Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam



Vergelijkbare documenten
Zeil insigne kielboot 1. Termen Zeil standen Overstag Gijpen Stormrondje... 5 BPR Regels Goed zeemanschap...

Elk vaartuig dat geschikt is als vervoersmiddel op het water. Een boot die door spierkracht wordt voortbewogen.

BINNENVAART POLITIE REGELEMENT (BPR)

Het ROEIEN en de vaarregels

Veilig varen. Welkom KBC Utrecht.

BPR. Algemene Bepalingen. Instructie CWO 3 BPR

Kielboot zeilen - Basistheorie BPR in het kort. Inleiding

BPR, geluidseinen, lichten 28 februari 2017

Dit boekje is van: ...

Begrippen en Definities. Ivar ONRUST

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

Basis gedragsregels & veiligheid sloeproeien

Opzet van de theoriecursus

Theorieavond. URV Viking - 1 -

Opzet van de theoriecursus

1 In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?

Inhoud. Het belang van goed sturen Vaarregels en vaartekens Roeireglement Viking, Orca en Triton Algemene aandachtspunten. 6 mei mei 2008

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 13 maart 2010

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 21 november 2009

Naam: Geboorte datum: Adres: Postcode: Datum: Instructeur/trise:

Opmerking: Tenzij anders vermeld hebben de vragen betrekking op het APSB.

Examen Maart De vrije zijde van een beperkt manoeuvreerbaar schip wordt overdag aangeduid met (CEVNI):

Vaarbewijs 1. Verlichting

Digitale thuiscursus VB1(KVB1)

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 22 november 2008

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 19 november 2011

JZVB 2015: CWO 1 & 2 JZVB 2015

Instructieboekje Roei-insigne

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt

Reglementen. Ivar ONRUST

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 mei 2014

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 16 november 2013

VAARREGELS DE BELANGRIJKSTE

Klein vaarbewijs. 6 e bijeenkomst

Examen November 2005

CWO. Jan van Galen Juniorwacht - 1 -

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

lichten en bruggen/sluizen 28 februari 2017

Dit examen bestaat uit 35 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 25 van de 35 vragen goed hebt

DEEL 1 - VRAGEN 1-20

BPR. Dagtekens. Instructie ZI BPR

hebt tussen de 25 en 40 meter lengte. Je moet dan een Beperkt Groot Vaarbewijs of een Groot Pleziervaartbewijs hebben.

2. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld.

Examen Beperkt stuurbrevet

Examen Maart Twee schepen naderen elkaar met tegengestelde koersen bij een engte. Bij gevaar voor aanvaring moet (CEVNI):

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 8 MAART 2008

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 6 juni 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 14 maart 2009

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 5 mei 2012

3. In onderstaande tekening is een verkeerssituatie afgebeeld. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

Erratum Studiewijzer Klein Vaarbewijs 7e druk 2015

Examen November 2003

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 MEI 2008

R W B Gl Gr. Dit examen bestaat uit 40 multiple choice vragen. Je bent geslaagd als je: 28 van de 40 vragen goed hebt

Een aantal bepalingen uit het Binnenvaart Politie Reglement * welke voor roeiers van belang kunnen zijn.

WWS Dameszeilen! Kort lesschema! Benamingen en begrippen!

CWO 1. Optimist WSV De Ank. Dit boek is van:

Instructiemateriaal voor het diploma CWO Roeiboot 1/2 Met bijbehorend insigne roeien Wilhelminagroep Zeeverkenners

Examen CWO kielboot I

Examen CWO kielboot II

Examen November 2007

1. Als een schip wordt opgelopen door een ander schip, waar moet je dan rekening mee houden?

Examen Juni Welke van de onderstaande beweringen is voor de getekende situatie juist? Er bestaat gevaar voor aanvaring (CEVNI).

Theorieboekje CWO-Rb3

Buiten gebruik gestelde gedeelten van de vaarweg; vaarverbod, niet geldend voor een klein schip dat geen motorschip is

1. Hieronder is een verkeerssituatie afgebeeld. Geen van beide schepen volgt stuurboordwal. Geef aan welk vaartuig voorrang heeft.

Examen CWO kielboot III

Veilig varen doen we samen

Examen Maart 1999 BEPERKT STUURBREVET

ROEI INSIGNE ACHTERGROND

Theorie Eisen Kielboot 1

Samenvatting BPR KZV 2005/2006

Commando's & Manoeuvres

Bijlage bij Studiewijzer Klein Vaarbewijs 1 en 2. Nieuwe leerstof Klein Vaarbewijs 2 per 1 januari 2013

JEUGDZEILEN KZVW. Praktijk en theorie. Jeudzeilopleiding Kustzeilvereniging Wassenaar

Houd plezier in de vaart!

Commando's & Manoeuvres

Vaarregels in Nederland

Vaarbewijsopleidingen (VBO) PROEFEXAMEN WATERSPORT CERTIFICAAT

Bepalen van de optimale route

Veilig het water op! Vaarregels recreatie- en beroepsvaart. Algemeen. hoofdvaargeul varen.

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 2 maart 2013

Deel 1 BPR volledige wetsteksten

Examen November 1999

Vaarregels in Nederland

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 15 november 2014

ALGEMEEN EN BEPERKT STUURBREVET 17 november 2012

Commando's & Manoeuvres

Examen Juni Wat betekent het volgende verkeersteken (de arcering is rood) (CEVNI)?

RAPPORT VAN EXPERTISE

TOELICHTING OP DE THEORIE-EISEN Kielboot I, II en III

Hoofdstuk 13. Bijzondere bepalingen voor de scheepvaart van, naar en in de haven van Den Helder

2012 examen 3 Beperkt Stuurbrevet

Erratum en aanvullingen Cursusboek Stuurbrevet 5 e druk.

Proefexamen 6. 2 Welk vaarreglement is van kracht op de Waddenzee?

Lichten & Seinen. Antwoord. Antwoord. Verkeerstekens. Verkeerstekens. In-, uit of doorvaren verboden (Bordnr. A.1)

1. In de figuur moet je aangeven welke termen/namen er bij de verschillende nummers horen. Welke combinatie is goed?

STRUIKELBLOKKEN bij het examen Klein Vaarbewijs uitgave mei 2014

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Veilig varen doen we samen

Transcriptie:

Les 5: Voorrangsregels Watersportvereniging Monnickendam Binnenvaartpolitieregelement (BPR) REGELEMENT TER VOORKOMING VAN AANVARING OF AANDRIJVING OP DE OPENBARE WATEREN Net als op straat zijn er ook op het water verkeersregels. Maar, waar we op straat spreken van voorrangsregels, spreken we op het water van uitwijkregels: je moet er namelijk altijd alles aan doen om een aanvaring te voorkomen. Hier onder staan de belangrijkste regels voor als je met een optimist op de Gouwzee vaart. Belangrijkste bepalingen De schipper Verplichtingen van de bemanning Goed zeemanschap de schipper is degene aan boord, die de verantwoordelijkheid heeft voor de veiligheid van het schip (en bemanning) en de naleving van de reglementen; ook als de schipper in zijn kooi ligt te slapen (in je eigen boot ben jij dus de schipper ) de bemanning moet de schipper altijd gehoorzamen, mits de opdrachten te maken hebben met de veiligheid aan boord en de naleving van de vaarreglementen. de schipper, jij dus, moet altijd een aanvaring voorkomen ook als jij voorrang hebt Andere belangrijke regels 1. bij alles wat je met je boot doet of gaat doen eerst goed om je heen kijken of je geen andere watersporter hinder of in gevaar brengt 2. bij afvaren (ligplaats, anker) of keren (of overstag gaan) hebben alle andere boten voorrang Voorrangsregels bij: Kruisende koersen: a. groot gaat voor klein (grote boten gaan voor kleine boten; onze boten zijn altijd klein) b. zeilboot gaat voor spierkracht (roeiboot of kano) en gaat voor motorboot (kano s, roei- en kleine motorboten moeten op een meer voor een zeilboot aan de kant gaan) c. bij zeilboten onderling wijkt de boot met het zeil over stuurboord (SB-zeil) voor een boot met het zeil over bakboord (BB-zeil) d. bij gelijke zeilstand wijkt loef voor lij; loef is de kant van de boot waar de wind naar binnen komt en lij is de kant waar de wind de boot uit gaat (degene die de wind wegneemt moet dus wijken) 1

e. degene die in een kanaal of vaargeul stuurboord-wal of -zijde houdt (rechts houdt) gaat voor f. bij het kruisen van een vaargeul hebben de boten in de vaargeul voorrang (de vaargeul kan je herkennen door de rode en groene boeien, zoals bij ons op de Gouwzee) Bij recht tegen elkaar insturen (voorbijvaren op tegengestelde koers): g. groot gaat voor klein (zie a.) h. stuurboord-wal gaat voor (zie e.) i. zeilboot gaat voor (zie b.) j. zeilboten onderling gaat BB-zeil voor SB-zeil (zie c.) Bij voorbijlopen/oplopen (inhalen): k. een oplopend schip moet altijd uitwijken (er omheen) l. een zeilboot die inhaalt moet de andere zeilboot aan loefzijde passeren; de andere zeilboot moet hiervoor ruimte geven Enkele algemene begrippen schip elk vaartuig dat geschikt is als middel van vervoer motorschip een schip dat door een motor voortbewogen wordt zeilschip een schip dat uitsluitend door zeilen(wind) voortbewogen wordt groot schip een schip groter dan 20 meter of ingericht om meer dan 12 personen te kunnen vervoeren of een veerpont of een vissersschip of een sleep- of duwboot klein schip een schip korter dan 20 meter snelle motorboot een klein schip door een motor voortbewogen dat sneller kan varen dan 20 kilometer per uur (minimum leeftijd 18 jaar en vaarbewijs verplicht) vaarweg het hele water + de oevers (ondiep + diep gedeelte) vaarwater het gedeelte van de vaarweg dat bevaren kan worden(diepe gedeelte) overdag de tijd tussen zonsopkomst en zonsondergang nacht de tijd tussen zonsondergang en zonsopkomst betonning hiermee worden de zijkanten van vaarwaters en vaargeulen gemarkeerd; ze bestaan uit rode stompe boeien en groene spitse boeien. - de boeien zijn gemerkt met de letters van het vaarwater waarin ze liggen (Welke letters staan er op de boeien in de Gouwzee?), gevolgd door een nummer - de rode boeien zijn altijd even genummerd en de groene oneven genummerd (een ezelsbruggetje: als je op een splitsing naar een haven vaart, moet je altijd de rode tonnen aan bakboord houden van de boot en de groene aan stuurboord; men noemt dat kleur op kleur) 2

bezeild hebben kruisende koers aanvaringspeiling voorbijlopen/oplopen over BB-zeilen over SB-zeilen tegengestelde koers Verlichting Algemene regel Kleine schepen zonder te hoeven laveren naar de bestemming kunnen zeilen (laveren is opkruisen tegen de wind) elkaar naderen in de sector van een van de boordlichten, dus 112½ aan stuurboord of bakboord peiling waarmee je kunt vaststellen of er tussen jouw schip en een ander schip op een kruisende koers een aanvaring kan ontstaan (kijk vanaf je eigen boot naar een vast punt achter de andere boot; indien de andere boot niet verplaats ten op zichtte van dit vaste punt, dan dreigt een aanvaring) zeilen met het grootzeil aan bakboord van de boot zeilen met het grootzeil aan stuurboord van de boot elkaar tegemoet varen (tegenkomen) de algemene regel is: - aan voorzijde een wit toplicht - aan stuurboordzijde een groen licht - aan bakboordzijde een rood licht - aan de achterzijde een wit heklicht voor zeilboten tot 7 meter lang geldt: - een rondom schijnend wit licht - een tweede licht (een zaklantaarn moet getoond worden als er gevaar voor aanvaring dreigt; hiermee in het zeil schijnen) Figuren voorrangregels: b. een zeilboot gaat voor spierkracht (roeiboot of kano) en gaat voor een motorboot 3

c. stuurboord wijkt voor bakboord Stuurboor d Bakboord d. loef wijkt voor lij e. stuurboordwal gaat voor 4

f. een boot in de vaargeul gaat voor k. een oplopend schip moet altijd uitwijken l. een zeilboot die inhaalt moet de andere zielboot aan loefzijde passeren; de andere zeilboot moet hiervoor ruimte geven Vragen of afmelden voor de theorieles? Dan kan je bellen of e-mailen naar: - Jan Snoek via 06-21827741 of Marcel Windt via 06-46590146 - jeugdzeilen@wvmonnickendam.nl Voor de laatste informatie of om ons te volgen: facebook.com/jeugdzeilenwvm twitter.com/jeugdzeilenwvm 5