Power Systems. Hardware Management Console beheren



Vergelijkbare documenten
Power Systems. Hardware Management Console beheren

2 mei Remote Scan

Fiery Remote Scan. Fiery Remote Scan openen. Postvakken

Installatiegids Command WorkStation 5.6 met Fiery Extended Applications 4.2

Tips en Tricks basis. Microsoft CRM Revisie: versie 1.0

Fiery Remote Scan. Verbinden met Fiery servers. Verbinding maken met een Fiery server bij het eerste gebruik

Power Systems. Logische partitionering

Pictogrammenuitleg. Aliro IP-toegangscontrole zonder complicaties.

Pictogrammenuitleg. Aliro IP-toegangscontrole zonder complicaties.

Power Systems. Logische partitionering

INSTRUCT Samenvatting Praktijk Access 2010, H2 SAMENVATTING HOOFDSTUK 2

Inleiding Windows XP Startmenu...4 Taakbalk...5 Programmaknoppen... 5 System tray Sneltoetsen...6. Configuratiescherm...

System Updates Gebruikersbijlage

CycloAgent v2 Handleiding

Power Systems. Logische partitionering IBM

Algemene basis instructies

Handleiding Nero ImageDrive

OneNote 2013 Snelstartgids

Gebruiksaanwijzing Website met toepassingen

Installatiegids Command WorkStation 5.5 met Fiery Extended Applications 4.1

Korte handleiding Windows 8.1

Migreren naar Access 2010

Snel aan de slag met Novell Vibe Mobile

Welkom bij de Picture Package Producer 2

ISIS. Gebruikershandleiding

Nieuwe functies in Sametime 9.0

Uw gebruiksaanwijzing. HP proliant ml310 g4 server

Power Systems. Systeemplannen

Welkom bij de Picture Package Producer 2. Picture Package Producer 2 starten en afsluiten. Stap 1: Beelden selecteren

Fiery Command WorkStation 5.8 met Fiery Extended Applications 4.4

Perceptive Process Mining

Inhoudsopgave web2work Pagina 1 van 16

Google Drive: uw bestanden openen en ordenen

Outlook Web App 2010 XS2office

Handleiding. Outlook Web App CLOUD. Versie: 22 oktober Toegang tot uw berichten via internet

Altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen.

Nokia C110/C111 draadloze LAN-kaart Installatiehandleiding

Handleiding NarrowCasting

Qlik Sense Desktop. Qlik Sense 1.1 Copyright QlikTech International AB. Alle rechten voorbehouden.

CAP1300 Beknopte installatiehandleiding

Google Drive: uw bestanden openen en organiseren

TECHNISCHE HULPBRON Remote Banner Control

De tekstverwerker. Afb. 1 de tekstverwerker

VERSIE 5.1/5.2 SNELSTARTKAART VOOR WINDOWS 32-BITS

SNEL AAN DE SLAG MET TecLocal

OrgPublishergebruikershandleiding. voor diagrammen in meerdere browsers

PICASA PICASA. FOTOBEWERKING Een handleiding Computertraining voor 50-plussers

Aanvullende informatie voor Windows 8.1

Solution domain. Forum 700 CCO Supervisor

Novell Vibe-invoegtoepassing

Mac OS X 10.6 Snow Leopard Installatie- en configuratiehandleiding

Novell Vibe 4.0. Maart Snel aan de slag. Novell Vibe starten. Kennismaken met de interface en functies van Novell Vibe

Welkom bij de Picture Package DVD Viewer. De Picture Package DVD Viewer starten en afsluiten. Beelden bekijken. Beelden naar een computer kopiëren

Nintex Workflow 2007 moet op Microsoft Windows Server 2003 of 2008 worden geïnstalleerd.

AN0016-NL. Een plattegrond toevoegen. Overzicht. Een plattegrond toevoegen

Memeo Instant Backup Introductiehandleiding. Stap 1: Maak uw gratis Memeo-account. Stap 2: Sluit een opslagapparaat aan op de pc

Welkom bij de Picture Package DVD Viewer

Nero ControlCenter Handleiding

De gebruikershandleiding mag in zijn geheel in digitale of gedrukte versie vrij worden verspreid onder alle

Manager. Doro Experience. voor Doro PhoneEasy 740. Nederlands

Je ziet het ontwerpscherm voor je. Ontwerpen is actief en dat zie je aan de linkeronderkant van je scherm net boven de taakbalk.

Handleiding Afdrukken samenvoegen

Symantec Enterprise Vault

Om de gegevens aan te bieden aan de NBC benchmark heeft u de volgende gegevens nodig:

P-touch Transfer Manager gebruiken

BEKNOPTE HANDLEIDING INHOUD. voor Windows Vista

Gebruiksaanwijzing. Website met toepassingen

Installatiehandleiding Office 365 Exchange Online. Microsoft Outlook 2007, 2010, 2013, Mac OS X Mail, Android, ios, BlackBerry

Resusci Anne Skills Station

Power Systems. De virtualisatieomgeving bewaken

Aan de slag. Onlineaccounts bekijken of hiertussen schakelen Klik op uw account-id om instellingen te wijzigen of tussen accounts te schakelen.

Symantec Enterprise Vault

Handleiding gebruik Citymail

cbox UW BESTANDEN GAAN MOBIEL! WEBINTERFACE GEBRUIKERSHANDLEIDING

Portal Handleiding voor de gebruiker 4.8

Snel aan de slag met Cisco Unity Connection Postvak IN Web (versie 9.x)

Snelstartgids. Inhoud: Een project maken Een project beheren en bewerken De project-/assessmentresultaten bekijken

NACSPORT TAG&GO HANDLEIDING Eigenschappen knop

Van Dale Elektronisch groot woordenboek versie 4.5 activeren en licenties beheren

Introductie Werken met Office 365

LotusLive. SametimeChatonLotusLiveen LotusLive Meetings mobile Gebruikershandleiding

Verbinding maken met whiteboard op afstand

VERSIE 5.1/5.2 WINDOWS 16-BITS SNELSTARTKAART

Aan de slag. Weergeven van of schakelen tussen onlineaccounts Klik op uw account-id om instellingen te wijzigen of te schakelen tussenaccounts.

2Act! handleiding. 2Act! Handleiding. Versie Onderdeel van TendenZ ICT Product van Afd. (Web)Development

U krijgt de melding dat uw browser geen cookies aanvaardt? Volg dan onderstaande weg om ze wel te accepteren.

EnGenius Snelle Installatie Gids

Office 365 gebruiken op uw iphone of ipad

Symantec Enterprise Vault

Learning Management Systeem (LMS) Bedrijfsopleidingen

Symantec Enterprise Vault

Webredactie dashboard

Boot Camp Installatie- en configuratiegids

Boot Camp Installatie- en configuratiegids

VMware Identity Manager Desktop gebruiken. VMware Identity Manager 2.8 VMware Identity Manager 2.9.1

Remote Back-up Personal

Handleiding Plesk. Eddy De Bock

Mobiel Internet Veiligheidspakket

Versienotities voor de klant Xerox EX Print Server Powered by Fiery voor de Xerox igen4 Press, versie 3.0

Versie /10. Xerox ColorQube 9301/9302/9303 Internet Services

Transcriptie:

Power Systems Hardware Management Console beheren

Power Systems Hardware Management Console beheren

Opmerking Lees voordat u deze informatie en het product gaat gebruiken de informatie in Kennisgevingen op pagina 123. Deze editie heeft betrekking op IBM Hardware Management Console Versie 7, Release 7.9.0, Maintenance Level 0, en op alle daaropvolgende releases en gewijzigde versies, totdat in nieuwe uitgaven anders wordt aangegeven. Copyright IBM Nederland B.V. 2012, 2014. Copyright IBM Corporation 2012, 2014.

Inhoudsopgave De HMC beheren................................ 1 Nieuwe items in De HMC beheren............................ 1 Inleiding tot de HMC................................ 2 De structuur van de gebruikersinterface van de HMC.................... 2 Vooraf gedefinieerde gebruikers-id's en wachtwoorden.................... 3 Taken en rollen................................. 3 De HMC starten................................. 4 De gebruikersinterface via het web gebruiken........................ 5 Taakbalk.................................... 5 Navigatievenster................................. 6 Welkom................................... 6 Systeembeheer................................. 7 Servers.................................. 7 Frames.................................. 10 Aangepaste groepen............................. 11 Systeemplannen................................ 12 HMC-beheer................................. 12 Servicebeheer................................. 13 Updates.................................. 13 Werkvenster.................................. 14 Werken met tabellen.............................. 14 Rijen selecteren............................... 14 Filteren.................................. 14 Sorteren................................. 14 Kolomconfiguratie.............................. 14 Het menu Views............................... 15 Statusbalk................................... 15 Status: Onacceptabel.............................. 15 Status: Attentie-LED's.............................. 15 Status: Service-events.............................. 15 Statusoverzicht................................ 16 HMC-taken, gebruikersrollen, ID's en bijbehorende opdrachten.................. 16 Systeembeheer voor servers.............................. 40 Eigenschappen................................. 40 Wachtwoord bijwerken.............................. 42 Bewerkingen.................................. 42 Inschakelen................................. 42 Uitschakelen................................. 43 Energiebeheer................................ 43 LED-status................................. 44 Bewerkingen plannen.............................. 44 Advanced System Management.......................... 46 Gebruiksgegevens............................... 46 Opnieuw opbouwen.............................. 47 Wachtwoord wijzigen.............................. 47 Configuratie.................................. 47 Logische partitie maken............................. 47 Systeemplannen................................ 47 Beschikbaarheidsprioriteit partitie.......................... 48 Werkbelastingsgroepen bekijken.......................... 48 Bijzondere groepen beheren............................ 48 Partitiegegevens beheren............................. 48 Systeemprofielen beheren............................. 50 Virtuele resources............................... 50 Beheer van gemeenschappelijke processorpools.................... 50 Beheer van gemeenschappelijk gebruikt geheugen.................... 51 Copyright IBM Corp. 2012, 2014 iii

Beheer virtueel geheugen............................. 51 Virtual Network Management........................... 51 Verbindingen.................................. 52 Verbindingsstatus van serviceprocessors bekijken..................... 52 Verbindingen resetten of verwijderen......................... 52 Verbinding met een andere HMC verbreken...................... 52 Een beheerd systeem toevoegen.......................... 52 Een verbindingsprobleem oplossen......................... 53 De status Geen verbinding corrigeren voor een beheerd systeem.............. 53 De status Onvolledig corrigeren voor een beheerd probleem................ 54 De status Herstellen corrigeren voor een beheerd systeem................. 55 De status Fout corrigeren voor een beheerd probleem.................. 55 De status Verificatie mislukt corrigeren voor een beheerd systeem.............. 55 Een probleem met een nieuwe verbinding tussen de HMC en een beheerd systeem corrigeren.... 56 Hardwaregegevens................................ 56 Adapters.................................. 57 HCA (Host Channel Adapter).......................... 57 HEA (Host Ethernet Adapter).......................... 57 Hardwaretopologie bekijken............................ 57 PCIe-hardwaretopologie............................. 58 Updates................................... 58 Servicemogelijkheden............................... 58 Service-events beheren.............................. 59 Service-event genereren............................. 59 Historie verwijzingscodes............................. 60 Functies bedieningspaneel............................ 60 Hardware.................................. 60 FRU toevoegen............................... 60 Behuizing toevoegen............................. 60 FRU vervangen............................... 61 Behuizing vervangen............................. 61 FRU verwijderen.............................. 61 Behuizing verwijderen............................. 61 IO-eenheden in-/uitschakelen.......................... 62 Dumps beheren................................ 62 VPD verzamelen............................... 62 MTMS wijzigen................................ 63 FSP-failover................................. 63 Capacity on Demand............................... 63 Systeembeheer voor partities............................. 63 Eigenschappen................................. 64 Standaardprofiel wijzigen.............................. 64 Bewerkingen.................................. 64 Activeren.................................. 64 Opnieuw starten................................ 65 Afsluiten.................................. 65 Attentie-LED beheren.............................. 65 Bewerkingen plannen.............................. 65 viosvrcmd.................................. 67 Wissen................................... 67 Mobiliteit.................................. 67 Migreren................................. 67 Valideren................................. 68 Herstellen................................. 68 Bewerkingen onderbreken............................ 68 Valideren................................. 68 Onderbreken................................ 68 Hervatten................................. 69 Configuratie.................................. 69 Profielen beheren............................... 69 Bijzondere groepen beheren............................ 69 iv Power Systems: Hardware Management Console beheren

Huidige configuratie opslaan........................... 69 Hardwaregegevens................................ 70 Adapters.................................. 70 HEA (Host Ethernet Adapter).......................... 70 HCA (Host Channel Adapter).......................... 70 Interface switchnetwerk............................ 70 Virtuele I/O-adapters.............................. 71 Dynamische partitionering............................. 71 Processor.................................. 71 Geheugen.................................. 71 Fysieke adapters................................ 72 Virtuele adapter................................ 72 Logische SR-IOV-poorten............................. 72 Ethernet van host............................... 72 Console-venster................................. 73 Servicemogelijkheden............................... 73 Service-events beheren.............................. 73 Historie verwijzingscodes............................. 74 Systeembeheer voor frames.............................. 74 Eigenschappen................................. 75 Wachtwoord bijwerken.............................. 75 Bewerkingen.................................. 75 Frames initialiseren............................... 75 Alle frames initialiseren............................. 76 Opnieuw opbouwen.............................. 76 Wachtwoord wijzigen.............................. 76 IO-eenheden in-/uitschakelen........................... 76 Configuratie.................................. 76 Bijzondere groepen beheren............................ 76 Verbindingen.................................. 77 Status BPA (Bulk Power Assembly)......................... 77 Reset uitvoeren................................ 77 Hardwaregegevens................................ 78 RIO-topologie bekijken............................. 78 Servicemogelijkheden............................... 78 Service-events beheren.............................. 78 Hardware.................................. 79 FRU toevoegen............................... 79 Behuizing toevoegen............................. 79 FRU vervangen............................... 80 Behuizing vervangen............................. 80 FRU verwijderen.............................. 80 Behuizing verwijderen............................. 80 Systeembeheer voor Power Enterprise Pool......................... 81 Systeemplannen.................................. 81 Systeemplan bekijken............................... 81 Systeemplan maken............................... 82 Systeemplan in gebruik nemen............................ 82 Systeemplan exporteren.............................. 82 Systeemplan importeren.............................. 83 Systeemplan verwijderen.............................. 83 HMC-beheertaken................................. 83 HMC-beheer - Bewerkingen............................. 84 HMC-events bekijken.............................. 84 Afsluiten of opnieuw starten........................... 84 Bewerkingen plannen.............................. 84 Opslagmedia formatteren............................. 85 Backup van HMC-gegevens maken......................... 86 HMC-gegevens terugzetten............................ 86 Upgradegegevens opslaan............................ 87 Netwerkinstellingen wijzigen........................... 87 Inhoudsopgave v

Netwerkverbindingen testen............................ 88 Netwerktopologie bekijken............................ 88 Tip van de dag................................ 89 Licenties bekijken............................... 89 Instellingen gebruikersinterface wijzigen........................ 89 Datum en tijd wijzigen............................. 90 Configuratiewizard starten............................ 90 HMC-beheer - Beheerder.............................. 90 Gebruikerswachtwoord wijzigen.......................... 90 Gebruikersprofielen en -toegang beheren....................... 91 Taken en resourcerollen beheren.......................... 92 Gebruikers en taken beheren........................... 93 Certificaten beheren.............................. 93 KDC-configuratie............................... 94 KDC-server bekijken............................. 95 KDC-server wijzigen............................. 95 KDC-server toevoegen............................. 96 KDC-server verwijderen............................ 96 Servicesleutel importeren............................ 96 Servicesleutel verwijderen........................... 97 De HMC configureren voor gebruik van LDAP-verificatie.................. 97 Opdrachten op afstand uitvoeren.......................... 98 Virtuele terminal op afstand............................ 98 Restricted Shell Terminal openen.......................... 98 Taal en locale wijzigen.............................. 98 Welkomsttekst maken.............................. 98 Gegevensreplicatie beheren............................ 99 Installatieresources beheren............................ 99 Uitgebreid wachtwoordbeleid........................... 101 De imagerepository van de virtuele I/O-server beheren.................. 102 Servicebeheertaken................................ 102 Service-event genereren.............................. 102 Service-events beheren.............................. 103 Service-events laden............................... 103 Verbindingen op afstand beheren........................... 103 Verzoeken om ondersteuning op afstand beheren..................... 104 Opslagmedia formatteren............................. 104 Dumps beheren................................ 105 Servicegegevens verzenden............................. 105 Instelling van Servicenummer bellen van systemen beheren.................. 105 Uitgaande connectiviteit beheren........................... 106 Inkomende connectiviteit beheren.......................... 107 Klantengegevens beheren............................. 107 Gebruiker machtigen............................... 108 Service-eventberichten beheren........................... 108 Verbindingsbewaking beheren............................ 108 Wizard voor instellen van Servicenummer bellen..................... 109 Updates.................................... 109 HMC bijwerken................................ 109 Updates voor het beheerde systeem.......................... 109 Gelicentieerde interne code wijzigen voor huidige release................. 110 Gelicentieerde interne code bijwerken tot nieuwe release.................. 112 Selectie van flash-zijde............................. 113 Gereedheid systeem controleren.......................... 113 Systeemgegevens bekijken............................ 113 Bediening op afstand................................ 114 Een HMC op afstand gebruiken........................... 114 Een webbrowser gebruiken............................. 115 De HMC-opdrachtregel op afstand gebruiken...................... 116 Beveiligde scriptuitvoering tussen SSH-clients en de HMC instellen.............. 116 HMC-opdrachten op afstand inschakelen en uitschakelen.................. 117 vi Power Systems: Hardware Management Console beheren

Vereisten voor webbrowsers............................ 117 Het gebruik van de webbrowser voorbereiden...................... 118 Aanmelden bij de HMC vanuit een webbrowser met een LAN-verbinding............. 118 Aanpasbare gegevensreplicatie............................ 119 Peer-to-peerreplicatie............................... 120 Master-to-slavereplicatie.............................. 120 Gegevensreplicatie................................ 121 Kennisgevingen............................... 123 Informatie over programmeerinterfaces.......................... 125 Handelsmerken................................. 125 Voorwaarden en bepalingen............................. 125 Inhoudsopgave vii

viii Power Systems: Hardware Management Console beheren

De HMC beheren Met behulp van dit onderwerp kunnen gebruikers het gebruik van de Hardware Management Console (HMC) leren. Er wordt beschreven welke taken u kunt gebruiken op de console en hoe u kunt navigeren in de web-gebruikersinterface. Nieuwe items in De HMC beheren Informatie over nieuwe of aanmerkelijk gewijzigde onderwerpen over het beheer van uw HMC, sinds de vorige update van deze verzameling onderwerpen. In dit onderwerp worden enkele nieuwe voorzieningen en functies van de HMC besproken. Voor meer informatie klikt u op HMC Readme in het welkomstvenster van de HMC-werkruimte. April 2014 De volgende updates zijn aangebracht in de inhoud: v Vanaf versie 7.9 ondersteunt systeembeheer voor servers SR-IOV-poorten. Zie het bijgewerkte onderwerp Eigenschappen op pagina 40. v Vanaf versie 7.9 ondersteunt systeembeheer voor partities logische SR-IOV-poorten. Zie het nieuwe onderwerp Logische SR-IOV-poorten op pagina 72 en het bijgewerkte onderwerp Eigenschappen op pagina 64. Oktober 2013 De volgende updates zijn aangebracht in de inhoud: v Vanaf versie 7.8 ondersteunt de HMC-server de functie Dynamic Platform Optimization. Zie het bijgewerkte onderwerp Eigenschappen op pagina 40. v Vanaf versie 7.8 ondersteunt de planningsbewerking voor servers de bewaking en uitvoering van de functie Dynamic Platform Optimization. Zie het bijgewerkte onderwerp Bewerkingen plannen op pagina 44. v Vanaf versie 7.8 ondersteunt de HMC-server de systeembeheerfuncties voor Power Enterprise Pool. Zie het nieuwe onderwerp Systeembeheer voor Power Enterprise Pool op pagina 81. Maart 2013 De volgende updates zijn aangebracht in de inhoud: v Vanaf versie 7.7, kunt u VIOS-images installeren op een logische partitie van een HMC met behulp van een DVD, een opgeslagen image of een NIM-server. Zie het bijgewerkte onderwerp Activeren. v Vanaf versie 7.7, kunt u VIOS-images vanaf een DVD, een opgeslagen image of een NIM-server op de HMC opslaan. Zie het nieuwe onderwerp De imagerepository van de virtuele I/O-server beheren op pagina 102. v Vanaf Versie 7.7 kunt u VSN (Virtual Server Network) inschakelen voor servers met POWER7-processors. Zie het bijgewerkte onderwerp Eigenschappen op pagina 40. v De volgende onderwerpen zijn bijgewerkt voor het upgraden van de LIC (Licensed Internal Code) met behulp van de HMC: Gelicentieerde interne code wijzigen voor huidige release op pagina 110 Gelicentieerde interne code bijwerken tot nieuwe release op pagina 112 Copyright IBM Corp. 2012, 2014 1

Oktober 2012 De volgende updates zijn aangebracht in de inhoud: v Met de HMC Versie 7.6 of hoger kunt u de PCIe-hardwaretopologie (Peripheral Component Interconnect Express) voor de geselecteerde POWER7-servers bekijken. Het onderwerp PCIe-hardwaretopologie op pagina 58 is toegevoegd. v Met de HMC Versie 7.6 of hoger kunt u de verwerkingseenheden op de laagste ondersteunde waarde van 0,05 processor per virtuele processor instellen. Zie het bijgewerkte onderwerp Eigenschappen op pagina 64. v Met de HMC Versie 7.6 of hoger kunt u cruciale backupgegevens herstellen met behulp van een SFTPserver (Secure Shell File Transfer Protocol). Zie het bijgewerkte onderwerp HMC-gegevens terugzetten op pagina 86. v HMC Versie 7.6 ondersteunt Microsoft Internet Explorer 6.0 - Microsoft Internet Explorer 9.0 en Mozilla Firefox Versie 4 - Mozilla Firefox Versie 10. Zie het bijgewerkte onderwerp Vereisten voor webbrowsers op pagina 117. Inleiding tot de HMC Dit gedeelte bevat een korte beschrijving van enkele concepten en functies van de HMC (Hardware Management Console). Ook wordt hier de gebruikersinterface geïntroduceerd die voor de toegang tot deze functies wordt gebruikt. Met de HMC kunt u servers configureren en beheren. Eén HMC kan meerdere servers beheren, en dubbele HMC's kunnen redundante ondersteuning bieden door hetzelfde systeem te beheren. Om te zorgen voor een consistente werking wordt elke HMC geleverd met de voor HMC gelicentieerde machinecodeversie 7 vooraf geïnstalleerd. Voor flexibiliteit en beschikbaarheid kunt u HMC's implementeren met verschillende configuraties. HMC als DHCP-server Een HMC die via een besloten netwerk wordt verbonden met de systemen die het beheert, kan optreden als DHCP-server voor de serviceprocessors van de systemen. Een HMC kan een systeem ook via een open netwerk beheren, waarbij het IP-adres van de serviceprocessor van het beheerde systeem is toegewezen door een DHCP-server of handmatig is toegewezen met behulp van de ASMI (Advanced System Management Interface). Fysieke nabijheid Voorafgaand aan HMC versie 7 was ten minste één lokale HMC vereist in de fysieke nabijheid van de beheerde systemen. Dit is niet meer een vereiste voor Versie 7 en de browserinterface van de HMC. Redundante of dubbele HMC's Een server kan worden beheerd met één of twee HMC's. Wanneer twee HMC's één systeem beheren, zijn deze gelijkwaardig en kunnen ze beide worden gebruikt voor de besturing van het beheerde systeem. De beste werkwijze is om één HMC aan te sluiten op de servicenetwerken of HMC-poorten van de beheerde systemen. De netwerken worden geacht onafhankelijk te zijn. Elke HMC kan de DHCP-server zijn voor een servicenetwerk. Omdat de netwerken onafhankelijk zijn, moeten de DHCP-servers zo worden ingesteld dat IP-adressen van twee unieke en nietrouteerbare IP-bereiken worden geleverd. De structuur van de gebruikersinterface van de HMC Deze HMC maakt gebruik van een gebruikersinterface via het web. In deze interface wordt een boomstructuur als navigatiemodel gebruikt. Deze boomstructuur biedt een hiërarchische weergave van systeemresources en taken waarmee u direct toegang kunt krijgen tot hardwareresources en taakbeheermogelijkheden. In deze interface kunt u systeemresources bekijken en taken voor systeembeheer uitvoeren. 2 Power Systems: Hardware Management Console beheren

Zie De gebruikersinterface via het web gebruiken op pagina 5 voor meer informatie over het gebruik van deze HMC-interface. Vooraf gedefinieerde gebruikers-id's en wachtwoorden Op de HMC worden vooraf gedefinieerde gebruikers-id's en wachtwoorden gebruikt. Het is van groot belang voor de beveiliging van uw systeem dat u het vooraf gedefinieerde wachtwoord voor hscroot onmiddellijk wijzigt. De volgende vooraf gedefinieerde gebruikers-id's en wachtwoorden worden op de HMC gebruikt: Tabel 1. Vooraf gedefinieerde gebruikers-id's en wachtwoorden voor de HMC Gebruikers-ID Wachtwoord Bestemd voor hscroot abc123 Het gebruikers-id en wachtwoord voor hscroot worden gebruikt voor de eerste aanmelding bij de HMC. Het gebruikers-id en wachtwoord zijn hoofdlettergevoelig en kunnen alleen worden gebruikt door een gebruiker met de rol van superbeheerder. root passw0rd Het gebruikers-id en wachtwoord voor 'root' worden gebruikt door de serviceprovider om onderhoudsprocedures uit te voeren. Ze kunnen niet worden gebruikt voor aanmelding bij de HMC. Taken en rollen Elke HMC-gebruiker kan een andere rol vervullen. Met elke rol heeft de gebruiker toegang tot verschillende onderdelen van de HMC en kan deze verschillende taken op het beheerde systeem uitvoeren. HMC-rollen zijn vooraf gedefinieerd of aangepast. De rollen die in deze sectie worden besproken, zijn van toepassing op HMC-gebruikers. Besturingssystemen die op logische partities worden uitgevoerd, beschikken over hun eigen set gebruikers en rollen. Als u een HMC-gebruiker maakt, moet u een taakrol aan die gebruiker toewijzen. Met elke taakrol beschikt de gebruiker over verschillende toegangsniveaus tot taken die beschikbaar zijn op de HMC-interface. Zie HMC-taken, gebruikersrollen, ID's en bijbehorende opdrachten op pagina 16 voor meer informatie over de taken die door elke HMC-gebruikersrol kunnen worden uitgevoerd. U kunt beheerde systemen en logische partities aan afzonderlijke HMC-gebruikers toewijzen. Zo kunt u een gebruiker maken die wel toegang heeft tot beheerd systeem A maar niet tot beheerd systeem B. Elke groep met toegang tot beheerde resources wordt een beheerde-resourcerol genoemd. Als u meer wilt weten over beheerde-resourcerollen en hoe u deze moet maken, raadpleegt u Taken en resourcerollen beheren op pagina 92. De vooraf gedefinieerde HMC-rollen, die in de HMC de standaard vormen, zijn als volgt gedefinieerd: Tabel 2. Vooraf gedefinieerde HMC-rollen Rol Beschrijving HMC gebruikers-id Operator De operator is verantwoordelijk voor de dagelijkse systeemactiviteiten. hmcoperator De HMC beheren 3

Tabel 2. Vooraf gedefinieerde HMC-rollen (vervolg) Rol Beschrijving HMC gebruikers-id Superbeheerder Productengineer Servicemedewerker Viewer De superbeheerder fungeert als de rootgebruiker of beheerder van het HMC-systeem. De superbeheerder heeft onbeperkte machtiging om vrijwel het hele HMC-systeem te wijzigen. Een productengineer helpt als ondersteuning nodig is, maar heeft geen toegang tot de gebruikersbeheerfuncties van de HMC. Om toegang tot het systeem te verschaffen voor ondersteunende doeleinden, moet u in de rol van product engineer gebruikers-id's maken en beheren. Een servicemedewerker is een medewerker die op uw locatie het systeem installeert, configureert of repareert. Een viewer kan HMC-informatie bekijken, maar kan geen configuratiegegevens wijzigen. hmcsuperadmin hmcpe hmcservicerep hmcviewer U kunt aangepaste rollen voor de HMC maken door vooraf gedefinieerde HMC-rollen aan te passen. Het maken van aangepaste HMC-rollen is handig als u taakprivileges van een bepaalde gebruiker wilt toewijzen of beperken. Zie Taken en resourcerollen beheren op pagina 92 voor meer informatie over het maken van aangepaste HMC-rollen. De HMC starten Schakel de HMC in door het scherm en de systeemeenheid in de positie Aan te zetten. Het initialisatievenster met de copyrightgegevens wordt afgebeeld. Informatie over hoe u zich kunt aanmelden bij de HMC-interface. Wanneer de initialisatie is voltooid, wordt het welkomstvenster afgebeeld. Opmerking: Het welkomstvenster bevat een link waarmee u zich kunt aanmelden bij de HMC-toepassing, een optie waarmee u de online Help-informatie kunt bekijken en een overzicht van de statusinformatie voor de HMC. U moet zich aanmelden om de statusinformatie te bekijken. Ga als volgt te werk om u aan te melden bij de HMC: 1. Klik in welkomstvenster op Aanmelden en de webtoepassing van de Hardware Management Console starten. 2. Geef het aan u toegewezen gebruikers-id en wachtwoord op. 3. Klik op Aanmelden. Opmerking: Als u eerder de verbinding met een sessie hebt verbroken, verschijnt het venster Kies een sessie waarmee de verbinding is verbroken. Selecteer de sessie waarmee u de verbinding wilt herstellen en klik op Opnieuw verbinden. Nadat u zich hebt aangemeld, wordt het HMC-werkplekvenster afgebeeld en verschijnt het venster Tip van de dag (als deze functie is ingeschakeld). Meer informatie over het inschakelen van deze functie vindt u bij Tip van de dag op pagina 89. 4 Power Systems: Hardware Management Console beheren

In het HMC-werkplekvenster kunt u werken met taken voor de console en beheerde systemen. Niet alle taken zijn beschikbaar voor elke gebruikers-id. Welke taken u kunt uitvoeren, is afhankelijk van de gebruikersrol die aan uw gebruikers-id is toegewezen. Als aan uw gebruikers-id bijvoorbeeld de rol operator is toegewezen, hebt u toegang tot alle taken die een operator kan uitvoeren. Zie HMC-taken, gebruikersrollen, ID's en bijbehorende opdrachten op pagina 16 voor een lijst met alle taken en de gebruikersrollen waarvoor de taken beschikbaar zijn. Als u niet meer weet met welke gebruikers-id u bent aangemeld bij de HMC, kijkt u op de taakbalk bovenin de welkomstpagina of klikt u op HMC-beheer in het navigatievenster. Vervolgens klikt u in het werkvenster op Gebruikers en taken beheren (zie Gebruikers en taken beheren op pagina 93 voor meer informatie). De gebruikersinterface via het web gebruiken Met de gebruikersinterface op het web kunt u taken uitvoeren op de HMC (Hardware Management Console) of op uw beheerde resources. De gebruikersinterface bestaat uit verschillende componenten: banner, taakbalk, navigatievenster, werkvenster en statusbalk. De banner De banner boven aan het werkplekvenster geeft het product en het logo aan. Dit is optioneel. Gebruik de taak Instellingen gebruikersinterface wijzigen om de instelling te wijzigen. Op de taakbalk, die zich onder de banner bevindt, worden de namen afgebeeld van eventuele taken die worden uitgevoerd, het gebruikers-id waarmee u zich hebt aangemeld, de online Help-informatie en de mogelijkheid om u af te melden bij de console of de verbinding met de console te verbreken. Het navigatievenster in het linkergedeelte van het venster bevat de primaire navigatiekoppelingen voor het beheren van uw systeemresources en de HMC. De items worden knooppunten genoemd. Het werkvenster in het rechtergedeelte van het venster bevat informatie op basis van de huidige selectie van het navigatievenster. Als bijvoorbeeld de Welkom is geselecteerd in het navigatievenster, wordt de inhoud van het Welkomstvenster weergegeven in het werkvenster. In de statusbalk in het gedeelte linksonder in het venster wordt de huidige, algemene systeemstatus afgebeeld. De statusbalk bevat ook een pictogram Statusoverzicht dat kan worden geselecteerd om meer gedetailleerde statusgegevens af te beelden in het werkvenster. U kunt het formaat van de deelvensters van de HMC-werkplek wijzigen. Als u het formaat van de deelvensters wilt wijzigen, plaatst u de muisaanwijzer op de rand tussen het navigatievenster en het werkvenster tot de muisaanwijzer verandert in een dubbelpuntige pijl. Als de aanwijzer van vorm verandert, houdt u de linkermuisknop ingedrukt terwijl u de muisaanwijzer naar links of naar rechts sleept. Als u de knop loslaat, is uw navigatievenster of werkvenster groter of kleiner geworden. U kunt dit ook doen binnen het kader van het werkvenster dat de tabel met resources scheidt van de takenlijst. Taakbalk De taakbalk bevat een functie voor het schakelen tussen actieve taken De taakbalk kan als navigatiehulpmiddel worden gebruikt om tussen taken heen en weer te gaan die wel gestart zijn, maar niet afgesloten. Met de schakelfunctie van taken kunt u bestaande taken niet onderbreken of hervatten. Door op een taak in de taakbalk te klikken, komt het venster van die taak naar de voorgrond en heeft het de focus. De HMC beheren 5

Opmerking: Op applet gebaseerde taken, zoals AI-terminalvensters, 5250-consolevensters of vensters met restricted shell ondersteunen deze functionaliteit voor het schakelen tussen taken niet. Gebruik de lokale functionaliteit voor het schakelen tussen vensters om bij deze taken te schakelen tussen vensters. Aan de rechterkant van de taakbalk ziet u ook de volgende informatie: v Uw gebruikers-id. Als u op het gebruikers-id klikt, wordt het venster Instellingen van gebruikersinterface wijzigen geopend. v Met Help beeldt u informatie af over alle taken op de HMC en over de manier waarop u de webgebaseerde gebruikersinterface van de HMC kunt gebruiken. v AlsuopAfmelden klikt, wordt het venster Afmelden of Verbinding verbreken geopend. Navigatievenster Het navigatievenster bevat de primaire navigatiekoppelingen voor het beheren van de systeemresources en de HMC. v Welkom v Systeembeheer op pagina 7 v Systeemplannen op pagina 12 v HMC-beheer op pagina 12 v Servicebeheer op pagina 13 v Updates op pagina 13 Welkom Welkom is het eerste venster dat wordt afgebeeld als u zich aanmeldt bij de HMC. Het werkvenster van het welkomstvenster bevat de knooppunten van het navigatievenster en de bijbehorende beschrijvingen. Het bevat ook de volgende Extra resources: Configuratiewizard Leidt u stap voor stap door de configuratie van de HMC. HMC Operations Guide Dit is de online versie van Managing the HMC, bedoeld voor systeembeheerders en systeemoperators die werken met de HMC. Als u vanaf afstand toegang hebt tot de HMC, kunt u deze publicatie als PDF- of HTML-bestand bekijken (klik op Als HTML bekijken). Als u lokale toegang hebt tot de HMC, kunt u deze publicatie als HTML-bestand bekijken. HMC Readme Biedt tips en errata over de HMC. Online informatie Bevat informatie over de HMC. Opmerking: De volgende informatie is alleen beschikbaar als u de HMC op afstand opent. IBM System Support ondersteuning van en technische informatie over IBM-systemen HMC-ondersteuning ondersteuning van en technische informatie over de HMC. Opleiding en zelfstudieprogramma opleidingsmateriaal voor het aanleren en bijhouden van HMC-vaardigheden. Als u wilt zien met welk niveau van de HMC u momenteel werkt, houdt u de muisaanwijzer boven de HMC-versie bovenin het werkvenster. 6 Power Systems: Hardware Management Console beheren

Systeembeheer In Systeembeheer worden de beheerde resources in een boomstructuur afgebeeld. Servers: Het item Servers geeft de servers aan die met deze HMC worden beheerd. Om server toe te voegen, kunt u de taak Beheerd systeem toevoegen gebruiken in de categorie Verbindingen in de takenlijst. Als u op Servers klikt in het navigatievenster, verschijnt een tabel met de gedefinieerde servers in het werkvenster en verschijnt een lijst met de gedefinieerde servers onder het knooppunt Servers in het navigatievenster Een server selecteren: Informatie over de afgebeelde informatie wanneer u een server selecteert. Om taken voor een server uit te voeren, klikt u in de kolom Selecteren naast de servernaam in de werkvenstertabel. Om taken uit te voeren voor partities van een server, kunt u een van de volgende acties uitvoeren: v Selecteer een server onder het knooppunt Servers in het navigatievenster. v Klik op een servernaam in de werkvenstertabel. Wanneer in het werkvenster een lijst van servers wordt weergegeven, worden de onderstaande kenmerken standaard afgebeeld. Naam Geeft de door de gebruiker gedefinieerde naam van het beheerde systeem aan. Status Beeldt de huidige status van het beheerde systeem af (bijvoorbeeld Operationeel, Uitschakelen, Initialiseren) en beeldt pictogrammen af die een onacceptabele status en/of actieve attentie-led's aangeven. Zie Status: Onacceptabel op pagina 15 of Status: Attentie-LED's op pagina 15 voor meer informatie. Beschikbare verwerkingseenheden Geeft het aantal verwerkingseenheden aan dat beschikbaar is voor toewijzing aan logische partities op het beheerde systeem. Dit is het totale aantal verwerkingseenheden dat is geactiveerd op het beheerde systeem minus het aantal verwerkingseenheden dat aan de logische partities is toegewezen, inclusief de logische partities die zijn afgesloten, op het beheerde systeem. Dit aantal omvat geen verwerkingseenheden die nog niet zijn geactiveerd met CoD (Capacity on Demand). Beschikbaar geheugen Geeft de hoeveelheid geheugen aan die beschikbaar is voor toewijzing aan logische partities op het beheerde systeem. Dit is de totale hoeveelheid geheugen die is geactiveerd op het beheerde systeem minus de hoeveelheid geheugen die de firmware van het beheerde systeem nodig heeft, minus de hoeveelheid geheugen die aan de logische partities is toegewezen, inclusief de logische partities die zijn afgesloten, op het beheerde systeem. Dit aantal omvat geen geheugen dat nog niet is geactiveerd met CoD (Capacity on Demand). De hoeveelheid beschikbaar geheugen kan in MB of GB worden afgebeeld. Klik op MB of GB in de titel van de kolom Beschikbaar geheugen. Verwijzingscode Geeft de systeemverwijzingscodes voor de server aan. Klik op de verwijzingscode in de tabel voor een uitgebreide beschrijving. In de werkvenstertabel voor servers kunnen ook de volgende optionele kenmerken worden afgebeeld. Configureerbare verwerkingseenheden Het aantal processors van het beheerde systeem. De HMC beheren 7

Configureerbaar geheugen De hoeveelheid configureerbaar geheugen van het beheerde systeem. Om optionele kenmerken af te beelden, klikt u op het pictogram Kolomconfiguratie in de tabelwerkbalk. Met deze functie kunt u extra kenmerken selecteren die u als kolommen in de tabel wilt laten afbeelden. U kunt er ook de volgorde van de kolommen mee wijzigen. Zie Kolomconfiguratie op pagina 14 voor meer informatie. Met Weergaven in de tabelwerkbalk kunt u ook de Standaard-kenmerken van de server of de Capacity on Demand-kenmerken van de server in de tabel afbeelden. Raadpleeg Het menu Views op pagina 15 voor meer informatie. Servergegevens afbeelden: De eigenschappen van een server afbeelden. Als u gegevens (eigenschappen) van een server wilt afbeelden, kunt u de server selecteren door op de kolom Selecteren in de werkvenstertabel te klikken. U kunt klikken op Eigenschappen in de takenlijst of u kunt op het pictogram met de dubbele pijl klikken naast de servernaam en in het contextmenu op Eigenschappen klikken. In beide gevallen wordt het venster Eigenschappen geopend. Taken voor beheerde objecten starten: Nadat u de objecten hebt gekozen waarmee u wilt werken, bent u er klaar voor om er de juiste taken op uit te voeren. Informatie over het starten van een taak voor uw geselecteerde beheerde objecten. Geschikte taken voor een geselecteerd object bevinden zich in de takenlijst, in contextmenu's en in het menu Taken. Als een bepaalde taak niet kan worden uitgevoerd op een object, wordt de taak niet afgebeeld. Takenlijst Deze weergave bevat de beschikbare taken voor geselecteerde beheerde objecten. De takenlijst wordt afgebeeld onder het werkvenster wanneer u een object hebt geselecteerd waarmee u wilt werken. Opmerking: 1. Pas de grootte van de takenlijst aan door de muisaanwijzer te verplaatsen op de rand die het werkvenster scheidt van de takenlijst. 2. Beeld optioneel de takenlijst af door de taak Instellingen van gebruikersinterface wijzigen te gebruiken. Raadpleeg voor meer informatie Instellingen gebruikersinterface wijzigen op pagina 89. 3. Vou alle taak-categorieën uit of vouw ze samen in de takenlijst door Alles uitvouwen of Alles samenvouwen te kiezen in de kop van de takenlijst. De taken die in deze weergave zijn opgenomen, voldoen aan de volgende kenmerken: v Er zijn taken beschikbaar voor de geselecteerde doelobjecten in het navigatievenster of de tabelweergave van het werkvenster. Als meerdere objecten worden geselecteerd in het tabel werkvenster, wordt de intersectie van taken van het geselecteerde object afgebeeld. Als er niets in de tabel is geselecteerd, worden er taken afgebeeld voor het object dat in het navigatievenster is geselecteerd. v De rol van de momenteel aangemelde gebruiker bepaalt welke taken beschikbaar zijn. Het volgende is een voorbeeld van het gebruik van de methode takenlijst: 1. Selecteer een server in de werkvenstertabel (klik op de kolom Selecteren). 8 Power Systems: Hardware Management Console beheren

2. Selecteer een taakgroep in de takenlijst (klik op de knop uitvouwen of klik op de groepsnaam). Opmerking: Na het uitvouwen van de taakgroepen, blijven die groepen geopend, zodat u herhaaldelijk andere taken kunt openen zonder de taakgroepen opnieuw te hoeven openen. 3. Selecteer een taak die onder de taakgroep wordt afgebeeld om deze taak op de server uit te voeren. Het taakvenster wordt geopend. Voorgrondmenu In het voorgrondmenu worden de taakgroepen voor het geselecteerde object afgebeeld. Voorgrondmenu's zijn alleen beschikbaar voor tabelselecties. In de kolom Selecteren van de werkvenstertabel voor servers selecteert u bijvoorbeeld het object waarmee u wilt werken. De knop voor het voorgrondmenu (dubbele pijlen naar rechts) verschijnt naast de objectnaam die u hebt geselecteerd. Als u op deze knop klikt, verschijnt het taakgroepmenu voor dat specifieke object. Selecteer vervolgens een taak. Als er meerdere objecten zijn geselecteerd, zijn de taken in het voorgrondmenu van toepassing op alle selecties. Het menu Taken Het menu Taken wordt weergegeven op de tabelwerkbalk. Het menu Taken is alleen beschikbaar voor tabelselecties. In de kolom Selecteren van de werkvenstertabel voor servers selecteert u bijvoorbeeld het object waarmee u wilt werken. Klik op Taken voor een lijst met taakgroepen die van toepassing zijn op de geselecteerde objecten in de tabel. Selecteer een taakgroep en selecteer vervolgens een taak die u voor het object wilt openen. Als er meer dan één object is geselecteerd, zijn de taken die in het menu Taken worden weergegeven van toepassing op alle selecties. Partities: Als u een beheerde server in het navigatievenster selecteert, verschijnt in het werkvenster de lijst met partities die op de server zijn gedefinieerd. In de werkvenstertabel voor partities worden standaard de volgende kenmerken afgebeeld: Naam Geeft de door de gebruiker gedefinieerde naam van de logische partitie aan. ID Geeft het ID van de partitie aan. Status Beeldt de huidige status van de partitie af (bijvoorbeeld Actief, Niet actief) en pictogrammen die een onacceptabele status en/of actieve attentie-led aangeven. Zie Status: Onacceptabel op pagina 15 of Status: Attentie-LED's op pagina 15 voor meer informatie. Verwerkingseenheden Beeldt de maateenheid af voor de gemeenschappelijke verwerkingscapaciteit voor een of meer virtuele processors. De verwerkingskracht kan worden opgegeven in fracties van een processor. Geheugen Geeft de hoeveelheid geheugen aan die momenteel aan de partitie is toegewezen. De hoeveelheid geheugen kan in MB of GB worden afgebeeld. Klik op MB of GB in de titel van de kolom Geheugen. Actief profiel Geeft het profiel aan dat de laatste keer is gebruikt om de partitie te activeren. Omgeving Geeft het type object, logische partitie, server of frame aan. Verwijzingscode Geeft de systeemverwijzingscodes voor de partitie aan. Klik voor POWER6-systemen op de verwijzingscode in de tabel voor een uitgebreide beschrijving. De HMC beheren 9

In de werkvenstertabel van de partitie kunnen ook de volgende optionele kenmerken worden afgebeeld. Processor Als de partitie vast toegewezen processors gebruikt, wordt het aantal processors afgebeeld dat momenteel aan de partitie is toegewezen. Als de partitie gemeenschappelijke processors gebruikt, staat deze waarde voor de virtuele processors die momenteel aan de partitie zijn toegewezen. Servicepartitie Geeft aan of de partitie is gemachtigd om als servicepartitie te fungeren. Geconfigureerd Geeft aan of een partitie is geconfigureerd met alle vereiste resources om te worden ingeschakeld. Standaardprofiel Geeft het profiel aan dat als standaardprofiel is geconfigureerd. Als gebruikers de taak Activeren vanaf de partitie uitvoeren, wordt dit profiel standaard geselecteerd. Versie besturingssysteem De versie van het besturingssysteem op het beheerde systeem. Processorwerkstand Geeft aan of de partitie werkt met vast toegewezen dan wel gemeenschappelijke processors. Geheugenwerkstand Geeft aan of de partitie werkt met vast toegewezen dan wel gemeenschappelijk geheugen. IPL-bron De IPL-bron van het beheerde systeem. Optionele kenmerken verschijnen als u het pictogram Kolomconfiguratie in de tabelwerkbalk selecteert. Met deze functie kunt u extra kenmerken selecteren die u als kolommen in de tabel wilt laten afbeelden. U kunt er ook de volgorde van de kolommen mee wijzigen. Zie Kolomconfiguratie op pagina 14 voor meer informatie. Partitiegegevens afbeelden: De eigenschappen van een partitie afbeelden. Als u partitiegegevens (eigenschappen) van een partitie wilt afbeelden, kunt u de partitie selecteren door op de kolom Selecteren in de werkvenstertabel te klikken. U kunt klikken op Eigenschappen in de takenlijst of u kunt op het pictogram met de dubbele pijl klikken naast de partitienaam en in het contextmenu op Eigenschappen klikken. U kunt ook op de naam van de partitie klikken. In alle gevallen wordt het venster Eigenschappen afgebeeld. Frames: Het knooppunt Frames geeft de frames aan die door deze HMC worden beheerd. Frames hebben doorgaans dubbele BPC's (Bulk Power Controllers), maar er wordt slechts één BPC afgebeeld, omdat beide BPC's hetzelfde machinetype, model en serienummer hebben en volkomen gelijkwaardig ten opzichte van elkaar zijn. In het werkvenster voor frames worden de volgende kenmerken afgebeeld: Naam Hier wordt de naam van de frame weergegeven. Status Hier wordt de status van het frameobject weergegeven. De status Geen verbinding of Onvolledig is onacceptabel voor frames. Wanneer deze situatie zich voordoet, verschijnt er een rode in de statuscellen naast de tekst die de status aangeeft. U kunt informatie over de onacceptabele status en over mogelijke oplossingen opvragen door op de of op de statustekst te klikken. 10 Power Systems: Hardware Management Console beheren