naam groep school

Vergelijkbare documenten
Voorwoord voor docenten

Voorwoord voor docenten

naam groep school

naam groep school

naam groep school

naam groep school

naam groep school

naam groep school

De hele noot Deze noot duurt 4 tellen

De namen van de noten komen uit het alfabet. We gebruiken de eerste zeven letters: A B C D E F G Na de G komt opnieuw de noot A.

Hoe hoog of laag je de toon moet spelen kun je zien aan de plek van de noot op de notenbalk.

naam groep school

Lesweek 11: Overzicht. Vervolgcursus

THEORIE A INHOUD. Hoofdstuk 1 Het muziekschrift blz. 2. Hoofdstuk 2 Notenwaarden en rusttekens blz. 2 / 3. Hoofdstuk 3 Maatsoorten I blz.

Begrippenlijst muziektheorie

Basale muziektheorie. Basale Muziek Theorie.

Week 2 Kruizen en Mollen

De notenbalk met vijf lijntjes

De Notenboom. AMV-methode - Deel 1. Johan Peeters. Leerlingenboek

Inleiding. Beste cursist, ... Waarom deze cursus?

Boomwhackers. pag. 1. Boomwhackers. Deel I. Ritme

2 punten. 3 punten. 4 punten. 1 punt. 3 punten

Het verschil tussen mp en mf is niet erg groot. Het verschil tussen ppp en fff is heel groot!

algemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET A-EXAMEN

naam groep school

Les 4. keer zo lang als een kwartrust, een kwartrust is weer twee keer zo lang als een achtste rust, en een achtste is twee keer een zestiende.

HOOFDSTUK Introductie video

Co-creatie met basisschool De Ontdekking Groep 7-8

Theorie voor het HAFABRA examen A

Project nootwaarden en maatstrepen

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord L 1 NAAM:... Hagelandse academie voor Muziek en Woord - AMV L1 : Theorie p.

Onthoud wel dat dit alleen een oefening is. Als je dit examen goed maakt, betekent dat niet dat je genoeg weet voor het echte examen!

Lesdoelen 1e les: Benodigd materiaal: Geluid maken op de pbone Lln leren met de juiste blaastechniek spelen

Dit keer ga je aan de slag met het fantastische stuk River flows van Yurima waarin je zult ontdekken;

Lesweek 7: Het Notenschrift In the Hall of the Mountain King (Grieg) Vervolgcursus

- Een voorwerp waarmee een tempo aangegeven kan worden. B.v. een stokje en een woodblock of blikje.

Algemene muziektheorie. Algemene. A-examen. Muziektheorie. Samenstelling: Hans Buld Hans Hilgerink Rob Holleman 1

Noten lezen voor gitaar

Week 6 Maten en rusten

?Theorie. Kort overzicht met de belangrijkste dingen die je wilt of moet weten over muzieknotatie.

Muziek Reader. Sociaal Agogisch Werk. Cohort: Onderdeel van: creatieve basisvaardigheden

THEORIE EXAMEN A 2019

Het notenschrift De basis

DieDrie. Lesbrief bij de voorstelling Zeg het met muziek

Het Notenschrift The Entertainer (Joplin)


A-EXAMEN THEORIE Slagwerk 2018

Mondharmonica spelen in 7 lessen!

ZINGEN BRAINSTORM MET DE KLAS BELANGRIJK BIJ DE KEUZE VAN EEN LIED

Spinners. Veel plezier! Juf Els en juf Anke

Muziek Singer Songwriter 1. Workshop Handleiding. Singer Songwriter 1. wat is jouw talent? 1. Singer Songwriter 1

In Evacuate the dancefloor van Cascada wordt een langer motief gebruikt. Meteen daarna wordt een variatie gespeeld.

NOTEN LEZEN VOOR DUMMIES

Afdeling I. 1. Zet er zelf een G- of F-sleutel voor (Wat voor instrument speel je?) en benoem dan de volgende noten:

Orka boek. voor gitaar. Samengesteld door. Dingeman Coumou.

Theorie A examen G I T A A R

Introductie in de muziektheorie oftewel Hoe zit muziek nou in elkaar?

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

THEORIE B. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon. Een melodie die voorgespeeld wordt opschrijven (melodisch dictee).

Spillebeen. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

ETUDES VOOR DE CF TREKHARMONICA

S C I E N C E C E N T E R

NOTENSCHRIFT. Jeanne qui sautte uit de 17e eeuw, melodie en baspartij.

ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET B-EXAMEN

Klas 1 vmbo-t. Docent:...

China. Stadsgeluiden in China. 3 lessen rond geluiden in een Chinese stad. Vakgebied: Muziek. Lesduur: 60 minuten per les

Muziek en meer MUZIEK METHODE VOOR BASISONDERWIJS GROEP 6

3. Delen oefenen: De groepjes van 2 verzinnen een eigen melodie en noteren deze op de melodiekaartjes. Ze oefenen dit op hun instrument.

ANTWOORDBLAD A-EXAMEN SLAGWERK THEORIE 2017

THEORIE C. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon

Begrijpend en studerend lezen. leerlingmateriaal proefles instructieles

Introductie tot kennis van de muziektheorie en solfège voor koorzangers

Het einde van een muziekstuk wordt aangegeven doormiddel van een dubbele maatstreep.

Spider. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

AANVULLENDE PROEFLES ACCORDEON

Bij het muzikaal spelen wordt gebruik gemaakt van dynamiek en articulatie.

In deze opdracht ga je een langere melodie maken, door een aantal motieven achter elkaar te zetten. Zo krijg je een trein van motieven.

In deze opdracht ga je een langere melodie maken, door een aantal motieven achter elkaar te zetten. Zo krijg je een trein van motieven.

Beide systemen zijn goed, maar deze methode legt de nadruk op leren door te luisteren.

De aanzet. De plaats waar de punt van de tong tegen de achterzijde der boventanden geplaatst moet worden, is afhankelijk van:

Begrippenlijst Muziek Begrippenlijst

Verslag leerorkest studieochtend. Zingen tijdens de instrumentale groepsles

Kleur. Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Start met voorlezen van het verhaal. De kinderen kunnen lekker luisteren en griezelen, of lachen.

algemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET C-EXAMEN

7 fijne yogahoudingen

Hoor de trommel en de fluiten

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord THEORIE L2 NAAM:... Hagelandse academie voor muziek en woord - AMV L2 : Theorie p.

Lesplan theaterlezen. Voorlezen? Herhaald lezen?

LES 4. Leuk je weer te zien. Even kijken; les 4 dat betekend 3 snaren en 10 noten. Gaat lekker zo en je kan het nu toch wel lekker mee gaan?

Polka. Muzido ANNIE LANGELAAR FONDS

Week 5 Lengte van de noten

Lesideeën claves: onderbouw

Week 3 Nog meer noten

Cursus Rust. Het Slotervaart, een ziekenhuis met ambitie KINDERGENEESKUNDE TELEFOONNUMMER

basisoefeningen workshops Alphons Laudyschool, fase 1

Ik ben een heel klein muisje

Warming-up Doel: Losmaken van lijf en stem; concentratie vergroten; richten op leraar voor de klas.

Transcriptie:

naam............................ groep............................. school..........................

2

Voorwoord Dit is de tweede versie van de lesmethode van het Leerorkest in Amsterdam. Tijdens een studiedag zijn de ijkpunten en de opbouw van de vorige versie uitgebreid besproken en dit is verwerkt in de huidige versie. De methodeboekjes zijn nadrukkelijk bedoeld ter ondersteuning van de Leerorkestdocent. Naast de gezamenlijk in te studeren stukken uit de orkestboekjes bleek er behoefte aan een gezamenlijke methode omdat de werkwijze van het Leerorkest niet aansluit bij de bestaande methodes. Deze methode is speciaal afgestemd op het instrumentaal groepsonderwijs van de basisschool. Natuurlijk staat het de docent vrij om naast de methode ook eigen oefeningen of liedjes te gebruiken maar de voorliggende methode is niet voor niets geschreven. En natuurlijk houden we ons aanbevolen voor tips en suggesties graag naar expertisecentrum@leerorkest.nl 3

4

Les 1! Toonhoogte Noten lezen Muzieknoten worden geschreven op een notenbalk. De notenbalk zijn vijf lijnen onder elkaar. Hoge noten staan hoog op de notenbalk en lage noten staan laag op de notenbalk. Je leest ze net zoals je een tekst leest van links naar rechts. Noten kunnen op de lijntjes staan maar ook tussen de lijntjes erboven of eronder. 5

Zo passen er elf noten in een notenbalk. Soms klinkt een noot nog hoger of lager en moet daardoor boven of onder de notenbalk geschreven worden. Hiervoor gebruiken we hulplijntjes zodat je nog steeds kunt zien welke noot het is. 6

Sleutels Hoe hoog of hoe laag een noot op de notenbalk staat geeft aan hoe hoog of hoe laag de noot klinkt. Maar je kunt pas weten hoe de noot heet als er een sleutel voor de notenbalk staat. Met deze sleutel kun je het geheimschrift van het notenlezen ontcijferen! Nu moet je natuurlijk niet denken aan sleutels waarmee we de deur openmaken. De sleutel in muziek is getekend en staat vooraan de notenbalk. Voor jouw instrument staat er altijd een f-sleutel aan het begin van de notenbalk: Probeer om zelf de sleutel te tekenen. Trek hem eerst over en probeer daarna of je hem helemaal zelf kan tekenen. Doe dit een paar keer.! 7

Het lezen van noten lijkt misschien moeilijk maar kun je snel onder de knie krijgen! De noten in de muziek hebben dezelfde namen als de eerste zeven letters van het alfabet: a b c d e f en g. Als de f-sleutel vooraan de notenbalk staat weet je dat de noot die op het vierde lijntje staat altijd de f is. Zoals je al eerder hebt gelezen kunnen noten op de lijntjes staan of ertussen. Als je alle noten achter elkaar op en tussen de lijntjes zet krijg je een soort trappetje wat omhoog loopt! De notennamen a b c d e f en g lopen dus ook als een trappetje omhoog. Na de g komt niet de h zoals in het alfabet maar beginnen we gewoon weer opnieuw met de a. 8

Toonduur Lang en kort Muziek zou helemaal niet zo mooi en leuk zijn als alle tonen die je hoort even snel of langzaam zouden gaan. Het zou maar een saai stuk worden. Daarom is er een manier bedacht om aan te geven welke noten lang en welke noten kort duren. Een noot met een stuk die niet is ingekleurd noemen we een halve noot. Deze duurt 2 tellen. Halve noot Een noot met een stok die wel is ingekleurd noemen we een kwartnoot. Deze duurt 1 tel. œ Kwartnoot Muziek bestaat niet alleen uit noten soms speel je eventjes niet. Dan heb je rust. Net zoals bij de noten hebben we ook een halve rust deze duurt ook 2 tellen. De halve rust herken je doordat hij bovenop de middelste lijn van de notenbalk zit geplakt. Ook bestaat er een kwartrust deze duurt 1 tel. Ó Halve rust Œ Kwartrust 9

Ritme-rekenen Maak de volgende sommen œ + œ = Œ + Œ = - œ = Ó - Œ = + = Ó + Ó = 10

Les 1 De onderdelen van de trombone Schrijf de naam van de onderdelen van de trombone op de goede plaats in het plaatje Beker Schuif Mondstuk Stembuis Àaterklepje Uitpakken 1. Leg de koffer op tafel en maak hem open. 2. Haal eerst de beker uit de koffer en daarna de schuif. 3. Draai de schuif vast aan de beker. 4. Haal het mondstuk uit de koffer en stop het in de schuif. Kijk ook naar het instructiefilmpje op orkestindeklas.nl 11

Hoe hou je de trombone vast? Je draagt het gewicht van de trombone met je linkerhand. Til dus niet je schouder op om het instrument te steunen. De schuif hou je vast met je duim en twee vingers van je rechterhand. 12

De speelhouding Of je nu zit of staat zorg dat je rug altijd recht is en je voeten recht op de grond. Breng de trombone naar je lippen en beweeg je hoofd niet naar de trombone toe. 13

Ademhaling Een goede manier van blazen is belangrijk voor een goede toon. Om te voelen hoe goed je blaast kun je het volgende proberen: 1. Leg je handen op je buik 2. Adem helemaal uit 3. Adem voor de helft in 4. Kuch een paar keer en merk dan dat de spieren in en om je buik spanning maken (deze spieren gebruik je bij het blazen) 5. Doe stap 2 en 3 nog een keer: in plaats van te kuchen blaas je in de trombone. Als het goed is kun je dezelfde spieren weer voelen. Buzzen! Je maakt geluid op de trombone door met je lippen te "buzzen". Dit klinkt een beetje zoals een zoemende bij. Doe de volgende oefeningen: 1. Laat je lippen trillen zoals het geluid van een briesend paard. Probeer ook eens of je het geluid van een brommer kan nadoen met je lippen. 2. Zet je lippen op elkaar (alsof je Mmm wil zeggen). Hou je lippen op elkaar terwijl je met je tong een beweging maakt alsof je een korreltje rijst van je tong probeert uit te spuwen. 3. Je lippen gaan nu vanzelf buzzen. In het begin van de buzz hoor je een plofje. Dit plofje noemen we de aanzet. 4. Probeer op dezelfde manier ook op het mondstuk te buzzen en kijk of je hoge en lage noten kunt buzzen. De eerste oefeningen 1. Blaas zo lang als je kunt lucht door je instrument. Maak het geluid van de wind. Hoe klinkt het bijvoorbeeld als je tegenwind hebt op de fiets? Of probeer eens het geluid van een echte herfststorm na te doen. 2. Blaas weer lucht door je instrument en beweeg tegelijkertijd met je vingers op verschillende kleppen. Doe op deze manier het geluid na van: - een zachte regen - een flinke tegenwind met zware regen 14

- een herfststorm met hagel en sneeuw 3. Doe hetzelfde als bij oefening 1 maar maak nu ook echt geluid. Dus neem de goede mondstand aan en blazen maar! Doe het geluid na van een fluitketel een politiesirene of bedenk zelf liedjes. De eerste noot De schuif van de trombone kan in verschillende posities staan. Als de schuif helemaal ingeschoven is noemen we dit de eerste positie. Eén van de tonen die je in de eerste positie kunt spelen is de F. Zo ziet de noot F eruit. Probeer hem maar eens na te tekenen op de notenbalk Probeer eens wat verschillende ritmes te maken met de noot F. 15

Les 1 Eerste positie met Bes 1. De noot BES De meester/juf speelt de noten voor. Hij/zij telt daarna tot vier en jullie zetten in. Niet haasten! Iedere noot duurt 4 tellen. De 1 boven de bes betekent spelen in de eerste positie. Adem rustig en diep in zonder je schouders op te trekken. Zet je lippen tegen het mondstuk zoals je dat hebt geleerd 1 en blaas de toon 4 tellen. Daarna 4 tellen rust die je gebruik om opnieuw in te ademen. Terwijl je denkt aan een groot schip dat vertrekt blaas je de oefening nog een aantal keer en probeer met steun van je adem de toon steeds mooier te laten klinken.? 4 b w! b w! b w! b w!. 2. De boot vertrekt De meester/juf speelt de noten voor en vraagt daarna wat er is veranderd. Adem weer rustig in en speel iedere noot twee tellen. Gebruik de maat rust om in te ademen. Doe dit spelletje een aantal keer.? 4!!!!. 3. Meer boten op het water De klas verdelen in groep A en B. Luister goed naar elkaar tijdens het spelen en let op je beurt. Iedere halve noot duurt twee tellen. Overgebonden noten in één adem spelen. Gebruik de rust van 2 tellen (zwart blokje op de lijn) om in te ademen. A? 4 bw Ó Ó Ó bw Ó Ó. in één adem B? 4 Ó Ó bw Ó Ó Ó. in één adem in één adem 4. Het is heel druk in de haven De kwartnoot en de kwartrust duren ieder 1 tel. Vier tellen vooraf voordat jullie beginnen. Adem tijdig in let op je beurt. Speel de noten en denk aan de haven met veel schepen op het water. Doe dit spelletje een aantal keer. Daarna klas in groepje A en B verdelen. Let op wanneer de groepjes aan de beurt zijn. A? 4 œ œ Œ Ó bw Œ Œ œ Ó Œ Œ Œ œ œ B? 4 bw Ó œ œ Ó Œ œ œ Ó Œ œ Œ Ó bw 16

5. Herhaling van wat je hebt geleerd. De meester/juf is solist en de klas speelt meestal de maat daarna. Als dat goed lukt mag 1 leerling solist zijn en volgt de klas. Luister goed naar de vier tellen vooraf. Die geven het tempo aan. Adem tijdig in en let op wanneer je moet inzetten. Àie te vroeg of te laat is valt af. Herhaal dit spelletje een paar keer.? 4 Ó œ bw œ œ œ œ Œ œ Œ bw Œ solist klas solist klas solist + klas kla Solist Œ? Œ œ bw Œ Œ Ó Œ Œ œ Œ b w! solist +klas solist solist + klas solist+klas solist+klas solist solist+klas 17

Les 2 Maten Als je een boek leest staat er achter elke zin een punt. Zo blijft de tekst overzichtelijk en weet je precies waar de zin stopt. Ook in de muziek moeten de noten overzichtelijk neergezet worden. Hiervoor gebruiken we hokjes die we ook wel maten noemen. Een maat herken je doordat hij begint en eindigt met een maatstreep. Helemaal aan het eind van het muziekstuk staat een speciale maatstreep: de slotstreep. Hierdoor weet je dat het stuk is afgelopen. Maatsoorten In elke maat zitten altijd precies evenveel tellen. Hoeveel tellen dat zijn staat vooraan de notenbalk geschreven. Dit noem je de maatsoort en dit zijn altijd twee getalletjes die boven elkaar staan geschreven. Het onderste getal geeft aan dat we denken in kwartnoten dus de noten die één tel duren. Het bovenste getal geeft aan hoeveel van deze noten er in één maat passen. In dit geval zijn dat er twee. Teken zelf noten en rusten in deze notenbalk en zorg dat er in elke maat precies twee tellen staan.! 18

Oefening: maatstrepen trekken In dit muziekstuk staan nog geen maatstrepen. Zet deze er zelf in op de goede plaats. Vergeet niet aan het einde een slotstreep te zetten!! Samenvatting: de componist! Een componist is iemand die muziekstukken schrijft. Nu ben jij zelf de componist en ga je je eerste eigen stuk schrijven! Als je sommige dingen niet goed meer weet kun je natuurlijk even terugbladeren! " Geef het stuk een naam " Schrijf je eigen naam erboven " Teken aan het begin van het stuk de tweekwartsmaatsoort " Teken de sleutel die bij jouw instrument hoort. " Gebruik de noten die je al op jouw eigen instrument hebt geleerd " Gebruik kwartnoten en halve noten en kwartrusten en halve rusten " Let op dat er in elke maat twee tellen staan! 19

20 naam van het stuk:... Componist:...

Les 2 Eerste positie met Bes en F: een spannend avontuur! Alle oefeningen een paar keer herhalen. 1. Heuvel op heuvel af. Vier tellen vooraf. Je klimt van beneden naar boven met daartussen 4 tellen rust. Om de F te bereiken neem je voldoende adem en je verandert de lipspanning (embouchure). 1? 4 b w! w! b w! w!? b w! w! b w! w bw. 2. Van boven naar beneden en terug Luister eerst goed naar de meester/juf en zing de tonen na.? 4 Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó Ó. 3. Een spannende bergwandeling De meester/juf speelt de noten voor en geeft het tempo aan. Daarna is de klas aan de beurt. Adem in na iedere noot en verander steeds de lipspanning. Begin heel rustig. Doe de klimtocht een aantal keer en verhoog langzaam het tempo. Je zult merken dat je sneller gaat spelen. 1 1? 4 Œ œ Œ œ Œ Œ Œ œ Œ œ Œ Œ Œ œ Œ œ Œ Œ Œ œ Œ. 4. De bergwandeling wordt zwaarder Neem een rustig tempo en klap eerst het ritme en tel steeds tot vier. Vooraf inademen daarna spelen in gedachte tel je weer tot vier. Bij de rusttekens inademen. Op tijd inzetten en het tempo vasthouden.? 4 Œ Œ Œ œ Œ Œ Œ Œ œ œ Œ œ Œ. 5. Sprongen naar beneden Eerst het ritme klappen en tel steeds tot vier. Daarna inademen en spelen. Let op de verandering van lipspanning van Bes naar F en weer terug. De boogjes verbinden dezelfde noten met elkaar dus niet opnieuw aanzetten. Daarna inademen en verder spelen. je telt: vier een vier een? 4 Œ Œ œ œ Œ œ œ œ Œ Œ œ Œ œ œ Œ. 21

6. Duet Herhaling lesstof klas? 4 œ œ Œ Œ Œ Œ œ œ Œ œ Œ œ Œ meester/ juf? 4 œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ 22

Les 3 Toonduur deel 2 Je kent de halve noten kwartnoten halve rusten en kwartrusten al. Deze duren twee tellen (halve rusten en halve noten) en één tel (kwartrust en kwartnoot). Maar er zijn ook noten die maar liefst vier tellen duren! Dit noemen we de hele noten. Natuurlijk is er dan ook een hele rust. De hele noot en de hele rust zien er zo uit: Zoals je ziet lijken de halve en de hele rust erg veel op elkaar! Je zou kunnen zeggen dat de hele rust lekker lui onder het lijntje van de notenbalk hangt. De halve rust ligt er bovenop. De hele noot lijkt op de halve noot maar heeft geen stok. 23

Dan zijn er ook nog de achtste noot en de achtste rust. Deze duren allebei een halve tel. Er passen dus twee achtste noten in een kwartnoot. Een achtste noot en een achtste rust zien er zo uit: Bij achtste noten speel je twee noten per tel. Eén van de noten komt dus steeds tussen twee tellen in. Je kunt hardop meetellen door één-e twee-je drie-je vier-e te denken. Zo kom je precies uit! Àanneer twee achtste noten meteen na elkaar worden gespeeld ziet het er mooier uit om de vlaggetjes aan elkaar te verbinden. Dan zien twee achtste noten er zo uit: Tellen in vierkwartsmaat Tot nu toe stonden alle oefeningen in tweekwartsmaat maar er zijn ook veel liedjes die in een vierkwartsmaat staan. Dan zitten er dus 4 tellen in elke maat. Dat ziet er zo uit: Deze maatsoort komt vaak voor en daarom bestaat er ook een ander teken voor: 24

Ritme-rekenen Maak de volgende sommen en zet onder elke noot hoe lang hij duurt. 25

Les 3 Eerste en Tweede positie met Bes A Fen E De meester/juf geeft het tempo aan en speelt de oefening voor. Luister goed. Daarna speelt de hele klas. Alle oefeningen een paar keer herhalen. 1. Kennismaken met A en E tweede positie Rusttekens gebruiken om diep in te ademen 2 2? 4 4 w! w! w! w!? w! w! w! w!. 2. Lipspelletje van A naar E? 4 4 2 2 Ó Ó Ó Ó Ó? Ó Ó Ó Ó Ó. 3. SchuifgÁmnastiek met Bes A F en E 1 2 1 2? 4 œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ Ó. 4. Nog meer schuifgámnastiek 2 1 2 1? 4 œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ Ó œ œ œ œ Ó œ œ œ Ó. 5. Lipbinding in eerste positie De klas speelt de noten in één adem. 1 1 1 1 1 1 1 1? 4 œ Œ Œ œ Œ œ Œ. 6. Lipbinding in tweede positie (zie spelletje 5) 2 2 2 2 2 2 2 2? 4 œ Œ œ Œ œ Œ œ Œ. 26

7. Herhaling 1e en 2de positie Beweeg de schuif ontspannen. Adem in op de kwartrust. 1 2 1 2 1 2? 4 œ œ Œ œ œ œ Œ œ œ Œ œ œ œ Œ. 27

Les 4 Verbindingsboog Soms zie je twee noten met een boogje ertussen. Dit noemen we de verbindingsboog. Deze boog verbindt de twee noten aan elkaar. De tweede noot hoef je dan niet te spelen maar je denkt hem wel in je hoofd! Je ziet bijvoorbeeld dit staan: Je hoeft alleen maar de eerste noot te spelen en denkt de verbinding erachteraan. Deze noot duurt dan dus twee tellen. Punten achter de noot Soms staat er een puntje achter de noot. Zo n punt verlengt de waarde van de noot met de helft. Àe gaan dat oefenen met de kwartnoot. Die duurt normaal één tel. Maar als er een puntje achter staat komt de helft van de notenwaarde erbij. De helft van één tel is een halve tel. De kwartnoot met een punt duurt dus in totaal anderhalve tel. Omdat het logisch is om dit aan te vullen tot twee tellen staat er vaak na een kwartnoot met punt nog een achtste noot. Zo heb je 1½ tel + ½ tel = 2 tellen. 28

Probeer zelf eens maatstrepen te trekken in de volgende oefening: 29

Les 4 De derde positie komt erbij De meester/juf geeft het tempo aan en speelt de noten voor. Daarna speelt de klas. Steeds inademen tijdens de maat rust. Iedere oefening een paar keer herhalen totdat de toon goed klinkt. 1. Kennismaken met de noten AS en ES Derde positie de lipspanning verandert. Zing de noten eerst en pas daarna spelen.? 4 b w! b w! b w! b w!? b w! b w! b w! b w!.? 4 3 3 2. Lipspanning Door verandering van lipspanningde kun je van As naar Es en terug. Begin eerst langzaam en pas na een paar keer wat sneller. 3 3 Ó Ó Ó Ó Ó? Ó Ó Ó Ó Ó. 3. SchuifgÁmnastiek Je kunt al zes tonen laten horen met behulp van je adem verandering van lipspanning en verplaatsing van de schuif: van 1ste 2de naar 3e positie. Vergeet niet op de rust in te ademen. 1 3 1 2 3? 4 œ Œ œ œ Œ œ Œ œ œ Œ. 4. Meer schuifgámnastiek Van 1ste naar 2de naar 3de positie en terug. Zie oefening 3. Uitleg herstellingsteken. 1 2 3 3 2 1 1 2 3 3 2 1? 4 œ œ Œ nœ œ Œ œ œ œ Œ nœ œ œ Œ. 5. Boogjes blazen In één adem drie noten spelen en niet vergeten de schuif van 1ste naar 2de naar 3e positie te bewegen! 1 2 3 1 2 3? 4 œ Œ œ œ Œ œ Œ œ œ Œ. 30

6. Herhaling drie posities? 4 œ Œ œ œ Œ œ Œ œ œ Œ œ Œ. 31

Les 5 DÁnamiek DÁnamiek is een mooi woord voor hard en zacht. Vaak staat er bij de muziek geschreven hoe hard je moet spelen. De twee belangrijkste dánamische tekens zijn forte (hard) en piano (zacht) f Soms willen we iets extra zacht of extra hard laten klinken. Dan zetten we er heel gemakkelijk gewoon een p van piano of een f van forte extra bij! Extra hard heet dan fortissimo en extra zacht heet pianissimo. p ff pp Ook kun je nog een serie noten hebben (of soms zelfs maar één noot!) die zacht beginnen en langzaamaan harder moeten worden of juist hard beginnen en zachter moeten worden. Ook hier bestaan speciale tekens voor weergegeven in haakjes. Deze heten crescendo (van zacht naar hard) en decrescendo (van hard naar zacht). 32

Samenvatting: de componist! Je mag nu weer een eigen stuk schrijven met de nieuwe dingen die je hebt geleerd. Als je sommige dingen niet goed meer weet kun je natuurlijk even terugbladeren!! Geef het stuk een naam! Schrijf je eigen naam erboven! Teken aan het begin van het stuk de maatsoort (tweekwarts of vierkwarts)! Teken de sleutel die bij jouw instrument hoort! Gebruik de noten die je al op jouw eigen instrument hebt geleerd! Je mag kwartnoten halve noten hele noten en achtste noten gebruiken! Je mag kwartrusten halve rusten hele rusten en achtste rusten gebruiken! Je mag kwartnoten met een punt gebruiken! Let op dat er in elke maat precies genoeg tellen staan!! Gebruik een paar dánamische tekens zoals forte piano crescendo of decrescendo 33

Les 5 De vierde positie 1. Kennismaking met de noten G en D Door verandering van de lipspanning kun je van G naar D en terug. Zing de noten eerst daarna zorgvuldig inademen en dan pas spelen. 4 4? 4 4 w! w! w! w!? w! w! w! w!. 2. Lipspanning Begin eerst langzaam en pas na een paar keer herhalen wat sneller spelen.? 4 4 Ó Ó Ó Ó Ó? Ó Ó Ó Ó. 3. Vier posities Je kunt nu al acht tonen blazen met behulp van je adem verandering van lipspanning en de schuif steeds een beetje langer maken. Er staan met opzet geen maatstrepen zodat je rustig de tijd hebt om diep in te ademen en de vier noten in één adem te kunnen blazen. 1 2 3 4 1 2 3 4? 4 œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ. 4. Liedje met twee tonen Probeer 2 maten in één adem te spelen. Lukt dat niet dan na iedere maat inademen. ademteken 1 3? 4 œ œ œ Œ œ œ Ó 5. Liedje met drie tonen. 4 2 4 2 1 2 4 2 4 2 1 2 1 2 4? 4 œ œ œ œ œ œ Œ Ó œ œ œ œ œ œ Œ œ. Œ 6. Nog een liedje met drie tonen? 4 3 œ. J œ œ œ œ Œ. 34 4 3 4 1 4 3 1 3 4 1 2 1 2 4 3 1 4 3 4 j œ œ œ œ b œ œ. œ b œ. J

Les 6 Kruisen Naast alle noten op tussen onder en boven de lijntjes bestaan er nog andere noten. Misschien heb je wel eens een piano bekeken. De witte toetsen zijn de noten die wij tot nu toe hebben geleerd. Maar een piano heeft ook zwarte toetsen! Dat zijn de noten waar een kruis of een mol voor staat. Als er een kruis voor een noot staat wordt die noot een klein beetje hoger (een halve toon). Ook verandert de naam van de toon je zet het woordje is achter de naam van de noot. Zo wordt een F bijvoorbeeld een Fis. Op je instrument speel je de noot met een kruis met een andere greep of positie dan de noot zonder kruis. Bij de harp zet je het haakje van de F-snaar omhoog als je de Fis wilt horen! Een kruis voor de noot blijft één maat geldig daarna mag je hem weer vergeten. Vaak staan er één of meerdere kruisen vooraan het muziekstuk naast de sleutel. Dan gelden ze voor het hele muziekstuk! Mollen Als het kruis aangeeft dat de noot een klein beetje hoger wordt heb je ook iets nodig wat aangeeft dat de noot een klein beetje lager wordt. Dat is de mol. Deze ziet eruit als een klein b tje voor de noot. Op je instrument speel je de noot met een mol met een andere greep of positie dan de noot zonder mol. Ook hier verandert de naam van de noot. Je zet het woordje es achter de naam van de noot. Zo wordt de B een bes de G een ges enzovoort. Bij de E en de A zet je er alleen een s achter. Zo worden die noten es en as. 35

Les 6 Herhaling van de leerstof 1. Benoem de posities van de noten en speel de noot direct daarna 4 tellen lang en adem weer in op de maat rust. De meester/juf geeft het tempo aan. Iedere leerling krijgt alleen de beurt. Tot slot de hele klas.? 4 b w! w! b w! w! w! b w! w! b w!. 2. GÁmnastiekspelletje met de schuif.? 4 œ œ œ œ œ œ œ Œ œ nœ œ œ œ nœ Œ? œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ œ nœ œ œ œ nœ Œ. 3. Nog een schuifspelletje? 4 œ œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ œ Œ? œ œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ. 4. Liedje? 4 œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ œ Œ. 5. Àalsje In dit stukje leer je om enkele noten heel kort te spelen. Dat noem je staccato. De meester of de juf speelt het walsje eerst voor. Daarna de hele klas of enkele leerlingen. Voorlopig bij de komma inademen.? 4 3 œ. œ. œ œ œ œ œ. œ. b œ. œ. Œ œ œ. b œ. œ met nadruk œ œ œ > b œ > œ. œ. stacc. stacc. stacc stacc. 6. Met de schuif aan het werk De meester of de juf speelt het stuk voor. Tekst en melodie worden eerst door de klas uit het hoofd geleerd. Pas daarna het muziekstukje langzaam instuderen. Inademen op de komma. Œ 36

? 4 œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ De trom - bo - ne heeft een schuif daar - mee zorgt hij voor de toon? œ œ œ œ œ œ schuif hem heen en weer en t'rug? œ œ œ œ œ œ œ œ Œ ga maar door! œ œ œ œ œ œ En ver - geet je a - dem niet want dan klinkt er geen mu - ziek span je lip - pen zo is't goed! œ œ œ œ œ œ 37

Les 7 Articulatie Als je praat wil je soms dat mensen één woord of een paar woorden extra goed verstaan. Je spreekt die woorden dan net wat harder uit of je probeert ze duidelijker te zeggen. In de muziek is dit net zo! Àe noemen dit articulatie en het verschilt per instrument op welke manier je dat kunt doen. Je kunt een noot met articulatie herkennen doordat er een haakje boven de noot staat getekend dit noemen we marcato. Het betekent dat de noot met dit haakje extra duidelijk gespeeld moet worden. Het ziet er zo uit: 38

Les 7 1. Nieuwe schuifgámnastiek Van positie 1 naar positie 4 en weer terug. De schuif wordt steeds één positie verder verplaatst. Luister goed als de oefening eerst zonder boogjes wordt voorgespeeld. Je mag voorlopig na iedere maat inademen bij de komma. Neem een rustig tempo. Daarna voorspel met boogjes: A=aanzetten NA= niet aanzetten. Luister goed naar het versmet de vorige oefening? 4? œ œ œ A NA A NA NA A NA A NA NA enz... A NA A NA A NA NA œ œ Œ œ œ Œ nœ nœ œ nœ nœ Œ Œ œ œ œ œ œ Œ. œ œ Œ 2. Liedje Vind je dit liedje vrolijk of treurig en waarom? Neem een rustig tempo en adem na iedere maat in. Probeer later na 2 maten in te ademen.? 4 œ œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ œ Œ. Œ Œ Œ 3. Dansje? 4 œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ. 4. Nieuwe schuifgámnastiek Let goed op verandering van lipspanning? 4 œ œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ b? œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ. 5. Boogjes blazen Speel eerst zonder boogjes let op verandering van lipspanning (embouchure!) en plaats de schuif op de juiste positie. Gaat dat goed dan met boogjes blazen dus de noten in één adem spelen.? 4 œ œ œ Œ œ œ œ Œ œ œ œ Œ œ œ œ Œ œ Œ Œ. 39

6. Àals Er zijn 2 soorten boogjes: in maat 41 43 en 49/50 speel je de noten in één adem. (slur) in maat 51-52 verbindingsboogje voor 2 noten met dezelfde klank. (tie)? 4 3 b.... œ œ. œ œ.? b.... œ œ. œ Œ Œ 40

Les 8 Extra aandacht voor 1ste naar derde positie en van 2de naar 4de. Alle liedjes en oefeningen worden eerst voorgespeeld door de meester of de juf. 1a. SchuifgÁmnastiek Van 1ste naar 3de positie. Eerst het ritme van de oefening instuderen en klappen. Ieder kind ook een beurt alleen geven. Daarna de noten spelen en optijd inademen op de komma of de achtste rust. 1 3? 4 œ œ œ œ œ œ œ j œ œ j œ œ œ œ Œ. 1b. SchuifgÁmnastiek Van 1ste naar 3de positie te beginnen op Bes? 4 œ. j j b œ œ. œ œ œ œ Œ. 2a. SchuifgÁmnastiek Van 1ste naar 3de positie te beginnen op F. Let goed op: verandering van lipspanning. Dat vraagt om veel ademsteun dus diep inademen. 1 3? 4 œ œ œ œ œ œ œ œ œ J œ œ œ œ J œ œ œ œ Œ. 2b. SchuifgÁmnastiek Van 1ste naar 3de positie te beginnen op F? 4 œ œ œ. b J œ œ. œ œ œ œ œ J Œ. 3a. SchuifgÁmnastiek Van 2de naar 4de positie. Vermoeiend spelletje want je strekt de rechterarm verder uit tijdens verplaatsen van de schuif. Daarom voorlopig na iedere maat inademen. 2 4? 4 j œ œ œ. œ j œ. œ œ œ œ œ œ Œ. 3b. SchuifgÁmnastiek Van 2de naar 4de positie? 4 j œ œ œ œ œ. œ œ. j œ œ œ œ œ œ œ œ œ œ Œ. 4. Vrolijk liedje? 4 œ œ j œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ Œ 41

? œ œ œ œ ( ) œ œ Œ œ œ œ œ œ œ œ 42

Les 9 1. Àandeling door de duinen? 4 œ œ œ œ œ œ Œ œ œ œ œ. Œ? œ œ œ œ œ œ œ œ. Œ 2. Boogjes blazen Àeet je het nog? De 3 noten speel je in één adem dus iedere eerste noot aanzetten.? 4 œ œ Œ œ œ Œ œ œ œ Œ œ œ œ Œ œ Œ œ Œ œ œ œ Œ œ> œ > > 3a. SchuifgÁmnastiek Denk aan een kleine trap met vier treden naar beneden (Bes-A-As-G) en weer naarboven. Je gaat steeds een tree lager en weer terug totdat je bij maat 7 op de Bes eindigt. De noten worden klassikaal benoemd. Daarna goed luisteren naar het voorspelen van iedere noot. Kijk naar de schuif die steeds een beetje wordt verplaatst. Na elke voorgespeelde maat speelt de klas de noten afgewisseld met de beurt voor één leerling. Zorg dat de schuif op de goede plek staat want anders klinkt de toon onzuiver. 1 2 3 4 klas zingt klas zingt klas zingt klas zingt? œ œ! œ nœ b œ! œ œ! œ nœ b œ!. 3b. SchuifgÁmnastiek Het zelfde spelletje maar nu vanaf F. Je eindigt in maat 7 op de hoogste tree de F (zie ook 3a.) 1 2 3 4 klas zingt 4 3 2 1 klas zingt klas zingt klas zingt? œ œ œ! œ nœ œ! œ œ œ! œ nœ œ!. 3c. SchuifgÁmnastiek Als jullie 3a en 3b zuiver blazen kun je met spelletje 3c beginnen. Dat is nog spannender om te spelen. Luister goed naar het voorspel. Daarna dit spelletje langzaam oefenen. Tijdig inademen en de schuif losjes in de pols heen en weer bewegen. Noem vooraf de noten die je gaat spelen. 1 2 2 3 3 4 4? œ œ œ œ œ œ œ nœ nœ n œ œ œ œ œ œ œ Ó 1 2 2 3 3 4 4? œ œ œ œ œ œ œ J œ nœ nœ œ J œ œ œ œ œ œ Ó 43

4. Àalsje? 4 3 œ. œ J J œ œ œ Œ. j œ œ œ œ œ b J œ œ. J œ. 44

Les 10 Extra speelstukjes 1. Liedje zonder woorden? 4 2 j œ œ œ œ œ ( ) œ œ œ œ œ? œ. œ J œ œ œ œ œ œ œ œ œ. 2. Robotwijsje? 4 œ œ œ œ Œ œ œ œ œ Œ œ? œ œ œ œ œ œ œ œ œ Ó 3. Elfendansje? 4 3 œ œ. œ. J œ œ œ œ Œ. J œ. œ. œ. j b œ œ œœœ. œ. Œ 4. Swinging Miniblues? 4 j œ œ œ œ J J œ J œ œ œ Œ œ œ œ œ œ œ œ Œ? 4 J œ œ. œ œ œ. œ œ œ œ œ œ. J j b œ œ. œ Œ 45

46

47

Stichting Leerorkest P/a Muziekcentrum Zuidoost Hofgeest 1391102 EG Amsterdam Telefoon 020-696 8371 info@leerorkest.nl www.leerorkest.nl Van Lange fonds Sayers Fonds en Mijndershuis Fonds W.J.O de Vriesfonds Pauluc Fonds Illustratie Guida Joseph