Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand

Vergelijkbare documenten
Gem.STEENBERGEN 2 5 JUL (bfch

Aanwijzing art. 3.8, lid 6, Wro, bestemmingsplan Bedrijventerrein Nijverhei 2009

0 7NOV OERZONDEN 0 6NOV Reg.nummer. Gemeente Etten-Leur Postbus GA ETTEN-LEU l Gemeente ptten-leur

gemeente Hilvarenbeek ** 2 4 APR 2014

IIII III III III III II II II II

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Reactieve aanwijzing tav Buitengebied Halderberge

Provincie Noord-Brabant VERBETERD EXEJVI ÜT A A " De gemeenteraad van Dongen Postbus GE DONGEN. Geachte gemeenteraad,

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

Provincie Noord-Holland

Afdeling bestuursrechtspraak. In de bovenvermelde zaak is uitspraak gedaan. Een afschrift van deze uitspraak treft u hierbij aan.

NOTA ZIENSWIJZE BESTEMMINGSPLAN Molenweg 5-5a Hoogeloon.

Toelichting. 1 e WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord (Vagevuur 11c Lepelstraat)

Nr: Geachte gemeenteraad, Contactpersoon

gemeente eijsdervmargraten

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Keizersdijk 2

VERZONDEN 2 4 SEP. 2012

Eva Welten - van Gerwen Advies

Week 15 Bekendmakingen en omgevingsvergunningen

Uitspraak /1/R3

BESTEMMINGSPLAN WIJZIGING BESTEMMINGS-/BOUWVLAK PROF. DONDERSWEG 8, BEEK EN DONK GEMEENTE LAARBEEK. 10 december 2015 vastgesteld

Uitgebreide omgevingsvergunning voor de activiteit(en) het handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en het (ver)bouwen van een bouwwerk

O Pagina 1 van 5

Toelichting. vastgesteld 23 februari Meeuwisdijk 9

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

"Buitengebied Helmond gedeeltelijke herziening"

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Raadsvoorstel. 1. Samenvatting. Agenda nr. 9

vastgesteld Wijziging Verordening ruimte 2014 ivm plan Korteveld ong (naast 14) te Nistelrode, Bernheze

wijzigingsplan Boerderijsplitsing Bemmerstraat 7, Beek en Donk gemeente Laarbeek

Feitelijke informatie De Afdeling bestuursrechtspraak heeft samengevat - het beroep gegrond verklaard op de volgende overwegingen.

4.1. Voorstel inzake bestemmingsplan Buitengebied Ten aanzien van dit voorstel worden 13 amendementen ingediend.

- 6JÜHI llllllllllllllllllllllillll llllllllililllllllllli. Nr: VERZONDEN C S JÜNI Gemeenteraad van Moerdijk Postbus AA ZEVENBERGEN

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Wijzigingsplan Buitengebied Goirle, Burgerwoningen Gemeente Goirle

Provinciaal blad van Noord-Brabant

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

Bestemmingsplan 1e partiële herziening BP Oosteindsepolder en Warmoeziersweg (caravanstalling Oosteindseweg 155b)

Planbeschrijving Het plan beoogt de realisering van een landgoed met een oppervlakte van bijna

INHOUDELIJKE TOELICHTING (waaronder beoogde doelen en/of maatschappelijke effecten)

ECLI:NL:RVS:2013:1951

PROVINCIALE STATEN VAN OVERIJSSEL Reg.nr. PÖ/JLolS/ \OU& 1 8 DEC Routing

Ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Herziening Alphensebaan 9. Gemeente Gilze en Rijen Vastgesteld

Wijziging Verordening ruimte ivm plan Rond Deel 12, Bladel. vastgesteld

Gemeente Boekel AB/ Z/

1 Inleiding 2. 2 Ladder voor duurzame verstedelijking 3. 3 Uitgangspunten 5. 4 Marktanalyse Laddertoets 19. Bijlage A 25.

Besluit artikel 3.6 lid 1 onderdeel a Wro Buitengebied Asten 2008, wijziging Kokmeeuwenweg 22

Relevante artikelen Verordening ruimte Noord-Brabant

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Oplegnotitie (Vaststelling bestemmingsplan Landgoed Brunssheim.) Gemeenteblad nr. 2010/71

Registratienummer: Besluit omgevingsvergunning Elswoutshoek

Afdeling bestuursrechtspraak. Afdeling; Uw kenmerk. lichandelcnd ambtenaar

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten handelen in strijd met regels ruimtelijke ordening en bouwen

Besluit vaststellen wijzigingsplan ex artikel 3.6, lid 1, sub a Wet ruimtelijke ordening

25 S EP , V 1 Ingek. Is.

Toelichting. Wijzigingsplan Buitengebied Hoge Vaartkant 118. Status: vastgesteld. Datum vaststelling: 8 maart 2018

R-RE/2013/224 R-RE. reg.nr.: UH. Ingek. 2 2 FEB 2013

Proactieve aanwijzing recreatieve zone De Heihorsten, Someren

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 14 september 2016

provinsje fryslân provincie fryslân b

BESTEMMINGSPLAN KOM BEEK EN DONK 1 E HERZIENING GEMEENTE LAARBEEK. 28 januari 2016 vastgesteld

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED MIDDEN TOELICHTING

* * * *

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Wijzigingsbesluit artikel 3.6, eerste lid onder a, Wet ruimtelijke ordening. Teckop 11 in Kamerik

Voorstel aan de gemeenteraad

WIJZIGINGSPLAN NATUURONTWIKKELING BOSRAND 25 EN OMGEVING, LIESHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 30 augustus 2016 vastgesteld

Raadsvoorstel. Agendapunt nr.:

VERZONDEN 20SEP.2Ö13. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg Postbus LH TILBURG

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Almere

6 Maatschappelijke uitvoerbaarheid

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers. Aan de gemeenteraad,

ÏMGEKO^E: - 6JUNI 201'»

Raadsvoorstel en besluitnota

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll zienswijze ontwerp wijzigingsplan "Aagtekerkseweg 6 te Aagtekerke"

WIJZIGINGSPLAN MORTIERE FASE 5A. GEMEENTE MIDDELBURG vastgesteld 6 december ruimte voor ideeën

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, 1e herziening. Gemeente Rucphen Vastgesteld

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

zie in de bijlage het document behorende bij de door u gedane aanmelding inzake ruimtelijke plannen.

RAADSVOORSTEL. Bestemmingsplan Buitengebied Zuidwest Een nieuw planologisch kader bieden voor het zuidwestelijk buitengebied van Zeist.

Onderwerp Uitwerking vastgestelde amendementen Bestemmingsplan Buitengebied 2010

Wijzigingsplan Nieuw Loosdrechtsedijk 173

Bestemmingsplan Buitengebied, integrale herziening, wijziging (Kulsdom 3 Geesteren)

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 25 oktober 2017

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

gelet op het bepaalde in artikel lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht juncto artikel 6.5, lid 3 van het Besluit omgevingsrecht;

[aanvrager] Geachte [aanvrager],

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

Besluit vaststellen wijzigingsplan ex artikel 3.6, lid 1 sub a Wet ruimtelijke ordening

Ontwerp Omgevingsvergunning

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer gelezen de op 13 november 2014 ontvangen aanvraag van

Raadsvergadering. 6juli 2015

Transcriptie:

Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand

Inhoudsopgave Inleiding 3 Basis reactieve aanwijzing 4 Leeswijzer 5 Aanwijzing(en) ten aanzien van begrenzing 6 Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 7 Bedrijf 13 Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 10 Horeca 13 Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 11 Maatschappelijk 14 Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie 14 Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 18 Recreatie - Verblijfsrecreatie 15 Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 20 Sport - Manege 15 Vaststellingsbesluit 17 Beroep 18 2/18 Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand

Inleiding Op 20 december 2011 hebben wij het besluit van 15 december 2011 met betrekking tot de vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied 2011 Loon op Zand ontvangen. Dit besluit gaat vergezeld van een nota van zienswijzen, een lijst met ambtshalve gewijzigd vastgestelde plandelen, een door de raad aangenomen amendement en een retrospectieve toets. Gelet op de provinciale belangen die in het geding zijn, vinden wij het noodzakelijk overeenkomstig artikel 3.8 lid 6 Wet ruimtelijke ordening een aanwijzing te geven tegen dit plan. De aan dit besluit ten grondslag liggende feiten, omstandigheden en overwegingen die ons beletten het betrokken provinciaal belang met inzet van andere aan ons toekomende bevoegdheden te beschermen, geven wij hieronder weer. Gevolg reactieve aanwijzing Dit aanwijzingsbesluit strekt ertoe dat het onderdeel van het bestemmingsplan waartegen van onze zijde bezwaren bestaan geen deel blijft uitmaken van het bestemmingsplan zoals het is vastgesteld. Ons besluit treedt op het moment van de bekendmaking in werking. Zodra ons aanwijzingsbesluit onherroepelijk is geworden, vervalt het vaststellingsbesluit voor dat onderdeel van het bestemmingsplan. Inzet aanwijzingsbevoegdheid Conform het bepaalde in de wet is een afweging vereist waarom het provinciaal belang niet met de inzet van andere aan ons toekomende instrumenten is beschermd. In dit verband heeft de provincie de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 vast gelegd in de Structuurvisie Ruimtelijke Ordening. De te beschermen provinciale ruimtelijke belangen zijn vastgelegd in de Verordening ruimte Noord- Brabant 2011 (hierna: Vr). De Vr is op 17 december 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en op 1 maart 2011 in werking getreden. Inmiddels is het ontwerp van de 'Wijziging Verordening ruimte, actualisatie - 1', met ingang van 17 november jl. ter inzage gelegd. De Vr vormt het provinciaal toetsingskader voor ruimtelijke plannen. Voor de inhoudelijke afweging of er provinciale belangen in het geding zijn, baseren wij ons op de Vr zoals deze gold op het moment van vaststelling van het bestemmingsplan. Daarnaast hebben wij waar relevant ook het ontwerp van de 'Wijziging Verordening ruimte, actualisatie - 1' bij onze afwegingen betrokken. Daarbij zien wij de 'reactieve aanwijzing' als een slagvaardig en effectief middel om inwerkingtreding van een bestemmingsplan(onderdeel) tegen te houden wegens strijdigheid met een of meer regels van de Vr. Wij achten ons bevoegd om, indien het provinciaal belang dat vergt, de reactieve aanwijzing in te zetten voor die zaken die in de Vr zijn beschreven. Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand 3/18

Wij vinden het ook van belang dat bij het gebruik van dit instrument voor een ieder via www.ruimtelijkeplannen.nl direct kenbaar is waar plandelen niet in werking zijn getreden en welke overwegingen daarbij een rol spelen. Hier komt nog bij, dat wij de reactieve aanwijzing een aanmerkelijk doelmatiger en efficiënter instrument vinden dan de inzet van beroep en het in voorkomende gevallen vragen van een voorlopige voorziening waar het wijzigings- en afwijkingsbevoegdheden betreft die in strijd zijn met de Vr. Dit speelt ook een rol bij deze aanwijzing. De provinciale belangen zijn ook specifiek voor dit bestemmingsplan uiteengezet en kenbaar gemaakt. Onze directie Ruimtelijke Ontwikkeling en Handhaving heeft daartoe bij brief van 18 januari 2010, nr. 1600391/1630663 (C1600391), een vooroverlegreactie uitgebracht over het voorontwerp van dit plan. Vervolgens hebben wij een zienswijze tegen het ontwerp bestemmingsplan ingediend bij brief van 18 juli 2011, nr. C2034442/2776217. Daarnaast hebben wij in de periode tussen het indienen van onze zienswijzen en het vaststellen van het bestemmingsplan, op ambtelijk niveau geen overleg gevoerd met uw gemeente omtrent de provinciale belangen die in het bestemmingsplan in het geding zijn. Wel heeft op 17 januari 2012 nog een ambtelijk overleg plaatsgevonden ten kantore van het gemeentehuis naar aanleiding van de bij het vastgestelde plan behorende retrospectieve toets, onder meer in relatie tot bijlage 1 van onze zienswijze van 18 juli 2011. Gelet op het voorgaande zijn wij van mening dat de inzet van andere aan ons toekomende bevoegdheden in dit geval niet mogelijk was en dat de in het geding zijnde provinciale belangen genoegzaam bij de gemeenteraad bekend zijn. Ons is gebleken dat bij de vaststelling van het bestemmingsplan (op onderdelen) desondanks onvoldoende rekening is gehouden met provinciale belangen. Bij een ongewijzigde inwerkingtreding van het bestemmingsplan zullen deze belangen worden geschaad. Basis reactieve aanwijzing De reactieve aanwijzing is gericht tegen het vastgestelde bestemmingsplan. Voor het opstellen van het digitale plan voor deze reactieve aanwijzing hebben wij echter niet de beschikking over het authentieke plan zoals vastgesteld door de gemeenteraad omdat dit pas later via ro-online ter beschikking komt. Er kunnen bij vaststelling, percelen aan bestemmingen toegevoegd of eruit verwijderd zijn, bestemmingsvlakken vergroot of verkleind zijn of nieuwe aanduidingen zijn opgenomen. Deze wijzigingen die zijn doorgevoerd bij de vaststelling van het plan komen dus niet altijd tot uiting in de begrenzingen in deze aanwijzing. Verwijzingen naar tekst zijn ook gebaseerd op de nummering in ons ter beschikking staande gegevens, zoals het ontwerpplan en de stukken behorend bij het raadsvoorstel. 4/18 Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand

Uit de tekst van de aanwijzing in combinatie met de motivering blijkt steeds waarop de aanwijzing ziet. Voor zover later bij de beschikbaarstelling van het authentieke plan blijkt, dat de door ons opgenomen referentie bij de vaststelling vernummerd of anders aangeduid is, dient deze aanwijzing dan ook conform de strekking van de motivering gelezen te worden als gericht op de relevante planonderdelen van het vastgestelde plan en ook op dat punt te worden verwerkt. Voor zover de aanwijzing gericht is op bestemmingen, bestemmingsvlakken, aanduidingen en dergelijke, dan dient deze conform de tekst geacht te zijn gericht op de begrenzingen en aanduidingen zoals deze voor de desbetreffende bestemming of aanduiding in het authentieke vastgestelde plan zijn verwerkt. Het is dan ook aan de gemeente om de reactieve aanwijzing op een juiste manier in het vastgestelde plan te verwerken en bij de verwerking de daarin opgenomen begrenzingen, aanduidingen en regels te hanteren. Leeswijzer Deze reactieve aanwijzing is geen gewoon besluit, het is namelijk ook een digitaal plan. Dit heeft ook gevolgen voor de opzet van de tekst. Deze is zodanig ingericht, dat elke aanwijzing/elk besluitonderdeel gekoppeld kan worden aan dat onderdeel van de (digitale) kaart waarop dit betrekking heeft. Daarnaast is het stramien van het gemeentelijk plan gevolgd: eerst worden er opmerkingen gemaakt over de kaart, daarna worden de regels artikelsgewijs behandeld. Net als regels in het gemeentelijk plan in een aantal bestemmingen terugkomen, zal dan ook een aanwijzing over die regels meermaals terugkomen. Het karakter van digitaal plan heeft nog andere gevolgen voor de tekst. Net als in een bestemmingsplan is er geen apart dictum opgenomen, alleen een vaststellingsbesluit. In feite fungeert elke aanwijzing op zich als een stukje dictum, dat gevolgd wordt door de motivering. Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand 5/18

Aanwijzing(en) ten aanzien van begrenzing Aanwijzing 1, t.a.v. bestemmingsvlak Recreatie - Kampeerterrein 4 Bernsehoef 9 Kaatsheuvel De bestemming "Recreatie - Kampeerterrein 4" aan de Bernsehoef 9 Kaatsheuvel treedt niet in werking. In onze zienswijze van 18 juli 2011 hebben wij - onder het kopje 'retrospectieve toets' - onder meer vermeld dat, vanwege het ontbreken van een volledig en gedegen onderbouwd inzicht, wij in de planfase van het ontwerp niet kunnen beoordelen of de bestemmingstoedeling en omvang van onder meer niet-agrarische bestemmingen, provinciale belangen schaadt. Wij hebben daarom gevraagd dit aan te vullen. In bijlage 1 van onze zienswijze hebben wij in aanvulling op deze retrospectieve toets gevraagd ook nog inzicht te geven in de ontwikkelingen die in deze bijlage zijn genoemd. Op 17 januari 2012 heeft hierover een ambtelijk overleg plaatsgevonden naar aanleiding van een verzoek om nadere informatie onzerzijds. Uit de retrospectieve toets blijkt dat het terrein voor de camping in onderhavig bestemmingsplan aan de oostzijde is uitgebreid ten opzichte van het terrein in het vigerend plan. Op 17 januari 2012 heeft de gemeente ons de uitbreiding op de verbeelding aangewezen. De omvang van de uitbreiding betreft ongeveer de helft van het vigerende bestemmingsvlak. In 2009, bij de ontwikkeling van het voorontwerp van onderhavig bestemmingsplan heeft de initiatiefnemer een ruimtelijke onderbouwing voor de uitbreiding bij de gemeente aangeleverd. Gelet hierop constateren wij dat dit bestemmingsplan de planologisch-juridische procedure vormt voor het vastleggen van de uitbreiding van het bestemmingsvlak van dit recreatiebedrijf, een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling. Voor deze nieuwe ontwikkeling geldt het volgende. Hoofdstuk 2 Vr Op grond van artikel 2.2 Vr dient elke ruimtelijke ontwikkeling gepaard te gaan met een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige en potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft of van het gebied waarvan de gemeente de voorgenomen ontwikkeling in hoofdlijnen heeft beschreven. Aangezien met het opnemen van de uitbreiding van het bestemmingsvlak sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling en bij de vaststelling niet is voorzien in kwaliteitsverbetering als bedoeld in artikel 2.2 Vr, is er op dit punt sprake van strijd met de Vr. 6/18 Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand

Aanwijzing 2, t.a.v. bestemmingsvlak Wonen-1 Blauwloop 2 Loon op Zand De bestemming "Wonen-1" inclusief eventuele overige aanduidingen op het adres Blauwloop 2 te Loon op Zand treedt niet in werking. In onze zienswijze van 18 juli 2011 hebben wij - onder het kopje 'retrospectieve toets' - onder meer vermeld dat, vanwege het ontbreken van een volledig en gedegen onderbouwd inzicht, wij in de planfase van het ontwerp niet kunnen beoordelen of de bestemmingstoedeling en omvang van onder meer niet-agrarische bestemmingen, provinciale belangen schaadt. Wij hebben daarom gevraagd dit aan te vullen. In bijlage 1 van onze zienswijze hebben wij in aanvulling op deze retrospectieve toets gevraagd ook nog inzicht te geven in de ontwikkelingen die in deze bijlage zijn genoemd. Op 17 januari 2012 heeft hierover een ambtelijk overleg plaatsgevonden naar aanleiding van een verzoek om nadere informatie onzerzijds. De vastgestelde bestemming 'Wonen-1' op het perceel Blauwloop 2 te Loon op Zand, is opgenomen ter plaatse van een vigerend bouwblok voor een agrarisch bedrijf. Het bestemmingsvlak 'Wonen' is qua omvang nagenoeg gelijk aan het vigerende agrarische bouwblok. In de retrospectieve toets is opgenomen dat op het perceel geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd. Hervestiging van een agrarisch bedrijf is ongewenst in verband met de omgevingswaarden. In het overleg van 17 januari 2012 is ten aanzien van dit adres van gemeentezijde aangegeven dat er geen sloop van overtollige bebouwing heeft plaatsgevonden. Hoofdstuk 2 Vr - zorgvuldig ruimtegebruik Op grond van artikel 2.1 Vr dient elke ruimtelijke ontwikkeling gepaard te gaan met zorgvuldig ruimtegebruik. Wij constateren dat de omvang van het vigerende agrarische bouwblok nagenoeg onveranderd is overgenomen voor de woonbestemming. Nu niet in een verkleining van het bouwvlak wordt voorzien, geeft het plan onvoldoende invulling aan het principe van zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit. Aldus bestaat strijdigheid met artikel 2.1 Vr. Hoofdstuk 2 Vr - verbetering ruimtelijke kwaliteit Op grond van artikel 2.2 Vr dient elke ruimtelijke ontwikkeling gepaard te gaan met een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige en potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft of van het gebied waarvan de gemeente de voorgenomen ontwikkeling in hoofdlijnen heeft beschreven. Aangezien met het opnemen van de woonbestemming sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling en bij de vaststelling niet is voorzien in kwaliteitsverbetering als bedoeld in artikel 2.2 Vr is er op dit punt sprake van strijd met de Vr. Dit klemt te meer, nu het bestemmingsvlak 'Wonen-1' qua omvang nagenoeg onveranderd is ten opzichte van het vigerende agrarische bouwblok. Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand 7/18

Hoofdstuk 11 Vr Dit hoofdstuk van de Vr bevat regels voor wonen buiten bestaand stedelijk gebied. Een bestemmingsplan dient regels te stellen ter voorkoming van nieuwbouw van woningen. Het artikel kent een beperkt aantal uitzonderingen op de regel dat er geen nieuwe woningen mogen ontstaan. Hier is artikel 11.1, lid 3 onder b. van toepassing. Hierin is bepaald dat het gebruik van een voormalige bedrijfswoning als burgerwoning mogelijk is, mits is verzekerd dat er geen splitsing in meerdere wooneenheden plaatsvindt en dat overtollige bebouwing wordt gesloopt. Zoals hiervóór is vermeld, heeft er geen sloop van overtollige agrarische bedrijfsbebouwing plaatsgevonden. Wij zijn van mening dat niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 11.1, lid 3 onder b. van de Vr. Het opnemen van deze bestemming 'Wonen-1' op het perceel Blauwloop 2 te Loon op Zand is dan ook in strijd met artikel 11.1, lid 3 onder b. van de Vr. Aanwijzing 3, t.a.v. bestemmingsvlak Wonen-1 Loonse Molenstraat 10 Loon op Zand De bestemming "Wonen-1" inclusief eventuele overige aanduidingen op het adres Loonse Molenstraat 10 te Loon op Zand treedt niet in werking. In onze zienswijze van 18 juli 2011 hebben wij - onder het kopje 'retrospectieve toets' - onder meer vermeld dat, vanwege het ontbreken van een volledig en gedegen onderbouwd inzicht, wij in de planfase van het ontwerp niet kunnen beoordelen of de bestemmingstoedeling en omvang van onder meer niet-agrarische bestemmingen, provinciale belangen schaadt. Wij hebben daarom gevraagd dit aan te vullen. In bijlage 1 van onze zienswijze hebben wij in aanvulling op deze retrospectieve toets gevraagd ook nog inzicht te geven in de ontwikkelingen die in deze bijlage zijn genoemd. Op 17 januari 2012 heeft hierover een ambtelijk overleg plaatsgevonden naar aanleiding van een verzoek om nadere informatie onzerzijds. De vastgestelde bestemming 'Wonen-1' op het perceel Loonse Molenstraat 10 te Loon op Zand, is opgenomen ter plaatse van een vigerend bouwblok voor een agrarisch bedrijf. In het overleg van 17 januari 2012 is door de gemeente aangegeven dat het bestemmingsvlak 'Wonen' qua omvang gelijk is aan het vigerende agrarische bouwblok en dat geen sloop van overtollige bebouwing heeft plaatsgevonden. In de retrospectieve toets is opgenomen dat op het perceel geen agrarisch bedrijf meer is gevestigd. Hervestiging van een agrarisch bedrijf is ongewenst in verband met de omgevingswaarden. 8/18 Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand

Hoofdstuk 2 Vr - zorgvuldig ruimtegebruik Op grond van artikel 2.1 Vr dient elke ruimtelijke ontwikkeling gepaard te gaan met zorgvuldig ruimtegebruik. Wij constateren dat de omvang van het vigerende agrarische bouwblok onveranderd is overgenomen voor de woonbestemming. Nu niet in een verkleining van het bouwvlak wordt voorzien, geeft het plan onvoldoende invulling aan het principe van zorgplicht voor ruimtelijke kwaliteit. Aldus bestaat strijdigheid met artikel 2.1 Vr. Hoofdstuk 2 Vr - verbetering ruimtelijke kwaliteit Op grond van artikel 2.2 Vr dient elke ruimtelijke ontwikkeling gepaard te gaan met een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige en potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft of van het gebied waarvan de gemeente de voorgenomen ontwikkeling in hoofdlijnen heeft beschreven. Aangezien met het opnemen van de woonbestemming sprake is van een ruimtelijke ontwikkeling en bij de vaststelling niet is voorzien in kwaliteitsverbetering als bedoeld in artikel 2.2 Vr is er op dit punt sprake van strijd met de Vr. Dit klemt te meer, nu het bestemmingsvlak 'Wonen-1' qua omvang onveranderd is ten opzichte van het vigerende agrarische bouwblok. Hoofdstuk 11 Vr Dit hoofdstuk van de Vr bevat regels voor wonen buiten bestaand stedelijk gebied. Een bestemmingsplan dient regels te stellen ter voorkoming van nieuwbouw van woningen. Het artikel kent een beperkt aantal uitzonderingen op de regel dat er geen nieuwe woningen mogen ontstaan. Hier is artikel 11.1, lid 3 onder b. van toepassing. Hierin is bepaald dat het gebruik van een voormalige bedrijfswoning als burgerwoning mogelijk is, mits is verzekerd dat er geen splitsing in meerdere wooneenheden plaatsvindt en dat overtollige bebouwing wordt gesloopt. Zoals hiervóór is vermeld, heeft er geen sloop van overtollige bebouwing plaatsgevonden. Wij zijn van mening dat niet wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 11.1, lid 3 onder b. van de Vr. Het opnemen van deze bestemming 'Wonen-1' op het perceel Loonse Molenstraat 10 te Loon op Zand is dan ook in strijd met artikel 11.1, lid 3 onder b. van de Vr. Aanwijzing 4, t.a.v. nieuw niet-grondgebonden agrarisch bedrijf Zijstraat 20 De Moer Het bouwvlak binnen de bestemming Agrarisch met de aanduiding "Functieaanduiding intensieve kwekerij" aan de Zijstraat 20 te De Moer treedt niet in werking. Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand 9/18

In onze zienswijze van 18 juli 2011 hebben wij - onder het kopje 'retrospectieve toets' - onder meer vermeld dat, vanwege het ontbreken van een volledig en gedegen onderbouwd inzicht, wij in de planfase van het ontwerp niet kunnen beoordelen of de bestemmingstoedeling en omvang van onder meer niet-agrarische bestemmingen, provinciale belangen schaadt. Wij hebben daarom gevraagd dit aan te vullen. In bijlage 1 van onze zienswijze hebben wij in aanvulling op deze retrospectieve toets gevraagd ook nog inzicht te geven in de ontwikkelingen die in deze bijlage zijn genoemd. Op 17 januari 2012 heeft hierover een ambtelijk overleg plaatsgevonden naar aanleiding van een verzoek om nadere informatie onzerzijds. Ter plaatse is in het vigerend bestemmingsplan buitengebied van 1997 geen agrarisch bouwblok toegestaan. Op 17 januari 2012 hebben wij de gemeente gevraagd hoe dit bouwblok is ontstaan. De gemeente heeft hierop geen antwoord kunnen geven. Wel heeft de gemeente aangegeven dat het bedrijf een taugékwekerij betreft. Op 1 februari 2011 hebben wij van de gemeente Loon op Zand het verzoek gekregen een wijzigingsplan goed te keuren waarin op onderhavige locatie een nieuw bouwblok wordt gevestigd voor een taugé-kwekerij. Dit verzoek was gebaseerd op de oude WRO. Wij hebben dit wijzigingsplan niet in behandeling genomen omdat wij daar onder de huidige Wro niet meer toe bevoegd zijn. Dit hebben wij destijds ambtelijk per e-mail en telefonisch aan de gemeente medegedeeld. In deze mail hebben wij ook de procedure voor wijzigingsplannen geschetst zoals deze onder de vigerende Wro dient te worden gevolgd. Daarbij hebben wij ook aangegeven dat conform artikel 3.1.1 Bro vooroverleg met de provincie dient plaats te vinden over wijzigingsplannen die het provinciaal belang raken. Daarnaast hebben wij op de inhoud tevens aangegeven dat het wijzigingsplan de nieuwvestiging van een bouwblok voor een taugékwekerij betreft in agrarisch gebied. Een dergelijk bedrijf beschouwen wij gelet op de door de gemeente in het wijzigingsplan beschreven activiteiten als een overig niet-grondgebonden agrarisch bedrijf. Artikel 8.4 sub a van de Verordening ruimte bepaalt dat nieuwvestiging van een overig nietgrondgebonden agrarisch bedrijf in agrarisch gebied niet wordt toegestaan. Wij hebben de gemeente te kennen gegeven daarom beroep in te stellen en voorlopige voorziening te vragen indien de gemeente een nieuw wijzigingsplan conform de vigerende Wro bij ons aanmeldt. Naar aanleiding hiervan hebben wij geen nieuw wijzigingsplan van de gemeente ontvangen en constateren wij thans dat het bouwblok rechtstreeks is opgenomen in onderhavig bestemmingsplan. De nieuwvestiging van het bouwblok ten behoeve van de intensieve kwekerij aan de Zijstraat 20 is derhalve strijdig met artikel 8.4 sub a van de Verordening ruimte. 10/18 Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand

Aanwijzing 5, t.a.v. onvoldoende bescherming ehs De bestemming "Agrarisch met waarden - Natuur- en Landschapswaarden" op de gronden die in deze aanwijzing zijn opgenomen met de legendaeenheid "Aanwijzing 5, t.a.v. onvoldoende bescherming ehs" treedt niet in werking. Op blad 3 en 4 van de verbeelding zijn enkele percelen gelegen binnen de ecologische hoofdstructuur (ehs) zoals begrensd in de Verordening ruimte, die de bestemming "Agrarisch met waarden - Natuur- en Landschapswaarden" hebben gekregen. Bij deze percelen ontbreekt de nadere aanduiding specifieke vorm van agrarisch met waardennatuurontwikkeling (saw-no) waardoor deze percelen binnen de ehs niet adequaat worden beschermd. Ten gevolge van het ontbreken van de nadere aanduiding saw-no zoals opgenomen in artikel 6.1 sub l onder 2, worden ten aanzien van deze percelen alleen landschappelijke waarden en geen natuurwaarden beschermd op basis van de doeleindenbeschrijving. Ook ontbreekt daardoor een adequaat aanlegvergunningstelsel ter bescherming van natuurwaarden op deze percelen, zoals geregeld in artikel 6.6 sub d van de regels. Het voorgaande is strijdig met artikel 4.2 van de Verordening ruimte,waarin wordt bepaald dat een bestemmingsplan gelegen in de ehs strekt tot behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van de aanwezige ecologische waarden en kenmerken en tevens regels stelt tot bescherming van deze waarden en kenmerken. Deze aanwijzing betekent dat voor de betreffende percelen het bestemmingsplan Buitengebied 1997 van kracht blijft. Hierin is ten aanzien van deze percelen wel een adequate bescherming opgenomen in de doeleindenbeschrijving en vigeert ook een op de waarden afgestemd aanlegvergunningstelsel. Aanwijzing 6, t.a.v. vergroting bestemmingsvlakken Wonen De bestemmingsvlakken Wonen-1 die geen aanduiding 'specifieke vorm van wonenwoonboerderij' hebben en groter zijn dan 1.500m 2 treden inclusief alle bijbehorende aanduidingen niet in werking. In onze zienswijze hebben wij opgemerkt dat in een aantal gevallen op de plankaart de bestemmingsgrenzen erg ruim zijn gelegd in relatie tot de bestaande bebouwing. Dit betreft ook een groot aantal woonpercelen. Op 17 januari 2012 heeft een ambtelijk overleg plaatsgevonden waarbij dit ook besproken is aan de hand van een aantal voorbeelden op luchtfoto's. Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand 11/18

De gemeente heeft daarbij niet aan kunnen geven welke beweegredenen zij heeft gehad om de percelen in deze omvang op te nemen anders dan 'op basis van bestaande rechten'. Dit komt echter niet overeen met de bestaande rechten zoals bedoeld in de Vr, maar is voornamelijk gebaseerd op eigendomsrechten: in het geldende plan is er immers voor woningen zonder aanduiding 'woonboerderij' sprake van bouwvlakken met een omvang van 1.500m 2. Daarnaast is er vaak geen directe relatie met het daadwerkelijke gebruik van de gronden als tuin/erf. Hierdoor vallen gronden die in gebruik zijn als bos, weiland, akker en dergelijke nu ook binnen het bestemmingsvlak Wonen-1. Hoofdstuk 2 verordening - zorgvuldig ruimtegebruik Op grond van artikel 2.1 Vr dient er sprake te zijn van zorgvuldig ruimtegebruik. Dit houdt in dat er uitgegaan dient te worden van concentratie van bebouwing, maar ook van overige voorzieningen (erf- en tuinfunctie). Bij het vergroten van de bestemmingsvlakken voor woondoeleinden zijn ook delen van percelen die nu niet benut worden voor de woonfunctie en in het geldend plan een gebiedsbestemming hebben binnen de bestemming Wonen-1 gebracht. Dit maakt het mogelijk meer gronden voor die functie te gaan benutten, ook al is dat niet altijd voor bebouwing. Hierdoor breidt de invloed van de woonbestemming zich verder uit over het buitengebied. Deze wijze van bestemmen strookt niet met het uitgangspunt van zorgvuldig ruimtegebruik en de noodzaak hiertoe is ook onvoldoende onderbouwd vanuit 2.1 Vr. Hoofdstuk 2 verordening - verbetering ruimtelijke kwaliteit Daarnaast dient op grond van artikel 2.2 Vr elke ruimtelijke ontwikkeling gepaard te gaan met een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige en potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap of cultuurhistorie of van de extensieve recreatieve mogelijkheden van het gebied waarop de ontwikkeling haar werking heeft of van het gebied waarvan de gemeente de voorgenomen ontwikkeling in hoofdlijnen heeft beschreven. Door de gekozen wijze van bestemmen zijn er ten opzichte van het geldende plan - soms aanzienlijk - verruimde bestemmingsvlakken ontstaan. Deze bestemmingsvlakvergroting is rechtstreeks in het plan opgenomen en betreft een relevante ruimtelijke ontwikkeling die een behoorlijke waardevermeerdering van de betrokken gronden vertegenwoordigt, zonder dat dit gepaard is gegaan met een navenante verbetering van de landschappelijke kwaliteit. Hoofdstuk 4 verordening Op grond van artikel 4.2 Vr dient een bestemmingsplan ter plaatse van de ecologische hoofdstructuur (ehs) te strekken tot behoud, herstel of duurzame ontwikkeling van de ecologische waarden en kenmerken van de onderscheiden gebieden. Door niet de daadwerkelijke grenzen van de woonfuncties als uitgangspunt te nemen voor het bestemmingsvlak, maar de eigendomsgrenzen, zijn gronden die voorheen een gebiedsbestemming hadden nu in de vergrote bestemmingsvlakken Wonen opgenomen. 12/18 Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand

Dit geldt ook voor gronden die in de Vr zijn aangeduid als ehs. Omdat de toegestane bebouwing binnen deze bestemming niet in een afzonderlijk bouwvlak is vastgelegd kunnen gebouwen over het hele perceel, inclusief het als ehs aangemerkte gebied worden gesitueerd. Dit houdt in, dat het vergroten van sommige bestemmingsvlakken in een aantal gevallen ook in strijd is met hoofdstuk 4 Vr, namelijk voor zover daarbij als ehs aangeduide gebieden in de bestemming Wonen-1 zijn opgenomen. Gelet op het bovenstaande achten wij het ongewenst dat de bestemmingsvlakken die groter zijn dan de voorheen opgenomen omvang van 1.500m 2 in werking treden. Deze aanwijzing betekent dat voor de locaties in kwestie het geldende plan van kracht blijft. Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 7 Bedrijf Aanwijzing 7, t.a.v. vergroting oppervlakte bedrijfsbebouwing Artikellid 7.3.2 treedt niet in werking. Op grond van artikel 7.3.2 kan onder voorwaarden een omgevingsvergunning worden verleend voor het uitbreiden van de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen met een maximum van 25% voor agrarisch technische hulpbedrijven en agrarisch verwante bedrijven en met een maximum van 15 % voor niet-agrarische bedrijven. In onze zienswijze van 18 juli 2011 hebben wij gevraagd ten aanzien van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen het principe van kwaliteitsverbetering (artikel 2.2 Vr) in het vastgestelde plan door te vertalen. In artikel 7.3.2 ontbreekt de voorwaarde, zoals die wel ten aanzien van andere ruimtelijke ontwikkelingen aan de planregels is toegevoegd, dat de wijziging gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuurhistorie en/of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied. Dit is strijdig met artikel 2.2 Verordening ruimte. Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 10 Horeca Aanwijzing 8, t.a.v. vergroting oppervlakte bedrijfsbebouwing Artikellid 10.3.2 treedt niet in werking. Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand 13/18

Op grond van artikel 10.3.2 kan onder voorwaarden een omgevingsvergunning worden verleend voor het uitbreiden van de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen met een maximum van 15 %. In onze zienswijze van 18 juli 2011 hebben wij gevraagd ten aanzien van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen het principe van kwaliteitsverbetering (artikel 2.2 Vr) in het vastgestelde plan door te vertalen. In artikel 10.3.2 ontbreekt de voorwaarde, zoals die wel ten aanzien van andere ruimtelijke ontwikkelingen aan de planregels is toegevoegd, dat de wijziging gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuurhistorie en/of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied. Dit is strijdig met artikel 2.2 Verordening ruimte. Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 11 Maatschappelijk Aanwijzing 9, t.a.v. vergroting oppervlakte bedrijfsbebouwing Artikellid 11.3.2 treedt niet in werking. Op grond van artikel 11.3.2 kan onder voorwaarden een omgevingsvergunning worden verleend voor het uitbreiden van de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen met een maximum van 15 % respectievelijk 25%. In onze zienswijze van 18 juli 2011 hebben wij gevraagd ten aanzien van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen het principe van kwaliteitsverbetering (artikel 2.2 Vr) in het vastgestelde plan door te vertalen. In artikel 11.3.2 ontbreekt de voorwaarde, zoals die wel ten aanzien van andere ruimtelijke ontwikkelingen aan de planregels is toegevoegd, dat de wijziging gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuurhistorie en/of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied. Dit is strijdig met artikel 2.2 Verordening ruimte. Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 13 Recreatie - Dagrecreatie Aanwijzing 10, t.a.v. vergroting oppervlakte bedrijfsbebouwing Artikellid 13.3.2 treedt niet in werking. 14/18 Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand

Op grond van artikel 13.3.2 kan onder voorwaarden een omgevingsvergunning worden verleend voor het uitbreiden van de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen met een maximum van 15 %. In onze zienswijze van 18 juli 2011 hebben wij gevraagd ten aanzien van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen het principe van kwaliteitsverbetering (artikel 2.2 Vr) in het vastgestelde plan door te vertalen. In artikel 11.3.2 ontbreekt de voorwaarde, zoals die wel ten aanzien van andere ruimtelijke ontwikkelingen aan de planregels is toegevoegd, dat de wijziging gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuurhistorie en/of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied. Dit is strijdig met artikel 2.2 Verordening ruimte. Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 18 Recreatie - Verblijfsrecreatie Aanwijzing 11, t.a.v. vergroting oppervlakte bedrijfsbebouwing Artikel 18.3.2 treedt niet in werking. Op grond van artikel 18.3.2 kan onder voorwaarden een omgevingsvergunning worden verleend voor het uitbreiden van de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen met een maximum van 15 %. In onze zienswijze van 18 juli 2011 hebben wij gevraagd ten aanzien van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen het principe van kwaliteitsverbetering (artikel 2.2 Vr) in het vastgestelde plan door te vertalen. In artikel 11.3.2 ontbreekt de voorwaarde, zoals die wel ten aanzien van andere ruimtelijke ontwikkelingen aan de planregels is toegevoegd, dat de wijziging gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuurhistorie en/of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied. Dit is strijdig met artikel 2.2 Verordening ruimte. Aanwijzing(en) ten aanzien van regels - Artikel 20 Sport - Manege Aanwijzing 12, t.a.v. vergroting oppervlakte bedrijfsbebouwing Artikel 20.3.2 treedt niet in werking. Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand 15/18

Op grond van artikel 20.3.2 kan onder voorwaarden een omgevingsvergunning worden verleend voor het uitbreiden van de bestaande oppervlakte aan bedrijfsgebouwen met een maximum van 20 %. In onze zienswijze van 18 juli 2011 hebben wij gevraagd ten aanzien van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen het principe van kwaliteitsverbetering (artikel 2.2 Vr) in het vastgestelde plan door te vertalen. In artikel 11.3.2 ontbreekt de voorwaarde, zoals die wel ten aanzien van andere ruimtelijke ontwikkelingen aan de planregels is toegevoegd, dat de wijziging gepaard gaat met een aantoonbare en uitvoerbare verbetering van de aanwezige of potentiële kwaliteiten van bodem, water, natuur, landschap en/of cultuurhistorie en/of van extensieve recreatieve mogelijkheden van het plangebied. Dit is strijdig met artikel 2.2 Verordening ruimte. 16/18 Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand

Vaststellingsbesluit Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, overwegende dat er vanuit een oogpunt van bescherming van provinciale belangen aanleiding is een reactieve aanwijzing te geven op het bestemmingsplan 'Buitengebied 2011' van de gemeente Loon op Zand, vastgelegd en vastgesteld op 15 december 2011 met plan IDN NL.IMRO.0809.BPBuitengebied2011-VG01; dit is uitgewerkt en gemotiveerd in "Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand"; gelet op de Wet ruimtelijke ordening; BESLUITEN: vast te leggen en vast te stellen het besluit "Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand" en dit langs elektronische weg beschikbaar te stellen onder planidn: NL.IMRO.9930.ra0809bg-va01. 's-hertogenbosch, 24 januari 2012. Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, P.M.A. van Beek, bureauhoofd Toezicht Ruimtelijke Ontwikkeling. Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand 17/18

Beroep Een belanghebbende kan op grond van het bepaalde in artikel 8.2 Wet ruimtelijke ordening rechtstreeks beroep instellen tegen dit besluit bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA 's-gravenhage. De termijn voor indiening van een beroepschrift tegen het aanwijzingsbesluit vangt aan met ingang van de dag na die waarop dit besluit door burgemeester en wethouders ter inzage is gelegd. Belanghebbenden hebben ingevolge artikel 8.81 Algemene wet bestuursrecht de mogelijkheid om, indien - gelet op de betrokken belangen - onverwijlde spoed dit vereist, gelijktijdig met of na de indiening van het beroepschrift, een verzoek om voorlopige voorziening in te dienen bij de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. 18/18 Reactieve aanwijzing tav Buitengebied 2011 Loon op Zand