Inleiding. Inhoud. Lees dit boekje maar eens door; het is de moeite waardig! Veel plezier en succes met zeilen. De instructiecommissie



Vergelijkbare documenten
WWS Dameszeilen! Kort lesschema! Benamingen en begrippen!

JEUGDZEILEN KZVW. Praktijk en theorie. Jeudzeilopleiding Kustzeilvereniging Wassenaar

CWO. Jan van Galen Juniorwacht - 1 -

Diploma eisen Jeugdzeilen CWO I, II en III Pagina 1 van 5

CWO 1. Optimist WSV De Ank. Dit boek is van:

Handboek Optimist zeilen. Van...

H5 Commando s & Manoeuvres

JZVB 2015: CWO 1 & 2 JZVB 2015

Dit boekje is van: ...

Zeil insigne kielboot 1. Termen Zeil standen Overstag Gijpen Stormrondje... 5 BPR Regels Goed zeemanschap...

Dit boekje is van: ...

Bij meer wind en hogere golven, mast meer naar achteren zetten. Bij weinig wind en geen golven meer naar voren (maximaal rechtop.)

Leskaart CWO 2 Zeezeilen

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part I)

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part 2)

Kielboot zeilen - Basistheorie Overstag Manoeuvre

Insigne Zeilen CWO Kielboot I

Leidraad Jeugdzeilen

Inhoudsopgave hoofdstuk 2 Jeugdzeilen

Eisen Insigne zeiler (groen) CWO-Kb-II

CWO 1 Instructiemateriaal

YSCO Diploma zeilen NASAF 1 Criteria + Theorie

Handleiding Max Fun 25.

WELKOM BIJ DE JEUGDZEILOPLEIDING VAN DE WSV HOORN (WSV

Naam :... Theorie optimisten 3 DWSV 1

Cursus FJ Uitgave 2.0 DWSV. Lesprogramma Flying Junior DWSV

Inhoudsopgave hoofdstuk 5 Kielboot Algemeen diploma Kielboot Richtlijnen voor toetsing Schip en uitrusting...

Halzen. met. Clipper Stad Amsterdam

YSCO Diploma zeilen NASAF 1 & 2 eisen NASAF 1 Oefen Theorie

Kielboot insigne eisen CWO handboek opleidingen 2007 en NTR 1999

Theorie Eisen Kielboot 1

Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise:

Naam: Telefoon: Naam groep:

Deel 3: Aan boord instructie 3.1 Kielboot

Kielboot (versie 2012)

Koppels en krachten. Hoe werkt mijn cat?

Examen CWO kielboot II

WV het Bovenwater. Theorie CWO 1. Naam: Groep:

10 (wedstrijd) TIPS VOOR PATINZEILERS

Inhoudsopgave hoofdstuk 5 Kielboot

Inhoudsopgave hoofdstuk 3 Zwaardboot

Naam :... Hoofdstuk 1: Zorg goed voor jezelf Hoofdstuk 2: De Optimist Hoofdstuk 3: De Optimist vaarklaar

INTRODUCTIE KEUS 22 FRIESE SPORTBOOT VAN DE WERELD TIJD NIEUWS IETS VOOR

Sleeptraining Christofoor Zeeverkenners Zwolle

CWO II Theorie. 1. Schiemanswerk. 2. Zeiltermen. Op deze pagina vind je de theorie van CWO II KB. Het is een aanvulling op de theorie CWO I.

INSTRUCTIEBOEKJE LICHTMATROOS ZV CANISIUS NIJMEGEN INHOUD

Hoe stel ik mijn mm boot af vooral de zeilen dat is het belangrijkste en waar zeil ik mee

WSB CLUBAVOND LEER GIJPEN OP NIVEAU

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam

Examen CWO kielboot I

CWO KB 1 Instructie boek Zeeverkennersgroep De Argonauten

Verklaring zeewaardigheid schip /zeevaardigheid schipper

6/7-Daagse Zomercusus Catzeilen Catclub Egmond aan Zee-Zuidstrand

Inhoudsopgave hoofdstuk 3 Zwaardboot

1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?

Zeilles geven. Opleiding Kielbootinstructeur 2 en 3. Versie In ontwikkeling. ûlepannezeilvakanties. watersport voor iedereen

Zeil instructies voor de Texelstroom

Materiaal Reglement Versie: Datum:

Tips voor 1-persoonscatamarans

WSV De Maas Venlo. (Wedstrijd)regels voor zeilers: (uitleg van de gebruikte zeiltermen, zie bjilage 1)

Trim je mast in vijf stappen

Het houden van een spreekbeurt

Wat is verantwoordelijkheid en waarom is het belangrijk?

TOELICHTING OP DE THEORIE-EISEN Kielboot I, II en III

DEELINSIGNE VI ZEILEN

Ahoy! Mijn naam is Moos Matroos. Aan boord steek ik graag mijn handen uit de mouwen én maak ik veel plezier. Wil je ook aan de slag als matroos?

Goedgekeurd in de BV van 26 februari 2007

RS-Feva. Handleiding. RACING MANUAL (Part 3)

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Waarom deze boot? Joop de Jong (47) Klasse IOM of 1-meterklasse Lengte 100 cm Nieuwprijs complete set vanaf 700 Website

Transport over land en te water laten van de boot

Deel 1: Jeugdinstructie 1.4 Jeugdzeilen kielboot

Ter ondersteuning van die boek zijn er ook diverse CWO instructiespellen & oefenexamens gemaakt die te vinden zijn op:

Inleiding. Autisme & Communicatie in de sport

Welkom. De zeilinstructeurs van Wavie

INHOUD. Inleiding 4. Bijlagen 133 I EHBO 134 II Knopen, steken, takelingen en de oogsplits 136 III Een open kielboot tot in detail 138.

Werkmap Zeilinstructeur niveau 3 - Kielboot

Lekker leren zeilen op de Braassem

De startgids voor wedstrijdzeilen

Van huidige situatie naar gewenste situatie

VKZ Voor en Door 2013

Vlagvoering aan boord : Een aantal vlaggen zijn welkom aan boord en een ander aantal zijn zeker niet toegelaten.

Onlangs hebben wij u het nieuwe watersportprogramma 2018 aangeboden! In de bijlage is het hele programma nogmaals bijgevoegd.

Veiligheidsreader. 9 e editie 14 oktober tot en met 19 oktober Versie: Final

Tafel met laatje en stoel Etui en papieren op tafel, evt. speelgoed/mooi blaadje o.i.d. Schilderstape Lege dozen Lege jerrycan o.i.d.

Borden en diversen 13 maart 2017

Commando's & Manoeuvres

Veiligheidsreader 27 e studenteneditie van de Race of the Classics

mx ÄuÉx~}x D Eigendom van:. Deze zeilvaardigheden zijn nodig om eis nr.1 van de derde klasse eisen af te tekenen.

DEEL 4.1 KAJUITJACHTZEILEN

JWF Zeilinstructie theorie

Instructie. Roeien. Sturen. Omslaan-avond. Theorie-avond

Werkmap Zeilinstructeur niveau 2 - Kielboot

Gebruiksaanwijzing gennaker Liberté

Brevetopleidingen Sloepgast


HANDBOEK. JEUGDZEILEN CATAMARAN Alles wat je moet weten, van beginner tot gevorderde

MODULE #7 CORE PURPOSE

Transcriptie:

Inleiding Voor je ligt het vernieuwde waardigheidsreglement. In dit waardigheidsreglement kun je lezen wat je allemaal moet kunnen en weten om waardig te worden voor de boten van D.Z. Euros. Op een aantal punten is het waardigheidsreglement aangepast om het weer helemaal up to date te maken. De belangrijkste aanvulling is een gedeelte over de Laser 2. Naast het waardigheidsreglement is er een hoofdstuk opgenomen over lesgeven. In dit hoofdstuk wordt een methode behandeld die je als waardige zou kunnen gebruiken bij het lesgeven aan mensen die nog niet waardig zijn. Lees dit boekje maar eens door; het is de moeite waardig! Veel plezier en succes met zeilen. De instructiecommissie Versie 5, juli 1999 Inhoud Het waardigheidsreglement... 2 Inleiding... 2 Sterns en Laser 2... 3 Jonkie en Overtijd... 8 Lichtekooi en Doordraijer...12 Algemene zaken...15 Slotbepalingen...17 Het lesgeven...18 Inleiding...18 Drie manieren van lesgeven...20 Een model in vijf stappen...21 Belangrijke opmerkingen in het algemeen...24-1-

Het waardigheidsreglement Inleiding Waardig zijn houdt in dat je zelfstandig met de boot waarvoor je waardig bent, mag varen op het voor die boot toegestane vaarwater. Waardigheid is iets unieks binnen onze zeilvereniging. Ten eerste omdat je met een behaalde waardigheid buiten de vereniging erg weinig kunt, in die zin dat er geen officieel diploma aan gekoppeld is, en ten tweede omdat buiten de vereniging behaalde diploma's niet zonder meer gelden binnen de vereniging. Dit geeft een erg somber beeld van de situatie. Het is namelijk wel zo dat de eisen voor waardigheid voor een bepaalde boot zoveel mogelijk overeen komen met de eisen die gesteld worden aan het behalen van een officieel diploma bij een erkende zeilschool. Naar bepaalde aspecten zal bij waardigheid iets minder gekeken worden, terwijl bepaalde specifieke kenmerken van Eurosboten extra aandacht krijgen. Voor de mensen die voor of tijdens hun Euros-lidmaatschap al eens naar een ANWB-zeilschool geweest zijn (waar CWO-diploma's afgegeven worden), zal dit waarschijnlijk inhouden dat voor hen het behalen van een waardigheid niet erg moeilijk is. Anderzijds hebben Euros-waardigen bij een zeilschool een duidelijke voorsprong op beginnende en misschien zelfs gevorderde zeilers. Zoals al aangegeven, is kennis van specifieke eigenschappen van Eurosboten van belang voor waardigheid. Dit houdt in dat je in principe voor elk type boot apart waardig verklaard zult moeten worden. In dit waardigheidsreglement komen de eisen voor waardigheid voor de verschillende boten aan de orde. Deze zijn opgesteld aan de hand van controlelijsten die door de Commissie Watersport Opleidingen (CWO) gehanteerd worden. Het waardigheidsreglement is geschreven door de instructiecommissie en wordt in principe verstrekt aan iedereen. Mocht je nog vragen of opmerkingen hebben naar aanleiding van deze versie, neem dan alsjeblieft contact op met iemand van de instructiecommissie. -2-

Sterns en Laser 2 Algemeen De Sterns en Laser 2 zijn de zwaardboten van de vereniging. Er liggen zwaardboten in Akkrum en aan het Twentekanaal. In Akkrum liggen ze bij jachthaven "Tusken de Marren", in het gras bij de trailerhelling. Ze liggen, met de mast erop, onder een dektent, of op de kop als er geen dektent is. Bijna alle onderdelen liggen in het sternschap in de loods van de haven om ze te beschermen tegen diefstal en weersinvloeden. Aan het Twentekanaal liggen ze op de trailers of in het gras, ook met de mast erop. De oude Sterns hebben geen dektent. Alle losse onderdelen liggen in de sternkist in de loods. Decadent en Noname.bak zijn de nieuwesterns,derodeendeblauwezijndeoude. In alle zeilen van de Sterns staat het nummer van de boot waar het zeil bij hoort. Elke boot heeft verder een eigen zeilzak waarin alle zeilen bewaard worden. Natte zeilen hangen altijd in de berging. Alle andere onderdelen van de boot zijn met een kleurcode gemerkt. Deze letters en kleurcodes zijn: Rode Stern 1098 rood Blauwe Stern 1130 blauw Noname.bak 1137 groen Decadent 1138 wit Onderdelen mogen in geen geval tussen de boten verwisseld worden. Uitzondering hierop zijn de zwemvesten. Deze zijn door elkaar te gebruiken, naar voorkeur. De inventaris moet altijd worden gecontroleerd. Als er iets mist wordt de laatste gebruiker aansprakelijk gesteld, tenzij deze kan aantonen dat het zijn of haar schuld niet was. De eisen voor waardigheid Iemand kan waardig verklaard worden als diegene: - goed bekend is met alles wat tot nu toe beschreven is - de regels voor waardigheid, waardig verklaren en uitgifte kent - praktijkeisen beheerst - de theorie-eisen goed kent en toepast - weet hoe de boot moet worden achtergelaten Voor Sternwaardigheid moet men daarnaast de kwetsbare punten van de nieuwe Sterns kennen. Voor Laser 2-waardigheid de kwetsbare punten van de Laser 2. Vanwege de vele overeenkomsten tussen Stern en Laser 2, hoeft nog maar één waardige zijn goedkeuring te geven om een Sternwaardige Laser 2-waardig te verklaren. Deze regel geldt ook andersom. -3-

Kwetsbare punten nieuwe Sterns - Zwaard en roer zijn van hout en zijn dus bij het minste of geringste beschadigd. Deukjes en krassen zijn funest voor de stroomlijn. Reparatie is gedurende het seizoen niet uitvoerbaar. - Het voordek is van dun polyester. Voorkom dus dat het nodig is om hier over heen te gaan. Als je toch over het voordek gaat, verdeel de druk dan zoveel mogelijk door te gaan liggen of zitten. - Op de maststeun kun je niet staan of zitten. - Er is een spiboom van dun aluminium. Daar komen dus snel deuken in, en de grijze beschermlaag is er ook snel af. Neem deze spiboom dus alleen mee met wedstrijden. - Je mag absoluut niet in de boot staan als hij niet in het water ligt. Bij hoge uitzondering kun je op de doft zitten. - De zwaardkast is er niet op gemaakt om je tegen af te zetten (bij het naar buiten gaan) of om op te zitten. - Bij het overeind zetten na omslaan mag je niet op het uiteinde van het zwaard gaan staan, anders breekt het zwaard. - Let er bij het omslaan op dat je met de trapezehaak geen krassen in de boot maakt. - De doorvoer van fokkeval onder de lummel is gevoelig voor schuren, je moet dus alleen loodrecht naar beneden aan de val trekken. - De grootzeilval is erg dun, waardoor hij snel van het blokje onder in de mast loopt. Trek dus altijd recht omhoog. - Zet zo kort mogelijk spanning op de zeilen: zo laat mogelijk spannen en na het zeilen direct weer ontspannen. Dit geldt onder andere voor de onderlijkstrekker en de bierstrekker van de fokkeval. - Bij alle trim erop letten dat de zaak niet overbelast wordt. Je moet de mastdrukkers en de zalingen bijvoorbeeld niet zó stellen dat de mast in een S-vorm buigt, en de zeilen niet voorbij de band trekken. Kwetsbare punten Laser 2 - Deukjes en krassen in roer en zwaard zijn funest voor de stroomlijn. Reparatie is gedurende het seizoen niet uitvoerbaar. - Pas op als je langs de mast wilt lopen. De boot ligt om voor je het weet. - Je mag absoluut niet in de boot staan als hij niet in het water ligt. - Een Laser 2 steekt 1,10 meter. Dit is dieper dan bijvoorbeeld een Stern of een Valk. Je loopt daardoor veel sneller vast. Het zwaard kan bij vastlopen niet omhoog klappen zoals bij een Stern, waardoor gaat het zwaard snel kapot als je vastloopt. Trek dus het zwaard een stuk omhoog als je niet zeker weet of het water diep genoeg is. - Bij het overeind zetten na omslaan mag je niet op het uiteinde van het zwaard gaan staan, anders breekt het zwaard. - Let er bij het omslaan op dat je met de trapezehaak geen krassen in de boot maakt. -4-

- Zet zo kort mogelijk spanning op de zeilen: zo laat mogelijk spannen en na het zeilen direct weer ontspannen. Dit geldt onder andere voor de onderlijkstrekker en de fokkeval. - Bij alle trim erop letten dat de zaak niet overbelast wordt. De moet je verstaging bijvoorbeeld niet zó stellen dat de mast in een S-vorm buigt. Eisen praktijk - Optuigen van de boot Mast zetten en strijken. Vallen aanslaan, zeillatten in het grootzeil doen, neerhouder bevestigen en alle andere lijnen inscheren. Boot in het water leggen over een rol of met veel mensen tillen. Dan roer aanhangen. - Hijsen en strijken Bij de oude Sterns moet eerst de fok gehesen worden en daarna het grootzeil. Strijken in omgekeerde volgorde. Bij de andere boten maakt de volgorde niet uit. Vallen opschieten en wegbergen. De boot nooit opgetuigd laten liggen. Als je niet kort aanlegt moet je het grootzeil strijken, het onderlijk ervan ontspannen, de fokkeval losser zetten en de fok oprollen rond de voorstag. - Omgaan met onervaren mensen Leer anderen in- en uitstappen. Zorg hier ervoor dat het zwaartepunt laag in het midden van de boot blijft. Laat zwemvest, pak en trapezebroek aantrekken als dat nodig is. Onervaren mensen desnoods instrueren over omslaan. - Spinakeren Ga alleen spinakeren als je hiermee genoeg ervaring hebt. Zoniet, laat de boom en de spinaker aan de wal, en laat de spivalopberger (alleen bij de nieuwe Sterns) ontspannen. Als je wilt spinakeren moet je onder alle omstandigheden kunnen zetten en strijken. De rollen van de stuurman en de fokkenist moeten bekend zijn. - Boot nachtklaar maken Zelflozers dicht doen, zwaard omhoog trekken (Sterns) of eruit halen (Laser 2), roer eraf halen en de boot op de kant trekken, en letten op ruimte voor de mast. Natte zeilen te drogen hangen, droge losjes oprollen. - Stand en bediening van de zeilen Stand (ruwweg) van grootzeil en fok bij de verschillende koersen kennen. Zeilen laten vieren tot ze net niet killen, of beter: gebruik maken van de telltales. Oploeven en afvallen met de juiste schootvoering van zowel grootzeil en fok beheersen. Je moet de boot rechtop kunnen zeilen, oftewel neutraal op het roer. - Overstag gaan De gangbare commando s voor overstag gaan kennen en gebruiken. Zorg voor voldoende snelheid en ruimte. -5-

- Gijpen en gijp kunnen vermijden Je moet kunnen zien aankomen wanneer gegijpt moet worden. Kunnen gijpen op de voor zwaardboten goede manier, waarbij de stuurman aan de toekomstige loefkant zit en de bemanning voor het overkomen van de giek zorgt. Gijp kunnen opvangen zonder al te grote koerswijzigingen. Maak een stormrondje indien nodig. - Afvaren van hogerwal en langswal Andere vaartuigen niet hinderen. Bij wegvaren van langswal voldoende snelheid hebben. Over de goede boeg wegvaren bij een hogerwal. Eventueel fok bak en zwaard omhoog gebruiken. - Aankomen op hogerwal en langswal Op een van tevoren uitgekozen plaats landen met een lage snelheid. Sliplanding en opschieter goed beheersen. De manoeuvre afbreken en overdoen als hij dreigt te mislukken. - Omslaan en oprichten van de boot Weten in welke situaties zwaardboten omslaan. Na het omslaan nagaan of men compleet is (niemand onder een zeil, vast in trapeze, etc). Schoten uit de klem halen en eventuele spi strijken. Boot halve wind rechtop trekken door dicht tegen de romp op het zwaard te gaan staan. Eventueel fokkeschoot van de loefkant gebruiken. Halve of ruime wind droogzeilen met spiegelkleppen en zelflozers open. Rekening houden met sterk toegenomen gewicht als er water in de boot staat. Bij de nieuwe Sterns en Laser 2 is het belangrijk om te voorkomen dat de boot doorkentert. De mast is namelijk van aluminium en stroomt vol met water. Voorkomen door iemand z.s.m. naar masttop te laten zwemmen of een drijver in de top van de mast te hangen. - Zwaar weer zeilen Goed weten wat te doen bij harde wind. Niet gaan varen als men niet zeker is, voldoende ervaring hiervoor aan boord hebben. Belangrijkste punten zijn: altijd zwemvesten gebruiken, goede kleding en borgen van inventaris, gebruik van de overloop (lijn strakker), stand van zeilen en zwaard in verband met neutrale trim. - Bootvervoer Hoe het beste gesleept te worden: waar sleeplijn bevestigen, hoe bochten nemen. Men dient zich voordat men de boot met een trailer gaat vervoeren, goed op de hoogte te stellen van de techniek hiervan. Met name de ondersteuning en inklemming van de boot, mast, giek, roer en zwaard zijn belangrijk. Zorg ervoor dat er niets kan rammelen. Boot opbinden met één lijn boven de achterste steun en één lijn bij de boeg. Schudt aan de trailer om te kijken of alles goed vast zit. Mast in het midden strak naar beneden trekken ter hoogte van de doft. Zo snel mogelijk ook weer ontspannen. -6-

Eisen theorie - Reglementen Goed kennen en toepassen van de regels van het BPR. - Knopen en steken Het op juiste wijze en plaats leggen van alle aan boord gebruikelijke knopen en steken. Tevens beleggen van kikkers en klemmen en het opschieten van vallen en lijnen. - Manoeuvres Van de bij praktijk genoemde manoeuvres goed de handelingen kennen en de volgorde ervan verklaren. Ook loef- en lijgierigheid kunnen verklaren en weten hoe men dit verhelpt. - Jachtetiquette Enige kennis hebben van gedragscodes op het water. Achterlaten van de boot - In Akkrum moeten alle losse onderdelen (peddel, hoosblik, roer, zwemvesten, trapezebroek, schoten, zeilen, landvasten) in het schap in de loods gelegd worden. Let erop dat er geen losse harpjes aan de boot blijven, maar hou die bij de zeilen. Leg geen zware voorwerpen (roer, giek) boven op de zeilen. Aan het Twentekanaal moeten alle losse onderdelen in de sternkist gelegd worden. Alleen de boot zelf en de mast mogen buiten blijven. - Zeilen opgerold in het schap leggen. Probeer natte zeilen te drogen tijdens het aftuigen zodat ze daarna kunnen worden opgerold. Als het drogen niet lukt moet je de zeilen uithangen. Als de schoten nat zijn niet opschieten, maar netjes los leggen. Bij de nieuwe sterns de grootschoot aan de giek laten. - Boten die niet op de trailer gelegd worden en waar geen dektent voor is moeten op de kop worden gelegd. Bij de nieuwe sterns de dektent over de boot doen. Zorg ervoor dat hij goed vast zit. In dit geval blijft de mast op de boot staan (in alle andere gevallen niet!). Vergeet niet dat de giek aan de mast moet blijven om inwateren te voorkomen. - De mast netjes opbinden, zodat vallen, stagen, enz. niet in de knoop komen te zitten. - Spiegelkleppen open zetten. - De boot goed schoonmaken, zowel buiten als binnen. Als het goed is zijn hiervoor sponzen, een borstel en allesreiniger aanwezig. Zorg dat de luchtkasten droog zijn (1 cm water in de luchtkast is niet goed genoeg). - Controleer de boot en alle onderdelen op schade. Kijk met name goed of de vallen al aan vervanging toe zijn. Zodra er iets van slijtage te zien is moeten ze vervangen worden. Neem onderdelen die niet in Akkrum gerepareerd kunnen worden mee naar Enschede. - Eventuele schade en bijzonderheden doorgeven aan het bestuur. -7-

Jonkie en Overtijd Algemeen Jonkie en Overtijd liggen in Akkrum in jachthaven Tusken de Marren. De twee Draijers lijken erg veel op elkaar wat zeileigenschappen en tuigage betreft. Daarom zal niet op beide boten apart worden ingegaan. Is de waardigheid voor een van de Draijers eenmaal behaald, dan hoeft nog maar één waardige voor de andere Draijer zijn goedkeuring te geven om ook hiervoor de waardigheid te behalen. Verder kan dispensatie verleend worden als ja al waardig bent voor één Draijer, en in de bouwploeg van de andere gezeten hebt. Hiervoor kun je het beste het bestuur raadplegen. Om vooral verschillen wat betreft mast zetten en strijken, motorgebruik, zwakke punten, gewicht en vaargebied onder de aandacht te brengen is uitgegaan van twee aparte waardigheden. Voor vertrek Controleer altijd de inventaris voor je vertrekt met behulp van de checklist in het onderhoudshandboek. Mist er iets na jouw vertrek dat daarvoor nog aanwezig was, dan draai jij voor de kosten op. Controleer de zeilen op scheuren en zeillatten en kijk of de verstaging nog goed geborgd is. Lees het logboek even door en meld je bij de havenmeester af voor je vertrek (niet aanwezig: een briefje werkt ook). Eisen praktijk Voor het behalen van de Jonkie en Overtijd waardigheid moeten de volgende punten in voldoende mate beheerst worden: - Zeilklaar maken en klaarmaken voor de nacht Zeilklaar maken: Huikje verwijderen, kraanlijn doorzetten, fok aanslaan, vallen aanslaan, fokkeschoten bevestigen. Klaarmaken voor de nacht: Vallen loshalen en klappervrij aan de spiboomogen bevestigen, fok droog in zeilzak, grootzeil opdoeken, kraanlijn doorzetten, zeilkleden aanbrengen, rommel opruimen en controlerenofschipnoggoedvastligt. - Verhalen van het schip Zonder gebruikmaken van de motor maar met spierkracht, daarbij niets beschadigend, het schip kunnen verplaatsen. Denk er aan dat je met één lijn niet kunt sturen. Beter is met twee mensen en twee lijnen, een voor en een achter, dan kan er nog geremd worden met de lijnen. Het beste jaag je door een zo lang mogelijke lijn in de mast van de boot te hijsen en daar mee te jagen. -8-

- Hijsen en strijken van de zeilen Ga eerst met de kop in de wind gaan liggen, zonodig verhalen. In principe moet je eerst het grootzeil hijsen en pas daarna de fok. Bij het strijken geldt de omgekeerde volgorde. De manoeuvre moet je ook varend beheersen. Grootzeil en fok moet je kunnen opdoeken. - Stand en bediening van de zeilen Onder alle koersen de stand van de zeilen weten. De sturende werking van de zeilen kennen. - Overstag gaan De overstag moet doelmatig gebruikt worden, maar bovenal veilig en volledig onder controle. Zorg voor voldoende snelheid en ruimte. - Gijpen en een gijp kunnen vermijden Ook de gijp moet vooral doelmatig gebruikt worden, en veilig en volledig onder controle. Maak zonodig een stormrondje. - Opkruisen in alle wateren Maak in druk vaarwater effectief gebruik van de korte en lange slag. Inzicht hebben in het moment wanneer je een overstag het beste kunt maken en wat er vervolgens bij komt kijken. - Aanleggen aan hoger-, langs- en lagerwal Op een van te voren uitgekozen plaats landen met een lage snelheid. Sliplanding en opschieter goed beheersen. De manoeuvre afbreken en overdoen als hij dreigt te mislukken. Snelheid kunnen regelen door middel van aantrekken en vieren van het zeil. Bij aanleggen op lagerwal de zeilen strijken op een bovenwinds punt, leg landvasten klaar en hang de stootwillen op aan de goede kant. Dobber, wrik of motor naar de lagerwal. Denk aan de giek die over de kant hangt als je aan de kant komt. - Afvaren van hoger-, langs- en lagerwal Over de goede boeg weg varen. Bij lagerwal gebruik maken van de wrikriem of de motor, als je die hebt. Zorg ervoor dat het hijsen in een keer goed en soepel gaat want bij een beetje krachtige wind kan een hoop misgaan. - Afmeren van het schip Je moet het schip langszij een steiger of een ander schip of tussen palen af kunnen meren met behulp van landvasten en springen. Lijnen moeten lang genoeg zijn en de juiste knopen en steken worden gebruikt. - Man-over-boord-manoeuvre Deze manoeuvre goed beheersen om de drenkeling snel en veilig weer uit het water te halen. - Nemen van bruggen en sluizen Je moet de brug- en sluisseinen kennen. Opletten dat mast en giek de brug niet raken. Let goed op het andere verkeer. Juist hierbij gebruik kunnen makenvanmotorenwrikriem. -9-

- Ankeren Bij het ankeren moet er vooral op gelet worden of de ankergrond goed is, en of de ankerplaats veilig is. Controleer of je na ankeren op dezelfde plaats blijft liggen (geen "krabbend anker"). Steek minimaal 3x de diepte aan ankerlijn. - Loskomen van aan de grond Je moet kunnen loskomen van aan de grond wanneer je bent vastgelopen. Dit kan met behulp van zeilen en gewichtstrim. Principe van geforceerde gijp en snelle overstag kennen en toe kunnen passen. - Varenopdemotor Je moet de voor die motor specifieke eigenschappen kennen, en iets van slepen afweten. Op de motor zowel voor- als achteruit kunnen varen en aan kunnen leggen. - Kunnen reven en de noodzaak ervan kennen Weten wanneer gereefd moet worden en een rif kunnen steken. Volgorde van reven kennen. Ook ontreven moet beheerst worden. - Mast zetten en strijken Strijken bij Overtijd en Jonkie is verschillend. Je moet de strijktalie op Overtijd kunnen gebruiken en spanning van achterstag halen (zorg dat de achterstag niet in de schroef komt). Gevaar lummelbeslag, wantputtings en terminals onderkennen en veiligheid in acht nemen. Let op dat als je de mast strijkt, de boot niet schommelt in verband met zwakke mastvoet. - Wrikken Wrikken is een kunstje voor helden, je moet het leren. Theorie - De voornaamste regels uit het BPR kennen In ieder geval bakboord-stuurboord, loef-lij, motor-zeil. Enkele lokaal geldende regels zoals zeilen op het P.M.-kanaal. - Voornaamste knopen en steken beheersen In ieder geval paalsteek, platte knoop, slipsteek, mastworp, achtknoop, kikkerbelegging (weinig slagen, één halve steek). Ook het opschieten van lijnen moet beheerst worden. - Motor Brandstof en starterkransprobleem van de motor kennen. Jonkie en Overtijd hebben dezelfde motor. Deze motoren drinken 1:100. Oliepeil kunnen controleren en olie toe kunnen voegen. Breekpen kunnen vervangen. - Jachtetiquette De belangrijkste dingen van jachtetiquette weten en toe kunnen passen (bijvoorbeeld vlagvoering, beleefdheid en goed zeemanschap). -10-

Achterlaten van de boot Voor je de boot achterlaat, moet je de volgende dingen doen: - Inventaris controleren. Als jij iets kwijt hebt gemaakt moet je zelf voor vervanging zorgen. - Alle bederfelijke waar meenemen of weggooien, in ieder geval niet aan boord laten. - De afwas doen en de thermoskannen omspoelen en open laten staan. - Binnen schoonmaken met een sopje van allesreiniger en dettol. - Dek schrobben met een borstel en slootwater, nooit een schuursponsje of schuurmiddel gebruiken. Als het dek erg smerig is kun je allesreiniger toevoegen. - Kuipkastjes schoonmaken met allesreiniger. De kuipvloer alleen met water schoonmaken. - Waterlijn schoonmaken met een spons of zachte borstel. - Natte doekjes uithangen. - Zeilen netjes opvouwen en natte zeilen drogen. Eventueel uitleggen in het vooronder als ze nog niet droog zijn als je vertrekt. Natte zeilen nooit opvouwen. Als je de zeilen uithangt in de loods moet je dit wel melden in het logboek. - Bij Overtijd het huikje over het grootzeil en bij Jonkie de dektent erop. - Roer vastzetten. - Aan beide zijden van de boot stootwillen hangen - Benzinekraantje en ontluchting van de motor dichtdraaien. - Motor in het water laten en niet opklappen, dan is hij niet zo kwetsbaar en lekt hij ook geen olie. - Aftanken en anders ruim voldoende benzine geld achterlaten - Vallen netjes wegbinden, anders klappert het zo. - Vlag, spiboom en wrikriem binnen leggen. Bij Overtijd ook reddingboei en drijflicht binnen leggen. - Logboek invullen, vooral bijzonderheden zoals watervoorraad, accu en benzine. - Lenspompen. - Boot afsluiten en controleren of zij wel goed vast ligt. Bij Overtijd moet het slot op de kop liggen om te voorkomen dat er regenwater in loopt. - Afmelden bij de havenmeester. - Eventuele schade en bijzonderheden doorgeven aan het bestuur. -11-

Lichtekooi en Doordraijer Algemeen Lichtekooi en Doordraijer zijn van het type E22. De E22 is wat lengte betreft amper groter dat een Draijer. Ze is echter breder, zwaarder, en de kiel steekt dieper. Dit zijn drie aspecten waarmee je tijdens het varen terdege rekening moet houden. Om alvast een idee te krijgen van wat er in ieder geval van je verwacht wordt, is het handig eerst de waardigheidseisen van de Draijers eens door te lezen. De E22 heeft geen motor, en dit heeft consequenties voor de eisen die aan E22- waardigheid worden gesteld. Een aankomend E22-waardige moet ook laten zien dat hij/zij die motor ook niet nodig heeft. Creativiteit is nodig: door verhalen, wrikken, zeilen, laten slepen en wachten kan heel wat bereikt worden; het kost echter vaak wat meer tijd. Die tijd moet je ook nemen. Mede om die reden moet je ook een zekere rust uitstralen en voldoende verantwoordelijkheid tonen voor je bemanning, jezelf en je schip. Dit is allemaal niet zo gemakkelijk in eisen te vatten. Daarom is er hier, in tegenstelling tot bij Overtijd en Jonkie, een minimum aan eisen gesteld. Aan die eisen moet je in ieder geval voldoen, maar je moet net een tikkeltje meer hebben. Praat daar eens over met een E22-waardige. Aanvullende eisen Eisen theorie en praktijk zijn net als bij Jonkie en Overtijd. Het stuk over de motor is hier niet van toepassing. Verder gelden de volgende aanvullingen: - Wrikken Omdat er geen motor in de boot zit moet het wrikken zeer goed beheerst worden. - Navigatie Een redelijke kennis van navigatie wordt verwacht. Werken met stroomatlassen, kennis van betonningssystemen, uitzetten van koersen, kompaspeilen, interpreteren van weerberichten, tochtplanning en kennis van navigatielichten. - Ankeren en ankerop gaan Aangezien je met Lichtekooi en Doordraijer in moeilijke situaties niet even de motor aan kunt zetten, is het soms nodig snel te ankeren. Dit moet je snel en veilig kunnen, zonder alles in de knoop te krijgen en/of het anker te verspelen. - Marifooncertificaat De E22 s hebben een marifoon. Als er een marifoon aan boord is, ben je wettelijk verplicht iemand aan boord te hebben met een marifooncertificaat. Dit behoort de waardige te zijn. Je bent niet eerder waardig dan dat je je Marcom-B certificaat hebt gehaald en een kopie hebt ingeleverd bij de secretaris. Voor het behalen van het Marcom-B certificaat worden -12-

landelijke examens gehouden. Informeer bij het bestuur voor data en een eventuele tegemoetkoming in kosten. - Strijken en zetten van de mast Dit verschilt duidelijk met de mast van Jonkie en Overtijd. De mast is veel zwaarder en de manoeuvre is moeilijker. Achterlaten van de boot Voor je de boot achterlaat, moet je de volgende dingen doen: - Binnen schoonmaken met een sopje van allesreiniger en dettol. Vooral onder de matrassen, motorhok, alle vakjes, de keuken, de origo en het riool. Het vooronder als het erg nat is geworden. Denk ook aan het touwen- en blikkenvak. - Schoonmaakdoekjes te drogen leggen. - Alle bederfelijke waar meenemen of weggooien, in ieder geval niet aan boord laten. - Zeven flessen spiritus en twee flessen lampenolie achterlaten. - De afwas doen en de thermoskannen omspoelen en open laten staan. - Bij Doordraijer de gaspatronen uit de zwemvesten halen. De zwemvesten netjes uitleggen of uithangen, dan drogen ze goed en gaat bij Doordraijer het zouttablet langer mee. - Dek schrobben met een borstel en slootwater, nooit een schuursponsje of schuurmiddel gebruiken. Als het dek erg smerig is kan je iets allesreiniger toevoegen. - Waterlijn schoonmaken met een spons of zachte borstel. - Zeilen netjes opvouwen en natte zeilen drogen. Eventueel uitleggen in het vooronder als ze nog niet droog zijn als je vertrekt. Natte zeilen nooit opvouwen. - Grootzeil netjes opdoeken en het huikje er over doen. - Roer vastzetten. - Aan beide zijden van de boot stootwillen hangen. - Vallen netjes wegbinden, anders klappert het zo. - Achterstag van spanning halen. - Bij Doordraijer de beschermkapjes over het log en kompas doen. - Kussens rechtop tegen de wand zetten, zodat ze kunnen luchten. - Luik van het motorhok open zetten (dan ventileert het beter). - Patrijspoortjes open met de bankjes ervoor tegen inregenen. - Bij Lichtekooi het voorluik op ventileren zetten. Als je dit bij Doordraijer doet regent het naar binnen. - Joon, spibomen, wrikriem, lierhendel en reddingboei met drijflicht binnen leggen. - Hoofdschakelaar uitzetten. (Bij Doordraijer ook de sleutelschakelaars bij de accu s) -13-

- Afsluiters open zetten. - Logboek invullen, vooral bijzonderheden zoals de staat van de accu s en de watertank. - Boot afsluiten, slot op de kop leggen, en controleren of zij wel goed vast ligt. - Afmelden bij de havenmeester. - Eventuele schade en bijzonderheden doorgeven aan het bestuur. -14-

Algemene zaken Waardigverklaring Leden en donateurs kunnen waardig verklaard worden. Dit houdt in dat zij zelfstandig met de boot waarvoor zij waardig zijn verklaard mogen varen op het voor die boot toegestane vaarwater. Op het moment dat jij denkt het aan te kunnen om verantwoord en zelfstandig een bepaalde boot te gaan schipperen, onderneem je zelf actie. Na kennis genomen te hebben van de waardigheidseisen uit het waardigheidsreglement voor de betreffende boot, en van de onderdelen betreffende vrije uitgifte uit het Huishoudelijk Reglement, stap je op twee waardigen af en vraag je of zij goed willen opletten hoe je vaart. Als deze waardigen jou waardig vinden, vraag je hun het waardigheidsdiploma voor je in te vullen, en de belangrijke punten van de boot en van de lijst met eisen en verantwoordelijkheden met je door te nemen. Als dit gebeurd is zet je je eigen handtekening onder het diploma, en stuur je een kopie naar de secretaris van Euros. Belangrijk: zolang deze kopie nog niet in bezit van de secretaris is, ben je nog niet officieel waardig! Om ervoor te zorgen dat iemand die tijdens een evenement waardig is verklaard, kan schipperen tijdens dat evenement, geldt het volgende. Vanaf het ogenblik dat het waardigheidsformulier volledig is ingevuld, ben je gerechtigd onder verantwoordelijkheid van jezelf en je waardigverklaarders zelfstandig te varen met het schip waarvoor je waardig bent verklaard. Voor de vrije uitgifte kom je pas in aanmerking als de secretaris in het bezit is van je waardigheidsformulier. Pas dan ben je officieel waardig. Je vaart dan niet meer onder gedeeltelijke verantwoordelijkheid van je waardigverklaarders. Waardigheidsformulieren zijn te verkrijgen bij de secretaris, liggen als het goed is in de boot en zijn mee bij veel evenementen. Als je waardig bent mag je ook anderen waardig verklaren. Het wordt sterk aanbevolen dit pas te doen als je al geruime tijd waardig bent voor die boot. Pas als je zelfstandig gaat varen, merk je dat een aantal zaken, ondanks dat je al waardig bent, toch nog niet zo soepel lopen. Ook kun je in het begin waarschijnlijk nog niet goed beoordelen in hoeverre anderen aan de eisen voldoen. De boot achter laten in een andere haven Mocht iemand de boot in een andere haven dan de thuishaven willen achterlaten, dan moet eerst overleg worden gepleegd met de secretaris. Als je dit niet doet zijn de extra kosten voor jezelf. Neem na de uitgifteperiode nogmaals contact op met de secretaris om te melden waar je de boot daadwerkelijk achtergelaten hebt. -15-

Vermissing van inventaris Als blijkt dat er iets niet aanwezig is op het schip, koop het dan. Als het meer dan fl. 50,- kost eerst overleggen met het bestuur. Schrijf in het logboek dat het weg was en dat je het vervangen hebt. Neem tevens contact op met de penningmeester en dien, als je daar recht op hebt, een declaratie in (met bonnetje!). Ga dit niet zelf verrekenen met de uitgifteprijs. Als er tijdens jouw uitgifteperiode iets van de inventaris weg geraakt blijkt te zijn, draai jij voor de kosten op. Om te voorkomen dat jij ten onrechte voor de kosten van vermiste dingen opdraait moet je dus bij aankomst op het schip altijd de inventaris controleren. Een inventarislijst is aanwezig op alle boten. Wanprestatie Als een lid of donateur denkt dat iemand een wanprestatie geleverd heeft, is hij/zij verplicht het bestuur daarvan op de hoogte te stellen. Na gebleken wanprestatie krijgt de waardige in kwestie in ieder geval een officiële waarschuwing. Afhankelijk van de aard van wanprestatie en historie kan de waardigheid voor één of meerdere boten ingetrokken worden door het bestuur. Na intrekking van de waardigheid voor een bepaalde boot moet degene die ontwaardigd is minimaal één stem krijgen van iemand die hem/haar nog niet eerder voor die boot waardig verklaard heeft om opnieuw waardig te worden. Verder geldt de normale procedure voor waardigheid, zoals in dit reglement beschreven. Evenementen Bij evenementen geldt dat de organisatie zorg draagt voor de boten en de inventaris vooraf en na afloop checkt. Zij kan dit ook delegeren aan een bij het evenement betrokken waardige, die er dan verantwoordelijk voor is. Verrekening van eventuele schade of vermissingen vindt plaats via de organisatie met de penningmeester, tenzij anders wordt afgesproken. De organisatie kan voor de rest van een evenement de waardigheid van een bepaalde persoon voor een bepaalde boot intrekken op basis van wanprestatie en/of slechte mentaliteit. In geval van overmacht kan de organisatie iemand waardig verklaren voor een bepaalde boot voor de duur van het evenement. Schade varen De verzekering hanteert een eigen risico voor alle boten. Dit eigen risico moet door jou betaald worden als schade ontstaat door jouw schuld. Voor details moet je het Huishoudelijk Reglement van D.Z. Euros raadplegen. Als je schade vaart, volg dan de verzekeringsinstructies in de bootmap op! Dit is van groot belang voor de afhandeling van de schade. -16-

Slotbepalingen Het waardigheidsreglement is een commissiereglement zoals bedoeld in artikel 5.4 van het Huishoudelijk Reglement en regelt de waardigheid van leden zoals bedoeld in artikel 8.2 van het Huishoudelijk Reglement. Het bijwerken van het waardigheidsreglement is de taak van de instructiecommissie. Iedere waardige behoort op de hoogte te zijn van het meest recente waardigheidsreglement. Het waardigheidsreglement is te verkrijgen bij het bestuur of de instructiecommissie. Bestuursbesluiten staan altijd boven het waardigheidsreglement. Een lid/donateur kan zich niet aan de hand van dit reglement beroepen op een door het bestuur omtrent waardigheid genomen beslissing. Voor alle gevallen waarin dit reglement niet voorziet gelden de besluiten van het bestuur van D.Z. Euros. -17-

Het lesgeven Het lesgeven Inleiding Waardig worden. Daar ben je nu wellicht nog mee bezig of je bent het al. En als je dan waardig bent, wat dan? Waardig worden. Dat klinkt gek, maar dat blijft natuurlijk doorgaan ookal ben je zelf waardig. Als je waardig bent binnen Euros, wordt er echter nog wel het een en ander van je verwacht. Ten eerste natuurlijk dat je voorzichtig bent met de bootjes, maar dat spreekt voor zich. Wat we echter nog meer van je verwachten, is dat je je ook inzet voor de vereniging. Dit houdt onder meer in dat je ook anderen moet leren zeilen. Er zijn nog heel wat leden die moeten worden ingewijd in de wondere wereld van het zeilen! Dit hoofdstuk gaat over het geven van zeilles. Lees het aandachtig door; er staan belangrijke dingen in. Dit hoofdstuk is een hulpmiddel voor jou bij het geven van zeilles aan mensen die nog niet waardig zijn. Let wel: een hulpmiddel, het is dus absoluut niet de bedoeling om je een alwetend verhaal aan te leveren waarmee je meteen perfect les kan geven. Lesgeven moet je leren en dat kan alleen door het vaak te doen. Gaandeweg zul je merken dat het lesgeven je steeds gemakkelijker afgaat. Zie je het lesgeven even niet meer zitten of heb je vragen, vraag dan om hulp of een voorbeeldles aan iemand met meer ervaring in les geven. In dit instructieprogramma gaan we steeds uit van een beginniveau. Dat wil zeggen: de cursist zit voor het eerst in een boot en weet absoluut niets van zeilen. Wat is nu het belang van dit programma? Als beginnend instructeur heb je snel de neiging je te veel te gaan concentreren op details en mensen te snel te veel dingen aan te leren. Ook is het zeer zinvol om een bepaalde volgorde aan te houden, met het idee eerst eenvoudige basiszaken te leren en pas later de meer ingewikkelde zaken. Tijdens instructieweken krijgt de niet-waardige van verschillende mensen les, en het is zaak dat iedereen het op min of meer dezelfde manier vertelt omdat anders de niet-waardige verward zal worden en de moed kan opgeven. Natuurlijk zijn er meerdere manieren om iets goed te doen, maar als je de manier zoals in dit werkje gebruikt heb je in ieder geval een houvast waarmee de beginnende zeiler goed uit de voeten kan. Bewaar dus jouw speciale manier van lesgeven voor later, als je wat meer ervaring hebt met lesgeven. Iets anders wat ook zeer belangrijk is, is het volgende: Euros is geen zeilschool! Vooral bij instructieweken moet je goed in de gaten houden dat het gezelligheidsaspect ook erg belangrijk is. Sommige mensen gaan in eerste instantie mee op een instructieweek om vakantie te vieren, en daarnaast eventueel nog wat te leren zeilen. Ga dus niet van 's morgens 9 tot 's avonds 6 fanatiek lesgeven. De beste manier is gedoseerd lesgeven, dus ongeveer één uur les, dan -18-

Het lesgeven een pauze van een half uur en daarna weer een blok les. Op die manier leren mensen meer, en het maakt het voor jezelf ook een stuk aangenamer (vergeet niet ook zelf te zeilen, jij bent ook op vakantie!). Terrasjes zijn er niet voor niets, al is het natuurlijk ook weer niet de bedoeling om de hele dag op de kant te zitten. Lesgeven, een vak apart Bij het geven van (zeil)les moet je in ieder geval één ding hebben en dat is een onuitputtelijke voorraad geduld. Wat voor jou vanzelfsprekend is, is voor de beginnende zeiler compleet nieuw. Gun hem dus de tijd om dingen tot zich door te laten dringen. Een leerling die zich opgejaagd voelt door een instructeur leert niks meer en wat nog erger is: hij wil uit frustratie ook niks meer leren. En dat terwijl iedereen kan leren zeilen! Het is dus erg belangrijk dat je een cursist het idee geeft dat het allemaal perfect gaat, ook al vaart hij vier keer achter elkaar tegen de kant op. Iets wat ook heel erg belangrijk is, is dat je de cursist de gelegenheid geeft om voldoende te oefenen. Je kunt het nog zo goed uitgelegd hebben, maar als hij een manoeuvre niet voldoende kan oefenen zal hij het na vijf minuten weer vergeten zijn, en dan heb jij je tijd mooi voor niets verdaan. Perfectionisme Zeilen leer je door het vaak te doen. Het heeft dus weinig zin om binnen één instructieweek het hele scala van zeilen te behandelen. Je bouwt eerst een basis op, die je later kunt perfectioneren. Als een cursist dus een bepaalde manoeuvre redelijk beheerst, ga je door naar de volgende. Op die manier kun je in een dag of vier alle basismanoeuvres van het zeilen (roerwerking, hijsen/strijken, overstag, gijp, aanleg) behandelen. Na die vier dagen zal de cursist geen van deze handelingen perfect beheersen, maar wel onder begeleiding van een instructeur veilig terug kunnen komen bij de Ebenhaëzer. Het principe is dus bekend. Vanuit deze basis kun je later zijn zeilniveau verbeteren. Denk eraan: Eerst inzicht, dan pas techniek. -19-

Het lesgeven Drie manieren van lesgeven Je kunt iemand op drie manieren leren zeilen. 1. Docerend lesgeven. De instructeur vertelt, de cursist luistert en doet na. Dit werkt het beste bij theorieles, maar het is behoorlijk saai, en de aandacht zal snel verslappen. 2. Interactief lesgeven. Door vragen te stellen aan de cursist en in te springen op antwoorden geeft de instructeur richting aan het gesprek. Dit bevordert het inzicht van de cursist. Niet alleen het hoe, maar ook het waarom is belangrijk. 3. Zelfontdekkend lesgeven. De cursist leert al onderzoekende zeilen. Een echte 'trial and error'-methode. De rol van de instructeur beperkt zich tot het voorkomen van gevaarlijke situaties. Meestal leert de cursist op deze manier het meest en het kan voor zeer komische taferelen zorgen (vooral als je van een afstandje toekijkt). Maar realiseer je dat dit niet de beste manier is! Tijdens het lesgeven zul je afwisselend en gecombineerd gebruik maken van deze werkvormen. Probeer de docerende manier niet te veel te gebruiken. Welke manier je het meest gebruikt hangt af van hoe iemand iets aanleert. Vaak heb je te maken met een cursist die een combinatie is van iemand die graag luistert, iemand die veel vragen stelt en iemand die het graag zelf uitzoekt. -20-

Het lesgeven Een model in vijf stappen Hieronder is een model beschreven aan de hand waarvan je goed les kunt geven. Bedenk dat dit slechts een model is en zeker niet het model. Eerst wordt het model getekend, daarna komt er wat uitleg bij. Niveau inschatten Doel stellen Instructie Oefenen Evaluatie Vóór we dit model zullen uitleggen eerst nog even het volgende. Elke zeilmanoeuvre kan in stapjes verdeeld worden. Dit is zeer belangrijk bij het lesgeven, want de manoeuvre op zich is te groot om in één keer te behandelen. De gijpmanoeuvre kan bijvoorbeeld als volgt in stapjes worden onderverdeeld. 1. voor de wind varen (fok valt dood) 2. in het midden gaan zitten 3. commando "klaar voor de gijp" 4. blijven sturen en blijven kijken 5. schoot binnen halen en giek laten overkomen 6. na gijp schoot gecontroleerd laten vieren 7. aan de nieuwe loefzijde gaan zitten en de normale stuurhouding weer aannemen Het onderverdelen van deze manoeuvre lijkt misschien wat overdreven, maar je kunt op deze manier je les heel goed opbouwen door te beginnen met stapje 1, en pas als dit goed beheerst wordt door de cursist ga je in je volgende les de volgende stap behandelen enzovoort. Bij de uitleg van het model wordt ook steeds dit voorbeeld gebruikt. -21-

Het lesgeven De uitleg van het model Stap 1: Niveau inschatten Zet de cursist aan het roer en kijk wat hij kan en nog niet kan. Doe dit door middel van open opdrachten, dat wil zeggen vaar eens naar die molen (waar bijvoorbeeld een overstag nodig is) of draai eens een rondje van 360. Door deze opdrachten te geven zie je meteen of hij een gijp of overstag kent en die ziet aankomen (inzicht). Ga daarna pas gesloten opdrachten geven ( maak eens een gijp of leg de boot eens aan ). Dan zie je wat er in de manoeuvre zelf nog niet goed gaat. Het spreekt voor zich dat als de open opdrachten niet goed gaan, je de gesloten opdrachten achterwege kunt laten en meteen les kan gaan geven. Vraag ook naar de zeilervaring en naar wat ze zelf van hun zeilervaring vinden. Uitgaande van het voorbeeld: Je wilt in je les de gijp gaan behandelen. Bij het niveau inschatten blijkt dat de cursist de roerwerking nog niet begrijpt. Dat betekent dus dat je je gijples wel kunt vergeten! Vanuit deze kennis ga je je een doel stellen (tweede stap in het model). In dit geval is dat een compleet nieuwe les (de roerwerking). Het kan ook zijn dat je één of twee stapjes in de manoeuvre terug gaat. In de rest van de voorbeeldles gaan we er vanuit dat je wél een gijples kunt geven. Stap 2: Doel stellen Bij elke nieuwe beurt van een cursist ga je jezelf een doel stellen van wat je de cursist in die les wilt aanleren. Pas op dat je je doel niet te groot neemt, beter een paar lesjes met kleine doelen die onthouden worden dan één les met een te groot doel dat meteen weer vergeten wordt! Even uitgaande van de voorbeeldles: een goed doel zou hier zijn om de eerste les de cursist puur het goed voor de wind leren varen. Het hangt natuurlijk ook een beetje van de feeling en de intelligentie van de cursist af hoe groot je je doel neemt. Nog iets: vertel altijd aan de cursist wat je gaat behandelen en waarom. Het is belangrijk dat ze de samenhang tussen de verschillende lesjes zien, anders leren ze perfect voor de wind varen maar gaan ze bij een complete gijp waanzinnige bochten maken omdat ze niet door hebben dat het voor de wind varen ook bij een gijp hoort! Stap 3: Instructie Je hebt het lesdoel bepaald en gezien dat dat niet te hoog gegrepen is. Nu ga je instructie geven, maar let op dat je je lesdoel vasthoudt en niet andere dingen erbij gaat betrekken. Leg eerst duidelijk uit wat de bedoeling is en vraag of ze je begrijpen. Maak gebruik van hulpmiddelen (krijtjes, schoenen, meerpennen e.d.) Voer dan de manoeuvre uit maar belicht vooral dat element dat je je als lesdoel hebt gesteld. De rest is even bijzaak, en komt in de volgende les aan het licht. Laat de cursisten het aan elkaar uitleggen (zo hou je ook de rest actief) Doe de manoeuvre een paar keer voor, en vertel vooral ook waarom je het zo doet. Vooral in dit deel van de les zijn de verschillende lesgeeftechnieken van groot belang! (zie blz. 20). -22-

Het lesgeven Stap 4: Oefenen Nu komt de cursist aan het roer. Laat hem de manoeuvre een aantal keer uitvoeren. Wees niet te ongeduldig, een keer of vijf zes is echt niet te veel! Nu komt een van de moeilijkere dingen van het lesgeven: HOU JE MOND! Laat hem fouten maken, hij moet het zelf ontdekken. Je kunt kleine aanwijzingen geven, maar probeer hem zelf te laten uitvinden wat er fout gaat en waarom. Juist daar leert hij het meeste van! Laat andere cursisten aanwijzingen geven en commentaar leveren. (Leg ook geen kilo's zout op iedere slak die je tegenkomt!) Stap 5: Evaluatie Het lesblok wordt afgesloten met een korte evaluatie. Vraag de cursist wat hij er van vond en of hij iets niet begreep. Vertel wat er goed ging (heel belangrijk) en wat nog niet helemaal perfect was. Denk eraan dat positieve kritiek beter wordt onthouden dan negatieve. De informatie uit deze evaluatie kun je gebruiken bij de volgende les die, als je nog verder gaat met de gijples, weer begint met het stellen van een doel. (stap 2). Als je een nieuwe manoeuvre begint (bijv. de hogerwal aanleg) start je weer met stap 1. Goed, het model is nu helemaal besproken. Schrik niet, op papier lijkt het of je voor één lesje een hele morgen bezig bent, maar in de praktijk gaat het allemaal veel sneller. Wat vooral belangrijk is, is dat je de instructiefase goed onderscheidt van de oefenfase. Nogmaals: geduld is een schone zaak! Als een cursist aan het einde van een les het doel nog niet beheerst, ligt dat voor 80% aan jouw les, en voor 20% aan hemzelf. Begin dus gewoon opnieuw maar blijf hem de indruk geven dat alles volgens plan verloopt. Hoewel: heel grote blunders mag je best afkraken, het zijn tenslotte geen kleine kleuters die je aan boord hebt! Nog een ding wat wel belangrijk is: probeer aan het einde van de dag nog even een controle fase in te bouwen, waarbij je alle manoeuvres die je die dag hebt behandeld nog eenmaal laat uitvoeren door de cursist. Geef geen commentaar, kijk alleen en onthoud of schrijf op. Op deze manier kun je perfect zien wat de cursist die dag daadwerkelijk heeft geleerd. Als hij op dat moment een redelijke gijp kan maken kun je er van uit gaan dat hij dat de volgende dag ook nog kan, en dat er dan dus verder kan worden gegaan met een heel ander onderwerp. Geef dit ook door aan de andere instructeurs!! Dit is heel belangrijk anders is de cursist de hele week bezig met één manoeuvre en blijft hij hangen in het instructieprogramma. -23-

Het lesgeven Belangrijke opmerkingen in het algemeen - Wees niet te snel tevreden, maar blijf niet eeuwig bij één onderwerp hangen. Desnoods kun je er later op de dag op terug komen. Het gaat erom een basis aan te leren, waarbij je als instructeur alleen ingrijpt als het echt nodig is. Perfecte gijpen en overstagen komen later wel. - Gebruik aanschouwelijke lesmiddelen: krijt, schoenen, andere bootjes e.d. - Geef eerst positieve kritiek en dan pas negatieve. Positieve kritiek wordt beter onthouden. Geef ook niet te veel commentaar. - Maak korte beurten van ongeveer 5 minuten, zeker in het begin. Bij perfectioneren kun je meer tijd nemen. Betrek de rest van de bemanning bij je les! - Coach niet teveel. Je kunt iedereen naar een perfecte aanleg toe praten, maar dat wil niet zeggen dat ze het ook zelfstandig kunnen! - Je bent als schipper verantwoordelijk voor je bemanning en voor je schip (in die volgorde!). Grijp dus op tijd in en zorg dat je in kunt grijpen. Bedenk of je aan loef of aan lij gaat zitten. Met alleen al de grootschoot kun je veel ellende voorkomen en daar kun je beter bij als je aan loef zit. Aan loef ben je echter minder verstaanbaar voor de roerganger (de cursist) en bovendien heb je slecht zicht over het water aan de lijzijde van de boot. Zit je aan lij daarentegen, dan kom je moeilijk overeind bij een vlaag. - Wees niet te benauwd om snel een rif te steken. Als het hard waait is het heel relaxt lesgeven, ook al zou je voor jezelf nog lang geen rif steken. In heel erg moeilijke of zeer drukke situaties is het niet onverstandig het roer over te nemen (kun je zelf ook nog even zeilen). - Wijs de roerganger vooral bij ruig of vlagerig weer erop dat hij speelt met de grootschoot. In een vlaag kan hij onmiddellijk de schoot ver laat vieren. Dit kan je een nat pak schelen. Laat de schoot nooit los. Niets is gevaarlijker dan het zoeken naar een schoot in een noodsituatie! Je bent immers dan de controle over het belangrijkste zeil, het grootzeil, kwijt. - Je houding aan boord is heel belangrijk. Wees actief, let op je mimiek en stemgebruik. Praat duidelijk en kijk de cursist aan. - Zwemvestregel: Wanneer een bemanningslid tweederde van een regenpak aan heeft (laarzen, jas, broek) moet hij een zwemvest dragen. Dit is balen maar wel verstandig. Dit geldt trouwens ook voor jezelf! - Schreeuw niet, sla niet en zeik niet af. Jij hebt alles onder controle en blijft dus altijd (uiterlijk) kalm. Vooral schreeuwen is een teken van onmacht. - Vergeet vooral ook de leuke dingen niet! Vlinderen, achteruitvaren, wedstrijdjes met andere boten, zwemmen en vooral watergevechten zijn erg goed voor de sfeer. Vergeet alleen de veiligheid niet! Jij bent de schipper, en dus verantwoordelijk. -24-

Het lesgeven - Denk goed na (vóóraf al) waar je je lesjes wilt draaien. Kies geen druk vaarwater (meestal een vaargeul) als iemand iets rustig moet oefenen. Wijkregels (BPR) kun je daar juist weer goed oefenen. - Denk eraan dat het water in Friesland vrij ondiep kan zijn. Als je gaat zwemmen: nooit duiken in friesland! Ook al kun je nog zo goed duiken, het is vrij lullig om een evenement te onderbreken voor een bezoek aan het ziekenhuis en naar huis te gaan in een rolstoel. - Denk aan de gevierde Euros slogan: drank maakt meer kapot dan euros kan bouwen. SUCCES! -25-