Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs 1. Besluit van 15 december 2006, nr. CPP2006/1461M, Stcrt. nr. 249

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs

Loonheffingen. Verwerking teruggaaf inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en premies werknemersverzekeringen 2007

In alle andere situaties is er sprake van loondienst.

... Betreft Beoordeling CAO voor het Horeca- en aanverwante bedrijf op fiscale aspecten

Pensioenen; aanwijzingen als pensioenregeling 1

Wet DBA en grensoverschrijdende arbeid

Loonheffingen. Loonheffing. Afdrachtverminderingen

Gelet op de artikelen 49 en 50 van de Invoeringswet Wet financiering sociale verzekeringen;

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Kantoor Arnhem. VZA Afdeling Arbeidszaken Postbus BN DEN HAAG. Geachte heer/mevrouw,

Invorderingswet. Revisierente. Aansprakelijkheid verzekeraars

Kantoor Arnhem. Vereniging VACO. Postbus AA LEIDEN. Geachte heer/mevrouw,

Checklist - Grensoverschrijdende arbeid

Kantoor Arnhem. Vereniging van Nederlandse Groenvoederdrogerijen. S. de Jongstraat MA WOUDSEND. Geachte heer/mevrouw,

Inkomstenbelasting. Giften

Ontwerp besluit houdende wijziging van het Besluit zorgverzekering BES

Kantoor Arnhem. Werkgevers Vereniging Nederlandse Crematoria Postbus AB DEN HAAG. Geachte mevrouw,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën;

Hoofdstuk 1 Inleiding / Inleiding / Belasting- en premieheffing in grensoverschrijdende situaties / Plan van behandeling / 6

Kantoor Arnhem. Algemene Kokswaren en Snackproducenten Vereniging. Postbus AB ZOETERMEER. Geachte heer/mevrouw,

Wonen in Duitsland 2016

... De NVZ vereniging van ziekenhuizen kent een cao. De huidige cao heeft een looptijd van 1 maart 2011 tot 1 maart 2014.

Kantoor Arnhem. De Nederlandse Veiligheidsbranche, sectie Evenementen- en Horecabeveiliging. Postbus AR GORINCHEM. Geachte heer/mevrouw,

Kantoor Utrecht. Nederlandse Brood- en banketbakkers Ondernemers Vereniging Postbus AH GOUDA. Geachte heer,

Algemene wet inzake rijksbelastingen. Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst 1998

Kantoor Arnhem. Werkgeversorganisatie in de Sport. Postbus AD ARNHEM. Geachte heer/mevrouw,

Kwalificerende Buitenlandse Belastingplichtige 2015

Overdrachtsbelasting. Vrijstelling; verkrijging van monumenten 1. Besluit van 11 oktober 2007, nr. CPP2007/1680M, Stcrt. nr. 202

Loonheffingen. In deze mededeling vindt u informatie over de volgende onderwerpen:

Loonbelasting. Vrije vergoedingen en verstrekkingen; extraterritoriale kosten

Midden- en kleinbedrijf Kantoor Eindhoven. Vereniging Zelfstandige Apotheken (VZA) Postbus BN Den Haag. Betreft: cao Apotheken 2017

Loonheffingen. Werknemersspaarregelingen en winstdelingsregelingen

Kantoor Arnhem. Belangenvereniging Practici Werkgevers. Leuvenstraat HC AMSTERDAM. Geachte heer/mevrouw,

... Betreft beoordeling CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro op fiscale aspecten

Inkomstenbelasting. Aftrek van uitgaven voor

Loonheffingen. Loonheffing. Afdrachtverminderingen. Besluit van 29 juni 2011, nr. BLKB 2011/664M, Staatscourant 7 juli 2011, nr.

Kantoor Arnhem. Landelijke Huisartsen Vereniging Postbus LB UTRECHT. Geachte mevrouw,

Dit reglement is opgesteld conform het bepaalde in de statuten van Stichting Pensioenfonds Notariaat (SPN).

Fondsdocumenten SNPF. Vergoedingenreglement

Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

7.7. Samenvatting door een scholier 2041 woorden 26 juni keer beoordeeld

Het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965 wordt als volgt gewijzigd:

Kantoor Arnhem. Vereniging van Recreatieondernemingen Nederland, RECRON. Postbus AC DRIEBERGEN. Geachte heer/mevrouw,

Checklist Werken met de werkkostenregeling

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Bestuur Nederlandse Associatie voor Examinering Er is geen specifieke vooropleiding vereist

Kantoor Arnhem. Vereniging van Nederlandse Cateringorganisaties Postbus AR GORINCHEM. Geachte heer,

Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2018/2019

Kantoor Utrecht ON 557-1Z*1ED. Koninklijke Vereniging van Nederlandse Houtondernemingen Postbus BJ ALMERE. Geachte heer,

Regeling zorgverzekering

Kantoor Almelo. Centraal Orgaan voor de Vleessector Postbus AB ZOETERMEER. Geacht mevrouw,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Wijziging beloningen; cafetariaregelingen

2. Verdeling gemeenschap tussen samenwoners

Kantoor Rotterdam. RecronPostbus AC Driebergen. Geachte heer,

Haaglanden/kantoor Den Haag 'S-GRAVENHAGE. Raad Nederlandse Detailhandel. Postbus AD LEIDSCHENDAM. Geachte heer,

Besluit van 22 mei 2001, nr. CPP2000/ 3172M

Regeling met België inzake ontslaguitkeringen

Kennisgroep CAO Kantoor Utrecht. Nederlandse Zuivel Organisatie. Postbus AA Den Haag

... Betreft Cao Glastuinbouw , algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2014

Uitwerking examentraining BKL Loonheffingen 2016/2017

kantoor Den Haag CUMELA Nederland Postbus BD NIJKERK Geachte mevrouw,

kantoor Haarlem BETA t.a.v. secretariaat Postbus BC Rotterdam Geachte heer, mevrouw,

Wijziging Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam (NRGA), hoofdstuk 25, Stagiairs, trainees en duale student

2016 Nederlandse Associatie voor Examinering Loonheffingen niveau 5 1 / 7

Besluit van 6 maart 2008, nr. CPP2007/2918M, Stcrt. nr. 53. De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.

... Betreft CAO voor het Hoger Personeel in de Metalektro , algemeen verbindend verklaard tot en met 30 juni 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Loonheffingen. Loon, vrijgesteld loon en vergoedingen en verstrekkingen

Rijnmond/kantoor Rotterdam ROTTERDAM. Geachte heer,

Visma DBS B.V. Talent & Salaris. Inrichting werknemer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Buitenlandse artiest. In sommige gevallen hoeft voor een buitenlandse artiest geen loonheffing berekend te worden.

> Postbus AE Hoofddorp Telefax

... Betreft CAO Grafimedia , algemeen verbindend verklaard tot en met 31 januari 2010.

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

kantoor Den Haag Stichting Raad van Overleg in de Metalektro (ROM) Postbus AK LEIDSCHENDAM Geachte heer,

Vergoedingenreglement

Kantoor Arnhem. Vereniging van Nederlandse Cateringorganisaties. Postbus AR GORINCHEM. Geachte heer,

Kantoor Almelo. Vereniging voor de Nederlandse Vleeswarenindustrie Postbus AB ZOETERMEER. Geacht heer,

Wijziging hoofdstuk 25 Stagiairs, trainees en duale student van de Nieuwe Rechtspositieregeling Gemeente Amsterdam(3B, 2014, 166)

Inkomstenbelasting. Fiscale partnerregeling en heffingskortingen. Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Vergoedingenreglement 2016

Wijziging van enkele fiscale uitvoeringsregelingen

Kantoor Rotterdam. Koninklijke Horeca Nederland. Postbus AN WOERDEN. Geachte heer,

Loonbelasting en premie volksverzekeringen

Loonheffingen. Loon, vrijgesteld loon en vergoedingen en verstrekkingen. Belastingdienst/ Directie Vaktechniek Belastingen

Vaktechniek Belastingen Kennisgroep CAO Kantoor Arnhem

Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling. Sector Ontwerp. Aspectgebied Internationaal belastingrecht.

Kantoor Rotterdam. Recron Postbus AC Driebergen. Geachte heer,

Kantoor Arnhem. Syntrus Achmea Pensioenbeheer N.V. Secretariaat CAO voor de Tandtechniek Postbus GD UTRECHT.

Status concept Medezeggenschapsraad Directeur akkoord Bestuur/RvT i.o.

EXAMENPROGRAMMA. Diplomalijn(en) Diploma('s) Examen

Kantoor Almelo. CLC-VECTA De Corridor 5C 3621 ZA BREUKELEN. Geachte mevrouw,

44. Doel 2. Contributie beroepsorganisaties

ECLI:NL:GHARL:2017:4777

Transcriptie:

Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs 1 Loonheffingen. Inkomstenbelasting. Heffingsaspecten stagiairs Belastingdienst/Centrum voor proces- en productontwikkeling, Sector brieven & beleidsbesluiten Besluit van 15 december 2006, nr. CPP2006/1461M, Stcrt. nr. 249 De minister van Financiën heeft het volgende besloten. Dit besluit vervangt het besluit van 31 juli 1992, nr. DB92/3850 en het besluit van 27 augustus 1996, nr. DON-LB6/45. De vervanging is onder meer nodig in verband met wijzigingen in gerelateerde wetgeving. Dit besluit loopt vooruit op een wetswijziging. 1. Inleiding De arbeidsverhouding van een stagiair is onder omstandigheden een (fictieve) dienstbetrekking. In dergelijke gevallen moet de stageverlener als inhoudingsplichtige een of meer loonheffingen inhouden en bijvoorbeeld ook tijdig een eerstedagsmelding doen. In dit besluit bespreek ik de algemene heffingsaspecten met betrekking tot inkomsten van stagiairs. Hierbij ga ik onder andere in op de situatie waarin een stagevergoeding niet ten goede komt aan een (buitenlandse) stagiair. Het besluit bevat enkele goedkeuringen. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen De in de begripsomschrijvingen cursief opgenomen begrippen zijn later zelf omschreven. stagiair buitenlandse stagiair stage stageprogramma stageverlener stagebeloning stagevergoeding kosten van levensonderhoud zakgeld Een stagiair is iemand die stage loopt bij een stageverlener en in verband daarmee een stagebeloning geniet. Een buitenlandse stagiair is een stagiair die uitsluitend in verband met een stage in Nederland verblijft zonder hier woonachtig te zijn. Een stage is een periode van activiteiten en werkzaamheden volgens een stageprogramma in het kader van een studie of opleiding. Een stageprogramma is een vastlegging door de onderwijsinstelling van de activiteiten en werkzaamheden om in de praktijk vakbekwaamheid te verwerven. De stageverlener is degene bij wie de stagiair een stage doorloopt. Een stagebeloning is al hetgeen een stagiair onder welke naam dan ook als stagiair geniet. Dit betreft een beloning in geld, vergoedingen of verstrekkingen ter zake van de kosten van levensonderhoud, zakgeld, geschenken, onderwijs, onderricht, enzovoort. Een stagevergoeding is de stagebeloning met uitzondering van vrije vergoedingen en verstrekkingen. Bij een buitenlandse stagiair is de stagevergoeding de stagebeloning met uitzondering van vrije vergoedingen en verstrekkingen en vergoedingen en verstrekkingen ter zake van de kosten van levensonderhoud en zakgeld. De kosten van levensonderhoud zijn de kosten die de buitenlandse stagiair in staat stellen tot het voeren van een redelijk bestaan. Dit zijn onder meer de kosten van huisvesting, voedsel, drank, genotmiddelen en kleding. Zakgeld is een bedrag voor kleine uitgaven van ten hoogste 100 per maand, dat de stageverlener uit vrijgevigheid geeft aan de stagiair. Niet van belang is of de stagiair daarnaast een vergoeding van kosten van levensonderhoud of overeenkomstige verstrekkingen ontvangt. Tegenover zakgeld staat geen arbeidsprestatie. Het zakgeld mag hierom bijvoorbeeld niet afhankelijk zijn van het aantal gewerkte uren.

2 Algemeen Wet LB Wet op de loonbelasting 1964 loonheffing loonbelasting/premie volksverzekeringen loonheffingen loonheffing, premies werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 2. Algemeen 2.1. Wettelijke regeling De arbeidsverhoudingen met stagiairs zijn in drie groepen te verdelen. - de echte (civielrechtelijke of publiekrechtelijke) dienstbetrekking; - de fictieve dienstbetrekking; - geen (fictieve) dienstbetrekking. Deze groepen licht ik hierna toe. 2.1.1. De "echte" (civielrechtelijke of publiekrechtelijke) dienstbetrekking Een stageverhouding kan deel uitmaken van een echte civiel- of publiekrechtelijke dienstbetrekking (zie artikel 2 van de Wet LB). Voorbeeld: Een werknemer volgt binnen zijn dienstverband een cursus en voert in het kader van die cursus praktijkopdrachten (stageopdrachten) uit bij de werkgever waar hij in dienst is. Als een stagiair voor de aan de stage bestede uren een normaal te achten loon ontvangt is sprake van een echte dienstbetrekking. Zie voor het begrip dienstbetrekking verder onder meer het besluit van 6 juli 2006, nr. DGB2006/0857M, inzake de beoordeling van dienstbetrekkingen. De stageverlener moet als inhoudingsplichtige loonheffingen inhouden. Zie voor de premieheffing werknemersverzekeringen onderdeel 4 van dit besluit. 2.1.2. De fictieve dienstbetrekking Van een fictieve dienstbetrekking kan sprake zijn als de stagiair niet in een echte dienstbetrekking werkzaam is. Onder meer is vereist dat de stagiair enige vorm van beloning geniet naast het ontvangen van onderricht (zie artikel 3, eerste lid, onderdeel e, van de Wet LB). De stageverlener moet als inhoudingsplichtige ook bij fictieve dienstbetrekkingen loonheffingen inhouden. Zie voor de premieheffing werknemersverzekeringen onderdeel 4 van dit besluit. 2.1.3. Geen (fictieve) dienstbetrekking Er is geen sprake van een (fictieve) dienstbetrekking als de stagiair uitsluitend een vergoeding van kosten of onderricht geniet. Als de stagiair geen loon in de zin van de Wet LB geniet, is geen sprake van een (fictieve) dienstbetrekking (zie artikel 6 van de Wet LB). Van loon is

Algemeen 3 geen sprake als een stagiair uitsluitend een vergoeding van de werkelijke kosten ontvangt (of overeenkomstige verstrekkingen) of onderricht dat nodig is om zijn werkzaamheden te verrichten ("training on the job"). Bij de beoordeling in dit verband of sprake is van een vergoeding van de werkelijke kosten kunnen de betrokkenen ook aansluiten bij de normen voor vrije vergoedingen en verstrekkingen in de zin van de Wet LB. Voorbeeld: Een stagiair ontvangt, naast onderricht, een vaste reiskostenvergoeding van 0,19 per kilometer. Dit zou een vrije vergoeding zijn als de stagiair een (fictieve) dienstbetrekking zou hebben. In dit geval is geen sprake van een (fictieve) dienstbetrekking, ook niet in de uitzonderlijke situatie dat de stageverlener met deze vergoeding van 0,19 meer vergoedt dan de werkelijke kosten per kilometer. 2.2. De stagevergoeding komt de stagiair niet ten goede Als de stagiair een (fictieve) dienstbetrekking heeft dient de stageverlener loonheffingen in te houden op de stagebeloning, behoudens voorzover een vrijstelling van toepassing is (zie artikel 11 en volgende van de Wet LB). Mede uit een oogpunt van doelmatigheid acht ik dit echter niet altijd nodig of redelijk als de stagevergoeding niet ten goede komt aan de stagiair. Hierom heb ik het volgende goedgekeurd. Goedkeuring Ik keur goed dat de stageverlener de stagevergoeding niet aanmerkt als loon voor de loonheffingen als voldaan is aan de volgende voorwaarden: - De stageverlener maakt de stagevergoeding rechtstreeks over aan het stagefonds van de school of de school zelf. - Het stagefonds of de school geeft de stagevergoeding niet direct of indirect door aan de stagiair, maar besteedt de stagevergoeding voor het volle bedrag ten behoeve van algemene schoolse activiteiten die niet specifiek ten goede komen aan de stagiairs. Algemene schoolse activiteiten zijn bijvoorbeeld: een schoolfeest, theatervoorstellingen voor de gehele school en andere projecten voor de gehele school. - De stageverlener administreert binnen twee maanden na afloop van ieder jaar, onder aanhaling van datum en nummer van dit besluit, de naam, het adres en het sofi-nummer van de stagiair, de naam en het adres van de school of het stagefonds waaraan de stagevergoeding is overgemaakt en het bedrag van de stagevergoeding dat is overgemaakt. - De school of het stagefonds administreert zowel de stagevergoedingen als de besteding daarvan. Zie voor de premieheffing werknemersverzekeringen onderdeel 5 van dit besluit. 2.3. Premieheffing volksverzekeringen bij in Nederland woonachtige stagiairs In Nederland woonachtige stagiairs zijn in beginsel onderworpen aan de premieheffing volksverzekeringen. Stagiairs jonger dan 30 jaar die uitsluitend in Nederland wonen voor studieredenen zijn echter van de premieheffing volksverzekeringen vrijgesteld (zie artikel 20 van het Besluit

4 Buitenlandse stagiairs uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999, Staatsblad 1998, 746). Indien een stagiair naast de studie arbeid in het economische verkeer verricht is geen sprake van het uitsluitend in Nederland wonen vanwege studieredenen. De aard of omvang van de arbeid is hierbij niet van belang. 3. Buitenlandse stagiairs Het komt regelmatig voor dat buitenlandse studenten via een Nederlandse (onderwijs)instelling stage lopen bij een eveneens hier te lande gevestigde stageverlener. Net als bij binnenlandse stagiairs moet de stageverlener in zo n geval beoordelen in hoeverre hij loonheffingen moet inhouden. Hierna ga ik nader in op de situatie waarin een stageverlener in beginsel inhoudingsplichtig is voor de door een buitenlandse stagiair genoten stagebeloning (zie hiervoor onder 2.1 en 2.2). 3.1. De stagebeloning betreft uitsluitend kosten van levensonderhoud of zakgeld Buitenlandse stagiairs maken veelal extra kosten welke verband houden met het verblijf buiten het land waar zij wonen. Deze kosten zijn in beginsel vrij te vergoeden. Ook hebben buitenlandse stagiairs vaak dermate geringe inkomsten dat geen inkomstenbelasting/premieheffing volksverzekeringen verschuldigd is. Ik acht, mede uit een oogpunt van doelmatigheid, de inhouding van loonheffingen in dergelijke situaties niet nodig. Hierom heb ik het volgende goedgekeurd. Zie voor de premieheffing werknemersverzekeringen onderdeel 5 van dit besluit. Goedkeuring Ik keur onder de volgende voorwaarden goed dat de stageverlener inhouding van loonheffingen over beloningen aan buitenlandse stagiairs achterwege laat voor zover: - het stagebeloningen betreft in de vorm van een vergoeding voor kosten van levensonderhoud (of gelijksoortige verstrekkingen in natura) of zakgeld; - de stageverlener of de stagiair desgevraagd de kosten kan onderbouwen met nota s en kwitanties; en - de stagiairs voor niet langer dan zes maanden hier te lande verblijven, grotendeels (meer dan 50% van de voor werkzaamheden beschikbare tijd) voor het volgen van een opleiding en het doorlopen van een of meer stages. Als voor de stagiair geen tewerkstellingsvergunning verplicht is, dient de stagiair aan de stageverlener een verklaring over te leggen van de onderwijsinstelling waar de stagiair staat ingeschreven. Hierin moet vermeld staan welke opleiding de stagiair volgt en wat voor stage(s) hij doorloopt, inclusief een uitgewerkt stageprogramma. Informatie over de verplichting van een tewerkstellingsvergunning is verkrijgbaar bij de IND (zie ook: www.ind.nl). De stageverlener bewaart de verklaringen van de onderwijsinstellingen of de afschriften van de tewerkstellingsvergunningen bij de loonadministratie.

Buitenlandse stagiairs 5 De stageverlener doet na afloop van het kalenderjaar via zogenoemde IB- 47-kaarten aan de Belastingdienst opgave van de aan stagiairs uitbetaalde bedragen. Goedkeuring Ik keur goed dat hiervoor bedoelde beloningen evenmin in de heffing van de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen worden betrokken, mits er geen andere inkomsten zijn. De hiervoor opgenomen goedkeuringen kunnen samenlopen met de goedkeuring die is opgenomen onder 2.2. 3.2. Andere situaties en internationaal recht In de andere situaties dan beschreven in 3.1 is de stageverlener in beginsel inhoudingsplichtig voor de door de buitenlandse stagiair genoten stagebeloning. Belastingheffing Stagebeloningen van buitenlandse stagiairs, al dan niet in fictieve dienstbetrekking, kunnen in Nederland zijn vrijgesteld van belastingheffing op grond van specifieke bepalingen in de belastingverdragen die Nederland met andere staten heeft gesloten. De stageverlener moet hierom in een dergelijk geval beoordelen welk verdrag van toepassing is en aan welk land de belastingheffing in dat verdrag is toegewezen. Premieheffing volksverzekeringen Is sprake van een echte dienstbetrekking van de buitenlandse stagiair (zie hiervoor onder 2.1.1) dan moet de stageverlener op basis van de internationale regelingen inzake sociale zekerheid beoordelen of hij premies volksverzekeringen moet inhouden (zie de Verordening (EEG) nr. 1408/71). Voor deze internationale regelingen geldt als hoofdregel dat het werkland wordt aangewezen en dat in Nederland premieheffing moet plaatsvinden. Betrokkenen zijn dan in Nederland verzekerd. Woont de stagiair niet in een land waarmee een internationale regeling inzake sociale zekerheid geldt, dan bestaat op grond van de nationale Nederlandse wetgeving verzekeringsplicht voor de volksverzekeringen. Als de buitenlandse stagiair in een fictieve dienstbetrekking werkzaam is dan is het voor de premieheffing volksverzekeringen van belang waar de stagiair woont tijdens de stage. De stageverlener moet hierom beoordelen waar de stagiair woont: - Woont de stagiair in de EU, een lidstaat van de EER, Zwitserland of verblijft hij anderszins legaal op het grondgebied van een lidstaat dan geldt Verordening (EEG) nr. 1408/71. Woont de stagiair in een ander land waarmee Nederland een verdrag inzake de sociale zekerheid heeft gesloten, dan geldt dat verdrag. Voor al deze internationale regelingen inzake sociale zekerheid geldt als hoofdregel dat het werkland wordt aangewezen en dat in Nederland premieheffing voor de volksverzekeringen moet plaatsvinden. Betrokkenen zijn dan verzekerd in Nederland. - Woont de stagiair niet in een van de hiervoor genoemde landen dan bestaat gelet op de nationale Nederlandse wetgeving geen verzekeringsplicht voor de volksverzekeringen.

6 Zorgverzekeringswet (ZVW) 4. Zorgverzekeringswet (ZVW) De stagiair die verzekerd is voor de volksverzekeringen, en aldus voor de Algemene wet bijzondere ziektekosten, is dit ook voor de ZVW. Over als loon aan te merken onderdelen van de stagevergoeding moet de inhoudingsplichtige de regelgeving omtrent de inkomensafhankelijke bijdrage ZVW toepassen. Zie hiervoor verder het Handboek Loonheffingen. Het Handboek loonheffingen is toegankelijk op internet via www.belastingdienst.nl. 5. Werknemersverzekeringen en Wajong De verzekeringsplicht van stagiairs voor de werknemersverzekeringen is als volgt geregeld. De Werkloosheidswet (WW) Stagiairs zijn verzekerd als sprake is van een echte dienstbetrekking in de zin van artikel 3 van de WW (zie hiervoor bij 2.1.1). Stagiairs zijn niet verzekerd voor de WW op grond van een fictieve dienstbetrekking. De Ziektewet (ZW) Stagiairs zijn verzekerd voor de ZW. Dit geldt zowel als sprake is van een echte" dienstbetrekking in de zin van artikel 3 van de ZW (zie hiervoor bij 2.1.1), als van een fictieve dienstbetrekking in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel g, van de ZW (zie hiervoor bij 2.1.2). De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA) en de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong) Voor de WIA geldt dat (volgens de normale regels bij een dienstbetrekking) verzekeringsplicht bestaat voor een stagiair die werkzaam is op basis van een privaatrechtelijke ("echte") dienstbetrekking. Er is geen verzekeringsplicht voor de WIA op basis van een fictieve dienstbetrekking (zie artikel 8, eerste lid, van de WIA en artikel 4, eerste lid, onderdeel g, van de ZW). De stagiair is verzekerd voor de Wajong (zie artikel 5, tweede lid, onderdeel e, van de Wajong). Het is niet vereist dat de stagiair een beloning ontvangt. Wel geldt een maximumleeftijd van 30 jaar en een minimum aantal lesuren van 213 (klokuren) per kwartaal. Buitenlandse stagiairs Stagiairs met de nationaliteit van een lidstaat van de EU of de EER, met de Zwitserse nationaliteit, of stagiairs die anderszins legaal verblijven op het grondgebied van een lidstaat, vallen onder de personele werkingssfeer van de Verordening (EEG) nr.1408/71, voorzover zij zijn aan te merken als werknemer of student. De artikelen 13 tot en met 17 van de Verordening zijn van toepassing. Op grond van deze bepalingen betreffende de toepasselijke wetgeving is Nederland de bevoegde lidstaat, indien de stagiair werkzaamheden in Nederland verricht. Als de stagiair de werkzaamheden in meerdere landen verricht ligt de verzekeringsplicht in het woonland.

Ingetrokken regelingen 7 De premie- en verzekeringsplicht wordt vervolgens beoordeeld aan de hand van de bepalingen van de nationale wetgeving. In het geval van detachering door een buitenlandse werkgever gelden de artikelen 14 tot en met 17 van de Verordening (EEG) nr. 1408/71. Het gaat in die bepalingen om werknemers die tijdelijk, met instandhouding van hun dienstbetrekking, in een andere lidstaat werken. Op onderdanen van overige (niet-eu) verdragslanden die legaal verblijven op het grondgebied van een lidstaat zijn de bepalingen van bilaterale verdragen van toepassing. De overigen vallen onder de verzekeringsplichtbepalingen van de werknemersverzekeringen, zoals aangegeven in dit besluit. Het feit dat ze niet de Nederlandse nationaliteit hebben, staat verzekeringsplicht niet in de weg. De stageverlener moet de verzekeringsplicht toetsen aan de desbetreffende bepalingen van de ZW, de WW en de WIA, zoals dit ook geldt voor Nederlanders. De onder 2.2 en 3.1 opgenomen goedkeuringen zijn van overeenkomstige toepassing. 6. Ingetrokken regelingen De volgende besluiten zijn ingetrokken met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit: - het besluit van 31 juli 1992, nr. DB92/3850; - het besluit van 27 augustus 1996, nr. DON-LB6/45. 7. Inwerkingtreding Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst. Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst. Den Haag, 15 december 2006. de minister van Financiën, namens deze mr. J. Thunnissen, directeur-generaal Belastingdienst