Rassenonderzoek ziektegevoeligheid Proefnummer: TOLALG17SPK_RA01 Identificatie opdrachtgever INAGRO VZW Protocol identificatie opdrachtgever INAGRO VANQUICKENBORNE Lennart Ieperseweg 87 8800 Rumbeke uitgevoerd door: Inagro VZW Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem Afgevaardigd bestuurder: Diensthoofd: Teeltverantwoordelijke: dr.ir. M. Demeulemeester CALLENS Danny VANQUICKENBORNE Lennart Periode: 2017 Pagina: 1/7
1. DOELSTELLING In deze rassenproef werd de gevoeligheid nagegaan voor verschillende schimmelziekten die kunnen voorkomen in spruitkool. De proef werd niet behandeld met fungiciden, zodat er geen bescherming was en de kans op infectie verhoogt. De aanwezige ziekten waren grauwe schimmel (Botrytis cinerea) en echte meeldauw (Erysiphe cruciferarum). 2. MATERIAAL EN METHODEN 2.1.1. Proefplan details Parameter Ras Plantafstand 70 x 37 cm Experimentele eenheid Netto: 9 m², Bruto: 13 m² Netto: 36 Planten, Bruto: 48 Planten Netto plot Lengte: 4m, Breedte: 2,1 m Bruto plot Lengte: 5 m, Breedte: 2,8 m Aantal parallellen 3 Statistisch ontwerp Gerandomiseerde blokkenproef 2.1.2. Proefplan schematische voorstelling 318 305 316 319 310 304 312 306 313 303 S 315 S 317 S 320 S 308 S 302 S S S S S S S 309 S 301 S 314 S 307 S 311 S O 206 O 208 O 210 O 212 O 214 O O O O O O O 218 O 220 O 216 O 204 O 202 O 28,86 m F 207 F 209 F 219 F 211 F 213 F F F F F F F 201 F 203 F 215 F 217 F 205 F I 111 I 112 I 113 I 114 I 115 I I I I I I I 116 I 117 I 118 I 119 I 120 I A 101 A 102 A 103 A 104 A 105 A A A A A A A 106 A 107 A 108 A 109 A 110 A Pagina: 2/7
2.2. Objecten 2.2.1. Overzicht van de objecten Nr Ras Zaadhuis 1 Abacus Syngenta 2 Octia Sanac 3 Marte Bejo 4 Sofia Sanac 5 16-702 Hazera 6 Bronson Hazera 7 Profitus Syngenta 8 Neptuno Bejo 9 Gladius Syngenta 10 1594 Syngenta 11 Crispus Syngenta 12 Aurelius Syngenta 13 Cobus Syngenta 14 SGB1587 Syngenta 15 Helios Bejo 16 Steadia Sanac 17 Lewitus Syngenta 18 Cryptus Syngenta 19 Brenden Hazera 20 Thor Bejo 3. PROEFOMSTANDIGHEDEN 3.1. Proefterrein De proef werd aangelegd op volgende locatie: Rudi Vandekerckhove, Vijvedreef 58, 8710 Sint-Baafs-Vijve Pagina: 3/7
3.2. Klimaatgegevens Tabel 1: neerslag (in mm) gemeten in het weerstation te Beitem-KMI Neerslag 1 decade 2 decade 3 decade totaal normaal jaar Januari 17 39 10 66 56 Februari 28 2 34 64 44 Maart 35 11 1 47 46 April 0 6 4 10 46 Mei 1 27 0 28 53 Juni 7 0 2 10 58 Juli 15 16 9 40 66 Augustus 22 26 20 68 71 September 15 37 5 57 72 Oktober 14 7 20 41 74 November 11 34 80 125 68 December 26 65 1* 93 64 * gegevens t.e.m. 26/12 som 648,4 718,0 Van april t.e.m. oktober viel er weinig neerslag in Beitem. In Sint-Baafs-Vijve viel er eerder en meer neerslag tijdens de maanden juni tot augustus. De planten werden daarbij nog eens beregend begin juli waardoor de groei altijd goed en uniform was. Tabel 2: Temperatuur (in C) gemeten in het weerstation te Beitem-KMI Temperatuur 1 decade 2 decade 3 decade gemiddeld normaal jaar Januari 1,3-0,1 0,1 0,4 2,6 Februari 3,7 4,6 6,6 5,0 3,2 Maart 6,5 8,8 10,1 8,4 5,3 April 9,4 7,9 8,3 8,6 8,6 Mei 10,2 15,6 19,1 15,0 12,2 Juni 17,4 20,6 19,1 19,1 15,2 Juli 19,1 18,6 17,5 18,4 16,8 Augustus 16,9 17,2 19,0 17,7 16,9 September 14,9 12,0 14,5 13,8 14,4 Oktober 12,5 14,9 11,1 12,8 10,3 November 6,6 5,9 5,5 6,0 6,1 Pagina: 4/7
3.3. Teelt en proefverloop 3.3.1. Overzicht van de teelt en proefverloop Tijdstip Activiteit Bemesting: 20 ton runderstalmest/ha Bemesting: 30 ton effluent Bemesting: 100 E N KAS 06/05/2017 Planten (70 x 37 cm) 03/07/2017 Beregend 25 mm 07/2017 Bijbemesting: 200 kg AN 4. RESULTATEN Echte meeldauw Botrytis 3/aug 22/sep 8/nov 30/nov 8/nov 30/nov Abacus Syngenta 6,5 5,0 6,0 6,0 5,7 5,7 Octia Sanac 5,2 7,0 4,7 6,0 6,3 6,3 Marte Bejo 8,0 6,0 2,0 2,7 7,3 5,7 Sofia Sanac 7,5 6,0 7,0 7,7 8,7 7,3 H 16-702 Hazera 8,1 6,7 7,5 7,3 8,5 7,7 Bronson Hazera 8,7 7,0 8,0 8,0 6,7 5,7 Profitus Syngenta 9,0 6,3 9,0 9,0 9,0 8,0 Neptuno Bejo 8,1 7,3 7,0 7,7 9,0 8,7 Gladius Syngenta 8,8 7,0 8,0 8,3 9,0 8,0 SGB 1594 Syngenta 8,9 6,0 8,3 8,7 6,3 7,3 Crispus Syngenta 7,7 5,3 2,0 4,0 6,3 6,3 Aurelius Syngenta 8,2 7,0 8,0 7,7 8,7 8,0 Cobus Syngenta 8,8 6,7 7,3 6,3 8,3 7,7 SGB 1587 Syngenta 8,8 6,3 8,3 8,3 8,3 7,3 Helios Bejo 9,0 6,7 8,0 8,0 8,3 8,3 Steadia Sanac 7,7 6,3 8,0 8,0 7,3 5,7 Lewitus Syngenta 8,7 6,0 7,3 8,3 8,3 7,0 Cryptus Syngenta 8,7 7,0 8,7 7,7 8,0 7,7 Brenden Hazera 8,8 6,0 8,7 8,3 9,0 8,7 Thor Bejo 8,8 6,0 8,0 8,7 9,0 9,0 Pagina: 5/7
Bij de eerste waarneming begin augustus waren de planten nog heel gezond. Op enkele planten werden op de stam enkele vlekken met echte meeldauw aanwezig. De meeste vlekken kwamen bij de rassen Octia en Abacus voor. Op 22 augustus was al wat meer echte meeldauw aanwezig. De rassen Abacus en Crispus scoorden toen minder goed. Verder waren de verschillen tussen de rassen miniem. Op 8 november waren vooral de rassen Marte en Crispus het zwaarst aangetast met echte meeldauw zowel op de stam als op de spruiten. Bij Octia en Abacus was de aantasting op de spruitjes wat minder erg. Sofia, Neptuno, Cobus en Lewitus scoorden middelmatig (7-7,3). Door de slechte bladval was de aantasting met Botrytis redelijk erg. Abacus, Octia, Bronson, SGB 1594 en Crispus hadden de meeste Botrytis aantasting. Eind november werd nogmaals gescoord. Voor echte meeldauw bleven de rassen Marte en Crispus het zwaarst aangetast, gevolgd door Octia en Abacus. Bij Cobus en Cryptus was de echte meeldauw uitgebreid vergeleken met de vorige waarneming. Profitus vertoonde geen echte meeldauw en was het gezondste ras in deze proef. De meest aangetaste rassen met Botrytis eind november waren Abacus, Marte, Bronson, Steadia, Octia, Crispus en Lewitus. Deze rassen hadden dan ook de laagste groeikracht, waardoor de bladval moeilijker verliep bij deze rassen. De bemesting was voor alle rassen gelijk en was gebaseerd op de stikstofbehoefte van het ras Sofia. Hierdoor werden de rassen die normaal een hogere stikstofbehoefte hebben niet optimaal bemest en vertoonden deze dan ook wat minder goede groeikracht. De rassen waar Botrytis minst aanwezig was, waren Thor, Brenden, Neptuno, Helios, Profitus, Gladius en Aurelius. Pagina: 6/7
5. BESLUIT Alle opgenomen rassen in de proef kregen dezelfde bemesting gebaseerd op de stikstofbehoefte van Sofia. Omwille hiervan werden bepaalde rassen benadeeld, waardoor ze minder goed groeiden omdat ze een hogere stikstofbehoefte hebben. De resultaten van deze proef moeten dan ook met de nodige voorzichtigheid behandeld worden. De rassen Marte en Crispus waren het gevoeligst aan echte meeldauw, gevolgd door Octia en Abacus en Cobus. Profitus was het gezondste ras. De rassen die het meest gevoelig waren aan Botrytis waren Abacus, Marte, Bronson, Steadia, Octia, Crispus en Lewitus. Deze rassen hadden de laagste groeikracht, waardoor de bladval moeilijker verliep bij deze rassen. De rassen waar Botrytis minst aanwezig was, waren Thor, Brenden, Neptuno, Helios, Profitus, Gladius en Aurelius. Pagina: 7/7