Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Vergelijkbare documenten
Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2010 (OR. fr) 10039/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0117 (NLE) STAT 6 FIN 200

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. / VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 11 juni 2008 (12.06) (OR. en) 10616/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0095 (COD)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

DE EUROPESE GEMEENSCHAP (hierna "de Gemeenschap" te noemen) enerzijds, en

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

PUBLIC 11642/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0109 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2010 (19.03) (OR. en) 7701/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0053 (NLE) ACP 66 PTOM 10 COAFR 102

PUBLIC. Brussel, 12 juli 2006 (13.07) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 11603/06 LIMITE YU 3 COWEB 159

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 september 2001 (25.09) (OR. fr) 12015/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0206 (ACC) M 28 PECHE 177

ANNEX BIJLAGE. bij. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document.

ANNEX BIJLAGE. bij. voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2004 (22.03) (OR. fr) 7537/04 EEE 19 ENV 173 TRANS 123 MI 85

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 507 definitief.

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2009) 918 definitief.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 9 februari 2010 (10.02) (OR. fr) 6290/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0011 (NLE) HR 8 CORDROGUE 25

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

CORRIGENDUM Annule et remplace le document COM(2011) 910 definitief du Concerne uniquement la version NL.

BIJLAGEN. bij het. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

(4) Het Verenigd Koninkrijk en Ierland zijn gebonden door Verordening (EU) nr. 514/2014 en zijn bijgevolg gebonden door deze verordening.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2005) 526 definitief.

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 augustus 2016 (OR. en)

Over de passage tussen haken op de bladzijden 2-3 is nog geen overeenstemming bereikt.

15537/02 jg 1 DG B I

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 oktober 2005 (20.10) (OR. fr) 13441/05 STAT 24 FIN 375. VOORSTEL de Commissie d.d.: 12 oktober 2005 Betreft:

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 augustus 2012 (OR. en) 12872/12 Inte rinstitutioneel dossier: 2012/0222 (NLE) AVIATION 117 RELEX 722

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. betreffende de mobilisering van de marge voor onvoorziene uitgaven in 2017

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

PUBLIC 8480/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0183 (NLE)

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 april 2016 (OR. en)

KREDIETOVERSCHRIJVING NR. DEC 51/2012

ONTWERP VAN GEWIJZIGDE BEGROTING Nr. 2 BIJ DE ALGEMENE BEGROTING 2019

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT ACP 105 COAFR 81 CODEC 816

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 oktober 2005 (06.10) (OR. en) 12916/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0195 (CNS) ECOFIN 300 RELEX 496

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

HET EUROPEES INSTITUUT VOOR GENDERGELIJKHEID HET BUREAU VAN DE EUROPESE UNIE VOOR DE GRONDRECHTEN. Samenwerkingsovereenkomst

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 november 2012 (27.11) (OR. en) 16320/12 ENFOCUSTOM 127 COSI 117

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 november 2005 (OR. fr) 13953/05 COSDP 737 PESC 940 COAFR 187 EUSEC-RDC 26 OC 775

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. betreffende de analyse van en de samenwerking inzake valse euromunten

9895/19 mak/van/hh 1 ECOMP.2B

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Advies nr. 6/2014. (uitgebracht krachtens artikel 325 VWEU)

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en)

EUROPEES PARLEMENT ONTWERPVERSLAG. Begrotingscommissie 2008/2095(BUD)

De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie.

Raad van de Europese Unie Brussel, 10 februari 2015 (OR. en)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Transcriptie:

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 september 2017 (OR. en) 15009/07 DCL 1 RECH 360 RHJ 8 MED 44 DERUBRICERING van document: 15009/07 RESTREINT UE d.d.: 27 november 2007 nieuwe status: Betreft: Publiek Aanbeveling van de Commissie aan de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te voeren over een overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië Hierbij gaat voor de delegaties de gederubriceerde versie van bovengenoemd document. De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie. 15009/07 DCL 1 sp DG F 2C NL

RESTREINT UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 27 november 2007 (28.11) (OR. en) 15009/07 RESTREINT UE RECH 360 RHJ 8 MED 44 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen: 22 november 2007 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: Aanbeveling van de Commissie aan de Raad waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te voeren over een overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2007) 1541 def. Bijlage: SEC(2007) 1541 def. 15009/07 aa 1 DG C II RESTREINT UE NL

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 21.11.2007 SEC(2007)1541 definitief RESTREINT UE AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te voeren over een overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië NL NL

1. TOELICHTING 1. De euro-mediterrane overeenkomst (hierna "associatieovereenkomst" genoemd) waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en haar lidstaten, enerzijds, en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië (hierna "Jordanië" genoemd), anderzijds, is op 1 mei 2002 in werking getreden. Artikel 64 van deze overeenkomst wijst wetenschappelijke en technologische samenwerking aan als een gebied van bijzonder belang en met een bijzonder potentieel en voorziet onder meer in de aanknoping van duurzame relaties tussen de wetenschappelijke gemeenschappen van beide partijen. Ook vermeldt artikel 62 dat bij de regionale samenwerking onder meer wetenschappelijk en technologisch onderzoek centraal staat. Het Europese nabuurschapsbeleid voorziet in een nieuw kader voor de ontwikkeling van de associatieovereenkomst. Commissiemededeling COM (2004) 373 def. van 12 mei 2004 noemt samenwerking op wetenschappelijk en technologisch gebied, onderzoek en ontwikkeling een van de prioritaire gebieden van onze relatie met de landen van de Middellandse Zee. Binnen deze context van het Europese nabuurschapsbeleid wijst een actieplan acties voor de uitvoering van artikel 62 van de associatieovereenkomst aan. Dit actieplan omvat maatregelen voor het versterken van de samenwerking op alle gebieden, met name op het gebied van wetenschap en technologie. De binnen het kader van de Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking gecreëerde samenwerking is in overeenstemming met dit actieplan. Bovendien is het, met het oog op het verwachte partnerschap EU-Afrika inzake wetenschap, informatiemaatschappij en ruimte, dat zal worden overeengekomen binnen het kader van de gezamenlijke strategie EU-Afrika, aangewezen de coherentie en consistentie te verzekeren met het bredere pan-afrikaanse kader, dat zowel MEDA als de Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara omvat. 2. De Europese Gemeenschap werkt al vele jaren met Jordanië samen op diverse wetenschappelijke en technologische terreinen. Verschillende gezamenlijke onderzoeksprojecten waarbij Jordaanse OTO-instanties betrokken waren zijn aldus sinds de jaren tachtig door de Commissie op grond van de communautaire programma's gefinancierd. Uit hoofde van het Zesde Kaderprogramma hebben Jordaanse instellingen deelgenomen aan 50 projecten, waarvan er sommige nog lopen, en zijn zij ook betrokken bij structurele activiteiten die gericht zijn op het versterken van de euro-mediterrane W&T-samenwerking binnen KP7. 3. In het kader van de tenuitvoerlegging van een ambitieuze internationale dimensie van de Europese onderzoekruimte (vgl. Mededeling van de Commissie COM/2001/346 def. van 25 juni 2001, "De internationale dimensie van de Europese onderzoekruimte") heeft de Commissie de noodzaak onderstreept van een versteviging van haar betrekkingen op het vlak van wetenschap, technologie en innovatie met de mediterrane partnerlanden, ten einde de sociaal-economische vooruitgang in het hele euro-mediterrane gebied te bevorderen. NL 2 NL

4. Jordanië is een actieve partner, die over belangrijke troeven beschikt, zoals: een goed ontwikkeld netwerk van universiteiten en hogeronderwijsinstellingen met goed uitgeruste centra voor onderzoek en technologische toepassingen, zoals NCARTT (Nationaal Centrum voor landbouwonderzoek en technologieoverdracht) op het gebied van agronomie; een goede integratie in de internationale en regionale wetenschappelijke netwerken die deelnemen aan het Mondiale Forum inzake duurzame ontwikkeling en de Internationale overeenkomsten van CNUED (biodiversiteit, woestijnvorming ); de mogelijkheid om als centrum te fungeren voor wetenschappelijke samenwerking met de andere landen uit de regio (Syrië, Libanon, Palestijnse Autoriteit, Israël, Egypte en Turkije). Op regionaal niveau draagt Jordanië actief bij tot de werkzaamheden van MoCo (Euro-mediterrane Monitoringcommissie voor OTO-samenwerking), waar het vertegenwoordigd wordt door de Hoge Raad voor wetenschap en technologie (HCST). HCST werd in 1987 opgericht om een nationale wetenschaps- en technologiebasis op te bouwen en bij te dragen tot het bereiken van nationale ontwikkelingsdoelstellingen. HCST werd ook belast met de oprichting, in voorkomende gevallen, van gespecialiseerde centra voor O&O-activiteiten en vertegenwoordigt het koninkrijk bij regionale en internationale W&Tactiviteiten; op het gebied van informatiemaatschappij heeft Jordanië deelgenomen aan EUMEDCONNECT, een van de EUMEDIS-projecten, dat de verbinding verzekert van onderzoeksnetwerken en de mogelijkheid creëert dit te gebruiken als een onderzoeksinfrastructuur voor gemeenschappelijke projecten op het gebied van informatiemaatschappij van de EU-lidstaten en de mediterrane landen. 5. Jordanië, dat zijn onderzoeks- en innovatiecapaciteiten wilde versterken, heeft in 2002 een evaluatie uitgevoerd van zijn onderzoekssysteem, -beleid en -programma's. In het eindverslag werd aanbevolen een nationaal onderzoekssysteem te creëren waarmee een beleid voor wetenschap, technologie en innovatie kan worden uitgetekend en opgezet waarbij alle sectoren, met name KMO's, betrokken zijn. De prioritaire gebieden die het best voorbereid op internationale en regionale samenwerking worden genoemd, waren energie, duurzame ontwikkeling (beheer van water en natuurlijke hulpbronnen), gezondheid, landbouw en archeologie. Bovendien hebben Jordaanse organisaties deelgenomen aan verschillende projecten op het gebied van informatiemaatschappij in de context van het ICT-onderdeel van het Zesde Kaderprogramma voor onderzoek en innovatie van de Europese Unie. Verwacht wordt dat Jordanië op grotere schaal gaat deelnemen aan het Zevende Kaderprogramma. De Jordaanse regering heeft een strategisch document voor 2005-2010 aangenomen voor het beter integreren van wetenschap en technologie in haar nationale programma's, voor het creëren van een wetenschappelijke en technologische basis om multidisciplinaire en interinstitutionele netwerken te mobiliseren en voor het versterken van partnerschappen en synergieën tussen de wetenschappelijke gemeenschap en de actoren van innovatie. De aangewezen gebieden zijn in overeenstemming met de KP7-prioriteiten, en samenwerking van NL 3 NL

Jordaanse onderzoeksinstellingen met internationale wetenschappelijke teams zou zeker bijdragen tot het versterken van het Jordaanse nationale onderzoekssysteem, aangezien dit de W&T-samenwerking in de regio zal verbeteren. 6. Bij brief van 20 februari 2007 heeft de Jordaanse minister van Planning en Internationale Samenwerking, mw. Suhair Al-Ali, een formeel verzoek tot het starten van onderhandelingen over een overeenkomst inzake W&T-samenwerking ingediend. Tijdens de laatste vergadering van het subcomité inzake onderzoek, innovatie en informatiemaatschappij, die plaatsvond op 27 februari 2007, heeft de Jordaanse delegatie een overzicht gegeven van de laatste ontwikkelingen van de Jordaanse W&T-strategie en de hoop uitgesproken dat zo snel mogelijk onderhandelingen zouden worden begonnen. In een brief van 14 maart 2007 heeft commissaris Potočnik aan de Jordaanse minister bekendgemaakt dat de interne besluitvormingsprocedures om een dergelijke W&T-overeenkomst te sluiten zouden worden gestart. 7. Het sluiten van een W&T-overeenkomst met Jordanië zou derhalve in het wederzijds belang zijn van zowel de Gemeenschap als Jordanië, aangezien dit zal leiden tot verdere en verhoogde W&T-samenwerking met Jordanië. Dit zal op zijn beurt bijdragen tot de ontwikkeling en het concurrentievermogen van Jordanië en de regio, in het belang van de EU. NL 4 NL

2. AANBEVELING In het licht van het bovenstaande beveelt de Commissie het volgende aan: de Raad machtigt de Commissie om namens de Europese Gemeenschap onderhandelingen te voeren over een Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië betreffende de activiteiten van de Kaderprogramma's van de Europese Gemeenschap voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie; de Raad stelt een speciaal Comité aan om de Commissie bij deze taak bij te staan; en de Raad vaardigt de onderhandelingsrichtsnoeren uit als in de bijlage opgenomen. NL 5 NL

BIJLAGE ONDERHANDELINGSRICHTSNOEREN Voor een overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië 1. Voorwerp Het doel van de onderhandelingen is het sluiten van een Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking. Deze overeenkomst heeft tot doel samenwerking tot stand te brengen uit hoofde van de Kaderprogramma's van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie, hierna "het Kaderprogramma" genoemd. Deze samenwerking zou tot voordeel moeten strekken van beide partijen. De bepalingen van deze overeenkomst houden volledig rekening met de beginselen en bepalingen van het Europese nabuurschapsbeleid. 3. Richtsnoeren De samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst moeten zo worden uitgevoerd dat aan de onderzoeksinstanties van beide partijen die zich met onderzoek bezighouden wederkerige toegang wordt geboden tot elkaars onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten en dat de intellectuele en industriële eigendom op passende wijze wordt beschermd; het doel is wederzijds voordeel voor beide partijen. 4. Reikwijdte van de samenwerking De bij deze overeenkomst tot stand gebrachte samenwerking heeft betrekking op de activiteiten van het Kaderprogramma en de equivalente activiteiten in Jordanië. 5. Vormen en methoden van samenwerking De samenwerking neemt de volgende vormen aan: volledige deelname uit hoofde van de overeenkomst van Jordaanse instanties op het gebied van onderzoek en ontwikkeling aan onderzoeksacties onder contract die vallen onder het Kaderprogramma van de Europese Gemeenschap en wederkerige deelname van onderzoeksinstanties uit de Europese Gemeenschap aan Jordaanse onderzoeksprojecten in vergelijkbare sectoren. De deelname door Jordaanse instanties aan communautaire onderzoeksacties onder contract is onderworpen aan de regels inzake de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het Kaderprogramma en de regels inzake de verspreiding van onderzoeksresultaten; NL 6 NL

bezoeken en uitwisselingen van wetenschappers, organisatie van wetenschappelijke en technische evenementen; studies en evaluaties met het doel de samenwerking tussen beide partijen te structureren en te versterken; bevorderen van alle andere activiteiten ter vergemakkelijking van de uitvoering van deze overeenkomst, en met name de uitwisseling van wetenschappelijke en technische informatie en coördinatieactiviteiten. 6. Duur De overeenkomst wordt voor onbeperkte duur gesloten. De overeenkomst kan op elk ogenblik door een van de partijen schriftelijk worden opgezegd met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. 7. Verspreiding en gebruik van informatie Deelname van Jordaanse instanties aan communautaire OTO-acties onder contract en de verspreiding en exploitatie van resultaten, inclusief intellectuele-eigendomsrechten, zijn onderworpen aan de regels die door het Europees Parlement en de Raad zijn aangenomen voor communautaire onderzoeksprogramma's uit hoofde van artikel 167 van het Verdrag en, voor zover van toepassing, aan de richtsnoeren betreffende de toewijzing van intellectuele eigendomsrechten die van toepassing zijn op wetenschappelijke en technologische samenwerkingsovereenkomsten met derde landen, als neergelegd in de Gezamenlijke Verklaring van de Raad en de Commissie van 26 juni 1992. Entiteiten uit de Gemeenschap die in het kader van de onderhavige overeenkomst deelnemen aan Jordaanse onderzoeksactiviteiten hebben mutatis mutandis dezelfde rechten en verplichtingen als Jordaanse entiteiten. 8. Financiering Voor de deelname van Jordaanse onderzoeksinstanties aan communautaire onderzoeksacties onder contract van het Kaderprogramma gelden de door het Europees Parlement en de Raad uit hoofde van artikel 167 van het EG-Verdrag aangenomen bepalingen die op instanties uit derde landen van toepassing zijn. 9. Beheer van de overeenkomst Er wordt een gezamenlijk comité voor samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie opgericht om de verschillende activiteiten op grond van de overeenkomst te bevorderen, te monitoren en te beoordelen. Het bestaat uit vertegenwoordigers van de Commissie enerzijds en vertegenwoordigers van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië anderzijds. NL 7 NL

Het comité vergadert normaal eenmaal per jaar. Buitengewone vergaderingen kunnen worden gehouden op verzoek van een van de partijen. De vergaderingen ervan worden gecoördineerd met die van het Subcomité voor onderzoek en innovatie van de associatieovereenkomst. De conclusies van de Comitévergaderingen worden ter informatie gezonden aan het Associatiecomité van de euro-mediterrane Overeenkomst tussen de Europese Unie en het betrokken land. 10. Wijzigingen van de overeenkomst Het Gezamenlijk Comité voor samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie is bevoegd om de overeenkomst met wederzijdse toestemming te wijzigen. NL 8 NL

FINANCIEEL MEMORANDUM 1. BENAMING VAN HET VOORSTEL AANBEVELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD waarbij de Commissie wordt gemachtigd onderhandelingen te voeren over een overeenkomst voor wetenschappelijke en technologische samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië 2. ABM/ABB-KADER Beleidsstrategie en coördinatie van met name de directoraten-generaal RTD, JRC, ENTR, INFSO en TREN. 3. BEGROTINGSONDERDELEN 3.1 Begrotingsonderdelen (beleidsuitgaven en bijbehorende uitgaven voor technische en administratieve bijstand (vroegere BA-onderdelen)) inclusief omschrijving: Begrotingsonderdelen die betrekking hebben op de administratie van de Specifieke Programma s van het Kaderprogramma van de Europese Gemeenschap (XX.01.05.03) 3.2. Duur van de actie en van de financiële gevolgen: Deze overeenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten. Beide partijen kunnen op elk ogenblik de overeenkomst opzeggen met inachtneming van een opzegtermijn van zes maanden. 3.3. Begrotingskenmerken (voeg zo nodig rijen toe): Begrotingsonderdeel Soort uitgave Nieuw Bijdrage EVA Bijdragen kandidaatlidstaten Rubriek financiële vooruitzichten XX.01.05.03 NVU NGK 1 NEE JA JA NEE 1 Niet-gesplitste kredieten. NL 9 NL

4. OVERZICHT VAN DE MIDDELEN 4.1 Financiële middelen 4.1.1. Overzicht van de vastleggingskredieten (VK) en betalingskredieten (BK) in miljoen euro (tot op 3 decimalen) Punt nr. Jaar Jaar n+2 n+3 n+4 N+ Totaal Soort uitgave 2007 Beleidsuitgaven 2 Vastleggingskredieten (VK) 8.1 a 0 0 Betalingskredieten (BK) b 0 0 Administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag 3 Technische & administratieve bijstand (NGK) 8.2.4 c 0.117 0.117 0.234 TOTAAL REFERENTIEBEDRAG Vastleggingskredieten a+c 0.117 0.117 0.234 Betalingskredieten b+c 0.117 0.117 0.234 Administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen 4 2 3 4 Uitgaven die niet onder hoofdstuk xx 01 van de betrokken titel xx vallen. Uitgaven in het kader van artikel xx 01 04 van titel xx. Uitgaven in het kader van hoofdstuk xx 01, met uitzondering van de artikelen xx 01 04 en xx 01 05. NL 10 NL

Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven (NGK) Andere niet in het referentiebedrag begrepen administratieve uitgaven (NGK) 8.2.5 d 8.2.6 e 0.0585 0.0585 0.117 0 0 Totale indicatieve kosten van de maatregel TOTAAL VK inclusief personeelsuitg aven TOTAAL BK inclusief personeelsuitg aven a+c+d+e b+c+d+e 0.1755 0.1755 0.351 0.1755 0.1755 0.351 Medefinanciering Geen medefinanciering vereist. 4.1.2 Verenigbaarheid met de financiële programmering X Het voorstel is verenigbaar met de bestaande financiële programmering. Het voorstel vergt herprogrammering van de betrokken rubriek van de financiële vooruitzichten. Het voorstel vergt wellicht toepassing van de bepalingen van het Interinstitutioneel Akkoord 5 (flexibiliteitsinstrument of herziening van de financiële vooruitzichten). 4.1.3 Financiële gevolgen voor de ontvangsten X Het voorstel heeft geen financiële gevolgen voor de ontvangsten Het voorstel heeft de volgende financiële gevolgen voor de ontvangsten: Noot: Alle gegevens en opmerkingen over de wijze van berekening van de gevolgen voor de ontvangsten moeten in een aparte bijlage worden vermeld. 5 Zie de punten 19 en 24 van het Interinstitutioneel Akkoord. NL 11 NL

4.2 Personele middelen in voltijdequivalenten (VTE) (ambtenaren, tijdelijk en extern personeel) zie punt 8.2.1. Er wordt gebruikgemaakt van bestaande personele middelen. De Commissie vraagt geen extra personeel voor het voeren van de onderhandelingen. 5. KENMERKEN EN DOELSTELLINGEN Gegevens over de context van het voorstel moeten in de toelichting worden verstrekt. Geef in dit deel van het financieel memorandum de volgende aanvullende informatie: 5.1. Behoeften waarin op korte of lange termijn moet worden voorzien: Dit wetgevingsvoorstel is de eerste stap op weg naar de ondertekening van een W&Tovereenkomst met Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië. 5.2 Meerwaarde van het communautaire optreden, samenhang van het voorstel met andere financiële instrumenten en mogelijke synergie Financiering door de Gemeenschap is onontbeerlijk aangezien deze samenwerkingsovereenkomst bijdraagt tot de uitvoering van het Kaderprogramma, inclusief de begrotingsrubriek voor de administratieve uitgaven die gedragen worden door de Gemeenschap (dienstreizen van deskundigen en EU-ambtenaren), organisatie van workshops, seminars en vergaderingen in de Europese Gemeenschap en Jordanië. 5.3 Doelstellingen, verwachte resultaten en bijbehorende indicatoren van het voorstel in de context van het ABM. De belangrijkste doelstelling is het stimuleren van de samenwerking tussen de Europese Gemeenschap en Jordanië op gebieden die onder de OTO-Kaderprogramma's vallen: - de overeenkomst is opgezet om de Gemeenschap en Jordanië op basis van het beginsel van wederzijds voordeel de mogelijkheid te bieden te profiteren van de wetenschappelijke en technologische vooruitgang die in het kader van hun respectieve onderzoekprogramma's wordt geboekt, door middel van deelname door de Jordaanse wetenschappelijke gemeenschap en de Jordaanse industrie aan communautaire onderzoeksprojecten, en onafhankelijke, nietgesubsidieerde deelname door in de Gemeenschap gevestigde organisaties aan Jordaanse projecten; - begunstigden in de EG en Jordanië zijn de wetenschappelijke gemeenschappen, de industrie en het grote publiek, dankzij de directe en indirecte effecten van samenwerking. NL 12 NL

5.4. Wijze van uitvoering (indicatief) Voor de uitvoering van de actie gekozen methode(n) 6. X Gecentraliseerd beheer X rechtstreeks door de Commissie gedelegeerd aan: uitvoerende agentschappen door de Gemeenschappen opgerichte organen als bedoeld in artikel 185 van het Financieel Reglement nationale publiekrechtelijke organen of organen met een openbaredienstverleningstaak Gedeeld of gedecentraliseerd beheer met lidstaten met derde landen Gezamenlijk beheer met internationale organisaties (geef aan welke) Opmerkingen: 6. TOEZICHT EN EVALUATIE De samenwerkingsovereenkomst wordt door de betrokken diensten van de Commissie regelmatig geëvalueerd. Deze evaluatie omvat het volgende: a) Inwinning van beschikbare informatie: op basis van de gegevens uit de Specifieke Programma's van de Kaderprogramma's. b) Algemene beoordeling van de maatregel: de diensten van de Europese Commissie verrichten een evaluatie van alle samenwerkingsactiviteiten in het kader van deze overeenkomst. 6 Verstrek, indien meer dan een methode wordt aangekruist, extra informatie onder "Opmerkingen" NL 13 NL

7. FRAUDEBESTRIJDINGSMAATREGELEN Wanneer voor de uitvoering van het kaderprogramma externe contractanten moeten worden ingeschakeld of financiële bijdragen aan derden worden verstrekt, voert de Commissie voor zover nodig financiële audits uit, met name wanneer zij redenen heeft om te twijfelen aan de waarachtigheid van de uitgevoerde of in de activiteitensrapporten beschreven werkzaamheden. De financiële audits van de Gemeenschap worden uitgevoerd door eigen personeel of door boekhoudkundige deskundigen, erkend volgens het recht van de gecontroleerde partij. De Gemeenschap kiest deze laatsten vrij en vermijdt bovendien risico's van belangenconflicten die haar door de gecontroleerde partij kunnen worden medegedeeld. Bovendien zorgt de Commissie er bij het uitvoeren van de onderzoeksactiviteiten voor dat de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen worden beschermd door effectieve controles en, voor zover onregelmatigheden worden ontdekt, door maatregelen alsmede afschrikwekkende en evenredige sancties. Om deze doelstelling te verwezenlijken, worden regels in verband met controles, maatregelen en sancties, onder verwijzing naar de Verordeningen nrs. 2988/95, 2185/96, 1073/99 en 1074/99, in alle bij de uitvoering van het kaderprogramma gebruikte contracten opgenomen. Met name moet in de contracten aan de volgende punten aandacht worden besteed: de opname van specifieke contractclausules om de financiële belangen van de EG te beschermen bij het uitvoeren van verificaties en controles i.v.m. de uitgevoerde werkzaamheden; de inzet van administratieve controles op het gebied van fraudebestrijding, in overeenstemming met Verordeningen nrs. 2185/96, 1073/99 en 1074/99; de toepassing van administratieve sancties voor alle opzettelijke of nalatige onregelmatigheden bij de uitvoering van de contracten, in overeenstemming met Kaderverordening nr. 2988/95, inclusief een mechanisme voor plaatsing op een zwarte lijst; het feit dat mogelijke invorderingsopdrachten in geval van onregelmatigheden en fraude executoriale titel vormen overeenkomstig artikel 256 van het EG-Verdrag. Bovendien wordt bij wijze van routinemaatregel door het verantwoordelijke personeel van DG Onderzoek een intern audit- en controleprogramma met betrekking tot wetenschappelijke en budgettaire aspecten uitgevoerd; door de eenheid Interne audit van DG Onderzoek wordt een interne audit uitgevoerd; en door deze eenheid en de Rekenkamer van de Europese Unie worden lokale inspecties ondernomen. NL 14 NL

8. MIDDELEN 8.1 Financiële kosten van de doelstellingen van het voorstel NVT Vastleggingskredieten, in miljoen euro (tot op 3 decimalen) (Vermeld de doelstellingen, acties en outputs) BELEIDSDOEL- STELLING NR. 1 7 Actie1. Output 1 Output 2 Actie 2. Output 1 Subtotaal doelstelling 1 BELEIDS- DOELSTELLING NR. 2 Actie 1. Output 1 Subtotaal doelstelling 2 BELEIDSDOEL- STELLING nr. n Subtotaal doelstelling n TOTALE KOSTEN Soort output Gem. kosten Jaar n Jaar n+1 Jaar n+2 Jaar n+3 Jaar n+4 Jaar n+5 e.v. TOTAAL Aantal Totale kosten Aantal Totale kosten Aantal Totale kosten Aantal Totale kosten Aantal Totale kosten Aantal Totale kosten Aantal Totale kosten 7 Zoals beschreven in punt 5.3. NL 15

8.2 Administratieve uitgaven 8.2.1 Aantal en soort personeelsleden Er wordt gebruikgemaakt van bestaande personele middelen. Soort post Huidig of extra personeel dat zal worden ingezet voor het beheer van de actie (aantal posten/vte) 2007 Jaar n+1 Jaar n+2 Jaar n+3 Jaar n+4 Jaar n+5 Ambtenaren of tijdelijk personeel 8 (XX 01 01) A*/ AD B*, C*/ AST Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel 9 Uit art. XX 01 04/05 gefinancierd ander personeel 10 TOTAAL 8.2.2 Omschrijving van de taken die uit de actie voortvloeien De verwachte uitgaven i.v.m. de onderhandelingen over de Overeenkomst hebben betrekking op vergaderingen in Brussel en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië. 8.2.3 Herkomst van het (statutaire) personeel (Wanneer meer dan een bron wordt vermeld, geef dan het aantal posten per bron) X Posten die momenteel zijn toegewezen aan het beheer van het te vervangen of te verlengen programma Posten die al zijn toegewezen in het kader van de JBS/VOB-procedure voor jaar n Posten waarom in het kader van de volgende JBS/VOB-procedure zal worden gevraagd Bestaande posten binnen de beherende dienst die worden heringedeeld (interne herindeling) 8 9 10 Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt. Waarvan de kosten NIET door het referentiebedrag worden gedekt. Waarvan de kosten door het referentiebedrag worden gedekt. NL 16 NL

Posten die voor jaar n nodig zijn maar die in het kader van de JBS/VOBprocedure voor dat jaar nog niet zijn toegewezen 8.2.4 Andere administratieve uitgaven binnen het referentiebedrag (08 01 04/05 Uitgaven voor administratief beheer) in miljoen euro (tot op 3 decimalen) Begrotingsonderdeel (nummer en omschrijving) 2007 2008 Jaar n+2 Jaar n+3 Jaar n+4 Jaar n+5 e.v. TOTAAL 1. Technische en administratieve bijstand (inclusief bijbehorende personeelsuitgaven) Uitvoerende agentschappen 11 Andere technische en administratieve bijstand 0.117 0.117 0.234 Intern 0.117 0.117 0.234 Extern Totaal Technische en administratieve bijstand 0.117 0.117 0.234 8.2.5 Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen in miljoen euro (tot op 3 decimalen) Soort personeel Ambtenaren en tijdelijk personeel (08 01 01) Uit art. XX 01 02 gefinancierd personeel (hulpfunctionarissen, gedetacheerde nationale deskundigen, personeel op contractbasis, enz.) (vermeld begrotingsonderdeel) Totaal Personeelsuitgaven en aanverwante uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen 2007 2008 Jaar n+2 0.0585 0.0585 0 0 0.0585 0.0585 Jaar n+3 Jaar n+4 Jaar n+5 e.v. 11 Verwijs naar het specifieke financieel memorandum voor de betrokken uitvoerende agentschappen. NL 17 NL

Berekening Ambtenaren en tijdelijke functionarissen Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1 Het bedrag is gebaseerd op de jaarlijkse kosten van een ambtenaar (voor alle categorieën): 117 000 euro/2 = 58 500 Berekening Uit artikel XX 01 02 gefinancierd personeel Verwijs zo nodig naar punt 8.2.1 8.2.6 Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen in miljoen euro (tot op 3 decimalen) 2007 Jaar n+1 Jaar n+2 Jaar n+3 Jaar n+4 Jaar n+5 TOTAAL e.v. XX 01 02 11 01 Dienstreizen XX 01 02 11 02 Conferenties en vergaderingen XX 01 02 11 03 Comités 12 XX 01 02 11 04 Studies en adviezen XX 01 02 11 05 - Informatiesystemen 2. Totaal Andere beheersuitgaven (XX 01 02 11) 3. Andere uitgaven van administratieve aard (vermeld welke en verwijs naar het begrotingsonderdeel) Totale andere administratieve uitgaven die NIET in het referentiebedrag zijn begrepen Berekening Andere administratieve uitgaven die niet in het referentiebedrag zijn begrepen 12 Vermeld het soort comité en de groep waartoe het behoort. NL 18 NL