ZWOLLE GEZONDE STAD Evaluatie Programma Zwolle Gezonde Stad

Vergelijkbare documenten
Nulmeting Zwolle Gezonde Stad Ingrid van Aart, Silvia de Roos en Tommy Visscher 13 september 2012, CIAO bijeenkomst

RESULTATEN ZWOLLE GEZONDE STAD

13:15-13:30 Welkom bij Zwolle Gezonde Stad Joop ten Dam. 13:30-13:55 Checkid Carry Renders. 13:55-14:20 Checkteen Monique Ridder

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

8 jaar later en nog volop in beweging

FACTSHEET JOGG JULI 2012

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

3 Op 50% van de kinderopvangen en basisscholen wordt tijdens de pauze alleen water gedronken.

ADVIESNOTA. Hattem kiest met JOGG voor samenwerking aan een gezonde jeugd. Inleiding. Achtergrond Gezondheidsbevordering.

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

Rotterdam Lekker Fit! Trendanalyse overgewicht onder Rotterdamse kinderen

VOEDING, BEWEGEN EN GEWICHT

JOGG HELLEVOETSLUIS

Voorbeeldadvies Cijfers

Verbreding Zwolle Gezonde Stad vanaf 2014

Dagelijks ontbijten en elke dag groente en fruit eten zijn gedragingen die bijdragen aan een gezonde leefstijl.

Aanleiding CheckTeen. Zwolle gezonde stad ( ) JOGG: Jongeren op Gezond Gewicht (2010) ChecKid: kinderen basisonderwijs 2006 en 2009 (en 2012)

JONGEREN OP GEZOND GEWICHT

Doelstellingen 31 maart 2016

HOUTEN JOGG GEMEENTE t/m 2017 X* K JOGG. Houten. w \ Jongeren Op Gezond Gewicht

K I N D E R E N O N D E R Z O E K : J A A R

ambitieakkoord stichting jongeren op gezond gewicht

Kinderen in West gezond en wel?

Kinderen in Noord gezond en wel?

Doelstellingen JOGG- Zevenaar & 0-meting

Evaluatie JOGG Doetinchem

Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting (T0) voorjaar 2017

Evaluatie JOGG Roosendaal Basisschool de Vlindertuin. Resultaten evaluatie JOGG December 2017

Een voorbeeld van een schoolprogramma gericht op preventie van overgewicht in Nederland: het DOiT programma

Onderstaand bericht is bedoeld voor de fractievoorzitters van de politieke partijen in uw gemeente. Wilt u dit bericht aan hen doorsturen?

Overgewicht (incl. obesitas)

Evaluatieverslag project Groningse gruiten

Kinderen in Centrum gezond en wel?

Kinderen in Zuid gezond en wel?

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 2: BUURTAANPAK

Kinderen in Oost gezond en wel?

De lokale verbinding JOGG en GIDS

Resultaten vragenlijst ouders basisschool (4-12 jarigen) Nulmeting (T0) voorjaar 2017

Resultaten vragenlijst leerlingen

PROGRAMMABEGROTING

In deze memo wordt u geïnformeerd over JOGG Meppel. Er wordt een terugblik op het afgelopen jaar gegeven en doelen voor het komend jaar genoemd.

Resultaten vragenlijst ouders 2-3 jarigen voorjaar 2018

Samenvatting. Inleiding

Staat van gezond gewicht en leefstijl van Amsterdamse kinderen. Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2017

Factsheet nulmeting pilot-onderzoek B-Fit bij kinderen, jongeren en volwassenen

Uitvoeringsplan gezondheid Schagen samen gezond

RESULTATEN 2 JAAR JOGG

De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus AG Hoofddorp

Themarapport. Voeding en bewegen

Samenvatting. In hoofdstuk 1 wordt een algemene introductie gegeven over de onderwerpen die in dit proefschrift worden behandeld.

Basisschool De Tovercirkel

Kinderen in Nieuw-West gezond en wel?

Jongeren Op Gezond Gewicht Roermond

PROGRAMMABEGROTING

Michelle Stoel Evelien Joosten-van Zwanenburg

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Wolbert (PvdA) over kinderen van allochtone afkomst die overgewicht hebben (2014Z07817).

Rotterdam Lekker Fit! Gezinsaanpak draagt bij aan vermindering consumptie gezoete dranken door kinderen.

GIDS-gemeenten die de JOGGaanpak & GIDS combineren

Kinderen in Zuidoost gezond en wel?

Op de fiets naar school

Beweging, voeding en. (over)gewicht

Van een smalle blik naar een brede basis.

Bouwstenen nota volksgezondheid Renate Martens en Ivanka van der Veeken. Gemeente Drimmelen GGD West-Brabant:

Overname van dit rapport of gedeelten daaruit is toegestaan, mits de bron wordt vermeld.

Lokaal gezondheidsbeleid Workshop 18 februari 2016

Bewegen in Nederland

Samenvatting Perspectieven op het stimuleren van gezond energiebalansgerelateerd. in de schoolomgeving

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers

Kernboodschappen Gezondheid Losser

Gezondheidsmonitor volwassenen en ouderen 2016 Samenvatting gemeente Haarlemmermeer

Outcome monitor Amsterdamse Aanpak Gezond Gewicht 2016 DEEL 1: ALGEMEEN RAPPORT

Lokale paragraaf gezondheidsnota

Wethouder van Jeugd, Welzijn en Sport Wethouder van Volksgezondheid, Duurzaamheid, Media en Organisatie

Integrale aanpak kinderen met overgewicht in Enschede en Almelo

Kernboodschappen Gezondheid Rijssen-Holten

Kernboodschappen Gezondheid Almelo

Sportparticipatie Kinderen en jongeren

Ouderenmonitor Gezondheidsonderzoek 65-plussers regio Nijmegen. Gezondheidsonderzoek kinderen 0-12 jaar regio Nijmegen

Sociale kaart preventie en behandeling van overgewicht bij kinderen Zwolle

Sportparticipatie Volwassenen

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

BESLUIT OPSCHRIFT. Vergadering van 18 maart Onderwerp Beantwoording raadsvragen in zake: Vragenlijsten GGD - Besluitvormend

Fit en Gezond in Overijssel 2016

Jongeren op Gezond Gewicht

SAMENVATTING Dijkstra, Coosje.indd :45

TOELICHTING op het Besluitformulier - Voorstel met registratienummer 2013/44019.

Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

RAADSINFORMATIE inzake stand van zaken Doe ff Gezond 2015

Motivatie volwassenen om te sporten en bewegen

Samenvatting Losser. 2 van 5 Twentse Gezondheids Verkenning Losser. Versie 1, oktober 2013

Samenwerken aan gezondheid in de wijk

2. Overgewicht. allochtone kinderen. autochtone kinderen. eenouder ouder+stiefouder. beide ouders. % kinderen met overgewicht. laag.

PSYCHOSOCIALE GEZONDHEID

Gezonde groei en ontwikkeling voor ieder kind in Nederland

Een onderzoek naar de ontwikkeling in omvang, kenmerken en ervaren belasting van mantelzorgers in Limburg tussen 2008/2009, 2012 en 2016

Doelstellingen. Zwolle Gezonde Stad

Transcriptie:

ZWOLLE GEZONDE STAD Evaluatie Programma Zwolle Gezonde Stad 2010-2013 Datum: 4 november 2014

EVALUATIE PROGRAMMA ZWOLLE GEZONDE STAD 2010-2013 Tommy L.S. Visscher, 1,2 Özlem Güner, 1,2 Daniëlle Schwartz, 2 Joop ten Dam, 1 Deze evaluatie had niet tot stand gekomen zonder de medewerking van de volgende personen die allen een bijdrage hebben geleverd aan Zwolle Gezonde Stad en deze rapportage: Ingrid Bakker, 1 Lidewij van den Berg, 3 Margriet de Boer, 4 Sandra Borsboom, 3 Joop ten Dam, 1 Elske de Jong, 2 Linda Hiemstra, 1,2 Ina Kievit, 3 Karin Klaver, 1 Jeroen van Leeuwen, 5 Monique Mensen, 2,6 Anneke Nusselder, 4 Monique Ridder, 2 Yolande Slagman-Duthler, 7 Carolien Smits, 6 Joke Wierbos 8 Tamara Ernst heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan het onder de aandacht brengen van een gezonde en actieve leefstijl bij jeugd en jongeren Zij is in gedachten bij ons Evaluatie verzorgd door het 1) lectoraat De Gezonde Stad, Windesheim 2) Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle, VU-Windesheim in samenwerking met 3) de GGD IJsselland 4) Stichting Thuiszorg Icare 5) Sportservice Zwolle, 6) Lectoraat innoveren in de ouderenzorg, Windesheim 7) de Gemeente Zwolle en 8) Travers Welzijn In opdracht van Zwolle Gezonde Stad Deze evaluatie is mogelijk gemaakt door een subsidie van de gemeente Zwolle Meer informatie via e-mail: preventieovergewicht@windesheim.nl Of telefoon: 088 4699096 Pagina 2 van 87

Inhoudsopgave Auteurs en contactgegevens 2 Samenvatting 4 1 Inleiding 8 2 Van een korte geschiedenis integrale aanpak overgewicht naar de aanpak in Zwolle 10 2.1 Epode 10 2.2 Jongeren op Gezond Gewicht, JOGG 10 2.3 De vijf JOGG-pijlers 11 2.4 Zwolle Gezonde Stad 12 2.5 Drie sporen 13 2.6 Programmastructuur Zwolle Gezonde Stad 14 2.7 Een greep uit de activiteiten van Zwolle Gezonde Stad 15 2.8 Het JOGG-model 16 3 Doelstellingen Zwolle Gezonde Stad 17 4 Methoden van de evaluatie en gebruikte data 19 5 De resultaten van 3 jaar Zwolle Gezonde Stad: evaluatie van de doelstellingen 22 6 Algemene discussie 66 6.1 Zwolle Gezonde Stad succesvol 66 6.2 Enige reserve 67 6.3 Uitdagingen voor de zorg- en welzijnssector 70 6.4 Aanbevelingen 71 6.5 Zwolle Gezonde Stad vanaf 2015 74 6.6 Conclusie(s) 74 7 Referenties 75 8 Afkortingen en begrippenlijst 81 9 Bronnen 82 Bijlage: Doelstellingen voor Zwolle Gezonde Stad bij aanvang in 2009 83 Pagina 3 van 87

Samenvatting De huidige programmamanager, Ina Kievit, heeft de resultaten van Zwolle Gezonde Stad 2010-2013 samengevat in een factsheet voor het college van Burgemeesters en Wethouders: Pagina 4 van 87

Pagina 5 van 87

Pagina 6 van 87

Pagina 7 van 87

1. Inleiding 1.1 Inleiding Ruim 40% van de volwassen Nederlanders is te zwaar. In 2011 ging het hierbij om 6,5 miljoen mensen met matig tot zwaar overgewicht. Begin jaren 80 was dit percentage nog 27%. Ook bij kinderen is de toename van te zware peuters, kinderen en jongeren verontrustend. Van de kinderen en jongeren van 2 tot 20 jaar had in 2012 13% procent overgewicht en 3% obesitas. Dit is een verdubbeling ten opzicht van begin jaren 80 (OESO 2011). 1 De overgewicht epidemie heeft meer dan 30 jaar de tijd gehad om zich te ontwikkelen en is een van de lastigste volksgezondheidproblemen in ons land geworden. Behandeling van volwassenen en kinderen met overgewicht en obesitas is over het algemeen weinig succesvol, waardoor preventieve maatregelen en het positief en duurzaam ombuigen van de overgewicht trend van uitermate groot belang is. De wijkgerichte aanpak in de strijd tegen overgewicht is veelbelovend (Friedrich 2007; Storm 2011). Bij een wijkgerichte aanpak staan de wensen en de behoeften van de doelgroep centraal en wordt een eenduidige boodschap uitgedragen. In westerse landen komt overgewicht het meeste voor bij mensen met een lagere sociaal economische status (SES).Omgevingsfactoren van deze groep mensen bevatten vaak meer belemmeringen om voor gezond eten te kiezen en meer te bewegen dan mensen met een hogere opleiding en inkomsten. Voorbeelden hiervan zijn fysieke omgevingsfactoren zoals veel snackbars en minder beweegvriendelijke en veilige buurten. Verder spelen ook de opvattingen over bewegen en voeding en een lager inkomen een rol (Liem 2010). 1.2 Het begin van de aanpak in Zwolle Zwolle heeft de problematiek van overgewicht problematiek onder kinderen en jongeren in 2006 serieus opgepakt met de start van het programma Samen Gezond, waarbij vooral in de aandachtwijken Diezerpoort en Holtenbroek gewerkt is aan het ontwikkelen van een wijkgerichte aanpak om overgewicht tegen te gaan. Deze wijken zijn gekozen omdat de bewoners veelal een lagere sociaal economische status hebben in vergelijking met andere wijken van Zwolle en een hoger percentage van de bewoners overgewicht en obesitas heeft. In 2010 heeft een doorstart plaatsgevonden van Samen Gezond met het begin van het programma Zwolle Gezonde Stad (ZGS). Met de start van Zwolle Gezonde Stad is Zwolle uitgeroepen tot eerste JOGG-stad van Nederland (Jeugd Op Gezond Gewicht). Zwolle Gezonde Stad is een lokale, wijkgerichte aanpak die zich richt op kinderen en jongeren van 0-19 jaar, hun ouders en de omgeving, met als uiteindelijke doel een daling van overgewicht en obesitas. De gemeente Zwolle heeft de regie genomen en werkt samen met lokale partners uit het onderwijs, bedrijfsleven, sport, gezondheidszorg en welzijn en de media. Inmiddels is Zwolle Gezonde Stad drie jaar actief in de twee wijken van Zwolle om de stijgende overgewicht trend om te buigen naar een daling met behulp van een integrale aanpak. Pagina 8 van 87

1.3 Doel van de evaluatie Bij aanvang van Zwolle Gezonde Stad in 2009 zijn de gezondheidstoestand van Zwolse kinderen en hun voeding- en beweeggedrag en mogelijke omgevingsfactoren die daarbij een rol spelen, in kaart gebracht. Doel van deze evaluatie is om te bestuderen of verbetering is opgetreden in de gezondheidstoestand van de Zwolse kinderen, vooral in de wijken Holtenbroek en Diezerpoort, hun gedrag, om een overzicht te geven van activiteiten die hebben plaatsgevonden en om processen te beschrijven die ten grondslag liggen aan de effecten van Zwolle Gezonde Stad. Deze evaluatie is nadrukkelijk geen eindmeting. Immers, de integrale aanpak ter stimulering van gezond gedrag is per definitie een aanpak van de lange duur. Inzichten uit deze evaluatie kunnen worden gebruikt voor eventuele aanpassingen in het programma. Figuur 1: Paul Rosenmöller, voorzitter van JOGG en Erik Dannenberg, destijds wethouder van de gemeente Zwolle, geven de aftrap voor Zwolle als eerste JOGG-stad van Nederland Pagina 9 van 87

2. Van een korte geschiedenis integrale aanpak overgewicht naar de aanpak in Zwolle 2.1 Epode De JOGG-beweging maakt deel uit van het EPODE European Network. EPODE is begonnen als De EPODE ( Ensemble Prévenons l Obésité Des Enfants oftewel Laten we samen overgewicht bij kinderen aanpakken ) aanpak van overgewicht onder jeugd is begonnen in 2000 in twee Franse dorpjes. De burgemeesters van deze dorpen vonden het van belang om met de gemeente als spin in het web samen met ouders, buurtgemeenschappen en privaat en publieke partners het steeds ernstiger wordende probleem van overgewicht aan te pakken. Inmiddels is Epode uitgegroeid tot een netwerk van ruim 500 steden in 17 landen wereldwijd, waarbij ruim 150 miljoen bewoners zijn betrokken. Het is daarmee werelds grootste overgewicht preventie netwerk. Epode is een innovatieve aanpak van overgewicht, waarbij de hele gemeenschap bewust wordt gemaakt van het belang van gezond eten en bewegen. Om dit te bewerkstelligen werken publieke en private partners samen, worden sociale marketingstrategieën ingezet en is het bewerkstelligen van bestuurlijk draagvlak op lokaal niveau van belang. Een ander belangrijk onderdeel van EPODE is het monitoren en evalueren van de aanpak. Het uiteindelijke doel is om een stimulerende sociale en fysieke omgeving te bieden waarin bewegen en gezond eten de norm wordt (Borys 2011). 2.2 Jongeren Op Gezond Gewicht, JOGG De preventiestrategie van de Frans EPODE aanpak heeft bijgedragen een versnelling van de preventieve aanpak in Nederland met betrekking tot overgewicht. In 2009 hebben een aantal landelijke instellingen, waaronder GGD-Nederland, Vereniging Zorgverzekeraars Nederland, de Nederlandse Hartstichting en brancheorganisaties uit het bedrijfsleven het Convenant Gezond Gewicht 2010-2014 ondertekent. Het doel van dit convenant is om de problematiek rondom overgewicht en de preventie ervan op de maatschappelijke agenda te krijgen en hiermee meer kennis en bewustwording te creëren. Jongeren op Gezond Gewicht (JOGG) is een van de deelconvenanten om het overgewicht onder Nederlandse kinderen terug te dringen. JOGG is een nationaal programma dat gebruik maakt van een lokale aanpak die vooral is gericht op wijken waar het percentage overgewicht onder jongeren van 0-19 jaar het hoogst is. Binnen de JOGG aanpak heeft de gemeente de regie en werkt samen met publieke en private partners zoals de GGD, huisartsen, supermarkten, scholen en sport en welzijnsorganisaties om samen het preventieprogramma vorm te geven. Net als EPODE gebruikt JOGG een wijkgerichte aanpak en geeft daarnaast als aanvulling aandacht aan de verbinding tussen preventie en zorg, de zogenaamde ketenzorg. Pagina 10 van 87

2.3 De vijf JOGG-pijlers De Jogg-aanpak steunt op vijf pijlers (JOGG 2014) 1. Publiek-private samenwerking Publieke partijen en lokale bedrijven en organisaties zijn betrokken bij de integrale aanpak van overgewicht. Allen dragen financieel of materieel bij aan activiteiten en/of denken ze mee met betrekking tot de aanpak, leveren input en expertise en zetten hun communicatiemiddelen mede in voor JOGG doeleinden. Het doel van deze pijler is ondernemers verbinden aan de gezonde boodschap van JOGG. Deze werkwijze sluit aan bij maatschappelijk verantwoordelijk ondernemerschap. 2. Sociale marketing Door middel van het inzetten van sociale marketing wordt er met de doelgroep in gesprek gegaan en sluit de JOGG-aanpak aan bij de belevingswereld van kinderen en jongeren. Het doel hiervan is het aantrekkelijk maken van een gezonde leefstijl. Kern van sociale marketing is het verdiepen in de doelgroep: welke determinanten spelen een rol en welke aanpak heeft en goede kans van slagen binnen de vastgestelde doelgroep. 3. Politiek- Bestuurlijk draagvlak Het JOGG programma moet zichtbaar zijn in diverse beleidsterreinen van de betrokken gemeenten om succesvol te kunnen zijn. Randvoorwaardelijk hiervoor is bestuurlijk draagvlak voor de doelstellingen van JOGG. 4. Wetenschappelijke begeleiding en evaluatie De JOGG aanpak kenmerkt zich door onderzoek, monitoring en evaluatie. De activiteiten worden doorlopend gemonitord en geëvalueerd en op basis van de uitkomsten zo nodig bijgestuurd. Daarnaast wordt de ontwikkeling van het overgewicht onder kinderen onderzocht en vinden er proces- en effectevaluaties plaats. Evaluatie is van belang om te achterhalen of de gestelde doelen zijn behaald en om inzichten te ontwikkelen in bevorderende en belemmerende factoren van de JOGG-aanpak die per deelnemende gemeente en per wijk kunnen verschillen. Onderzoek is meer dan evaluatie alleen. Onderzoeksgegevens geven richting aan de keuze voor interventies en strategieën. Onderzoek met betrekking tot JOGG, de wetenschappelijke begeleiding en evaluatie worden onder andere uitgevoerd door Hogeschool Windesheim, de Vrije Universiteit Amsterdam en de GGD IJsselland. 5. Verbinding preventie en zorg Preventie- en zorgprofessionals signaleren overgewicht in een vroeg stadium en stemmen hun dienstverlening onderling op elkaar af. De bedoeling is dat kinderen en jongeren met (dreigend) overgewicht tijdig op de juiste plek terecht komen voor de juiste zorg. Als een JOGG-gemeente zich zo sterk richt op de preventie overgewicht, dient er ook aandacht te zijn voor kinderen die al overgewicht of obesitas hebben. En, andersom, de aanpak van overgewicht en obesitas is alleen kansrijk op de lange termijn is als het kind zich ontwikkelt in een gezonde omgeving. Een ander argument om preventie en zorg te verbinden is dat de aanpak van een klinisch probleem, obesitas, een niet-klinische aanpak vergt met aandacht voor het bevorderen van gezond gedrag, een expertise die met name aanwezig is buiten het klinische domein. Pagina 11 van 87

2.4 Zwolle Gezonde Stad Op 19 februari 2010 ondertekenden Zwolse Wethouder Eric Dannenberg en de voorzitter van de stuurgroep Convenant Gezond Gewicht en ambassadeur van JOGG, Paul Rösenmoller de intentieverklaring waarmee Zwolle de eerste JOGG stad van Nederland werd. Zwolle voert de JOGG aanpak uit onder de naam Zwolle Gezonde Stad (ZGS). Zwolle Gezonde Stad kende een vliegende start door het voorwerk van het programma Samen Gezond. Met dit programma is in Zwolle van 2006-2009 gewerkt aan het ontwikkelen van een wijkgerichte aanpak om overgewicht terug te dringen en de samenhang van preventie, begeleiding en zorg te bevorderen rondom kinderen met overgewicht en obesitas. Missie Zwolle Gezonde Stad Zwolle Gezonde Stad wil een gezonde leefstijl (gezonde voeding en voldoende beweging) bij de Zwolse 0-19 jarigen stimuleren en mogelijk maken. Dit om een gezond gewicht te bevorderen en daarmee de gezondheid van de jongeren. Dit doen we door een gezonde leefstijl, een gezonde omgeving en gezonde zorg te stimuleren. Een gezond gewicht is immers belangrijk voor een goede gezondheid. De gemeente Zwolle neemt de overgewicht problematiek uiterst serieus en heeft in 2010 met de start van Zwolle Gezonde Stad besloten de gezondheid van haar inwoners verder te verbeteren. Vooral onder de kinderen van de aandachtwijken Holtenbroek en Diezerpoort komen overgewicht en obesitas veel voor. In 2009 hebben in de wijken Diezerpoort en Holtenbroek respectievelijk 17,5% en 18 % van de kinderen overgewicht en obesitas. In de overige wijken van Zwolle is dit gemiddeld 11,5% (De Jong 2011). Op dinsdag 19 oktober 2010 gaat het programma Zwolle Gezonde Stad officieel van start met als uiteindelijke doel dat in 2013 in Zwolle procentueel meer kinderen met een gezond gewicht wonen dan het landelijke gemiddelde. Pagina 12 van 87

2.5 Drie sporen In het kader van Zwolle Gezonde Stad richt de gemeente Zwolle zich met publieke en private partners op drie sporen: Gezond gedrag, Gezonde omgeving en Gezonde zorg (Tabel 1). Zij doet dit door activiteiten in te zetten voor het gezin, de wijk en de zorg. Zwolle zet zich daarbij extra in voor de doelgroep 0-19 jarigen in de wijken Holtenbroek en Diezerpoort, waar het percentage kinderen met overgewicht en obesitas, zoals hierboven is aangegeven, hoger is dan in de overige wijken van Zwolle. Tabel 1. De drie sporen van Zwolle Gezonde Stad Gezond gedrag Gezonde Leefstijl richt zich op activiteiten voor kinderen (en hun ouders) op het gebied van bewegen en voeding. Gezonde omgeving Gezonde omgeving richt zich op een omgeving die uitnodigt tot gezond gedrag. Voorbeelden hiervan zijn fietspaden, speelplekken en trapveldjes. Daarnaast is ook een sociale norm belangrijk waarbij de gezonde keus de normale keus is. Gezonde zorg Om gezonde zorg te kunnen aanbieden is een zorgketen van belang waarin signalering, begeleiding en behandeling van kinderen met (dreigend) overgwicht goed georganiseerd is en op elkaar is afgestemd. Pagina 13 van 87

2.6 Programmastructuur Zwolle Gezonde Stad De regie van ZGS ligt bij de gemeente Zwolle. In de programmastructuur komen de drie bovenstaande sporen terug (Figuur 2). Figuur 2. Programmastructuur Zwolle Gezonde Stad Pagina 14 van 87

2.7 Een greep uit de activiteiten van Zwolle Gezonde Stad ZGS kenmerkt zich door een integrale, wijkgerichte aanpak waarin een veelvoud van activiteiten wordt georganiseerd met een boodschap die aansluit bij een gezonde omgeving, gezond gedag of gezonde zorg. In hoofdstuk 5 worden de activiteiten beschreven die zijn uitgevoerd binnen Zwolle Gezonde Stad. Hier volgt een aantal hoogtepunten uit de programma-activiteiten. Interactief Sutucourt als sport- en ontmoetingsplek in Diezerpoort In de wijk Diezerpoort is in oktober 2013 een interactieve voetbalmuur (Sutucourt) geplaatst met LED verlichte vlakken en geluid. Daarnaast kunnen op het veld verschillende sporten worden gespeeld. Het Sutucourt combineert elementen uit gamen met de positieve effecten van buitenspelen en sporten. De muur staat in verbinding met internet zodat door de beheerder de spelmogelijkheden kunnen worden gewijzigd en spelstatistieken worden ingezien. Fotograaf: Dik Nicolai ChecKid onderzoek ChecKid is een grootschalig leefstijl onderzoek onder basisschoolleerlingen in Zwolle. Het wordt uitgevoerd door OPOZ, Onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle, van Hogeschool Windesheim, de Vrije Universiteit en het VU Medisch Centrum en de GGD IJsselland. Het onderzoek brengt gezond en ongezond gedrag, leefstijl en de leefomgeving van bijna 10.000 Zwolse kinderen in kaart en is inmiddels drie keer uitgevoerd tussen 2006 en 2012. Pagina 15 van 87

2.8 Het JOGG model Voor ondersteuning van de implementatie en de evaluatie van Zwolle Gezonde Stad wordt gebruik gemaakt van het JOGG-model (Van Koperen 2012). De schematische aanpak van JOGG (Figuur 3) is vooral gebaseerd op het Franse EPODE model (Borys 2011), met toevoeging van een extra pijler: verbinden preventie en zorg. In paragraaf 2.3 staat een korte omschrijving van deze en de andere pijlers. Figuur 3. De Zwolse versie van het JOGG-Model (De Jong 2010) Van links naar rechts is het JOGG-model onderverdeeld in: Strategie (input): lokale organisatie van Zwolle Gezonde Stad. De organisatie wordt ondersteund door het landelijke JOGG bureau. Resultaten (output): de activiteiten die plaatsvinden en gericht zijn op verschillende doelgroepen met als doel duurzame veranderingen in gang te zetten in de gemeente en de wijken. Doel (outcome): op lange termijn wil de JOGG-aanpak een gezonde BMI bewerkstellingen voor kinderen in de deelnemende gemeenten. Pagina 16 van 87

3. Doelstellingen Zwolle Gezonde Stad In het kader van deze uitkomstevaluatie zijn de oorspronkelijk doelstellingen voor de helderheid samengevoegd op thema. In hoofdstuk 3 vindt u deze samengestelde doelstellingen die geëvalueerd zijn in deze studie. De oorspronkelijke 26 doelstellingen en de situatie zoals die was in 2009 zijn terug te vinden in de bijlage van dit evaluatieverslag. 3.1 De doelstellingen Bij de integrale lokale aanpak van overgewicht in Zwolle zijn meerdere partners en belanghebbenden betrokken en worden interventies ingezet voor verschillende doelgroepen. Dit maakt de evaluatie van het programma zowel een uitdaging als van groot belang om het programma te kunnen sturen, verbeteren en bijsturen. Bij de start van Zwolle Gezonde Stad in 2010 zijn doelstellingen geformuleerd en is de situatie geïnventariseerd in de zogeheten nulmeting (De Roos 2012). In de voor u liggende rapportage is de uitkomstevaluatie beschreven waarbij wordt gekeken of de vooraf gestelde doelen zijn behaald. 1. Vanaf de start van Zwolle Gezonde Stad laten 0-19 jarigen een gunstiger verloop zien met betrekking tot overgewicht in vergelijking tot de landelijke cijfers 2. Ten opzichte van Zwolle als geheel is het verschil in gezond gewicht van kinderen en jongeren in de wijken Holtenbroek en Diezerpoort kleiner geworden. 3. Het programma ZGS bevordert een gezondere leefstijl onder Zwolse kinderen en jongeren: ze bewegen meer en eten gezonde. a. Meer kinderen en jongeren voldoen aan de beweegnorm b. Meer kinderen die minder dan 2 uur achter een beeldscherm zitten (TV en computer). c. Meer kinderen en jongeren ontbijten dagelijks. d. Meer kinderen eten dagelijks voldoende groenten en fruit 4. Het programma Zwolle Gezonde Stad vergroot het bewustzijn en de vaardigheden van ouders en kinderen met betrekking tot gezonder eten en meer bewegen. 5. Thuis, op school, in de wijk en binnen de participerende organisaties is er draagvlak voor het bevorderen van een gezonde leefstijl 6. De fysieke leefomgeving in de wijken Holtenbroek en Diezerpoort is verbeterd. a. De kwaliteit en de kwantiteit van speelplekken b. Toename veilige fiets- en looproutes c. Er zijn meer speelmogelijkheden in de natuur (groen en water) van de wijk 7. Scholen en kinderdagverblijven bieden een gezonde omgeving met betrekking tot: a. bewegen b. voeding Pagina 17 van 87

8. Zorgprofessional in Zwolle hebben aandacht voor signalering van (dreigend) overgewicht en verwijzen naar preventieve en/of zorginterventies. 9. De ketenaanpak in Zwolle gericht op 0-19 jarigen en hun ouders met overgewicht en obesitas is geïmplementeerd. 10. Er is binnen de gemeente Zwolle een sterk politieke/ bestuurlijke draagvlak voor een integrale en intersectorale aanpak van gezondheidsbevordering. Dit is te zien uit de beleidsprogramma s, uit jaarlijkse afspraken met participerende organisaties en uit de jaarlijkse basisfinanciering. 11. Er vindt samenwerking plaats tussen publieke en private organisaties/ ondernemingen. 12. In de wijken Diezerpoort en Holtenbroek maakt sociale marketing een deel uit van de overgewicht aanpak. 13. Er heeft een proces- en effectevaluatie plaatsgevonden van het programma Zwolle Gezonde Stad om sturing en bijsturing te kunnen geven. Daarnaast vindt er kenniscirculatie plaats op basis van opgedane ervaringen en (inter)nationale inzichten. Dataverzameling ChecKid, Jeugd- en kindermonitor GGD worden ingezet en gebruikt voor de evaluatie van de doelstellingen ZGS. Pagina 18 van 87

4. Methoden van de evaluatie en gebruikte data Hoofdstuk 4 geeft een beknopte beschrijving van geraadpleegde bronnen, dataverzamelingen en methoden van dataverzamelingen die zijn gebruikt voor deze evaluatie van Zwolle Gezonde Stad. 4.1 De werkwijze Deze evaluatie is gebaseerd op bestaande data, beschikbare rapportages en aanvullende analyses. Verzamelde gegevens zijn afkomstig van de monitoringsgegevens van de GGD en OPOZ, rapportages van projecten die zijn uitgevoerd in het kader van Zwolle Gezonde Stad en uit beleidsdocumenten die zijn opgevraagd bij diverse partners binnen Zwolle Gezonde Stad. Waar informatie onvolledig of onvindbaar was, is contact opgenomen met de betrokken en relevante personen. Via mail of telefoon is er naar relevant informatie gevraagd en concreet antwoord op onderdelen van doelstellingen te kunnen geven. Waar mogelijk is een vergelijking gemaakt met de data uit 2009. De verschillende data die zijn gebruikt, zijn hieronder beschreven. Waar nodig om een goede vergelijking te maken tussen de situatie bij aanvang van Zwolle Gezonde Stad en eind 2013 hebben de GGD en OPOZ aanvullende analyses uitgevoerd. 4.2 De bronnen ChecKid (De Jong, 2011) ChecKid is een grootschalig leefstijlonderzoek onder basisschoolleerlingen in Zwolle. Het brengt gezond en ongezond gedrag, leefstijl en de leefomgeving van kinderen in Zwolle in kaart en wordt uitgevoerd door het onderzoekscentrum Preventie Overgewicht Zwolle (OPOZ), een samenwerkingsverband van Hogeschool Windesheim, de Vrije Universiteit en GGD IJsselland. Het onderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in trends van overgewicht en obesitas onder 4 13 jarige kinderen in Zwolle. Definities voor overgewicht en obeistas zijn gebaseerd op de definities van Cole et al (Cole 2000). Daarnaast levert ChecKid een bijdrage aan het bestuderen van de effectiviteit van een duurzame integrale wijkgerichte aanpak zoals die wordt ingezet in het programma Zwolle Gezonde Stad. In het ChecKid onderzoek wordt meer inzicht verkregen in het eet- en beweeggedrag van basisschool kinderen in Zwolle en de factoren die hiermee samenhangen. Het onderzoek heeft in 2006 voor het eerst plaatsgevonden en is herhaald in 2009 en 2012. Bij alle kinderen van de deelnemende scholen wordt de lengte, het gewicht en de middelomtrek gemeten. Daarnaast vullen zowel de kinderen als de ouders een vragenlijst in. Het aantal deelnemers aan ChecKid 2012 was ongeveer dubbel zo hoog ten opzichte van 2009 door een andere procedure van uitnodiging. In 2009 deden alle kinderen mee aan een meting op school als de ouders daarvoor toestemming hadden gegeven. In 2012 deden alle kinderen mee tenzij de ouders bezwaar hadden aangetekend. In 2012 hebben 38 Zwolse scholen medewerking verleend aan het onderzoek en zijn ruim 9.600 kinderen gemeten. De vragenlijst is ingevuld door 6.053 ouders en 3.328 kinderen van groep 6,7 en 8. Bij de vergelijking van percentages overgewicht en obesitas in 2009 en 2012 is rekening gehouden met een het verschil in opleidingsniveau tussen de deelnemers aan ChecKid in 2009 en de deelnemers aan ChecKid in 2012. Pagina 19 van 87

Kindermonitor en Jongerenmonitor De Gezondheidsmonitor kinderen (0-12 jaar) en de Gezondheidsmonitor jongeren (12-24 jaar), beter bekend onder de naam Kindermonitor en Jongerenmonitor, zijn monitoringsinstrumenten om de fysieke en psychosociale gezondheid en leefstijl (overgewicht, voeding, beweging) van kinderen en jongeren in kaart te brengen. De twee gezondheidsmonitors worden eens in de vier jaar uitgevoerd door GGD IJsselland. Door het herhalen van deze onderzoeken is het mogelijk veranderingen in gezondheid en ontwikkeling te beschrijven en daarnaast de veranderende factoren die gezondheid bevorderen of belemmeren te volgen. In de kindermonitor rapporteren ouders het gewicht van hun kind, in de jongerenmonitor rapporteren jongeren zelf hun gewicht. De kindermonitor werd uitgevoerd in 2005 en 2009 en 2013. De jongerenmonitor werd uitgevoerd in 2003, 2007 en 2011. JGZ-dossier Door de afdeling Jeugdgezondheid zorg van de GGD worden alle leerlingen in groep 2 en 4 van het basisonderwijs en leerlingen van klas 2 van het voortgezet onderwijs gemeten en gewogen. In het dossier van de Jeugdgezondheidszorg van de GGD worden alle bevindingen geregistreerd die nodig zijn om de gezondheid en ontwikkeling van de kinderen te volgen. Lengte en gewicht zijn daar onderdeel van. Dit zijn de waarden die worden gemeten door de medewerkers van de JGZ. Deze gegevens zijn onderdeel van het digitaal kinddossier. CBS Elke jaar wordt de gezondheidsenquête door het CBS uitgevoerd. Het doel van deze enquête is het geven van een overzicht op het gebied van medische contacten, leefstijl en preventief gedrag van de Nederlandse bevolking. Sinds 2010 wordt deze enquête als een op zichzelf staand onderzoek uitgevoerd. Hiervoor was deze enquête onderdeel van een groter onderzoek. Gegevens worden verkregen door middel van een vragenlijst. Activiteitenmonitor De Activiteitenmonitor is een monitoring instrument van alle activiteiten die er zijn gedaan binnen het programma ZGS. Hierin hebben betrokken personen van het programma hun activiteiten en interventies bijgehouden. Beleidsdocumenten Verschillende soorten beleidsdocumenten van verschillende organisaties, zoals gemeente Zwolle (gemeente Zwolle 2012 & 2013), Travers Welzijn (Travers Welzijn 2014), Stichting Icare (Stichting Icare2014) en Sport Service Zwolle (Sport Service Zwolle 2012) zijn gebruikt als bron van informatie. Projectverslagen Binnen het kader van Zwolle Gezonde Stad zijn verschillende interventies geëvalueerd door de uitvoerende instantie of door studenten van de minor De Gezonde Stad. Als de evaluatie van deze interventies de doelstellingen betroffen van Zwolle Gezonde Stad zijn ze in deze evaluatie opgenomen. Pagina 20 van 87

Vragenlijsten Om erachter te komen hoeveel evaluaties er binnen Zwolle Gezonde Stad zijn uitgevoerd en hoe de participanten van het programma de evaluaties hebben ondervonden, zijn de makelaarsgroep en programmagroepleden uitgenodigd een vragenlijst in te vullen. Aan basisscholen zijn vragenlijsten gestuurd, om erachter te komen hoe het voedings- en bewegingsbeleid eruit ziet. Interviews Om een beeld te vormen over de ervaren borging van Zwolle Gezonde Stad bij participerende organisaties, zijn interviews gehouden met verschillende stakeholders, representatief voor de participerende organisaties. Het merendeel van de programmagroepleden is door middel van een interview betrokken bij de monitoring. Om een zo volledig mogelijke meting uit te voeren zijn alle betrokken partijen binnen het programma Samen Gezond! en de partijen genoemd op de sociale kaart voor behandeling en preventie van overgewicht binnen Zwolle (Icare) benaderd voor het aanleveren van beleidsdocumenten en andere informatiebronnen. In het rapport is informatie uit beleidsdocumenten en informatie over uitgevoerde activiteiten opgenomen van de volgende organisaties: de Gemeente Zwolle, Travers Welzijn, GGD IJsselland, Icare, Sportservice Zwolle, Dimence en Stichting Kids. Dit heeft geresulteerd in een overzicht van activiteiten ten behoeve van de preventie van overgewicht en obesitas en/of activiteiten die gericht zijn op het bevorderen van een gezonde leefstijl in de periode 2007-2009. Voor het beschrijven van het voedingsaanbod, voedingsbeleid, voldoende en kwalitatief goede beweegruimte en beweegbeleid op scholen en kinderdagverblijven, zijn semigestructureerd interviews gehouden bij vijf scholen (basisschool, brede (basis) school, middelbare school en twee MBO scholen) en een kinderdagverblijf. Deze steekproef is gebruikt om informatie uit de literatuur/rapporten beter te kunnen interpreteren en om eerste beeld te vormen van de situatie op het gebied van voeding en beweging binnen scholen/kinderdagverblijven. Pagina 21 van 87

5 De resultaten van 3 jaar Zwolle Gezonde Stad: evaluatie van de doelstellingen Hoofdstuk 5 beschrijft in hoeverre de verschillende doelstellingen van Zwolle Gezonde Stad zijn behaald en welke interventies zijn ingezet om tot de doelstellingen te komen. Elke paragraaf eindigt met een conclusie over de doelstelling die staat beschreven in die paragraaf. 5.1 Vanaf de start van Zwolle Gezonde Stad laten 0-19 jarigen een gunstiger verloop zien met betrekking tot overgewicht in vergelijking tot de landelijke cijfers. De resultaten van ChecKid laten een gunstige ontwikkeling zien in gezond gewicht van kinderen. In 2009 hadden 86,2% kinderen een gezond gewicht in Zwolle. In 2012 is dit percentage gestegen naar 88.0%. Het percentage overgewicht inclusief obesitas was in 2009 13,8% en dit percentage is gedaald naar 12.0% in 2012 (Figuur 4). Bij deze analyses is rekening gehouden met het verschil in opleidingsniveau tussen deelnemers aan ChcKid 2009 en deelnemers aan ChecKid 2012. Samenvattend blijkt uit de ChecKid gegevens dat het aantal kinderen met een gezond gewicht tussen 2009 en 2012 is toegenomen met 1.8 %. Bron: ChecKid (OPOZ en GGD IJsselland), bevestigd door gegevens uit de Kindermonitor (GGD IJsselland) Figuur 4 : Daling in overgewicht en obesitas bij basisschoolkinderen in Zwolle zet in sinds de start van Zwolle Gezonde Stad Pagina 22 van 87

Kindermonitor 2009 en JGZ dossiers 2012 De Kindermonitor (0-12 jaar) en de jongerenmonitor (12-24 jaar) worden elke vier jaar uitgevoerd door de GGD IJsselland om de fysieke en psychosociale gezondheid en leefstijl (overgewicht, voeding, beweging) van kinderen en jongeren in kaart te brengen. Uit de kindermonitor van 2009 blijkt dat 9% van de Zwolse kinderen in de leeftijd van 2 tot 12 jaar overgewicht heeft en 2% obesitas. Volgens de JGZ dossiers 2012 heeft 10% van Zwolse kinderen in groep 2 van het basisonderwijs overgewicht was het percentage obesitas ongeveer 1%. Eveneens blijkt uit het JGZ Dossier dat in groep 7 het percentage overgewicht 15% en obesitas 0% is. In klas twee van het voortgezet onderwijs neemt het percentage overgewicht toe tot 18% en obesitas tot 2.8%. Jongerenmonitor 2007 en 2011 In 2007 heeft 13% van de Zwolse jongeren van 12-24 jaar en 3% had obesitas. In 2011 waren de percentages overgewicht en obesitas in deze groep, respectievelijk, 11% en 4%. Uit de jongerenmonitor van 2011 blijkt verder dat in de leeftijdsgroep van 12-16 jaar, 6% overgewicht heeft en 1% obesitas. In de leeftijd 16-24 jarigen is in 2011 het percentage overgewicht 14% en obesitas 5%. Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) Het Centraal Bureau voor de Statistiek geeft de ontwikkeling van overgewicht voor geheel Nederland weer. In 2009 is het percentage gezond gewicht bij jong volwassenen (15-25 jaar) 73%. Het percentage overgewicht is 15%. In 2012 is het gemiddelde landelijke percentage van kinderen (4-12 jaar) met een gezond gewicht 80,7% en het percentage overgewicht 12,4% (CBS, 2013). In 2012 laten zien dat het landelijk gemiddelde percentage kinderen van 4-12 jaar met gezond gewicht opgelopen tot 80,7% (CBS, 2013). In de leeftijdsgroep 12-17 is het percentage normaal gewicht 83,7% en overgewicht 12,4%. Met de toename van de leeftijd (16-20 jaar) is ook een toename van het percentage overgewicht (15,4%) te zien. Voor deze leeftijdsgroep was het percentage normaal gewicht 82,1% in Nederland. Op basis van het ChecKid monitoring systeem in 2012 kan worden geconcludeerd dat in Zwolle het percentage basisschoolkinderen met overgewicht (incl. obesitas) is gedaald. De landelijke groeistudies laten vanaf 1980 een stijging van het percentage kinderen met overgewicht zien. Het percentage kinderen met overgewicht in Zwolle liep in 2006 en 2009 vrijwel gelijk met het landelijk gemiddelde. Een recent overzicht van studies naar veranderende percentages overgewicht en obesitas geeft aan dat een langdurende, overtuigende daling in overgewicht en obesitas bij kinderen nergens ter wereld wordt gezien. Er zijn wel studies die een daling of afvlakking van de stijgende trend suggereren, maar methodologische verklaringen liggen daaraan ten grondslag (Visscher 2014). Voorzichtigheid is ook geboden bij de interpretatie van de daling in Zwolle. In studies naar het voorkomen van overgewicht en obesitas geldt een periode van drie jaar als relatief korte periode. Het succes van Zwolle Gezonde Stad in de eerste drie jaar kan dan ook niet alleen uit deze daling in Zwolle worden afgeleid. Bovendien zijn de gegevens nog niet toereikend om iets te concluderen over kinderen jonger dan 4 jaar. Vanaf 2012 zien we in Zwolle een daling bij basisschoolkinderen van 13,8% in 2009 naar 12.0% in 2012 Pagina 23 van 87

Conclusies doelstelling 1 De doelstelling is behaald bij leerlingen op de basisschool. In Zwolle is bij leerlingen op de basisschool het voorkomen van overgewicht en obesitas gedaald. Bij jongeren van 12-24 jaar is het voorkomen van overgewicht gedaald. Het voorkomen van obesitas is bij jongeren licht gestegen, vergelijkbaar met de stijging in de rest van Nederland. Pagina 24 van 87

5.2 Ten opzichte van Zwolle als geheel zijn de verschillen in voorkomen van overgewicht bij kinderen en jongeren in de wijken Holtenbroek en Diezerpoort kleiner geworden De figuur 4 uit paragraaf 5.1 laat zien dat het percentage overgewicht niet alleen is gedaald bij basisschoolkinderen in heel Zwolle, maar ook bij basisschoolkinderen uit Diezerpoort en Holtenbroek. ChecKid 2009 en 2012 In Diezerpoort is het percentage kinderen met overgewicht (matig overgewicht plus obesitas) gedaald van 21,5% (2009) 19.3% (2012). In de wijk Holtenbroek is in dezelfde periode het percentage overgewicht gedaald van 20.0% naar 16.7%. Voor geheel Zwolle is het percentage overgewicht in dezelfde periode van 13.8% gedaald naar 12.0%. Uit de ChecKid data blijkt dat het verschil in voorkomen van overgewicht tussen kinderen uit de aandachtwijken Diezerpoort en Holtenbroek vergeleken met geheel Zwolle kleiner is geworden. In Diezerpoort was in 2009 het verschil namelijk 7,7% en in 2012 is dit licht gedaald naar 7,3%. In de wijk Holtenbroek is eveneens een daling in het verschil te zien: van 6,2% (2009) tot 4,7% (2012). Kindermonitor 2013 In Diezerpoort heeft 10,3% van de kinderen overgewicht (2013). In groep 7 is het percentage 10,6%. In de wijk Holtenbroek is het percentage 12,5% voor groep 2 en 26,4% voor groep 7. Jongerenmonitor 2011 In 2011 was het percentage overgewicht bij jongeren in Diezerpoort 32% en in Holtenbroek 20%, gebaseerd op ongeveer 145 personen die de lijst hebben ingevuld. Deze percentages zijn hoger dan in heel Zwolle (15%). Over mogelijke veranderingen in het percentage overgewicht over de tijd kan op basis van de jongerenmonitor niets worden geconcludeerd, omdat wijkgegevens ontbreken in 2007. De daling in overgewicht en obesitas bij kinderen in Diezerpoort en Holtenbroek is belangrijk. In die aandachtwijken is het percentage overgewicht en obesitas hoger dan in andere wijken van Zwolle (De Jong, 2011). Omdat ook ongezond gedrag vaker voorkomt in Diezerpoort en Holtenbroek (De Jong, 2011), heeft Zwolle Gezonde Stad zich met name gericht op die twee wijken. De verschillen in voorkomen van overgewicht en obesitas tussen Diezerpoort en Holtenbroek en de overige wijken in Zwolle zijn kleiner geworden. Het reduceren van gezondheidsverschillen (tussen bevolkingsgroepen) is niet allen een belangrijk doel van Zwolle Gezonde Stad, maar is een belangrijk doel van de volksgezondheid in het algemeen. Conclusies doelstelling 2 De doelstelling is behaald voor kinderen op de basisschool. Uit de resultaten van ChecKid blijkt dat het verschil in voorkomen van overgewicht tussen kinderen uit Holtenbroek en Diezerpoort met de rest van Zwolle tussen 2009 en 2012 kleiner is geworden. Pagina 25 van 87

5.3 Het programma ZGS bevordert een gezondere leefstijl onder Zwolse kinderen en jongeren: ze bewegen meer en eten gezonder a. Meer kinderen en jongeren voldoen aan de beweegnorm b. Meer kinderen die minder dan 2 uur per dag achter een beeldscherm zitten (TV en computer). c. Meer kinderen en jongeren ontbijten dagelijks. d. Meer kinderen eten dagelijks voldoende groenten en fruit a. Meer kinderen en jongeren voldoen aan de beweegnorm Voor kinderen en jongeren jonger dan 18 jaar is de beweegnorm dagelijks een uur intensieve lichamelijk activiteit, waarbij de activiteiten minimaal twee maal per week gericht zijn op het verbeteren of handhaven van lichamelijke fitheid (kracht, lenigheid en coördinatie) (Kemper, 2000). ChecKid 2009 en 2012 In is het gemiddelde aantal minuten dat basisschoolkinderen in Zwolle buitenspelen 52 minuten. Het percentage kinderen in Zwolle dat minimaal een uur per dag buiten speelt, is niet gestegen; 33% in 2009 en 32% in2012. Daarentegen laten de resultaten van de twee aandachtwijken een positief beeld zien. In 2012 speelden ongeveer evenveel kinderen in Diezerpoort en Holtenbroek een uur per dag buiten als in de andere wijken van Zwolle (Figuur 5). In de wijk Holtenbroek speelt 33% van de kinderen minstens een uur per dag buiten. In 2009 was dit nog 29%. In Diezerpoort speelde in 2009 15% van de kinderen minstens een uur per dag buiten. In 2012 was dit percentage opgelopen tot 27%. 35 30 25 20 15 10 2009 2012 5 0 Diezerpoort Holtenbroek Zwolle Bron: ChecKid 2009 en 2012 (OPOZ en GGD IJsselland) Figuur 5: Het percentage basisschoolkinderen dat minimaal een uur buiten speelt, is gestegen in Diezerpoort en Holtenbroek Pagina 26 van 87

Het percentage kinderen in Zwolle dat lid is van een of meer sportvereniging is in de periode van 2009 tot 2012 afgenomen van 86% naar 83% (Figuur 6). In Holtenbroek en Diezerpoort is dit percentage lager dan gemiddeld in Zwolle. In Diezerpoort is er een kleine stijging te zien ten opzichte van 2009 en in Holtenbroek blijft het percentage gelijk. Lid van een of meer sportvereniging: o Holtenbroek 2009 = 71% 2012 = 71% o Diezerpoort 2009 = 74% 2012 = 76% 90 80 70 60 2009 2012/2013 Bron: # ChecKid 2009 en 2012 (OPOZ en GGD), ## Kindermonitor GGD IJsselland 2009 en 2013 Figuur 6: Het percentage basisschoolkinderen dat lid is van een sportvereniging Kindermonitor 2009 en 2013 De gegevens van de kinderenmonitor 2009 laten zien dat maar 12% van de kinderen in de leeftijd van 2 tot met 11 jaar in Zwolle minder dan 1 uur per week buiten speelt. In 2013 speelt 13% minder dan 1 uur per week buiten. In 2013 is 73% lid van een sportvereniging. Dit is een stijging ten opzichte van 2009, toen dit percentage nog 65% was. In 2013 beweegt 78% van de kinderen meer dan 7 uur per week en dit was in 2009 nog 81%. Jongerenmonitor 2007 en 2011 Uit de jongerenmonitor 2007 blijkt dat 11% van de jongeren (12-17 jaar) voldoet aan beweegnorm. In 2011 is dit percentage gestegen tot 17% In 2007 was 52% van de jongeren (12-23 jaar) lid van een sportvereniging. In 2011 is dit aantal nagenoeg gelijk gebleven (53%). Conclusies lichamelijke activiteit In de aandachtwijken Diezerpoort en Holtenbroek zijn meer kinderen minimaal een uur per dag buiten gaan spelen tussen 2009 en 2012, in de rest van Zwolle niet. Ongeveer 75% van de kinderen in Zwolle speelt minder dan een uur per dag buiten. Het percentage kinderen dat lid is van een sportvereniging stijgt licht in Holtenbroek. Ongeveer een kwart van de kinderen in Zwolle is nog geen lid van een sportvereniging. Het aantal jongeren in Zwolle dat voldoet aan de beweegnorm is gestegen tussen 2007 en 2011, maar blijft laag: 17%. Pagina 27 van 87

b. Meer kinderen die minder dan 2 uur per dag achter een beeldscherm zitten (TV en computer). De richtlijn sedentair gedrag voor kinderen van 4 tot 17 jaar is niet langer dan twee uur per dag computeren en/of televisie/dvd kijken (Hendriksen et al 2010). Op basis hiervan zijn categorieën gemaakt: max. 2 uur per dag computeren en max. 2 uur per dag TV kijken. ChecKid 2009 en 2012 Het percentage kinderen dat maximaal twee uur per dag televisie kijkt is in Zwolle gestegen. Tussen 2009 en 2012 is het percentage kinderen dat maximaal 2 uur per dag TV kijkt ongeveer gelijk gebleven: 93% in 2009 en 94% in 2012 In Holtenbroek keek in 2009 86% van basisschoolkinderen in 2009 max. 2 uur per dag TV, in 2012 88%. In Diezerpoort is een lichte daling te zien in het aantal kinderen dat maximaal 2 uur per dag TV kijkt: van 94% (2009) naar 90% (2012). In geheel Zwolle is het percentage kinderen dat maximaal 2 uur per dag computert onverminderd hoog is gebleven (2012: 99% - 2009: 99%). In Holtenbroek is dit percentage tussen 2009 en 2012 gestegen van 97% naar 100% en in Diezerpoort van 96% naar 99%. Meer ouders in Zwolle stellen regels over wanneer en hoelang er televisie mag worden gekeken of mag worden gecomputerd. In 2012 heeft 70% van de ouders dergelijk regels voor hun kinderen, terwijl dit percentage in 2009 nog 65% was. In Holtenbroek en Diezerpoort zijn iets minder ouders regels over maximale beeldschermtijd gaan hanteren: In Holtenbroek had in 2009 76% regels met betrekking tot beeldschermtijd dit daalde in 2012 tot 71% In Diezerpoort is het aantal ouders met regels gedaald van 83% in 2009 tot 73% in 2012. Kindermonitor 2009 en 2013 De kindermonitor van laat zien dat van de Zwolse kinderen (2-12 jaar) in 2009 21% meer dan twee uur per dag televisie kijkt of computert. In 2013 is dit percentage bijna gelijk gebleven: namelijk 22%. Jongerenmonitor 2007 en 2011 Uit de jongerenmonitor 2007 komt naar voren dat 52% van de jongeren meer dan 2 uur per dag tv kijkt of tijd besteedt aan computeren. In 2011 stijgt dit percentage naar 62%. Deze stijging is toe te schrijven aan de groep jongeren vanaf 16 jaar. Conclusies beeldschermtijd Het aantal kinderen in de leeftijd 2-12 jaar dat meer dan 2 uur per dag achter een beeldscherm (TV of computer) is ongeveer gelijk blijven tussen 2009 en 2012: 22%. Jongeren ouder dan 12 jaar zitten veel meer achter een beeldscherm; ongeveer de helft van de jongeren zit meer dan 2 uur per dag achter een scherm (TV of computer). Met name het aantal jongeren ouder dan 16 dat meer dan 2 uur per dag achter een scherm zit, is gestegen tussen 2007 en 2011. In 2011 zat bijna 2/3 van de jongeren ouderen dan 16 jaar meer dan 2 uur per dag achter een beeldscherm. (TV of computer). Pagina 28 van 87

c. Meer kinderen en jongeren ontbijten dagelijks. ChecKid 2009 en 2012 In geheel Zwolle is het percentage basisschoolkinderen dat elke dag ontbijt onveranderd hoog (98%) gebleven tussen 2009 en 2012. In Holtenbroek is dat percentage gedaald van 95% naar 92% in 2012, In Diezerpoort van 98% naar 93%. Kindermonitor 2009 en 2013 Het percentage kinderen dat dagelijks ontbijt was in 2009 97% en in 2013 98%. Jongerenmonitor 2007 en 2011 In 2007 ontbijt 72% van de jongeren, in de leeftijd van 12-24 jaar, elke dag. Dit percentage ligt 12% hoger binnen de leeftijdsgroep 12-15 jaar en 5% lager voor de leeftijdsgroep 16-24 jaar. De resultaten van de jongerenmonitor 2011 vertonen een vergelijkbaar beeld, 73% van de jongeren in de leeftijd van 12 tot 23 jaar ontbijt elke dag. Conclusies dagelijks ontbijt Het aantal kinderen dat dagelijks ontbijt in de aandachtwijken Diezerpoort en Holtenbroek is licht gedaald, maar nog steeds hoog: >90%. In de overige wijken van Zwolle nadert het percentage kinderen dat dagelijks ontbijt nog steeds de 100%. Het percentage jongeren dat elke dag ontbijt is ook ongeveer gelijk gebleven in Zwolle, maar is aanmerkelijk lager dan bij jonge kinderen. Ongeveer een kwart van de jongeren in de leeftijdscategorie 12 tot 23 jaar, ontbijt niet iedere dag. d. Meer kinderen eten dagelijks voldoende groente en fruit De groenten norm is om dagelijks groenten te eten. Twee stuks fruit eten per dag is de fruit norm. ChecKid 2009 en 2012 Het aantal basisschoolkinderen dat voldoende fruit eet, is tussen 2009 en 2012 ongeveer gelijk gebleven, evenals het aantal kinderen dat voldoende groente eet. In 2009 at 29% van de kinderen dagelijks twee stuks fruit, in 2012 31%. In 2009 en in 2012 at 64% van de kinderen dagelijks groente. Een positieve ontwikkeling is in de wijk Diezerpoort te zien. Het percentage kinderen dagelijks twee stuks fruit eet, is gestegen van 27 % in 2009 naar 34% in 2012. Dit is meer dan het Zwolse gemiddelde. Eveneens is het percentage kinderen dat voldoet aan de groente norm gestegen van 56% in 2009 tot 61% in 2012. Dat is bijna evenveel als in de overige wijken in Zwolle. In Holtenbroek is echter een daling in de cijfers te zien. In 2009 at 38% van de kinderen in Holtenbroek dagelijks twee stuks fruit, dit is gedaald tot 35% in 2012. Het aantal kinderen in Holtenbroek dat dagelijks groente eet, is gedaald van 65% in 2009 naar 56% in 2012. Pagina 29 van 87

Kindermonitor 2009 en 2013 Uit de Kindermonitor blijkt dat in 2009 62% van de kinderen dagelijks fruit eet. In 2013 is dit percentage 65%. Een negatieve ontwikkeling is te zien bij de dagelijkse groenteconsumptie van kinderen te zien In 2009 at 49% van de kinderen elke dag groente. Dit is gedaald tot 42% in 2013. Jongerenmonitor 2007 en 2011 In 2007 gaf 20% van de jongeren aan dagelijks fruit te eten. In dezelfde periode aten 36% van de jongeren dagelijks groente. Uit de resultaten van de jongerenmonitor 2011 blijkt dat 22% van de jongeren elke dag fruit eet en slechts 36% elke dag groeten eet. Conclusies groente- en fruitconsumptie Alleen in Diezerpoort is het aantal kinderen dat voldoende groente en fruit eet gestegen, waar nu ongeveer evenveel (of weinig) kinderen voldoende groente en fruit eten als in de rest van Zwolle. De helft tot tweederde van de Zwolse basisschoolkinderen eet dagelijks groente. Ongeveer tweederde van de kinderen eet dagelijks fruit, eenderde eet 2 stuks fruit per dag. Jongeren eten nog minder groente en fruit dan kinderen. Zowel in 2007 als in 2011 at eenderde dagelijks groente en eenvijfde van de jongeren dagelijks fruit. Conclusies doelstelling 3: De analyses naar gezonde leefstijl geven een wisselend beeld. Het aantal jongeren in Zwolle dat voldoet aan de beweegnorm is gestegen tussen 2007 en 2011, maar blijft laag: 17%. Met name het aantal jongeren ouder dan 16 dat meer dan 2 uur per dag achter een scherm zit is gestegen tussen 2007 en 2011. Verder zijn er weinig veranderingen waargenomen in voeding- en beweeggedrag van kinderen en jongeren in Zwolle. Ongeveer 75% van de kinderen in Zwolle speelt minder dan een uur per dag buiten. Een kwart van de kinderen in Zwolle is geen lid van een sportvereniging. Eenvijfde van de kinderen in de leeftijd 2-12 jaar zit meer dan 2 uur per dag achter een beeldscherm (TV of computer), bij jongeren is dat ongeveer de helft. Van de jongeren oude dan 16 jaar, zit bijna tweederde meer dan 2 uur per dag achter een beeldscherm. (TV of computer). Bijna alle Zwolse basisscholkinderen ontbijt dagelijks. Het percentage jongeren dat elke dag ontbijt, is aanmerkelijk lager: ongeveer driekwart van de jongeren in de leeftijdscategorie 12 tot 23 jaar ontbijt niet iedere dag. De helft tot tweederde van de Zwolse basisschoolkinderen eet dagelijks groente. Ongeveer tweederde van de kinderen eet dagelijks fruit, eenderde eet 2 stuks fruit per dag. Jongeren eten nog minder groente en fruit dan kinderen. Eenderde van de jongeren eet dagelijks groente en eenvijfde van de jongeren eet dagelijks fruit. Ongeveer 75% van de kinderen in Zwolle speelt minder dan een uur per dag buiten. Nog geen 20% van de jongeren haalt de beweegnorm. Ongeveer een kwart van de kinderen in Zwolle is nog geen lid van een sportvereniging. Van de jongeren ontbijt een kwart niet iedere dag. Pagina 30 van 87

5.4 Het programma Zwolle Gezonde Stad vergroot het bewustzijn en de vaardigheden van ouders en kinderen met betrekking tot gezonder eten en meer bewegen. Evaluatie van de impact van activiteiten op bewustzijn en vaardigheden is niet uitgevoerd. In plaats daarvan volgt hier een overzicht et geven van de activiteiten die als doel hadden het verhogen van het bewustzijn en/of vaardigheden met betrekking tot gezonder eten en meer bewegen. Om het kennisniveau, bewustzijn en vaardigheden van kinderen en hun ouders rondom de thema s bewegen en gezond eten te bevorderen, zijn er in het kader van Zwolle Gezonde stad meerdere grote projecten en deelprojecten uitgevoerd. Hieronder volgt een overzicht van deze projecten. 10 a. Ik lekker fit! Het lesprogramma Lekker fit! is een integraal programma voor het basisonderwijs gericht op kennis, beuwstzijn en vaardigheen rondom gezonde voeding en keuzes en meer bewegen. Ondersteund door Zilveren Kruis Achmea is in het najaar van 2009 het regionale programma Ik lekker fit! gestart. Vanaf september 2010 hebben tien scholen gewerkt met dit programma, waaronder de basisscholen in Diezerpoort en Holtenbroek. b. Gezonde Week Holtenbroek en Diezerpoort In de Gezonde Week worden op scholen en kinderdagopvang allerlei activiteiten georganiseerd. De doelgroep van deze activiteiten zijn zowel kinderen en jongeren als ouders. In het kader van de Gezonde Week staat de school en kinderopvang de hele week in het teken van gezondheid. Een dergelijke themaweek wordt één of twee maal per jaar uitgevoerd. Daarnaast is zowel in 2012 als ook in 2013 tijdens de Gezonde Week een gezonde activiteit georganiseerd in WC Holtenbroek voor wijkbewoners (jong én oud). Naast het nuttigen van een gratis gezonde lunch werd voorlichting gegeven over o.m. energiedrankjes, diabetes, drinkwater, etc. Diverse professionals geven aan dat herhaling van activiteiten als De Gezonde Week belangrijk is om een impact te kunnen hebben bij de doelgroep. c. Beweegkriebels en Eetplezier Professionals die veel contact hebben met kinderen en ouders, zoals de ouderconsulenten van de peuterspeelzalen, JGZ-wijkverpleegkundigen van de consultatiebureaus, wijkwerkers van Travers Welzijn en combinatiefunctionarissen van Sport Service Zwolle hebben een training gehad over gezondheid en hoe ze optimaal een gezonde leefstijl bespreekbaar kunnen maken met ouders. Sinds eind 2009 wordt er in dit kader eveneens peutergym aangeboden op diverse locaties in Zwolle (programmagroep, 2010). Bij onderzoek naar Beweegkriebels en Eetplezier bij vijf kinderdagverblijven gaven zowel ouders als leidsters voldoende kennis en vaardigheden denken te beschikken om een gezonde leefstijl te stimuleren. Hierbij gaat het om zowel voeding als bewegen. Alle leidsters gaven aan genoeg ideeën en kennis te bezitten om beweegactiviteiten te bedenken en uit te voeren (Jansma 2012). Volgens hetzelfde onderzoek vinden ouders en leidsters het prettig dat er aandacht is voor gezonde leefstijl op kinderdagverblijven (Jansma 2012). Pagina 31 van 87

d. Club2Move Club2move is de sportbuurtclub in de wijk Diezerpoort. Het is gericht op jongeren vanaf 11 jaar. Sport en bewegen wordt als middel ingezet voor het stimuleren van een gezonde en actieve leefstijl en het vergroten van de betrokkenheid van jongeren en wijkbewoners bij de wijk. In Holtenbroek is in 2010 een vergelijkbare sportbuurtclub opgezet, in aansluiting op het Cruijff Court in de wijk (programmagroep, 2010). In Holtenbroek bleken de jongeren veelal energiedrankjes te nuttigen tijdens de sportactiviteit. Er is voorlichting over gegeven en ingezet op het drinken van (kraan)water. e. StreetMoves StreetMoves is een wijkevenement met verschillende sportactiviteiten in de wijk Diezerpoort en richt zich op participatie van jongeren en buurtbewoners. De doelgroep zijn jongeren en ouders. Dit evenement is ondersteund door Travers Welzijn, Sport Service Zwolle en de GGD. f. Maxi Axie (Gezond koken en bakken) Maxi Axie is een verzamelnaam voor een aantal activiteiten voor kinderen van 4 tot en met 12 jaar in verschillende Zwolse wijken. Alle activiteiten binnen dit project worden uitgevoerd of ondersteund door Travers Welzijn. In het kader Zwolle gezonde Stad is de Maxi Axie naschoolse activiteit Koken en bakken aangepast tot Gezond koken en bakken. Deze populaire activiteit is een regulier onderdeel geworden van de Maxi Axie activiteiten van Travers Welzijn. Ook bij andere activiteiten wordt rekening gehouden met een gezonde leefstijl, ondermeer door het aanbieden van gezonde consumpties. g. Peutergym Ukkensport De peutergym is voor peuters in de wijk Diezerpoort in de leeftijd van 2 tot en met 4 jaar en hun ouders. Sport Service Zwolle voert deze activiteit uit en het bestaat uit verschillende sport- en beweegarrangementen. h. Moedergroepen Travers Welzijn gezonde leefstijl Traverse Welzijn ondersteunt diverse moedergroepen. Deze groepen bestaan uit moeders met kinderen in de leeftijd 0 tot en met 12 jaar. De meeste van deze groepen komen één keer in de week samen (Travers Welzijn, 2014). Tijdens de bijeenkomsten wordt er voorlichting gegeven en worden er activiteiten aangeboden met betrekking tot gezonde leefstijl. i. Gezonde leefstijl activiteiten wijnboerderij (Klooienberg, Holtenbroek) Op de Klooienberg, de wijkboerderij in Holtenbroek, worden diverse activiteiten georganiseerd met thema s die samenhangen met gezondheid. Ook kunnen wijkbewoners er voor een klein bedrag verse groenten en kruiden kopen uit de moestuin. j. Gezondheid koppelen aan georganiseerde sport op het Cruijf Court (JCC) Dit project is uitgevoerd in de wijk Holtenbroek voor kinderen in de leeftijd 4-19 jaar door Travers Welzijn. Georganiseerde sport wordt uitgevoerd door Sportservice Zwolle. Vanuit Travers Welzijn is de ongeorganiseerde sport ondersteund; De jongerenwerker gaat regelmatig naar het Johan Cruijff Court en ondersteunt groepjes jongeren, die daar spelen/sporten. Een aantal jongeren doet mee aan de JCC competitie. De jongerenwerker ondersteunt deze jongeren en begeleidt ze bij en naar wedstrijden. Ook stimuleert hij o.m. Fair Play en het drinken van (kraan)water. Pagina 32 van 87

k. Drinkwater Water drinken is een centraal thema binnen het programma Zwolle Gezonde Stad. Zowel in de wijken Diezerpoort en Holtenbroek als in heel Zwolle zijn activiteiten uitgevoerd om water drinken te bevorderen. Een voorbeeld hiervan is het verspreiden van waterbidons. Waterdrinken heeft aandacht gekregen als onderdeel van diverse naschoolse activiteiten. l. Eet Goedkoop Gezond Eet GoedKoop Gezond (EGKG) bestaat uit homeparty s over gezonde voeding, een supermarktrondleiding door een diëtiste en door de deelnemers nader te bepalen themabijeenkomsten. De doelgroep van dit project zijn moeders, vooral met niet-westerse achtergrond en met een lage sociaal- economische status (SES). m. Stimuleren en ondersteunen gezonde schoolkantine VO MBO GGD IJsselland en De Landstedegroep hebben in 2013 mede dankzij de jeugdimpuls aandacht besteed aan het begeleiden en stimuleren van scholen bij het realiseren van een gezonde schoolkantine. Zij deden dit in de vorm van het organiseren van een inspiratiebijeenkomsten en (persoonlijke) begeleiding van enkele scholen. In Zwolle zijn in 2014 16 van de 17 VO scholen en 7 van de 8 MBO scholen actief met bezig met het realiseren van een gezonde schoolkantine. n. Schoolsportvereniging (SSZ) Holtenbroek In de wijk Holtenbroek is in samenwerking met scholen en sportverenigingen de Schoolsportvereniging opgezet voor kinderen in de leeftijd van 8-12 jaar. Het idee achter dit project is dat de sportvereniging naar de kinderen toe komt (Sportief Zwolle, 2012). Om dit te bewerkstelligen komen Zwolse sportclubs vanuit andere locaties naar Holtenbroek om de kinderen van deze wijk in aanraking te laten komen met verschillende soorten sporten. Uit bovenstaand overzicht en beschrijving wordt duidelijk dat in totaal veertien grote projecten zijn uitgevoerd om deze doelstelling te halen. In het kader van deze projecten is er eveneens een aantal deelprojecten uitgevoerd. Een overzicht van deze projecten is op aanvraag beschikbaar uit de activiteitenmonitor van het programma Zwolle Gezonde Stad. Resultaten kinderen en jongeren In de activiteitenmonitor zijn in totaal 51 activiteiten voor kinderen en jongeren geregistreerd. De bovengenoemde activiteiten voor kinderen en jongeren zijn gericht op verschillende leeftijdsgroepen: peuters van 0 tot met 4 jaar kinderen van 4 tot met 12 jaar jongeren van 12 tot met 19 jaar Een aantal van de activiteiten zijn gericht op meerdere leeftijdsgroepen tegelijk. Pagina 33 van 87

Voor peuters van 0 tot met 4 jaar zijn er in totaal twaalf activiteiten gerapporteerd. Deze activiteiten hebben voornamelijk plaatsgevonden in de twee aandachtwijken Diezerpoort en Holtenbroek. Een vijftal van deze activiteiten waren gericht op het thema waterdrinken. De setting van de activiteiten was vooral de peuterspeelzaal. Uit de activiteitenmonitor blijkt dat alle activiteiten die zijn uitgevoerd gericht zijn op een combinatie van doelen. De meest voorkomende doelen hierbij zijn: kennis, bewustzijn en een positieve attitude. Voor kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar hebben er in het totaal tenminste 43 activiteiten grapporteerd. Het overgrote deel van deze interventies is opgezet op scholen in de wijken Holtenbroek en Diezerpoort. Het doel van deze interventies is vooral het vergroten van een positieve attitude en het verhogen van bewustzijn en kennis. Voor de jongeren in de leeftijd van 12 tot met 19 jaar zijn er tenminste 21 interventies gerapporteerd. Voor deze leeftijdsgroep zijn eveneens de meeste activiteiten in de wijk uitgevoerd. Voor deze doelgroep waren de belangrijkste doelstellingen het verhogen van het kennisniveau en het vergroten van een positieve attitude. Resultaten ouders De activiteiten voor ouders zijn gericht op verschillende doelgroepen, namelijk ouders met kinderen van 0-4 jaar, van 4-12 jaar en 12 t/m 19 jaar. In totaal zijn er 25 activiteiten en interventies uitgevoerd. Veelal de meeste activiteiten waren voor ouders met hun kinderen/jongeren. Voor ouders met kinderen van 0-4 zijn in totaal 11 activiteiten uitgevoerd. De interventies hebben plaatsgevonden in Diezerpoort en Holtenbroek met de doelstelling om bewustzijn met betrekking tot een gezonde leefstijl en voldoende beweging te verbeteren. Daarnaast hadden een aantal activiteiten als doel het kennisniveau te verhogen en een positieve attitude te vergroten. Voor ouders van kinderen in de leeftijdsgroep van 4-12 jaar zijn 22 activiteiten uitgevoerd. De interventies voor deze doelgroep hebben zowel in de aandachtwijken als in andere Zwolse wijken plaatsgevonden. De belangrijkste doelstellingen voor deze groep waren het creëren van bewustzijn en een positieve attitude. de ouders van jongeren (12-19 jaar) zijn er 4 activiteiten uitgevoerd. De setting van deze activiteiten was de wijk. De interventies waren gericht om een positieve attitude op te bouwen en het kennisniveau te verhogen. Pagina 34 van 87

Conclusies doelstelling 4 Om het kennisniveau en vaardigheden te verhogen, een positieve attitude te creëren en bewustzijn op te bouwen bij kinderen en ouders heeft het programma Zwolle Gezonde Stad veel energie gestoken in tenminste 14 projecten met tenminste 51 activiteiten voor kinderen en jongeren en tenminste 26 activiteiten voor ouders (al dan niet samen met hun kinderen). Daarbij moet worden opgemerkt dat vele van deze interventies meerdere doelgroepen te gelijk hebben gehad, bijvoorbeeld één activiteit voor kinderen zowel in de leeftijd van 4-12 jaar als van 12-19 jaar. Wat positief naar voren komt uit deze projecten, is dat niet alleen kinderen zijn benaderd, maar dat een gedeelte van de activiteiten gericht was op ouders met hun kinderen. De doelgroep voor de meeste activiteiten was kinderen in de basisschoolleeftijd (4-12) en hun ouders. De doelstelling die het meest beoogd was met de activiteiten was het opbouwen van een positieve attitude ten opzichte van een gezonde leefstijl. Daarnaast waren het vergroten van bewustzijn, kennis en vaardigenheden dikwijls genoemde doelstellingen in de activiteitenmonitor. Op basis van mondelinge reacties bestaat de indruk dat door deelname aan één of meerdere activiteiten de bewustwording, kennis en positieve attitude van de deelnemers is toegenomen. Pagina 35 van 87

5.5 Thuis, op school, in de wijk en binnen de participerende organisaties is er draagvlak voor het bevorderen van een gezonde leefstijl Uit reacties van deelnemers uit vele activiteiten is op te maken dat de sociale norm aan het veranderen is. Buiten spelen wordt steeds leuker. Betrokkenheid van bewoners bij de ontwikkeling en uitvoer van activiteiten heeft daar waarschijnlijk aan meegeholpen. Om een beeld te vormen over de ervaren borging van Zwolle Gezonde Stad bij participerende organisaties, zijn interviews gehouden met verschillende stakeholders, representatief voor de participerende organisaties. Draagvlak creëren bij partners betekent dat het programma ZGS en de daarmee verbonden activiteiten geborgd blijven binnen de verschillende doelgroepen en organisaties. Binnen het programma is er stap voor stap veel gebeurd op het terrein van borging. Over het algemeen zijn er verschillende activiteiten ondernomen om de gezonde leefstijl te bevorderen en tot borging te komen. Travers Welzijn en Sport Service Zwolle hebben tijdelijk een aandachtfunctionaris in dienst genomen. Deze medewerkers hadden de taak om gezonde leefstijl te koppelen aan dagelijkse activiteiten (Kievit 2013). Om erachter te komen wat borging betekent vanuit de participerende organisatie, zijn er interviews gehouden met verschillende programmaleden, representatief voor de participerende organisaties. Draagvlak in de school Onderzoek van Ridder geeft enig inzicht in draagvlak in de school en bij ouders m.b.t. het bevorderen van een gezonde leefstijl (Ridder 2013). Zowel ouders als scholen geven aan gezond gedrag een belangrijk thema te vinden, maar scholen hebben andere prioriteiten, en gezondheidsbevordering is vaak afhankelijk van een individu, gereduceerd tot een lesactiviteit. Leraren denken dat hun invloed beperkt is, maar boeken wel incidentele successen. Ouders hebben onterecht het gevoel dat hun invloed beperkt is. Beiden groepen hebben behoefte aan ondersteuning en inbedding in een groter geheel (Ridder 2013) Sommige betrokken leraren gaven dat het installeren van een gezonde kantine ook als het neerzetten van een sociale norm kon worden gezien (Ridder 2013). Icare De respondent van de organisatie Icare geeft het belang van elkaar ontmoeten aan en het houden van contact met elkaar. De twee lijnen van borging, dat betekent de formele en informele lijnen worden er door de respondent genoemd. De formele lijnen zijn de vaste afspraken en bestuurlijke afstemmingen. De informele lijnen zijn voor haar het elkaar kunnen opzoeken en over de grenzen van de eigen professie heen te kunnen kijken. Borging is voor haar elkaar kunnen vinden in de wijk. Daarnaast is het van belang om te weten wat je samen kunt doen. De zorg-professionals die meegedaan hebben in Zwolle Gezonde Stad hebben een werkboek met handvatten gemaakt dat gebruikt kan worden in en met de cliënten. GGD IJsselland Een respondent van GGD IJsselland gaf in het interview aan dat om draagvlak te creëren er aandacht moet worden gegeven aan gezonde leefstijl en dit op alle niveaus, ook op beleids- en uitvoeringsprogramma. De respondent geeft ook aan veel collega s in haar omgeving aangeven dat vindbaarheid van beleid voorwaarde voor borging is dat borging in het beleid van alle afzonderlijk organisaties te vinden moet zijn. De respondent ziet het belang in van een aanjager/ trekker voor het programma, deze persoon moet de netwerkstructuren kennen en gebruik daarvan kunnen maken. Pagina 36 van 87

De andere respondent van de GGD IJselland ziet borging als het geven van een structurele plek aan de dagelijkse werkzaamheden. De respondent ziet het belang van samenwerking van alle betrokken voor de stad. Sport Service Zwolle De respondent van de Sport Service Zwolle ziet borging als het inbedden in dagelijkse werkzaamheden en activiteiten binnen de organisaties. De noodzaak van een trekker wordt door hem herhaald. De respondent geeft aan dat er al activiteiten geborgd zijn. Travers Welzijn Een vergelijkbare opvatting over borging laat de respondent van Travers Welzijn zien, zij heeft de opvatting dat activiteiten geborgd zijn als het onderdeel van de reguliere werkzaamheden is. Haar mening is dat er vele activiteiten al geborgd zijn binnen het programma. Het gesprek met de bewoners over (gezonde) leefstijl wordt als waardevol ondervonden. Een aanjager/ trekker wordt als nuttig beschreven en wordt daarom geadviseerd om in te zetten. Hogeschool Windesheim Voor een respondent van de hogeschool Windesheim is een programma geborgd als het onderdeel van de dagelijkse werkzaamheden is. Er wordt op gewezen dat onderdelen van het programma geborgd zijn, omdat deze activiteiten onafhankelijk van subsidies zijn. De andere respondent ziet borging als het zorgen voor een langdurig bestaan. Hij geeft aan dat er veel stappen ondernomen zijn om borging te realiseren. Conclusies doelstelling 5 Er zijn stappen ondernomen om bij participerende organisaties draagvlak te creëren voor gezonde leefstijl en om dat te borgen. Vele, maar niet alle, activiteiten zijn al geborgd binnen Zwolle Gezonde Stad. Om borging van het programma te bereiken, moet het programma een onderdeel van het beleid zijn, vervolgens moeten er stappen worden ondernomen om het in het dagelijkse werk te integreren. Het belang van een trekker en leider binnen het programma is groot. Bovendien is er grote behoefte om samen te werken. Over het draagvlak in de wijken en op de scholen kan weinig worden gezegd. Hierover is geen informatie beschikbaar. Tegelijk wordt er van uit gegaan dat er door het draagvlak bij participerende organisaties, ook draagvlak in de wijken en op scholen ontstaan. Het lijkt erop dat in Zwolle Gezonde Stad de sociale norm voor bewegen lijkt te veranderen: Buiten spelen is steeds leuker. Pagina 37 van 87

5.6 De fysieke leefomgeving in de wijken Holtenbroek en Diezerpoort is verbeterd. a. Toename kwaliteit en de kwantiteit van speelplekken b. Toename veilige fiets- en looproutes c. Meer speelmogelijkheden in de natuur (groen en water) van de wijk a. De kwaliteit en de kwantiteit van speelplekken Bij de verbetering van speelplekken in Zwolle is de aandacht vooral uitgegaan naar de wijken Holtenbroek en Diezerpoort. In het algemeen is de verdeling van de speelplekken in de twee aandachtwijken voldoende en de spreiding is goed [Van Loenen 2014]. Er is vooral aandacht geweest voor het verbeteren van de kwaliteit van speelplekken. Dit is o.a. bereikt door het realiseren van een door de bewoners zelf ontworpen speelplek De Groene Bieste op een plek in Diezerpoort waar een kwalitatief betere speelplek gewenst was. Het sportveld genaamd Sutucourt is centraal in de wijk gerealiseerd om daarmee goed bereikbaar te zijn voor de jongeren uit de gehele wijk Diezerpoort [Bakker 2014]. In het volgende wordt er dieper ingegaan in de twee aandachtwijken. Diezerpoort Op 1 januari 2010 zijn in Diezerpoort 21 speelplekken en zes grasvelden/ verharde speelvelden aanwezig. In 2012 is er een speelplek, De Groene Bieste, bijgekomen en in 2013 is er een interactief Sutucourt geplaats in Diezerpoort waarmee het aantal komt op 22. Er zijn vele verschillende activiteiten ondernomen om De Groende Bieste attractief voor kinderen en ouders te maken. Tijdens de ontwerp fase en ontwikkeling waren kinderen, jongeren en ouders actief betrokken geweest (Klaver 2013). Tijdens meerdere bijeenkomsten hebben zij hun eigen wensen vorm gegeven. Verder zijn er expertisebijeenkomsten uitgevoerd om de ontwerp en ontwikkeling van de speelnatuur te optimaliseren. Door de hele opstart fase zijn de kinderen en ouders mee betrokken geweest, dat betekent ook in de aanleg en opening van de groene Bieste. Op deze manier is mooie speelnatuur gecreëerd wat zowel als speelplek en als ontmoetingsplaats in de wijk geld (Klaver 2013). Op basis van literatuurstudie, interviews en participatiebijeenkomsten is een zevenstappenplan ontwikkeld: 1) Zoek een locatie. 2) Enthousiasmeer de buurt. 3) Ontwerp samen. 4) Vier het resultaat. 5) Leg de speelnatuur samen aan. 6) Open de Speelnatuur feestelijk en 7) Betrek bewoners en partners bij het onderhoud (Klaver 2013). Het werken met bovenstaand stappenplan kan als leidraad werken. Iedere context vraagt om een eigen benadering en om andere oplossingen. Maak echt contact met elkaar en investeer in vertrouwen. Blijf betrokken als professional. Elkaar vertrouwen en verantwoordelijk geven zijn essentieel voor het slagen van het proces. Er is onderzoek gedaan naar de bijdrage van speelgroen (Groene Bieste) aan de sociale cohesie in de buurt (Epema 2013). Daarnaast is onderzoek gedaan wat er nodig is om participatie van buurtbewoners van de Bollebieste te bevorderen (in concreto: onderhoud van de Groene Bieste) en wat dat vraagt van professionals (Travers Welzijn) en andere betrokkenen. Hieruit blijkt dat het noodzakelijk is om verbinding te maken met andere bewoners en met andere netwerken, waardoor de kracht van bewoners versterkt kan worden (Klaver 2014). Uitdaging blijft om goede samenwerking te blijven zoeken. Pagina 38 van 87

De 4B-SpeelNatuurScan is ontwikkeld om op basis daarvan te bepalen waar het wenselijk was de speelwaarde van het aanwezige groen te verbeteren. Dit heeft geresulteerd in het verbeteren van de speelwaarde van de speelplek aan de Kastanjestraat in Diezerpoort tot wat uiteindelijk de Groene Bieste is gaan heten. Op basis van de 4B-SpeelNatuurScan is in 2013 tevens gestart met het ontwikkelen van de SpeelScan, waarmee de gemeente een tool in handen heeft om na te gaan of hun speelplekken optimaal en zoals beoogd gebruikt wordt. Op basis daarvan kan het speelruimtebudget zo optimaal mogelijk ingezet worden en kunnen gegronde keuzes worden gemaakt ten aanzien van behoud, verbetering of sanering. Met de SpeelScan hebben zij de mogelijkheid het buitenspelen meer gericht en efficiënter te bevorderen. Figuur 7: Opening groene Bieste Op initiatief van Jantje Beton is samen met de gemeente gestart met de aanleg van een Jantje Beton Speelbuurt in de buurt de Bollebieste in Diezerpoort [Jantje Beton 1, Jantje Beton 2]. Holtenbroek Op 1 januari 2010 waren er in Holtenbroek 21 speelplekken en acht grasvelden/ verharde speelvelden. Uit de informatie van de gemeente Zwolle komt naar voren dat in 2013 in Holtenbroek één nieuw locatie is gerealiseerd en één locatie nieuw ingericht is (Van Loenen 2014). Aanvullend is er in de wijk en nieuwe sportplek gerealiseerd. Er wordt (oktober 2014) een beweegtuin gerealiseerd. Er zou een Sutucourt komen, maar deze is tot op heden niet gerealiseerd. Conclusies doelstelling 6a Vooral in de wijk Diezerpoort is er veel energie in gestoken in de speelnatuur `Groene Bieste`. Deze is ontworpen en ontwikkeld door een actieve ouderparticipatie. Pagina 39 van 87

b. Toename veilige fiets- en looproutes Om de veilige fiets- en looproutes in de twee wijken te realiseren, zijn er in de twee wijken twee verschillende benaderingen gebruikt. In de wijk Diezerpoort is een fietswensenanalyse, de kindvriendelijke route uitgevoerd en de kindvriendelijke oversteek gerealiseerd. In de wijk Holtenbroek is de route Holtenbroek opgezet. In het volgende worden de benaderingen nader beschrijven. Wijk Diezerpoort Fiets- en wandelwensenanalyse Door middel van de 'fietswensenanalyse' wordt - samen met de gemeente - een verkeersplan opgesteld met voldoende aandacht voor de positie van fietsers en wandelaars in een woonwijk. De Fietsersbond heeft de fietswensenanalyse ontwikkeld om het langzaam verkeer (fietsers, voetgangers en spelende kinderen) een betere plek te geven. Door het toepassen van de fietswensenanalyse komen knelpunten in een vroeg stadium naar voren, zodat er vroegtijdig een oplossing voor deze punten gevonden kan worden (Fietsersbond, 2009). Studenten van de Minor De gezonde stad van Hogeschool Windesheim hebben onderzoek gedaan in de wijk Diezerpoort tussen de route huis en kind bestemmingen (Broek d.o.). Door doorlopen van bepaalde stappen is de wijk in kaart gebracht. Dit is uitgevoerd met verschillende wijkprofessionals en kinderen. De analyse resulteerde in een routeontwerp met verschillende oplossingen voor de wijk Diezerpoort. Kindvriendelijk route Om erachter te komen hoe een veilige route zal moeten eruit zien, zijn er verschillende projecten uitgevoerd. Vanuit de minor De Gezonde Stad aan hogeschool Windesheim hebben studenten van diverse opleidingen hiervoor onderzoek gedaan en het project kindvriendelijke route Diezerpoort uitgevoerd (Van Dijk 2013). In het kader van dit onderzoek hebben studenten literatuuronderzoek uitgevoerd, hebben zij gesprekken gevoerd met professionals, wijkmanager, wijkbeheerders, stedenbouwkundige en opbouwmedewerker (Van Dijk 2013). Aanvullend zijn er interviews met kinderen, ouders en verzorgers gehouden om er achter te komen hoe een kindvriendelijke route moet eruit zien (Van Dijk 2013). Dit onderzoek heeft verschillende resultaten opgeleverd. De belangrijkste aanbevelingen zijn om rekening te houden met de verkeersveiligheid en om kinderen/ ouders te laten participeren tijdens de ontwikkeling en realisatie van de route (Van Dijk 2013). Fiets- en looproute Diezerpoort Het doel vanuit Zwolle Gezonde Stad was om in de wijk Diezerpoort naar en tussen de belangrijkste bestemmingen kindvriendelijke fiets en looproutes te ontwikkelen. In het kader van deze doelstelling was de wens o.a. om de oversteekplaats van de Middelweg ter hoogte van de Kastanjestraat in de wijk Diezerpoort veiliger te maken. Vooral is voor deze oversteek gekozen om de barrière tussen Dieze-West en Deze-Oost te verminderen. Er is onderzoek gedaan om te bepalen hoe de oversteek Middelweg veiliger te maken zodanig dat kinderen vanaf zes jaar zelfstandig kunnen oversteken. Om een veilige oversteek te creëren is in het onderzoek een oplossing geformuleerd. De onderzoekers gaven aan dat de oplossing ligt bij het aanbrengen van attentiefiguren, verkeersborden en wegwijzers op de grond (d Aulnis 2013). Verder is de aanbeveling om de midden geleider te verbreden en hekjes aan te brengen (d Aulnis 2013). Deze aanbevelingen zijn uiteindelijk gerealiseerd op de overstek Middelweg door het aanbrengen van verkeersbordjes voor en kinderen en Jantje Beton hekwerk. Pagina 40 van 87

Wijk Holtenbroek Route Holtenbroek In de wijken Holtenbroek en Diezerpoort zijn activiteiten uitgevoerd om een gezonde omgeving te creëren. Om een gezonde omgeving te kunnen realiseren is de wandel- en beweegroute in Holtenbroek door Travers Welzijn ontwikkeld. Tijdens de ontwikkeling van de route hebben de ouders van kinderen (0-4 jaar) met verschillende etnische groepen actief geparticipeerd. De route is op 7 november 2012 officieel geopend. De route is er multifunctioneel opgezet. Dat betekent dat het dient als kinderwagen-, wandel-, speel-, ontdek- en hardlooproute (Maarsen 2013). Om de aantrekkelijkheid, veiligheid en kindvriendelijkheid te verbeteren, zijn er banken, picknicktafels etc. Langs de route geplaatst. Ook is er plukfruit (fruitbomen, notenbomen, bessenstruiken etc. Langs de route gekplant. De bedoeling van de route is enerzijds een plek te scheppen voor lichamelijke beweging van kinderen en anderzijds een plek voor ontmoeting en integratie. Bovendien wordt er langs de route ook een beweegtuin gerealiseerd (oktober/november 2014). In deze tuin komen circa zes toegankelijke fitness toestellen die sporten voor de bewoners gemakkelijker maken (Maarsen 2013). Verder zijn er na het openen van de route aanvullende activiteiten ondernomen om extra de beweeg deelname van wijk bewoners aan de route te verhogen (Maarsen 2013). Figuur 8: Brochure route Holtenbroek ChecKid De ChecKid resultaten laten een positieve ontwikkeling in de perceptie van de ouders rond de route naar school zien. In 2012 waren in de wijk Diezerpoort 44,2% van de ouders mee eens dat de routes naar de school veilig zijn. In 2009 was dit percentage alleen maar 30,2%. De verkeerssituatie rondom de school wordt er van 38,4% van de ouders als veilig gezien (Van Dijk 2013). Dit is een stijging van 3,5%. Studenten hebben literatuuronderzoek uitgevoerd, en gesprekken gehad met professionals, wijkmanager, wijkbeheerders, stedenbouwkundige en opbouwmedewerker (Van Dijk 2013). Aanvullend zijn er interviews met kinderen, ouders en verzorgers gehouden om er achter te komen hoe een kindvriendelijke route eruit moet zien (Van Dijk 2013). Pagina 41 van 87