselecteerd en klik op Selecteren. In het gedeelte PostScript printerbeschrijvingsbestand (PPD) van het venster dat verschijnt, klik op Auto Setup. 10 Klik op Aanmaken. Het printericoon verschijnt op uw bureaublad. NLWW 1-11 Mac OS X (10.1 en hoger) 11 Open het Afdrukcentrum (in de map Toepassingen\Hulpprogramma's) en klik op Printer toevoegen. 12 In het pop-up menu selecteert u USB. 13 Selecteer HP Business Inkjet 2300 in de lijst en klik op Toevoegen. Er verschijnt een stip naast de printernaam of de printernaam wordt vet weergegeven om aan te geven dat deze printer nu de standaardprinter is. De printer delen in een peer-to-peer-netwerk (Mac OS) 1 Op de computer die is aangesloten op de printer opent u USB-printer delen in het Configuratiescherm en deelt u de printer. Vervolgens voegt u de printer toe aan de netwerkomgeving. Raadpleeg de Mac Help voor meer informatie. Voor andere gebruikers die willen afdrukken, moet de printer eerst worden gekozen bij USB-printer delen. Vervolgens selecteert u de netwerkomgeving waarin de printer wordt gedeeld en kiest u de printer. 2 Aansluiten op een netwerk Als er een HP Jetdirect-afdrukserver is geïnstalleerd, kan deze in een netwerkomgeving worden gedeeld door deze rechtstreeks op het netwerk aan te sluiten. Deze configuratie biedt betere afdrukprestaties dan afdrukken via aansluitingen buiten het netwerk en de mogelijkheid om de printer te delen met Windows- en Mac OS-gebruikers. De HP Business Inkjet 2300n en 2300dtn worden geleverd met een geïnstalleerde HP Jetdirect-afdrukserver. Als u een HP Jetdirect-afdrukserver voor de HP Business Inkjet 2300 hebt aangeschaft, installeert u deze in de printer en sluit u de printer aan op het netwerk. Zie "Een interne HP Jetdirect-afdrukserver installeren" voor meer informatie. Het printerstuurprogramma op een computer of server installeren (Windows) Installeer het printerstuurprogramma op de computer die als server wordt gebruikt. 1 2 Sluit alle toepassingen af die nog open zijn. Plaats de installatie-cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt automatisch geopend. Als het CD-menu niet automatisch wordt geopend, klikt u op Start en vervolgens op Uitvoeren. In het venster met de opdrachtregel typt u de letter van het cd-rom-station gevolgd door :\SETUP (bijvoorbeeld D:\SETUP). In het cd-menu klikt u op Printerstuurprogramma installeren. Kies de taal en klik op OK. Volg de instructies op het scherm. Wanneer het programma u vraagt naar het type verbinding, selecteert u Aangesloten via netwerk en klikt u op Volgende. Selecteer vervolgens Elementaire netwerkinstallatie voor een PC of server (aanbevolen) en klik op Volgende.

NLWW 3 4 5 6 1-12 7 8 Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. Wanneer u een server als computer wilt instellen, voert u de volgende handelingen uit. a Selecteer de optie voor het delen van de printer en selecteer de installatie van de printerstuurprogramma's voor Windows-clients. Het installatieprogramma installeert het printerstuurprogramma voor de server en kopieert de clientstuurprogramma's naar een locatie op de server voor gebruikers (clients). b Volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. Zie "Het printerstuurprogramma op een Windows-client installeren" voor het delen van de printer door Windows-gebruikers. Zie "De software voor een netwerkprinter op een Macintosh installeren" voor het delen van de printer door Mac OS-gebruikers. Het printerstuurprogramma op een Windows-client installeren Zodra het printerstuurprogramma is geïnstalleerd op de server, kan de printer worden gedeeld. Afzonderlijke Windows-gebruikers die de netwerkprinter willen gebruiken, moeten de printersoftware op hun computers (clients) installeren. Een clientcomputer kan op drie verschillende manieren op de printer worden aangesloten: In de map Printers dubbelklikt u op het pictogram Printer toevoegen en volgt u de aanwijzingen voor de installatie van een netwerkprinter. Installeer de printersoftware vanaf de Starter-CD. Wanneer het programma dit vraagt, selecteert u Aangesloten via netwerk en vervolgens Clientinstallatie voor client-server afdrukken. Blader naar de printer in het netwerk en sleep de printer naar de map Printers. Voeg de printer toe en installeer de software vanaf het INF-bestand in het netwerk. Vraag de netwerkbeheerder waar het INF-bestand is opgeslagen. U kunt de INF-bestanden op de installatie-cd-rom vinden met het volgende pad: <CD>:\Setup\Drivers\<stuurprogramma>\<besturingssysteem>\<taal>. Als D: bijvoorbeeld de letter van het cd-rom-station is, bevindt het Engelstalige PCL6 INF-bestand voor Windows 2000 en Windows XP zich in D:\Setup\Drivers\PCL6\Win2k_XP\English. Het printerstuurprogramma installeren via de optie Printer toevoegen 1 Volg een van de onderstaande stappen vanaf het Windows-bureaublad: Windows 98, Windows Me, Windows NT 4.0 en Windows 2000: Klik op Start en kies Instellingen en Printers. Windows XP: Klik op Start en kies Printers en faxapparaten. @@2 3 Dubbelklik op Printer toevoegen en klik vervolgens op Volgende. Voer een van de volgende procedures uit: Windows 98, Windows ME, Windows 2000 en Windows XP: Selecteer de optie voor netwerkprinters. Windows NT 4.0: Selecteer Netwerkafdrukserver. 4 Klik op Volgende. NLWW 1-13 5 Voer een van de volgende procedures uit: Voer het netwerkpad of de wachtrijnaam in van de gedeelde printer en klik op Volgende. Klik op Diskette wanneer het programma dit vraagt om het printermodel te selecteren. Klik op Volgende en zoek de printer in de lijst met Gedeelde printers. 6 Klik op Volgende en volg de aanwijzingen op het scherm om de installatie te voltooien. Netwerkpoort toevoegen aan de printer Als u al printersoftware hebt geïnstalleerd met het printerinstallatieprogramma en u een poort wilt maken om de printer en de HP Jetdirect-afdrukserver via een netwerk met elkaar te verbinden, voert u de volgende handelingen uit: 1 2 In de map Printers klikt u met de rechtermuisknop op de printer en kiest u Eigenschappen. Voer een van de volgende procedures uit: Windows NT, Windows 2000 en Windows XP: Selecteer het tabblad Poorten en klik vervolgens op Poort toevoegen. Windows 98 en Windows ME: Selecteer het tabblad Details en klik vervolgens op Poort toevoegen. 3 4 Selecteer een nieuwe HP-standaardpoort en wijs de poort toe aan de printer. Klik op OK. De software voor een netwerkprinter op een Macintosh installeren Afzonderlijke Mac OS-gebruikers die de netwerkprinter willen gebruiken, moeten de printersoftware op hun computers installeren. 1 Plaats de installatie-cd-rom in het cd-rom-station. Het cd-menu wordt automatisch geopend. Wanneer het cd-menu niet automatisch wordt geopend, dubbelklikt u op het cd-pictogram op het bureaublad en dubbelklikt u op het pictogram van het installatieprogramma. U kunt dit pictogram vinden in de map Installer:<taal> op de installatie-cd-rom (bijvoorbeeld Installer:English voor de Engelse versie). 2 3 Volg de instructies op het scherm. Voltooi de installatie op een van de volgende manieren: Mac OS 9 (9.1 en hoger): Voltooi stap 4 tot en met 8. Mac OS X (10.1 en hoger): Voltooi stap 9 tot en met 11. Mac OS 9 (9.1 en hoger) 4 5 6 7 8 Op de harde schijf dubbelklikt u op het pictogram Desktop Printer Utility in Toepassingen (Mac OS 9): Programmamap. Selecteer in het pop-up menu LaserWriter8, selecteer Printer (AppleTalk) in de lijst en klik vervolgens op OK. Controleer of HP Business Inkjet 2300 is geselecteerd en klik op Selecteren. In het gedeelte PostScript printerbeschrijvingsbestand (PPD) van het venster dat verschijnt, klik op Auto Setup. Klik op Aanmaken. Het printericoon verschijnt op uw bureaublad. U kunt de Kiezer ook gebruiken om de printer te selecteren en toe te voegen. Open Kiezer, selecteer LaserWriter en HP Business Inkjet 2300 en klik op Setup om het PPD-bestand te selecteren. 1-14 NLWW Mac OS X (10.1 en hoger) 9 Open het Afdrukcentrum (in de map Toepassingen\Hulpprogramma's) en klik op Printer toevoegen. Als u een AppleTalk-netwerk gebruikt, selecteert u AppleTalk in het pop-upmenu. Wanneer u een LPR netwerk gebruikt, dient u in het pop-upmenu LPR printer met gebruik van IP te selecteren en vervolgens typt u het IP-adres voor de printer. In Mac OS X (10.2.3 of hoger) selecteert u Rendezvous, waarmee u automatisch apparaten kunt vinden en verbinden via elk IP-netwerk. 11 Selecteer HP Business Inkjet 2300 in de lijst en klik op Toevoegen. Er verschijnt een stip naast de printernaam of de printernaam wordt vet weergegeven om aan te geven dat deze printer nu de standaardprinter is. 10 Voer een van de volgende procedures uit: De printersoftware verwijderen Volg de onderstaande procedures voor het verwijderen van de printersoftware. Software in Windows verwijderen (alle versies) 1 2 3 4 5 6 Sluit alle toepassingen af die nog open zijn. Ga vanuit het menu Start naar het Configuratiescherm. Dubbelklik op Programma's toevoegen/verwijderen. Selecteer de printersoftware die u wilt verwijderen. Klik op de knop voor het toevoegen of verwijderen van software. Selecteer Alles verwijderen om de printersoftware te verwijderen. Selecteer Modify the existing installation als u afzonderlijke onderdelen wilt verwijderen (u moet de installatie-cd-rom hiervoor in het cd-rom-station plaatsen). Volg de aanwijzingen op het scherm om het verwijderen van de printersoftware of -onderdelen te voltooien. Als u Windows NT 4. 0, Windows 2000 of Windows XP gebruikt, hebt u beheerdersprivileges nodig om de printersoftware te verwijderen.

U kunt het verwijderprogramma ook als volgt uitvoeren: klik op het menu Start en kies Programma's, hp business inkjet 2300 series en Uninstall hp business inkjet 2300 series (de werkelijke stappen zijn afhankelijk van het besturingssysteem). Volg de aanwijzingen op het scherm om het verwijderen van de printersoftware te voltooien. Opmerking Als de software niet kan worden verwijderd of als het verwijderprogramma niet kan worden gevonden, probeert u het hulpprogramma voor het verwijderen van software op de installatie-cd-rom. Zie onderstaande stappen. 7 Opmerking NLWW 1-15 Het hulpprogramma voor het verwijderen van software ("scrubber") uitvoeren 1 2 3 4 Koppel de printer los van de computer. Start Windows opnieuw op. Plaats de Starter-CD in het cdrom-station. Zoek de "scrubber" op de installatie-cd-rom en voer het programma uit. Voor Windows 98 en Windows Me: Gebruik het bestand scrub9x. exe in de map Utils\Scrubber\Win9x_Me. Voor Windows 2000 en Windows XP: Gebruik het bestand scrub2k.exe in de map Utils\Scrubber\Win2k_XP. 1-16 NLWW 2 Installeren van optionele accessoires De volgende accessoires zijn beschikbaar voor de printer. Automatische duplex-eenheid HP Jetdirectafdrukserver Printergeheugenmodules Lade 2 voor 500 vel Zie "HP benodigdheden en accessoires bestellen" voor meer informatie over het bestellen van accessoires. Automatische duplex-eenheid De printer kan automatisch afdrukken op beide zijden van het papier met de automatische duplex-eenheid. Indien uw printer geen auto-duplex module bevat, kan deze afzonderlijk worden gekocht. Een automatische duplex-eenheid installeren 1 2 Druk op de (Aan/uit-toets) om de printer uit te zetten Druk op de knoppen op het achterpaneel en verwijder het paneel van de printer. 3 Schuif de automatische duplex-eenheid in de printer totdat deze vastklikt. Nadat u de automatische duplex-eenheid hebt geïnstalleerd, moet u deze activeren in het printerstuurprogramma (zie "De optionele accessoires in het printerstuurprogramma activeren"). Zie "Afdrukken op beide zijden van de pagina" voor meer informatie over het gebruik van de automatische duplex-eenheid. NLWW 2-1 Als u een ander besturingssysteem dan Windows of Mac OS gebruikt, hoeft u de automatische duplex-eenheid niet te activeren. Als u op beide zijden van de pagina wilt afdrukken, schakelt u de instelling DUBBELZIJDIG op het bedieningspaneel in (Afdrukken, menu). HP Jetdirect-afdrukserver De printer kan in een netwerkomgeving worden gedeeld door deze rechtstreeks op het netwerk aan te sluiten via een HP Jetdirect-afdrukserver. Een HP Jetdirect-afdrukserver levert betere prestaties dan wanneer u afdrukt via niet-netwerkaansluitingen en biedt tevens flexibiliteit bij het voorbereiden van een locatie voor de printer. De HP Jetdirect-afdrukserver kan worden gebruikt in client-server- en peer-to-peer-afdrukconfiguraties. De HP Business Inkjet 2300n en 2300dtn worden standaard geleverd met een geïnstalleerde HP Jetdirect-afdrukserver. Zie "Netwerkaccessoires" voor een lijst met HP Jetdirect-afdrukservers die kunnen worden aangeschaft voor de HP Business Inkjet 2300. Een interne HP Jetdirect-afdrukserver installeren Let op De HP Jetdirect-afdrukserver bevat elektronische onderdelen die kunnen worden beschadigd door statische elektriciteit. Voorkom de ontwikkeling van statische elektriciteit door herhaaldelijk contact te maken met een ongelakt metalen oppervlak op de printer. Draag zo mogelijk een geaarde polsband (of een soortgelijk hulpmiddel). Wees altijd voorzichtig met de afdrukserverkaart. Raak de elektronische componenten of de circuits niet aan. 1 2 Druk op (aan/uit) om de printer uit te zetten en trek het netsnoer uit het stopcontact. Gebruik een kruiskopschroevendraaier om de twee schroeven te verwijderen waarmee het klepje van de EIO-sleuf op de printer is bevestigd. Verwijder vervolgens het klepje. Deze schroeven en het klepje hebt u later nodig. Steek de HP Jetdirect-afdrukserverkaart stevig in de EIO-sleuf. 3 4 5 Plaats de schroeven die bij de HP Jetdirect-afdrukserverkaart zijn geleverd en draai deze vast. Sluit een netwerkkabel aan tussen de HP Jetdirect-afdrukserverkaart en het netwerk. 2-2 NLWW Controleer of de printer werkt 1 2 Sluit het netsnoer aan en zet de printer aan. Druk een configuratiepagina af. a Druk op b Druk op (selecteren) op het bedieningspaneel. (pijl-omlaag) om INFORMATIE te markeren en druk op (selecteren). c Druk op (pijl-omlaag) om CONFIGURATIE AFDRUKKEN te markeren en druk op (selecteren). Er worden twee pagina's afgedrukt. De tweede pagina is de Jetdirect-configuratiepagina. Deze pagina bevat informatie over de installatie (bijvoorbeeld LAN HW ADDRESS) die u wellicht nodig hebt als u de printer installeert op de netwerkcomputers. Als de Jetdirect-configuratiepagina niet wordt afgedrukt, moet u de afdrukserverkaart verwijderen en opnieuw installeren om ervoor te zorgen dat deze goed in de sleuf is geplaatst. Meer informatie verkrijgen Als er problemen optreden met het afdrukken via het netwerk, kunt u de volgende bronnen raadplegen. Document Beheerdershandleiding voor HP Jetdirect Omschrijving Deze gids, geleverd op de Starter CD, geeft gedetailleerde informatie over het installeren en het gebruik van uw HP Jetdirect-afdrukserver. Deze handleiding bevat bovendien informatie over de volgende onderwerpen: HP softwareoplossingen voor HP Jetdirect-afdrukservers TCP/IP-configuraties LPD-services (Line Printer Daemon) op de HP Jetdirect-afdrukserver gebruiken Afdrukken via FTP Berichten op de configuratiepagina en probleemoplossing Ingebouwde webserver die toegang biedt tot configuratie- en beheerpagina's voor de afdrukserver en het apparaat Deze documentatie wordt bij de computer of het netwerkbesturingssysteem geleverd. In de documentatie wordt informatie gegeven over eenvoudige printertaken voor alle netwerkprinters. Documentatie voor het besturingssysteem en het netwerkbesturingssysteem Naast deze bronnen kunt u tevens HP Web Jetadmin raadplegen voor printerinformatie en configuratiefuncties. Zie "HP Web Jetadmin gebruiken" voor meer informatie. Ga naar http://www.hp.com/support/businessinkjet2300 voor meer informatie over HP Web Jetadmin en andere HP-software voor netwerkprinters. NLWW 2-3 Printergeheugenmodules Wanneer u vaak ingewikkelde afbeeldingen of PostScript-documenten afdrukt of wanneer u met de optionele automatische duplexeenheid (voor dubbelzijdig afdrukken) wilt afdrukken, kunt u meer geheugen toevoegen aan de printer. Opmerking Het toevoegen van geheugen aan de printer geeft de mogelijkheid om ingewikkeldere taken te verwerken. Het hoeft echter niet de verwerkingssnelheid te verhogen. De printer beschikt over 64 MB geheugen. De printer heeft twee DIMM-sleuven waarin geheugenmodules van 64 of 128 MB RAM kunnen worden geïnstalleerd. Deze printer ondersteunt maximaal 320 MB geheugen (inclusief de 64 MB in de printer).

Dit extra geheugen is verkrijgbaar als accessoire. Zie "HP benodigdheden en accessoires bestellen" voor meer informatie. Druk een configuratiepagina af als u wilt uitzoeken hoeveel geheugen er in de printer is geïnstalleerd. Een DIMM installeren Let op DIMM's bevatten elektronische componenten die door statische elektriciteit beschadigd kunnen raken. Voorkom de ontwikkeling van statische elektriciteit door herhaaldelijk contact te maken met een ongelakt metalen oppervlak op de printer. Draag zo mogelijk een geaarde polsband (of een soortgelijk hulpmiddel). Wees altijd voorzichtig met de DIMM's. Raak de elektronische componenten of de circuits niet aan. De DIMM-sleuven bevinden zich aan de linkerzijde van de printer. Zie "Als de printer geen zijklep heeft" voor instructies over het installeren van de DIMM als de printer geen zijklep in het linkerpaneel heeft. 1 Als u nog geen configuratiepagina hebt afgedrukt, drukt u deze af om uit te zoeken hoeveel geheugen in de printer is geïnstalleerd voordat u extra geheugen gaat toevoegen. @@Druk op de (Aan/uit-toets) om de printer uit te zetten. Opmerking 2 3 4 5 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak eventuele kabels los. Ontgrendel en verwijder de zijklep aan de linkerzijde van de printer. Verwijder de DIMM-klep. 4 5 6 Duw de DIMM-vergrendelingen van een lege DIMMsleuf naar buiten om deze te ontgrendelen. 2-4 NLWW 7 8 9 Haal de DIMM uit de antistatische verpakking. Lijn de DIMM uit zodat de uitsparingen op de onderste rand evenwijdig staan aan de markeringen op de DIMM-sleuf. Druk de DIMM in de sleuf tot deze vastklikt. 9 8 Opmerking Als u een DIMM wilt verwijderen, ontgrendelt u de vergrendelingen op de DIMM-sleuf door deze naar buiten te duwen. 10 Plaats de DIMM-klep terug. 11 Plaats de zijklep terug. 11 10 12 Plaats de kabels en het netsnoer opnieuw en zet de printer aan. De geheugeninstallatie controleren Volg deze procedure om te controleren of de DIMM juist is geïnstalleerd. 1 Controleer of GEREED op het bedieningspaneel verschijnt wanneer de printer wordt aangezet. Als een foutmelding verschijnt, is het mogelijk dat een DIMM niet juist is geïnstalleerd. Druk een nieuwe configuratiepagina af. @@Controleer het geheugengedeelte op de configuratiepagina en vergelijk dit met de configuratiepagina die is afgedrukt voordat u de DIMM hebt geïnstalleerd. Wanneer het geheugen niet groter is geworden, kan er een van de volgende problemen zijn opgetreden: De DIMM is wellicht niet correct geïnstalleerd. Verwijder de DIMM en herhaal de installatieprocedure. De DIMM is wellicht defect. Probeer een nieuwe DIMM. NLWW 2 3 2-5 Als de printer geen zijklep heeft Voer de volgende handelingen uit voor het installeren van de DIMM als de printer geen zijklep in het linkerpaneel heeft. 1 Als u nog geen configuratiepagina hebt afgedrukt, drukt u deze af om uit te zoeken hoeveel geheugen in de printer is geïnstalleerd voordat u extra geheugen gaat toevoegen. @@Druk op de (Aan/uit-toets) om de printer uit te zetten. 2 3 4 5 6 7 Haal de stekker van het netsnoer uit het stopcontact en maak eventuele kabels los. Til de printer van lade 2 af. Open de bovenklep. Verwijder de schroeven aan de bovenkant van het zijpaneel met een kruiskopschroevendraaier. Pak de bovenkant van het paneel vast en verwijder het uit de printer. 5 6 7 8 9 Verwijder de DIMM-klep. Duw de DIMM-vergrendelingen van een lege DIMM-sleuf naar buiten om deze te ontgrendelen. 10 Haal de DIMM uit de antistatische verpakking. Lijn de DIMM uit zodat de uitsparingen op de onderste rand evenwijdig staan aan de markeringen op de DIMM-sleuf. 11 Druk de DIMM in de sleuf tot deze vastklikt. 11 8 10 Opmerking Als u een DIMM wilt verwijderen, ontgrendelt u de vergrendelingen op de DIMM-sleuf door deze naar buiten te duwen. 12 Plaats de DIMM-klep terug. 2-6 NLWW 13 Plaats de haken aan de onderkant van het zijpaneel in de overeenkomstige sleuven op de printer en sluit het zijpaneel. Mogelijk moet u enige druk uitoefenen om het paneel te sluiten. 14 12 13 14 Plaats de schroeven terug en draai deze vast. 15 Plaats de printer op lade 2. Waarschuwing Pak de printer niet aan de onderkant vast. 16 Plaats de kabels en het netsnoer opnieuw en zet de printer aan. 17 Controleer of de DIMM goed is geïnstalleerd. Zie "De geheugeninstallatie controleren" voor meer informatie. NLWW 2-7 Lade 2 voor 500 vel Deze optionele lade 2 kan maximaal 500 vel gewoon papier bevatten en wordt geïnstalleerd in plaats van de lade 2 voor 250 vel die bij de HP Business Inkjet 2300 en 2300n wordt geleverd. De HP Business Inkjet 2300dtn wordt geleverd met de lade 2 voor 500 vel. Lade 2 installeren 1 2 3 Waarschuwing Haal de lade uit de verpakking en verwijder de verpakkingstape en het karton van de verpakking. Zet de printer op de locatie die u hebt voorbereid. Druk op (aan/uit) om de printer uit te zetten en trek het netsnoer uit het stopcontact. Plaats de printer boven op de lade. Pak de printer niet aan de onderkant vast. 2-8 NLWW De optionele accessoires in het printerstuurprogramma activeren Als u een ander besturingssysteem dan Windows of Mac OS gebruikt, hoeft u de optionele accessoires niet te activeren. Het activeren van optionele accessoires in Windows @@ Windows XP: Klik op Start en kies Printers en faxapparaten. @@2 3 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram voor het gewenste printerstuurprogramma en kies Eigenschappen. Selecteer een van de volgende tabbladen: Configureren, Apparaatinstellingen of Apparaatopties. (De naam van het tabblad is afhankelijk van het printerstuurprogramma en het besturingssysteem.) Klik op het geselecteerde tabblad op de optionele accessoire die u wilt activeren, kies Geïnstalleerd in het keuzemenu en klik op OK. Optionele accessoires activeren in Mac OS Opmerking 1 2 3 4 5 In Mac OS X (10.1 en hoger) worden alle optionele accessoires automatisch geactiveerd in het printerstuurprogramma als u de printersoftware installeert. Klik op het printerpictogram op het bureaublad. In het menu Afdrukken klikt u op Installatie wijzigen. In het pop-up menu Wijzigen selecteert u de optionele accessoire die u wilt activeren. In het pop-up menu Naar selecteert u Geïnstalleerd. Klik op OK. NLWW 2-9 2-10 NLWW 3 Gebruik van de printer Afdrukmateriaal selecteren Deze printer kan afdrukken op de meeste soorten kantoorpapier. Wij raden u aan om eerst een aantal papiersoorten uit te proberen voordat u grote hoeveelheden aanschaft. Gebruik een materiaalsoort die een goed afdrukresultaat levert en die gemakkelijk kan worden aangeschaft. Ondersteunde formaten van afdrukmateriaal De volgende tabel geeft een opsomming van de materiaalformaten die compatibel zijn met de printer en geeft tevens weer welke formaten kunnen worden gebruikt met de papierladen en accessoires van de printer.

Afdrukmateriaal Standaard papierformaten U.S. Letter (216 bij 279 mm; 8,5 bij 11 inch) U.S. Legal (216 bij 356 mm; 8,5 bij 14 inch) A4 (210 bij 297 mm; 8,3 bij 11,7 inch) U.S. Executive (184 bij 267 mm; 7,25 bij 10,5 inch) U. S. Statement (140 bij 216 mm; 5,5 bij 8,5 inch) A5 (148 bij 210 mm; 5,8 bij 8,3 inch) ISO B5 (176 bij 250 mm; 6,9 bij 9,8 inch) JIS B5 (182 bij 257 mm; 7,2 bij 10,1 inch) Kaarten Indexkaarten (76 bij 127 mm; 3 bij 5 inch) Indexkaarten (102 bij 152 mm; 4 bij 6 inch) Indexkaarten (127 bij 203 mm; 5 bij 8 inch) Hagaki (100 bij 148 mm; 3,9 bij 5,8 inch) Ofuku Hagaki (148 bij 200 mm; 5,8 bij 7,9 inch) A6-kaart (105 bij 148 mm; 4,1 bij 5,8 inch) Enveloppen Envelop U.S. #10 (105 bij 241 mm; 4,125 bij 9,5 inch) Envelop A2 (111 bij 146 mm; 4,375 bij 5,75 inch) Envelop Monarch (98 bij 191 mm; 3,88 bij 7,5 inch) HP Greeting Card Envelope (111 bij 152 mm; 4,375 bij 6 inch) Envelop DL (110 bij 220 mm; 4,3 bij 8,7 inch) Envelop C5 (162 bij 229 mm; 6,4 bij 9 inch) NLWW Lade 1 Lade 2* Automatische duplex-eenheid** 3-1 Afdrukmateriaal Envelop C6 (114 bij 162 mm; 4,5 bij 6,4 inch) Japanse envelop Chou #3 (120 bij 235 mm; 4,7 bij 9,3 inch) Japanse envelop Chou #4 (90 bij 205 mm; 3,5 bij 8,1 inch) Speciaal materiaalformaat (lade 1) Van 76,2 tot 216 mm breed en van 127 tot 356 mm lang (3 tot 8,5 inch breed en 5 tot 14 inch lang) Speciaal materiaalformaat (lade 2) Van 182 tot 216 mm breed en van 257 tot 356 mm lang (7,2 tot 8,5 inch breed en 10,1 tot 14 inch lang) Speciaal materiaalformaat (automatische duplex-eenheid) Van 76,2 tot 216 mm breed en van 127 tot 297 mm lang (3 tot 8,5 inch breed en 5 tot 11,7 inch lang) Lade 1 Lade 2* Automatische duplex-eenheid** * Lade 2 verwijst naar zowel lade 2 voor 250 vel (die bij de HP Business Inkjet 2300 en 2300n wordt geleverd) als lade 2 voor 500 vel (die bij de HP Business Inkjet 2300dtn wordt geleverd, ook verkrijgbaar als accessoire voor de HP Business Inkjet 2300 en 2300n). ** Met de optionele automatische duplex-eenheid kunt u automatisch afdrukken op beide zijden van het papier. Ondersteunde materiaalsoorten en -formaten Let op Sommige materialen, zoals enveloppen, kaarten, transparanten en fotopapier, kunnen alleen worden gebruikt met lade 1. Als dit materiaal in lade 2 of de automatische duplex-eenheid wordt gebruikt, kunnen er storingen of beschadigingen aan de printer en de automatische duplex-eenheid optreden. Lade Lade 1 Type afdrukmateriaal Papier Transparanten Enveloppen Gewicht 60 tot 100 g/m2 (16 tot 28 lb bankpost) Capaciteit Maximaal 150 vel normaal papier (15 mm gestapeld) Maximaal 30 (8 mm gestapeld) 75 tot 90 g/m2 (20 t/m 24 lb Bond envelop) Maximaal 200 g/m2 (110 lb index) 60 tot 100 g/m2 (16 tot 28 lb bankpost) Maximaal 22 (15 mm gestapeld) Maximaal 60 (15 mm gestapeld) Maximaal 250 vel normaal papier (25 mm gestapeld) Voor de HP Business Inkjet 2300dtn kan lade 2 maximaal 500 vel bevatten (50 mm gestapeld). 1 tegelijk 1 tegelijk Maximaal 100 vel normaal papier (tekst afdrukken) Kaarten Lade 2 Papier Auto-duplex module Papier 60 tot 100 g/m2 (16 tot 28 lb bankpost) Kaarten (alleen Ofuku Maximaal 160 g/m2 (90 lb index) Hagaki) Uitvoerbak Alle ondersteunde media 3-2 NLWW Aanbevolen HP-afdrukmateriaal De volgende tabel geeft weer welke afdrukmaterialen kunnen worden gebruikt in combinatie met de printerladen en de automatische duplex-eenheid. Zie "HP benodigdheden en accessoires bestellen" voor meer informatie over het bestellen van de HP-afdrukmateriaal. Afdrukmateriaal Normaal papier HP Bright White Inkjet Paper HP Office Paper HP Office Recycled Paper HP Multipurpose Paper HP Printing Paper HP Everyday Paper HP Everyday Copy & Print Paper HP Premium Paper HP Premium Inkjet Heavyweight Paper HP Premium Inkjet transparanten HP Premium Plus Inkjet Transparency Film HP Everyday fotopapier HP Colorfast Photo paper HP Premium Plus Fotopapier HP Premium Photo Paper HP Photo Paper HP brochure en flyer papier Lade 1 Lade 2 Automatische duplex-eenheid NLWW 3-3 Minimummarges De documentmarges moeten overeenkomen met of groter zijn dan deze ingestelde minimale marges in de afdrukstand Staand. Onderstaande afbeelding laat zien welke zijde van het papier en de envelop overeenkomen met de verschillende marges. Boven Boven Onder Links Rechts Onder Links Rechts Afdrukmateriaal Letter, Legal, Executive, Statement A4, A5, ISO B5, JIS B5 en kaarten Enveloppen Linkermarge 6,4 mm (0,25 inch) 3,4 mm (0,13 inch) 3,4 mm (0,13 inch) Rechtermarge Marge boven 6,4 mm (0,25 inch) 3,4 mm (0,13 inch) 3,4 mm (0,13 inch) 6,4 mm (0,25 inch) 6,4 mm (0,25 inch) 3,0 mm (0,12 inch) 3,0 mm (0,12 inch) 12,7 mm (0,50 inch) 3,0 mm (0,12 inch) 12,7 mm (0,50 inch) Marge onder 12,7 mm (0,50 inch) 12,7 mm (0,50 inch) 12,7 mm (0,50 inch) 12,7 mm (0,50 inch) 12,7 mm (0,50 inch) Speciaal materiaalformaat 6,4 mm (lade 1, lade 2) (0,25 inch) Speciaal materiaalformaat 6,4 mm (automatische (0,25 inch) duplex-eenheid) Opmerking Wanneer u de automatische duplex-eenheid gebruikt, moeten de boven- en ondermarges ten minste 12,7 mm (0,5 inch) zijn. Afdrukmateriaal plaatsen U kunt maximaal 150 vel papier in lade 1 en 250 vel papier in lade 2 plaatsen. Voor de HP Business Inkjet 2300dtn printer kan lade 2 maximaal 500 vel normaal papier bevatten. Deze lade 2 voor 500 vel is ook verkrijgbaar als optionele accessoire voor de HP Business Inkjet 2300 en HP Business Inkjet 2300n. Gebruik lade 1 voor materiaal als enveloppen, kaarten, transparanten en fotopapier. 3-4 NLWW Tips voor het laden van media Gebruik altijd media die voldoet aan de technische gegevens van de printer. Zie "Afdrukmateriaal selecteren" voor meer informatie over de materiaalsoorten die u in de printer kunt gebruiken. Wanneer u materiaal in een lade plaatst, plaatst u het materiaal met de afdrukzijde naar beneden en met de rechterkant tegen de rechterkant van de lade en tegen de papiergeleider aan de voorkant van de lade. Plaats voorbedrukte formulieren en briefhoofdpapier met de afdrukkant naar de printer gericht. Om storingen te voorkomen, dient u slechts een type media per keer in de lade te laden. Wanneer u media toevoegt, dient u altijd eerst de bestaande media te verwijderen en de breedte en lengte van de media uit te lijnen en passend te maken op de nieuwe media. Zie "Tips voor het vermijden van storingen" voor meer informatie over het vermijden van papierstoringen. Papier plaatsen in lade 1 of lade 2 1 2 Trek de lade uit de printer. Als u papier in lade 1 wilt plaatsen, tilt u de lade omhoog en verwijdert u de uitvoerbak. 3 Opmerking Voor papier met een lengte tussen 279 en 356 mm (11 tot 14 inch) verplaatst u de grendel op de lade naar rechts en laat u de voorkant van de lade zakken. U hoeft de voorkant van de lade niet te laten zakken als u papier van A4-formaat of Letter-formaat plaatst. NLWW 3-5 4 Verschuif de materiaalgeleiders voor de breedte en de lengte naar de markeringen in de lade voor het materiaalformaat dat u plaatst.

Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Plaats vervolgens het afdrukmateriaal in de lade. A4/Letter Legal 5 Als u papier in lade 1 wilt plaatsen, plaatst u de uitvoerbak terug en sluit u deze. 6 Let op 7 Schuif de lade in de printer. Breng de voorkant van de lade niet omhoog als u papier van Legal-formaat hebt geplaatst. Als u dit wel doet, kunnen het papier en de printer beschadigd raken. Trek het verlengstuk op de uitvoerbak uit. 8 Selecteer bij het afdrukken de gewenste materiaalsoort in de toepassing of in het printerstuurprogramma. Laden selecteren Voor het afdrukken van een document kunt u de printer een lade laten selecteren voor de afdruktaak of zelf een specifieke lade selecteren. Deze instellingen zijn beschikbaar in het vervolgkeuzemenu Bron is of Papierbron in Windows-printerstuurprogramma's en in het pop-upmenu Alle pagina's uit in het Mac OSprinterstuurprogramma. Wanneer u geen lade selecteert in het printerstuurprogramma selecteert de printer zelf een lade. De standaardinstelling is dat de printer eerst papier gebruikt uit lade 2. Als materiaalsoort en -formaat voor de afdruktaak niet worden ondersteund door lade 2, haalt de printer materiaal uit lade 1. 3-6 NLWW Afdrukken met behulp van de printerstuurprogramma's In de meeste gevallen drukt u af via het printerstuurprogramma. Hoewel bepaalde opties variëren, afhankelijk van het programma dat u gebruikt, kunt u meestal toegang krijgen tot het printerstuurprogramma door op Bestand en vervolgens op Afdrukken te klikken in de softwareapplicatie. Voor meer informatie over de functies van het printerstuurprogramma, raadpleeg de online Help van het printerstuurprogramma. Voor meer informatie over het afdrukken uit een specifiek programma, raadpleeg de documentatie over het programma. Opmerking Zie "De instellingen aanpassen in Mac OS" voor meer informatie over het afdrukken vanaf een Macintosh-computer. Afdrukken met het printerstuurprogramma PCL 5c of PCL 6 1 2 3 Open het document dat u wilt afdrukken. Kies Print in het menu Archief. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Naam het printerstuurprogramma PCL 5c of PCL 6 en klik op Eigenschappen of Instellen. De opties kunnen verschillen afhankelijk van de toepassing. In het vervolgkeuzemenu Bron is selecteert u de locatie van het papier waarop u wilt afdrukken. Wanneer u wilt afdrukken vanuit een speciale lade, selecteert u Lade 1 of Lade 2. Als u op een envelop, kaart of andere speciale papiersoort wilt afdrukken via lade 1, selecteert u Handinvoer in lade 1. 5 6 7 8 In het drop-down menu Type is selecteert u het type media waarop u wilt afdrukken. Selecteer een instelling bij Afdrukkwaliteit. Pas eventueel andere afdrukinstellingen aan en klik op OK. Klik op Print. 4 Afdrukken met behulp van het geëmuleerde printerstuurprogramma PostScript 1 2 3 Open het document dat u wilt afdrukken. Kies Print in het menu Archief. Selecteer in het vervolgkeuzemenu Naam het geëmuleerde PostScript-printerstuurprogramma (PS) en klik op Eigenschappen of Instellen. De opties kunnen verschillen afhankelijk van de toepassing. Selecteer het mediaformaat waarop u wilt afdrukken: Windows 98 en Windows Me: Klik op Meer opties en op OK. Selecteer een mediatype in het drop-down menu Media type. Windows NT 4.0: Op de tab Geavanceerd selecteert u Media in het dropdown menu. Selecteer het type media in het menu Media-instellingen wijzigen. Windows 2000 en Windows XP: Selecteer het mediatype waarop u wilt afdrukken op de tab Papier/Kwaliteit in het drop-down menu Type is. 4 NLWW 3-7 5 In het vervolgkeuzemenu Bron is selecteert u de locatie van het papier waarop u wilt afdrukken. Dit menu kunt u vinden op het tabblad Papier voor Windows 98 en Windows Me, het tabblad Geavanceerd voor Windows NT 4.0 of het tabblad Papier/Kwaliteit voor Windows 2000 en Windows XP. Wanneer u wilt afdrukken vanuit een speciale lade, selecteert u Lade 1 of Lade 2. Als u op een envelop, kaart of andere speciale papiersoort wilt afdrukken via lade 1, selecteert u Handinvoer in lade 1. 6 Selecteer een instelling voor de afdrukkwaliteit voor de afdruktaak: Windows 98 en Windows Me: Selecteer Afdrukkwaliteit op de tab Apparaatopties in de functielijst van de Printer. Selecteer de afdrukmodus in het drop-down menu Instelling wijzigen voor. Windows NT 4. 0: Open Documentopties in het bovenste drop-down menu van de tab Geavanceerd en open vervolgens Printerfuncties. Selecteer de afdrukmodus in het menu Instelling 'Afdrukkwaliteit' wijzigen. Windows 2000 en Windows XP: Selecteer de afdrukmodus op de tab Papier/kwaliteit in het drop-down menu Afdrukkwaliteit. 7 8 Pas eventueel andere afdrukinstellingen aan en klik op OK. Klik op Afdrukkenof op OK. De afdrukinstellingen wijzigen De instellingen in Windows wijzigen U kunt de afdrukinstellingen wijzigen vanuit een toepassing, vanuit het printerstuurprogramma en vanaf het bedieningspaneel. U moet deze instellingen aanpassen wanneer u de materiaalformaten of -soorten wilt wijzigen of wanneer u optionele functies wilt gebruiken zoals dubbelzijdig afdrukken. Opmerking Instellingen in een toepassing (bijvoorbeeld het formaat van het afdrukmateriaal) hebben altijd voorrang boven instellingen in het printerstuurprogramma of op het bedieningspaneel. Als u alleen afdrukopties wilt instellen voor de documenten die u afdrukt vanuit een bepaalde toepassing, wijzigt u de instellingen in de toepassing. Nadat u de toepassing hebt gesloten, worden de standaardprinterinstellingen van het printerstuurprogramma hersteld. Als u voor alle softwareprogramma's op de computer de afdrukopties wilt instellen, dient u de standaardinstellingen in het printerstuurprogramma te wijzigen. Hiervoor moet u het printerstuurprogramma openen vanuit het menu Start. De instellingen aanpassen in een toepassing Voer de volgende procedure uit als u een document in de toepassing hebt geopend: 1 2 3 4 Kies Print in het menu Archief. Selecteer het printerstuurprogramma (PCL 5c, PCL 6 of PS) en klik op Instellen of Eigenschappen. De opties kunnen verschillen afhankelijk van de toepassing. Wijzig de instellingen en klik op OK. Klik op Afdrukken of op OK om het document af te drukken. 3-8 NLWW Standaardinstellingen in het printerstuurprogramma wijzigen 1 Volg een van de onderstaande stappen vanaf het Windows-bureaublad: Windows 98, Windows Me, Windows NT 4.0 en Windows 2000: Klik op Start en kies Instellingen en Printers. Windows XP: Klik op Start en kies Printers en faxapparaten. @@2 Rechtsklik op het printericoon en kies vervolgens de optie voor uw besturingssysteem: Windows 98 en Windows Me: Klik op Eigenschappen. Windows NT 4.0:Klik op Standaardinstellingen voor document of op Eigenschappen. Windows 2000 en Windows XP: Klik op Voorkeursinstellingen voor afdrukken of op Eigenschappen. 3 De gewenste instellingen wijzigen, en klik vervolgens op OK. De instellingen aanpassen in Mac OS U kunt de printerinstellingen aanpassen in het dialoogvenster Pagina-instelling en Print in de Mac OS of vanaf het bedieningspaneel.