Ruimte voor water: kansen voor nieuwe natte bossen

Vergelijkbare documenten
Bergen. in het. Bos. Nieuwe bossen voor waterbeheer, natuur en recreatie. Wat kan waar en wat levert het op?

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien.

Bos in water, Water in bos

De rol van de beuk in de bosontwikkeling

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

1. Status. 2. Kenschets. 3. Definitie. H91F0 versie 1 sept 2008.doc. Habitatrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1994).

Vegetatie-ontwikkeling in bossen op rijke bodem. Patrick Hommel en Rein de Waal Alterra; Wageningen-UR

Klimaatrondetafel Omgeving en Natuur

Rob van der Burg 6 april 2017 Vochtige bossen Tussen verdrogen en nat gaan

Natte en Vochtige bossen. Hydrologisch herstel van natte en vochtige bossen: welke kansen liggen er?

Bos in de Rijntakken. Jaap Ex. Projectleider beheerplannen Natura 2000 Rijntakken en Loevestein Provincie Gelderland

Bos in water, Water in bos

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Addendum Natuurtoets Natuurbeschermingswet. Aanpassing fietspad Rozendijk; kruising Bakkenweg Westerslag

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

Contactinfo, paswoord

Gierzwaluw. Boomleeuwerik. Witte kwikstaart. Nachtzwaluw

DETAILKAARTEN ECOLOGIE, KABELTRACÉS NETUITBREIDING KOP VAN NOORD-HOLLAND

BEOORDELINGSCRITERIA BOMENERFGOEDLIJST EN LANDSCHAPPELIJKE BEPLANTINGSLIJST

Landschapsplan. BuroCollou Tuin-&Landschapsontwerp Looweg10Eibergen

Emmer Erfscheidenveen Meetnet 2015

Zwart Water_Inrichting Schaapsen Diepbroek incl. sanering stortlocaties

Gagel-en wilgenstruwelen

Werkstuk Aardrijkskunde Loonse en Drunense duinen

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Workshop bosbeheer. Beheerteamdag 2017

Een. ondernemende EHS. voor Brabant

NOTITIE BOMENKAP GASLEIDINGTRACE ODILIAPEEL - MELICK

Maatregelen voor bosherstel

Cultuurhistorie in Beekdalen

B i j l a g e 3 : G r o e n p l a n

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

Veldwerkplaats vochtige bossen

Natuurmanagement basis Biotoop Bos dag 1

Analyse van bestuurlijke initiatieven voor multifunctioneel & duurzamer laagveenweidegebied

Toelichting op de waardevolle elementenkaart van Enschede-Noord

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Pierikstraat 16 Gaanderen

PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee?

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Nat schraalland

Waterschap Hunze en Aa s

Beboste duinen van het atlantische, continentale en boreale gebied (H2180) Verkorte naam: Duinbossen

want ruimte voor de Maas en veilige (regionale) dijken zijn een eerste zorg.

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

Bestuurlijke samenvatting. Laatste onderzoeksresultaten De Groote Meer op de Brabantse Wal

veronderstelde voordelen van Natuurvriendelijke oevers.

Natte Natuurparel Nemerlaer

Dinsdag 1 mei Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Inhuldiging visdoorgang Poekebeek - Nevele

Eisen inrichting en beheer Landgoed De Pirk

Life+ Together for Nature. samen werken aan herstel van heidelandschap

ONTWIKKELINGSPLAN LANDSCHAPPELIJKE ELEMENTEN. Gemeente Someren. Project 3: Beekdal van de Aa ten oosten van de Zuid Willemsvaart

Bijlage 1 Kenmerken 11 Landschapseenheden en Kernen

BIODIVERSITEIT. RECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS VERsnippering, VER. ONRECHTSTREEKSE BEDREIGING DOOR DE MENS Klimaatsverandering

Presentatie Waterschap De Dommel bij: Volkstuindersvereniging Bladel c.a. Door: Toon Kemps

Stichting Landschapsbeheer Gelderland

BEPLANTINGSPLAN LANDGOED NIEUW HOLTHUIZEN

Bosplantengemeenschappen in Vlaanderen

Natuurstreefbeelden bos. Natuurmanagement: natuurstreefbeelden bos

Bostypes: deel 2 Voedselrijke types. Bosgemeenschappen

stedenbouwkundige / landschappelijke ontwikkeling met een gesaneerde vuilstort VERKEER PLANKAART WENSBEELD structuurschets d.d.

3.3 Zonering: natuurlijk en functioneel groen

HOOGWAARDIGE VEGETATIE NA BEBOSSING VAN LANDBOUWGRONDEN. Luc De Keersmaeker Eindhoven, 16 maart 2014

Bundel 3 van veldoefening en cases

Concrete begrenzing EHS en GHS in het plangebied Voorste Stroom te Tilburg

Voorbij natuurherstel volgens het doelenboekje. Rienk-Jan Bijlsma

Oplegnotitie Mitigatie en Compensatieplan

Een kluwen van bostypes, bosindelingen. Ecopedia wijst de weg.

Het rivierklei-landschap

ONDERZOEK RUIMTELIJKE KWALITEIT Zoektocht Drinkwater Twente. 2e ontwerpatelier. locaties: Goor Lochemseberg Daarle Vriezenveen Sallandse Heuvelrug

ge Hoogbouw in gelderland Nieuwe buitenplaatsen in landschapspark Gelderland

Waterschap De Dommel. Waterberging. De visie tot 2050 op hoofdpunten

BIODIVERSITEIT. Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden)

Quick-scan van enkele bosterreinen in de Gemeente Uden De waarde van begroeiingen met bomen en struiken

Natuur in het Friese veengebied van de toekomst. Eddy Wymenga, Marion Brongers, Wibe Altenburg Altenburg & Wymenga ecologisch onderzoek

Casco beoordeling. Aanvraag casco gemeente Dinkelland. Auteur: Annemarie Kamerling, Martin Degen. Casco Noordoost Twente - 1 -

BUITENGEBIED ZUIDOOST SPIJKENISSE - VOORTOETS NATUURBESCHERMINGSWET

Landschapsbeheer: de sleutel naar onze natuur. 12 Februari 2009 Prof.dr.J.M.van Groenendael Gegevensautoriteit Natuur

Fauna in het rivierengebied: morfodynamiek in de Millingerwaard biedt kansen voor veel diersoorten. 1 juni 2013, Marieke de Lange

Boeren voor Natuur. Natuurbeheer door landbouwbedrijven. Anton Stortelder

BIODIVERSITEIT. Groep Welke stappen doorloop je als je een wetenschappelijk onderzoek doet? (kernwoorden)

reijrink heijmans Landschappelijke inpassing Fam. Duis, Bladel LAND S CHAPS I N R I C H T I N G

COMMISSIESTUK. Wensen en bedenkingen

tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015

Streefbeelden Bomen & Bos. Streefbeelden Bomen, Bos & Struweel. Stadsbomen. Van Leefbaarheid & Emotie tot Biodiversiteit & Natuureducatie

FRIESE VEENWEIDEGEBIED HISTORIE EN VEENWEIDEVISIE

1. Status: 2. Kenschets. Prioritair op Bijlage I Habitatrichtlijn (inwerkingtreding 1994)

Opgave waterveiligheid en opties Procesinnovaties POV Holwerd aan Zee (Wetterskip, mei 2016)

STUREN MET WATER. over draagvlak en draagkracht in de westelijke veenweiden

Delfstofwinning langs rivieren goed voor natuur en veiligheid

Beheerplan landgoed Nieuw Cruysbergen

Enquête-resultaten Essche Stroom in Esch. februari 2008

Bossen ingedeeld in zes bostypen. Centrum Hout. Centrum Hout Postbus 1380, 1300 BJ Almere Westeinde 8, 1334 BK Almere-Buiten

Dynamische kustecosystemen op de Waddeneilanden. Op reis naar de Boschplaat, symposium 30/31 mei 2017 Evert Jan Lammerts, Staatsbosbeheer

Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks

bosplantsoen Dunnen van

Het waterbeleid van de provincie Limburg is beschreven in het Provinciaal Waterplan Limburg, dd. 20 november 2009.

Analyse landschappelijke inpassing Recreatiecentrum Zandpol

Natuurvriendelijke oevers: mogelijkheden per standplaats. Emiel Brouwer en Pim de Kwaadsteniet

Transcriptie:

foto s Martin Goossen Ruimte voor water: kansen voor nieuwe natte bossen Natte bossen zouden een mooie manier zijn om waterberging met natuurontwikkeling te combineren. Toch denken waterbeheerders niet meteen aan natte bossen als ze natuur willen ontwikkelen. Ze zijn huiverig omdat ze denken dat aanleg en beheer veel geld zullen kosten, en omdat ze bang zijn voor opslibbing. Alterra deed een onderzoek en concludeert dat deze angst onterecht is; er zijn wel degelijk kansen. Patrick Hommel, Sabine van Rooij en Ad Olsthoorn, Alterra 2

s Er zijn vier hoofdtypen nat bos in waterbergingsgebieden. 1 Elzenbroekbos (Alnion glutiosae): de bossen van altijd zeer natte, relatief voedselrijke veengronden in beekdalen, laagveengebieden en klei-op-veen-gebieden; de boomlaag bestaat vrijwel uitsluitend uit zwarte els, van een struiklaag is doorgaans nauwelijks sprake en in de kruidlaag vinden we vooral zeggesoorten en - vaak rijk bloeiende - soorten van moerasruigten (11 subtypen). De zeespiegel stijgt, het weer wordt extremer en de grote rivieren moeten steeds grotere afvoerpieken verwerken. Geschat wordt dat voor waterbeheer de komende vijftig jaar een totale oppervlakte van circa 90 000 hectare landelijk gebied zal moeten worden heringericht, waarvan maar liefst 60 000 in de komende tien jaar. Vanwege de schaarse ruimte ligt een combinatie van functies in het ruimtegebruik voor de hand, bijvoorbeeld waterbeheer, natuurontwikkeling en recreatie. Dat die natuurontwikkeling ook uit natte bossen kan bestaan, is voor waterbeheerders minder vanzelfsprekend. Toch zien we daar goede mogelijkheden. Onder nat bos verstaan we bos waar regelmatig dan wel langdurig water boven of vlak onder het maaiveld staat. Dit water kan afkomstig zijn uit rivieren of beken, maar het kan ook gaan om regen- of grondwater. Niet alle natte bostypen bieden perspectief voor multifunctioneel gebruik. Omdat we uitgaan van de ontwikkeling van nieuwe bossen in waterber- gingsgebieden, dienen de natte bossen allereerst maakbaar te zijn. Dit betekent bijvoorbeeld dat berkenbroek als doeltype buiten de boot valt: de bijbehorende natte, voedselarme standplaatsen zijn nauwelijks te realiseren op voormalige landbouwgronden en al helemaal niet in situaties waar periodiek water moet worden geborgen. Verder zou het bostype moeten bijdragen aan de natuurwaarde in Nederland, op middellange tot lange termijn. Zo hebben bijvoorbeeld populierenakkers op voedselrijke standplaatsen geringe natuurwaarde en krijgt dit bostype geen plek op onze verlanglijst van waardevolle natte bossen. Al met al hebben we uit een totaal van de circa honderd in Nederland voorkomende bosgemeenschappen zo n 28 verschillende typen geselecteerd waarvan de ontwikkeling voor waterbeheer, recreatie en natuurwaarden waardevol wordt geacht. Deze 28 typen kunnen worden samengevat in vier hoofdtypen: zachthoutooibos, hardhoutooibos, elzenbroekbos en essen-elzenbos. Liever geen bos? Voor de ontwikkeling van nieuwe multifunctionele natte bossen moeten zowel water- als natuurbeheerders enthousiast zijn. In de praktijk hebben we gemerkt dat vooral de waterbeheerders weinig zien in de inrichting met nat bos. Zij verwachten op drie fronten problemen: de kosten van aanleg, de kosten van beheer en het risico van opslibbing. Deze verwachte problemen hangen bovendien samen; wanneer bijvoorbeeld het hele waterbergingsgebied door opslibbing om de tien jaar uitgegraven zou moeten worden, zouden ook 2 Essen-elzenbos (Circaeo-Alnenion): de bossen van vochtige tot natte relatief, mesotrofe zand- en kleigronden, waar periodieke overstroming en/of kwelinvloed een redelijke basenhuishouding in stand houdt; de belangrijkste boomsoorten zijn es, els en inheemse vogelkers, struik- en kruidlaag zijn goed ontwikkeld en de rijke voorjaarsbloei (met o.a. bosanemonen) is opvallend (3 subtypen). 3 maart 2007

steeds de bomen gekapt en de stronken uitgefreesd moeten worden, met alle kosten van dien. Wanneer we echter globaal de kosten van bosontwikkeling in waterbergingsgebieden bekijken, blijkt dat bos vergeleken met natuurgrasland vanuit financieel oogpunt geen slechte optie, zelfs aantrekkelijk is. Bij de ontwikkeling van natuurbos worden bomen idealiter op onbewerkte grond in ruim, wild plantverband aangeplant of in kleine groepen die kunnen dienen als zaadbronnen. De aanleg van een dergelijk natuurbos is ongeveer een factor drie goedkoper dan traditionele aanplant van productiebos, en zeker ook goedkoper dan de kosten van het meer gangbare beheer als hooiland, over een periode van tien jaar gerekend. Sedimentatie van slib is duidelijk wel een serieus risico. Door een goed ontwerp kan opslibbing echter worden voorkomen. Slibdepositie treedt namelijk vrijwel alleen op bij directe overstroming vanuit een beek of rivier. Indien water uit de bovenste helft van een waterlichaam wordt afgetapt, zal vrijwel geen depositie van slib plaatsvinden (overlaatprincipe). Alleen bij hermeanderingsprojecten kunnen problemen ontstaan als de beek naar een nieuwe evenwichtstoestand voor de waterdiepte gaat zoeken. Toch bos! Met de kosten en risico s valt het dus wel mee; over langere perioden gerekend is bosontwikkeling - ook zonder houtopbrengst - zelfs gunstiger dan graslandbeheer. Maar ook met betrekking tot de te ontwikkelen natuurwaarden kan er sprake zijn van winst. De oppervlakte van natte bossen in ons land is de afgelopen eeuwen namelijk drastisch verminderd door ontginningen en bedijkingen. De ontwikkeling van natte bossen draagt dan ook, alleen al vanuit historisch oogpunt, bij aan natuurherstel in Nederland. Maar ook als we kijken naar de flora en fauna blijken veel natte bostypen erg waardevol te zijn. Dit geldt vooral voor goed ontwikkelde vormen van het elzenbroekbos en het elzen-essenbos. We moeten hierbij wel bedenken dat de tijdsduur die nodig is voor de ontwikkeling van een redelijk compleet bosecosysteem per (hoofd)type sterk kan variëren: van - onder gunstige omstandigheden - minder dan vijftig jaar voor elzenbroekbos tot veel meer dan een eeuw voor elzen-essenbos. Ook voor de recreatie blijken natte bossen van betekenis te zijn. Van de verschillende typen nat bos vinden mensen hardhoutooibos het meest aantrekkelijk. Om te zien worden waterlandschappen en droge bossen nog hoger gewaardeerd, maar om in te wandelen kan het hardhoutooibos de concurrentie met de droge bossen prima aan. Ook essen-elzenbossen worden hoog gewaardeerd. Deze bossen zijn nu vooral in beekdalen te vinden, maar kunnen in meerdere landschapstypen tot ontwikkeling komen. Een bonte bloemenweelde in het voorjaar, herfstkleuren, zangvogels en de kans om groot wild (zoals reeën) te zien dragen bij aan de belevingswaarde van deze bostypen. Voor zachthoutooibossen (langs de grote 3 Hardhoutooibos (Ulmenion carpinifoliae): de bossen van de hogere delen van de uiterwaarden die slechts zelden en nooit voor lange tijd overstromen; de boomlaag bestaat vooral uit es, iep, eik en abeel, struik- en kruidlaag zijn relatief soortenrijk; het grote aandeel van klimplanten is opvallend (4 subtypen). 4

ruimte voor water: kansen voor nieuwe natte bossen Tabel 1 Vergelijking van de vier hoofdtypen nat bos. Hoofdtype Landschap Milieu Potentiële Potentiële Ontwikke Bestendigheid (actueel) natuurwaarde belevingswaarde -lingssnelheid tegen laag --- tot laag --- tot langzaam -- eutrofiëring hoog +++ hoog +++ tot snel ++ slecht bestand --- tot goed bestand +++ zachthoutooibos rivierengebied zeer dynamisch, - tot + - ++ +++ zoetwater- vochtig tot nat, getijdegebied minerale bodem hardhout-ooibos rivierengebied dynamisch, - +++ - -- zeekleigebied vochtig tot droog, minerale bodem elzenbroekbos laagveengebieden weinig dynamisch, --- --- + - beekdalen (zeer) nat, (laagveen) tot veenbodem ++ (beekdalen) essen-elzenbos beekdalen weinig dynamisch, ++ + -- --- rivierengebied vochtig, laagveengebieden vooral minerale bodem rivieren) en vooral voor elzenbroekbossen (in beekdalen en laagveengebieden) kunnen recreanten echter maar weinig enthousiasme opbrengen. Muggen en brandnetels worden - niet geheel onverwacht - duidelijk minder gewaardeerd. Kansen voor natte bossen Om aan te geven waar zich in Nederland de beste kansen voordoen voor de ontwikkeling van nieuwe, multifunctionele natte bossen hebben we landelijke kansenkaarten gemaakt. Hiertoe zijn standplaatseisen en natuurwaarde van de verschillende bostypen gekoppeld aan digitale kaartbestanden, met als resultaat een reeks van 28 kansenkaarten voor de subtypen van nat bos. Deze werden vervolgens gecombineerd tot één natuur-kansenkaart voor natte bossen als geheel, waarbij de potentiële natuurwaarde per plek wordt bepaald door het type met de hoogste natuurwaarde. Door de uiteindelijke natuur-kansenkaart voor natte bossen te confronteren met zowel de claims vanuit het waterbeheer als de behoefte aan recreatief groen en de aantrekkelijkheid van de verschillende bostypen voor recreanten, kon op landelijke schaal in beeld worden gebracht waar de grootste kansen liggen voor de ontwikkeling van multifunctioneel nat bos. Deze kaart laat zien dat de volgende gebieden met name kansen bieden: beekdalen en beekoverstromingsvlakten in pleistoceen Nederland, delen van de Friese en Groningse kleigebieden, voormalige strandvlakten langs de Hollandse kust en het rivierengebied. Het bostype dat voor natuur- en recreatiewaarde verreweg het beste scoort, is het vogelkers-essenbos, een subtype binnen de groep van essen-elzenbossen. Vooral op de voormalige strandvlakten en in het rivierenlandschap bieden relatief grote oppervlakten mogelijkheden voor de ontwikkeling van dit bostype. Vanuit ecologie en recreatie zijn er dus voldoende redenen om nat bos te willen. Dit kan in een aantal gevallen goed samengaan met waterbergen of -vasthouden. Voor planning op landelijke schaal is functiekoppeling dus zonder meer een interessant gegeven. Om de aanwezige kansen op regionale of zelfs lokale schaal ook in het veld te kunnen verzilveren, moet echter nog met een aantal zaken rekening worden gehouden en zal het gebied nader moeten worden beschouwd. Verschillende factoren kunnen er namelijk voor zorgen dat ontwikkeling van nat bos in een als zeer kansrijk aangemerkte regio eindigt in een debacle, bijvoorbeeld omdat tot in het eind der tijden de brandnetels tot in de hemel blijven groeien. De belangrijkste adders onder het gras zijn beoordelingsfouten veroorzaakt door schaalproblemen en een stagnerende ontwikkeling van het bos als gevolg van een slechte waterkwaliteit. Schaalproblemen zijn in principe het makkelijkst te tackelen, simpelweg door in meer detail de standplaatsfactoren ter plekke te bekijken. Dit vereist mogelijk enig aanvullend veldwerk. De waterkwaliteit van het bodem- of inundatiewater zal in veel gevallen voor meer hoofdbrekens zorgen. Hierbij geldt dat de slechtste waterkwaliteit bepalend is. Vervuild oppervlaktewater zal een relatief schone bodem namelijk snel 5 maart 2007

vermesten, terwijl relatief schoon inundatiewater een vermeste bodem nauwelijks zal kunnen schoonwassen. Welke waterkwaliteit nog acceptabel is, is afhankelijk van het bostype. Een wilgenvloedbos in de uiterwaarden kan uiteraard heel wat meer aan dan een kwelrijk beekdalbosje vol bosanemonen. In feite zijn alleen de van nature brandnetelrijke maar zeer dynamische zachthout-ooibossen van het rivierengebied min of meer ongevoelig voor de waterkwaliteit. Zoals te verwachten was, blijken juist de ecologisch meest waardevolle bostypen ook het meest kritisch met betrekking tot de waterkwaliteit. Dit is niet alleen een belangrijke reden voor voorzichtigheid bij de planning van bos in waterbergingsgebieden, maar vooral een stimulans om bosontwikkeling en waterbeheer te koppelen aan nog een belangrijke functie: waterzuivering. Met de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water is in de toekomst een forse verbetering te verwachten in de kwaliteit van het oppervlaktewater. Technisch is dit bijvoorbeeld te verwezenlijken door trapsgewijze zuivering in geschakelde opvangbekkens, zoals nu al wordt uitgetest op het landgoed Lankheet bij Haaksbergen. Met een verbetering van de kwaliteit van het oppervlaktewater zal ook de ontwikkeling van de meer kritische bostypen in de toekomst sneller haalbaar zijn. Patrick Hommel, Sabine van Rooij en Ad Olsthoorn zijn werkzaam bij Alterra. De auteurs zijn geïnteresseerd in reacties op onderstaande praktische brochure en in ervaringen met de aanleg van vergelijkbare bossen: Sabine.vanrooij@wur.nl. Meer informatie Brochure Bergen in het bos. Nieuwe bossen voor waterbeheer, natuur en recreatie. Wat kan waar en wat levert het op? 2006 www.alterra. wur.nl. Rapport Bos in water, Water in bos. Kansenkaarten voor multifunctionele natte bossen met meerwaarde voor waterbeheer, natuur en recreatie 2005, Alterra-rapport 1267. www.alterra.wur.nl>publicaties Rapport Bos in water, Water in bos. Beleving van bossen in en aan water 2003, Alterra-rapport 886. www.alterra.wur.nl>publicaties 4 Zachthoutooibos (Salicion albae): de bossen van lagere delen van de uiterwaarden en van het zoetwatergetijdegebied; de boom- en struiklaag bestaan vrijwel geheel uit wilgen (diverse soorten) en in de ondergroei groeien veel hoog opschietende ruigtekruiden, waaronder veel brandnetels (10 subtypen). 6