Algemeen bestuur VERGADER STUK AFDELING NAAM STELLER EIGENAAR 17 augustus 2015 Innen T.A.G.Bouwmeester T.A.G.Bouwmeester AGENDAPUNT ONDERWERP Voorstel Dit voorstel valt onder de rubriek opiniërend en besluitvormend. Aan het algemeen bestuur van GBLT wordt gevraagd om een zienswijze te geven over het aantal termijnen voor automatische incasso door een keuze te maken uit één van de drie onderstaande opties: Optie 1: De huidige termijnen van automatische incasso te handhaven; Optie 2: Het minimaal aantal incassotermijnen uit te breiden naar zes; Optie 3: Het minimaal aantal incassotermijnen uit te breiden naar tien. Samenvatting Vanwege het gespreid en gecombineerd opleggen van aanslagen ontstaat er voor de belastingplichtigen een verschil in het aantal termijnen waarmee betaald kan worden door middel van automatische incasso. Het aantal termijnen varieert van zes tot tien termijnen en is afhankelijk wanneer de aanslag wordt opgelegd. Voor circa 500.000 belastingplichten is het aantal betaaltermijnen middels automatische incasso kleiner dan tien. Hierdoor worden extra verzoeken voor een betalingsregeling ingediend bij GBLT. In het kader van klantvriendelijkheid en gelijkheid gaat de voorkeur er naar uit om bij inning door middel van automatische incasso standaard tien termijnen aan te bieden. Voor de gemeentelijke deelnemers heeft dit geen consequenties. Voor de waterschappen heeft dit tot gevolg dat een deel van de belastingopbrengsten jaar overschrijdend wordt geïncasseerd en dus van invloed is op de liquiditeitsprognose. In de hoofstukken Toelichting en Financiële consequenties worden drie opties uitgewerkt. In de verordeningen van de deelnemers is geregeld of een belastingsoort geïncasseerd kan worden door middel van automatische incasso en in hoeveel termijnen. Het vaststellen van de verordeningen is een bevoegdheid van de deelnemers van GBLT. Vanuit de samenwerkingsgedachte, communicatieve aspecten, uniforme en efficiënte werkwijze is het wenselijk dat de wijze van incasseren op dezelfde wijze plaatsvindt. Gevraagd wordt om een keuze te maken.
Voorbesproken Het voorstel is voorbesproken met de fiscaal-juridisch beleidsmedewerkers van GBLT en met de medewerker financiën van het bedrijfsbureau. Afstemming moet nog plaatsvinden met alle contactpersonen van de deelnemers. Dit voorstel is daarom ook alvast doorgestuurd naar de deelnemers. Naar aanleiding hiervan zal aan contactpersonen een xtra mondelinge toelichting worden gegeven. In de DB-vergadering van 12 augustus is het voorstel besproken. Het DB heeft aangegeven de voorkeur te geven aan optie 2, waarbij is aangetekend dat vanuit het perspectief van de gemeenten optie 3 ook bespreekbaar zou zijn. Behandelen in vergadering d.d. Toelichting Huidige situatie In de verschillende verordeningen van de deelnemers van GBLT wordt voor de meeste belastingsoorten de mogelijkheid geboden om de opgelegde aanslagen voor het lopende heffingsjaar gespreid te betalen door middel van automatische incasso in minimaal twee termijnen. In bijlage 1 wordt en overzicht weergegeven per belastingsoort ten aanzien van de mogelijkheden van automatische incasso. Het aantal termijnen kan variëren en wordt bepaald door het aantal volle kalendermaanden wat nog resteert na dagtekening van de aanslag. Hierdoor komt het voor dat belastingplichtigen die in februari de aanslag ontvangen de mogelijkheid hebben om in tien termijnen te betalen en belastingplichtigen die in juni de aanslag ontvangen kunnen de aanslag in zes termijnen betalen. Aanslagen die worden opgelegd in de periode juli tot en met december vanwege uitgevoegde bestanden volledigheidscontroles kunnen nog maar in twee tot vijf termijnen geïncasseerd worden. Opgelegde aanslagen die betrekken hebben op een ouder heffingsjaar kunnen ook automatische geïncasseerd worden maar dan geldt maar één incassotermijn. Dus de gehele aanslag wordt dan in één keer afgeschreven. Indien geen automatische incasso is verstrekt door de belastingplichtige dan is de hoofdregel, dat binnen twee maanden het totale aanslagbedrag betaald moet zijn. Vanaf 2014 is gestart met het gespreid en gecombineerd opleggen van aanslagen. In de vastgestelde productieplanning is opgenomen dat alle primaire aanslagrunnen uiterlijk in de maand juni zijn opgelegd en verstuurd. In hoofdlijnen komt het erop neer dat in januari de aanslagen zuiverings- en verontreinigingsheffing heffing bedrijven worden opgelegd. In februari de gecombineerde aanslagen gemeentelijke en waterschapbelastingen voor de gemeentelijke deelnemers. In februari tot en met maart de gebruikersbelastingen zuiveringsheffing, ingezetenenheffing watersysteemheffing voor de waterschappen en in de periode april tot en met juni de watersysteemheffing eigenaren gecombineerd met de zuiveringsheffing / ingezetenenheffing watersysteemheffing. De afdeling Innen constateert vanaf 2014 een toename van het aantal verzoeken om een betalingsregeling. In de grafiek op de volgende bladzijde worden het aantal gemaakte betalingsregelingen per maand weergegeven voor de jaren 2013 tot en met 2015.
De toename in februari en maart wordt voornamelijk veroorzaakt door aanslagen die worden opgelegd met een dagtekening in december van het voorgaande jaar. Deze aanslagen hebben één vervaldatum twee maanden na dagtekening van de aanslag. Bij een automatische incasso kunnen de belastingschuldigen conform verordening nog maar in twee termijnen betalen. Voor veel belastingschuldigen is dit te weinig en zij doen vervolgens een verzoek voor een betalingsregeling in meer termijnen. Daarnaast wordt een toename geconstateerd in het aantal verzoeken om een betalingsregeling in de maanden juni tot en met september. Enerzijds wordt dit veroorzaakt naar aanleiding van verstuurde aanmaningen en dwangbevelen maar ook voor een belangrijk deel door de aanslagen die zijn opgelegd in mei en juni van dat jaar. Belastingschuldigen kunnen dan nog maar in zes of zeven termijnen betalen middels automatische incasso en verzoeken om dit te verhogen naar tien termijnen. Gewenste situatie Een groot deel van de belastingplichtigen heeft er baat bij om de aanslag in zo veel mogelijk termijnen te kunnen betalen. Vanwege het gespreid en gecombineerd opleggen van aanslagen worden ongeveer 500.000 belastingplichtigen geconfronteerd met minder dan 10 termijnen voor automatische incasso. Het is geen optie om de aanslagen eerder op te leggen omdat dan de bereikbaarheid van GBLT niet meer gegarandeerd kan worden en de benodigde tijd om de ontvangen WOZ waarden van de inliggende gemeenten te verwerken ontbreekt waardoor dan geen gecombineerde aanslagen verzonden kunnen worden. GBLT streeft er uiteraard naar om de aanslagen zo spoedig mogelijk op te leggen. In juni zijn dan ook 95% van de primaire aanslagen voor dat heffingsjaar opgelegd. Echter in het kader van bestandscontroles en geblokkeerde objecten wordt er niet aan ontkomen dat er ongeveer 100.000 aanslagen tussen juni en december worden opgelegd. Vanuit het perspectief van klantvriendelijkheid en in het kader van gelijkheid voor alle belastingplichtigen kunnen de deelnemers van GBLT wel in haar verordeningen voor de verschillende belastingsoorten regelen, dat het aantal termijnen waarin betaald kan worden door middel van automatische incasso gelijk is. Dit ongeacht de maand waarin de aanslag wordt opgelegd. De belastingplichtige kan er immers niets aan doen dat de aanslag later in het jaar wordt opgelegd. Voor de gemeentelijke belastingen is dit nagenoeg niet aan de orde omdat deze aanslagen in februari worden opgelegd (10 termijnen automatische incasso). Het speelt met name voor de gecombineerde aanslagen eigenaren en gebruikers zuiveringsheffing en watersysteemheffing voor de waterschappen die in april tot en met juni worden opgelegd.
Een oplossing is om in de verordeningen te regelen dat bij afgeven van een automatische incasso door een belastingschuldige een minimaal aantal termijnen gegarandeerd is ongeacht de maand waarin de aanslag wordt opgelegd. De consequentie hiervan is wel dat de inning door middel van automatische incasso jaar overschrijdend gaat plaatsvinden. Wanneer de aanslag in juni wordt opgelegd dan loopt de automatische incasso bij 10 termijnen door tot en met april het jaar daarop. Dit heeft consequenties voor de afdrachten van ontvangen belastinggelden richting de deelnemers van GBLT en dus voor de liquiditeitsprognose. Aan het DB van GBLT wordt gevraagd om een opinie te vormen en een keuze te maken uit de volgende drie opties: Optie 1: Huidige situatie handhaven De huidige situatie te handhaven. Geen aanpassingen te doen in het aantal termijnen waarmee door middel van automatische incasso de aanslag betaald kan worden. Deze optie heeft geen financiële consequenties voor de deelnemers van GBLT. Optie 2: Minimaal aantal termijnen A.I. vast te stellen op zes In de verordeningen van de deelnemers te regelen, dat het minimaal aantal termijnen waarmee betaald kan worden door middel van automatische incasso zes termijnen bedraagt. In de verordeningen voor de gemeente Zwolle en Waterschap Groot Salland is dit nu al het geval. Voor de overige deelnemers heeft dit nagenoeg geen significante financiële consequenties omdat minimaal 95% van de primaire aanslagen voor het betreffende heffingsjaar uiterlijk in de maand juni zijn opgelegd waardoor nog zes termijnen voor automatische incasso resteren. Deze optie heeft wel een voordeel voor de belastingschuldige die een aanslag ontvangen in de periode juni tot en met december. In plaats van het aantal volle kalendermaanden wat nog resteert in het heffingsjaar wordt het aantal termijnen op minimaal zes gesteld. Hierdoor zal het aantal verzoeken om een betalingsregeling afnemen. Dit geldt dan ook voor aanslagen die betrekking hebben op een voorgaand heffingsjaar. De uitbreiding geldt niet voor: - definitieve aanslagen (bijvoorbeeld zuiveringsheffing bedrijven) omdat hiervoor al eerder een voorlopige aanslag is verzonden; - gemeentelijke aanslagen Zwolle groter dan 4.500,00. Hiervoor blijft één incassotermijn gelden; - Baatbelasting gemeente Zwolle. Volgens verordening geen automatische incasso mogelijk; - Parkeerbelasting Dronten. Volgens verordening geen automatische incasso mogelijk; - Diftar Nijkerk. Volgens verordening één incassotermijn mogelijk. Betreft ook relatief lage bedragen. Optie 3: Minimaal aantal termijnen A.I. vast te stellen op tien In de verordeningen van de deelnemers te regelen, dat het aantal termijnen waarmee betaald kan worden door middel van automatische incasso tien termijnen bedraagt. Deze optie heeft de grootste financiële consequenties omdat de incassotermijnen dan jaar overschrijdend geïnd gaan worden. Bij een aanslag opgelegd in de maand maart van het heffingsjaar loopt de automatische incasso door tot en met de maand januari het jaar daarop. Bij een aanslag opgelegd in de maand juni loopt de automatische incasso door tot en met de maand april het jaar daarop. Voor de gemeentelijke aanslagen heeft dit geen consequenties omdat deze aanslagen in februari worden opgelegd. Voor de (gecombineerde ) aanslagen waterschapbelastingen speelt dit wel. De uitbreiding geldt niet voor: - definitieve aanslagen ( bijvoorbeeld zuiveringsheffing bedrijven) waarvoor al eerder een voorlopige aanslag is verzonden; - gemeentelijke aanslagen Zwolle groter dan 4.500,00. Hiervoor blijft één incassotermijn gelden; - Baatbelasting gemeente Zwolle. Volgens verordening geen automatische incasso mogelijk; - Parkeerbelasting Dronten. Volgens verordening geen automatische incasso mogelijk;
- Diftar Nijkerk. Volgens verordening één incassotermijn mogelijk. Betreft ook relatief lage bedragen Voor de waterschappen is de consequentie, dat voor een totaalbedrag van 44,8 mln jaar overschrijdend wordt geïnd door middel van A.I. in de maanden januari tot en met april. Bij een jaarrente van 0,5 % bedraagt het totale renteverlies voor de gezamenlijke waterschappen circa 88.000. In het hoofdstuk Financiële consequenties wordt GBLT breed en per waterschap inzicht gegeven in de huidige situatie versus de incasso in standaard 10 termijnen. Personele consequenties Binnen de afdeling Innen zal minder tijd worden besteed aan het treffen van betalingsregelingen bij een keuze voor optie 2 of 3. Hierdoor kan meer tijd worden besteed aan de telefonische dwanginvordering. De afdeling KCC zal minder klantreacties ontvangen. Financiële consequenties De keuze voor de opties 1 of 2 heeft niet of nagenoeg geen invloed op de ontvangsten door middel van automatische incasso voor de deelnemers. Indien gekozen wordt voor optie 3 (standaard 10 termijnen automatische incasso) dan heeft deze optie als consequentie voor de waterschappen dat voor een totaalbedrag van 44,8 mln jaar overschrijdend wordt geïnd. Bij een jaarrente van 0,5 % bedraagt het totale renteverlies voor de gezamenlijke waterschappen circa 88.000. In tabel op de volgende bladzijde wordt de huidige situatie weergegeven versus de incasso in 10 termijnen. GBLT Totaal Huidig 10 termijnen Verschil januari 1.649.400 1.649.400 - februari 3.694.855 3.899.400 204.545 maart 11.494.855 11.699.400 204.545 april 11.494.855 11.699.400 204.545 mei 17.557.355 16.549.400-1.007.955 juni 24.557.355 21.449.400-3.107.955 juli 33.057.355 26.549.400-6.507.955 augustus 33.057.355 26.549.400-6.507.955 september 33.057.355 26.549.400-6.507.955 oktober 33.057.355 26.549.400-6.507.955 november 33.057.355 26.549.400-6.507.955 december 33.057.355 24.299.400-8.757.955 januari - 14.850.000 14.850.000 februari - 14.850.000 14.850.000 maart - 10.000.000 10.000.000 april - 5.100.000 5.100.000 268.792.800 268.792.800-0 In bijlage 2 worden de financiële consequenties voor de individuele waterschappen inzichtelijk gemaakt.
Juridische consequenties Dit voorstel heeft als juridische consequentie dat de verordeningen door de verschillende deelnemers van GBLT moeten worden aangepast bij een keuze voor optie 2 of 3. GBLT past jaarlijks de verordeningen aan en doet een voorstel aan haar deelnemers om deze vast te stellen. I&A consequenties Dit voorstel heeft als consequenties bij een keuze voor optie 2 en 3 dat de zogenaamde termijnsets voor automatische incasso voor het opstarten van de aanslag runnen 2016 moet worden aangepast. De impact qua tijdbesteding is klein omdat voor de gemeente Zwolle en Waterschap Groot Salland de termijnsets al aanwezig zijn. Communicatie consequenties Dit voorstel heeft de volgende communicatieve consequenties bij een keuze voor optie 2 of 3: 1. Op internet van GBLT moet de communicatie over de wijze van automatische incasso worden aangepast; 2. Jaarlijks wordt de toelichting op de achterkant het aanslagbiljet geactualiseerd. De wijzigingen worden hierin meegenomen. De data van afschrijving worden op het aanslagbiljet vermeld; 3. De medewerkers van GBLT worden geïnformeerd via Intranet. KCC medewerkers krijgen vanwege de vele klantcontacten een uitgebreide uitleg; 4. De financiële medewerkers van de deelnemers (gemeenten en waterschappen) worden apart geïnformeerd. Andere uitvoeringsconsequenties en risico s Bij keuze voor optie 3 zal bij het opstellen van de jaarrekening specifiek aandacht worden besteed aan jaar overschrijdende termijnbedragen die nog door middel van automatische incasso geïncasseerd moeten worden per deelnemer. Bijlagen Bijlage 1: Huidige mogelijkheden automatische incasso per deelnemer. Bijlage 2: Financiële consequenties per waterschap Aldus vastgesteld door het dagelijks bestuur in haar vergadering van 12 augustus 2015. M.A. van Helden Directeur T.J.Boersma Voorzitter
Bijlage 1: Huidige mogelijkheden automatische incasso per deelnemer. Belastingsoort/aanslag Vervaltermijnen AIC Combi aanslagen gemeenten (Zwolle/Dronten/Leusden/Nijkerk) OZB/Afvalstoffenheffing/Rioolrecht/Reinigingsrecht Hondenbelasting/WSHE/WSH/Zuiveringsheffing/Grafrechten 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, resterend aantal maanden lopend belastingjaar ingaande maand na dagtekening aanslag ZWOLLE --> boven de 4500 AIC 1 termijn ineens* ZWOLLE --> min 6 termijnen (kan jaar over gaan) * Wanneer het totaal van de gemeentelijke belastingen op het aanslagbiljet onder de 4500 is, dan w ordt de aanslag WEL in termijnen tot het einde van het jaar geincasseerd dmv AIC Combi aanslagen waterschapsbelastingen 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, resterend aantal maanden lopend belastingjaar WSHE/WSH/ZH ingaande maand na dagtekening aanslag Let op: WGS minimaal 6 maanden (kan jaar over gaan) Voorlopige en definitieve aanslag Bedrijven Zuiveringsheffing en/of verontreinigingsheffing 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, resterend aantal maanden lopend belastingjaar ingaande maand na dagtekening aanslag Let op: WGS minimaal 6 termijnen (kan jaar over gaan) 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, in één keer voor de vervaltermijn Aanslagen oude jaren (dagtekening niet liggend in heffingsjaar) Zwolle Baatbelasting 1 --> 2 mndn na dagtekening Nee, is vastgesteld in de verordening Precariobelasting 1 --> 2 mnd na dagtekening Ja, tot 4500,= resterend aantal maanden lopend jaar min 6 termijnen (kan jaar over gaan) Ja, boven 4500,= 1 termijn ineens Begraafplaatsrechten 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, resterend aantal maanden lopend jaar (min 6) Marktgelden jaaraanslagen 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, resterend aantal maanden lopend jaar (min 6) Dronten Forensenbelasting 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, resterend aantal maanden van het lopende belastingjaar Toeristenbelasting 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, resterend aantal maanden van het lopende belastingjaar Parkeerbelasting 1 --> 1 mnd na dagtekening Nee, is vastgesteld in de verordening Marktgelden (per kwartaal 1 aanslag) 1 --> 1 mnd na dagtekening Ja, resterend aantal maanden van het lopende belastingjaar Leusden Toeristenbelasting Nijkerk Forensenbelasting Toeristenbelasting Diftar 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, resterend aantal maanden van het lopende belastingjaar 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, resterend aantal maanden van het lopende belastingjaar 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, resterend aantal maanden van het lopende belastingjaar 1 --> 2 mndn na dagtekening Ja, 1 termijn
Bijlage 2: Financiële consequenties per waterschap Waterschap Groot Salland januari 104.000 104.000 - februari 362.750 388.625 25.875 maart 967.670 993.545 25.875 jaarrente 0,500% april 967.670 993.545 25.875 aantal maand bedrag rekenfactor rente mei 1.802.654 1.661.532-141.122 3 480.838 0,125% 601 juni 2.766.758 2.336.405-430.353 4 2.501.863 0,167% 4.170 juli 3.937.457 3.038.825-898.633 5 1.549.251 0,208% 3.228 augustus 3.937.457 3.038.825-898.633 6 1.144.468 0,250% 2.861 september 3.937.457 3.038.825-898.633 7 430.353 0,292% 1.255 oktober 3.937.457 3.038.825-898.633 november 3.937.457 3.038.825-898.633 Totaal rente bij jaarrente 0,500% 12.114,79 december 3.937.457 2.754.200-1.183.258 januari - 2.045.280 2.045.280 februari - 2.045.280 2.045.280 maart - 1.377.293 1.377.293 april - 702.419 702.419 30.596.245 30.596.245-0 Totaal bedrag jaaroverschrijdend 6.170.271 Totaal rente bij jaarrente 0,50% 12.114,79 Waterschap Reest en Wieden januari 173.400 173.400 - februari 352.786 370.725 17.939 maart 766.141 784.080 17.939 jaarrente 0,500% april 766.141 784.080 17.939 aantal maand bedrag rekenfactor rente mei 1.327.203 1.232.930-94.274 3 328.617 0,125% 411 juni 1.975.028 1.686.406-288.621 4 1.684.976 0,167% 2.808 juli 2.761.671 2.158.393-603.278 5 1.038.801 0,208% 2.164 augustus 2.761.671 2.158.393-603.278 6 764.602 0,250% 1.912 september 2.761.671 2.158.393-603.278 7 288.621 0,292% 842 oktober 2.761.671 2.158.393-603.278 november 2.761.671 2.158.393-603.278 Totaal rente bij jaarrente 0,500% 8.137 december 2.761.671 1.961.068-800.603 januari - 1.374.313 1.374.313 februari - 1.374.313 1.374.313 maart - 925.463 925.463 april - 471.986 471.986 21.930.727 21.930.727 0 Totaal bedrag jaaroverschrijdend 4.146.075 Totaal rente bij jaarrente 0,50% 8.137
Waterschap Rijn en IJssel januari 176.000 176.000 - februari 497.545 529.700 32.155 maart 1.217.677 1.249.831 32.155 jaarrente 0,500% april 1.217.677 1.249.831 32.155 aantal maand bedrag rekenfactor rente mei 2.161.864 2.005.181-156.683 3 572.680 0,125% 716 juni 3.252.059 2.768.318-483.741 4 2.849.337 0,167% 4.749 juli 4.575.867 3.562.603-1.013.265 5 1.740.288 0,208% 3.626 augustus 4.575.867 3.562.603-1.013.265 6 1.270.984 0,250% 3.177 september 4.575.867 3.562.603-1.013.265 7 483.741 0,292% 1.411 oktober 4.575.867 3.562.603-1.013.265 november 4.575.867 3.562.603-1.013.265 Totaal rente bij jaarrente 0,500% 13.679 december 4.575.867 3.208.903-1.366.965 januari - 2.312.771 2.312.771 februari - 2.312.771 2.312.771 maart - 1.557.422 1.557.422 april - 794.285 794.285 35.978.026 35.978.026 0 Totaal bedrag jaaroverschrijdend 6.977.249 Totaal rente bij jaarrente 0,50% 13.679 Waterschap Vallei en Veluwe januari 644.000 644.000 - februari 1.224.909 1.283.000 58.091 maart 2.451.991 2.510.082 58.091 jaarrente 0,500% april 2.451.991 2.510.082 58.091 aantal maand bedrag rekenfactor rente mei 3.939.173 3.699.827-239.345 3 976.469 0,125% 1.221 juni 5.656.331 4.901.838-754.493 4 4.540.081 0,167% 7.567 juli 7.741.451 6.152.910-1.588.541 5 2.711.336 0,208% 5.649 augustus 7.741.451 6.152.910-1.588.541 6 1.942.360 0,250% 4.856 september 7.741.451 6.152.910-1.588.541 7 754.493 0,292% 2.201 oktober 7.741.451 6.152.910-1.588.541 november 7.741.451 6.152.910-1.588.541 Totaal rente bij jaarrente 0,500% 21.493 december 7.741.451 5.513.910-2.227.541 januari - 3.642.828 3.642.828 februari - 3.642.828 3.642.828 maart - 2.453.083 2.453.083 april - 1.251.072 1.251.072 62.817.102 62.817.102 0 Totaal bedrag jaaroverschrijdend 10.989.812 Totaal rente bij jaarrente 0,50% 21.493
Waterschap Vechtstromen januari 425.000 425.000 - februari 872.955 917.750 44.795 maart 1.888.270 1.933.066 44.795 jaarrente 0,500% april 1.888.270 1.933.066 44.795 aantal maand bedrag rekenfactor rente mei 3.239.367 3.013.943-225.424 3 807.318 0,125% 1.009 juni 4.799.396 4.105.963-693.433 4 4.068.781 0,167% 6.781 juli 6.693.717 5.242.556-1.451.161 5 2.495.154 0,208% 5.198 augustus 6.693.717 5.242.556-1.451.161 6 1.828.463 0,250% 4.571 september 6.693.717 5.242.556-1.451.161 7 693.433 0,292% 2.023 oktober 6.693.717 5.242.556-1.451.161 november 6.693.717 5.242.556-1.451.161 Totaal rente bij jaarrente 0,500% 19.582 december 6.693.717 4.749.806-1.943.911 januari - 3.309.490 3.309.490 februari - 3.309.490 3.309.490 maart - 2.228.613 2.228.613 april - 1.136.593 1.136.593 53.275.558 53.275.558 0 Totaal bedrag jaaroverschrijdend 9.984.186 Totaal rente bij jaarrente 0,50% 19.582 Waterschap Zuiderzeeland januari 127.000 127.000 - februari 383.909 409.600 25.691 maart 1.003.105 1.028.796 25.691 jaarrente 0,500% april 1.003.105 1.028.796 25.691 aantal maand bedrag rekenfactor rente mei 1.887.094 1.735.987-151.107 3 492.032 0,125% 615 juni 2.907.783 2.450.470-457.314 4 2.636.780 0,167% 4.395 juli 4.147.191 3.194.114-953.077 5 1.646.988 0,208% 3.431 augustus 4.147.191 3.194.114-953.077 6 1.225.260 0,250% 3.063 september 4.147.191 3.194.114-953.077 7 457.314 0,292% 1.334 oktober 4.147.191 3.194.114-953.077 november 4.147.191 3.194.114-953.077 Totaal rente bij jaarrente 0,500% 12.838 december 4.147.191 2.911.514-1.235.677 januari - 2.165.318 2.165.318 februari - 2.165.318 2.165.318 maart - 1.458.127 1.458.127 april - 743.645 743.645 32.195.142 32.195.142 0 Totaal bedrag jaaroverschrijdend 6.532.408 Totaal rente bij jaarrente 0,50% 12.838