Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nieuwe Golfoorlog in de maak?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Op de vlucht. 1) Waarom vlucht men eigenlijk? Er zijn vele redenen; politieke vervolging, marteling, oorlog of burgeroorlog zijn enkele voorbeelden!

TRANSATLANTIC TRENDS 2004 NETHERLANDS

TRANSATLANTIC TRENDS - NETHERLANDS

16 november Onderzoek: Veiligheidsgevoel na aanslagen Parijs

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer J. Voordewind Binnenhof 4 Den Haag. Den Haag, 26 juni 2008

Vraag 4 Om welke stoffen en welke hoeveelheden ging het? Van wie waren de stoffen afkomstig? Wie handelde in de stoffen?

Oorlog in Syrië en de internationale context

Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Herziene convocatie i.v.m. gewijzigd tijdstip. vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

Aan: de Minister-President de Minister van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Datum 30 september 2014 Betreft Beantwoording vragen van het lid Omtzigt over de onthulling over steun Turkije aan Al Qaeda

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

Inleiding door de Minister van Defensie

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 100

Ledenpanel Januari 2016

Voor de delegaties gaan in bijlage dezes de conclusies van de Raad over Jemen, die de Raad in zijn zitting op 18 februari 2019 heeft aangenomen.

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1956 No. 153

INTERNATIONAAL COMITÉ TER BJSVOEDERING VAN DE HANDEL. S_a menvatting

Werkstuk Aardrijkskunde Irak conflict

Tweede Kamer der Staten-Generaal

6 juni Onderzoek: Aanpak vluchtelingenproblematiek

fiud / SfiP B v u / uur

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Kamervragen sinds september 2012 over christenvervolging buiten Nederland

Olie crisis? 24 juni 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum Betreft Antwoorden op schriftelijke vragen over Russische oorlogsschepen en bommenwerpers in de buurt van Nederland.

Datum 4 juni 2013 Onderwerp Beantwoording kamervragen over Gemeente Venray in gesprek met Marokkaanse overheid over criminele jongeren

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

LESBRIEF. Laat uw leerlingen 10 minuten lezen in 7Days. Uw leerlingen mogen zelf weten welke artikelen ze deze 10 minuten lezen.

De Iraanse revolutie (1979) en zijn gevolgen

EUROPEES PARLEMENT. Zittingsdocument B6-0273/2007 ONTWERPRESOLUTIE. naar aanleiding van de verklaringen van de Europese Raad en de Commissie

Belangen: Wel of niet ingrijpen in Syrië?

6 juni Onderzoek: Aanpak vluchtelingenproblematiek

Faculteit der Rechtsgeleerdheid Amsterdam Center for International Law Postbus BA Amsterdam

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TRAGTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1952 No, 8 Overgelegd aan de Staten-Generaal door de Minister van Buitenlandse Zaken

TRACTATENBLAD V A N II E T = KONINKRIJK DER NEDERLANDEN ] JAARGANG 1982 Nr. 13 \

Verdrag inzake de wet welke van toepassing is op verkeersongevallen op de weg. De Staten die dit Verdrag hebben ondertekend,

TRACTATENBLAD VAN HET. JAARGANG 1993 Nr. 51. Verdrag betreffende de Europese Unie, met Protocollen; Maastricht, 7februari 1992

MODULE I EUROPA: NOOIT MEER OORLOG!

Protocol van 3 juni Houdende wijziging van het Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer (COTIF) van 9 mei 1980 (Protocol 1999)

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER N E D ERLAND E N. JAARGANG 1961 Nr. 155

Leila Jordens-Cotran RIMO 2013

Datum 12 september 2013 Onderwerp Antwoorden kamervragen over ambassades en diplomaten die hun boetes niet betalen

Solidariteitsactie. voor. vluchtelingen. in Syrië. Zondag 22 februari GC De Wildeman Schoolstraat 15, Herent. Koerdische Maaltijd

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

Datum 25 juli 2017 Betreft Beantwoording vragen van het lid Karabulut over de cholera-uitbraak in Jemen

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1994 Nr. 256

School hoefde moeder niet te informeren over ontvangst en inhoud brief van ex-echtgenoot. ADVIES

De vluchtelingencrisis: oplossingen en inzichten van kinderen

A 2010 N 92 PUBLICATIEBLAD

FACTSHEET FRESH VEGETABLES

Opstel Aardrijkskunde Conflicten in Syrie

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 20 december 2007 over het wapenexportbeleid.

Datum 18 oktober 2016 Betreft Beantwoording vragen over geheime beïnvloedingsoperaties door Rusland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rapport. Datum: 1 februari 2007 Rapportnummer: 2007/021

Tijdvak I. 31 oktober : 30-10:00.

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen ROESELARE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Uitspraaknr De klacht. De feiten. De visie van partijen

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen KORTEMARK. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

VERTALING LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST. EU/US/IS/NO/nl 1

Als u een klacht heeft. Over de Raad voor de Kinderbescherming

TRANSLATION LUCHTVERVOERSOVEREENKOMST. EU/US/IS/NO/nl 1

Mr. F. G. (Frans) Bauduin Mr. J. W. (Jaap) van den Berge Prof. mr. M. J. (Matthias) Borgers

Aan: de Minister-President de Minister- van Defensie de Minister van Buitenlandse Zaken. Van: Coördinator Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen SPIERE-HELKIJN. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1967 Nr. 71

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen LANGEMARK-POELKAPELLE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

Handels- en investeringscijfers Verenigde Arabische Emiraten- Nederland 1

vaste commissie voor Europese Zaken

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1995 Nr. 176

De Voorzitter van de Adviesraad Internationale Vraagstukken De heer Mr. F. Korthals Altes Postbus EB Den Haag. Den Haag, november 2004

Zie onder bevindingen of volledige tekst voor de volledige tekst van het rapport.

Vlaamse buitenlandse wapenhandel in 2016

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

vaste commissie voor Buitenlandse Zaken Procedurevergadering

V Vergadering van de Eerste Kamer op dinsdag 5 maart Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer, Mr. G.J. de Graaf

Instelling expertgroep voor vraagstuk politieke steun bij interstatelijk geweld en humanitaire interventie

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

25 maart Onderzoek: Aanslagen in Brussel

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

Belangen: Rusland versus de EU

nr. 726 van ORTWIN DEPOORTERE datum: 27 juni 2017 aan JO VANDEURZEN Kinderbijslag - Kinderen in het buitenland

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Eindexamen geschiedenis havo I

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inleiding regeerakkoord Vertrouwen in de toekomst

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Zitting 1980-1981 Rijksbegroting voor het jaar 1981 16 400 Hoofdstuk V Departement van Buitenlandse Zaken Nr. 16 VERSLAG VAN EEN MONDELING OVERLEG Vastgesteld 6 oktober 1980 De vaste Commissie voor Buitenlandse Zaken' heeft op dinsdag 30 september mondeling overleg gevoerd met de Minister van Buitenlandse Zaken betreffende het conflict tussen Irak en Iran. De Minister was vergezeld van de Directeur-Generaal Politieke Zaken, dr. K. W. Reinink, de Chef van de Directie Algemene Zaken, dr. Ch. V. Stutterheim, alsmede van de Souschef van de Directie Afrika en Midden-Oosten, mr. J. W. S. van Arkel. De Minister had aan de commissie tevoren de teksten doen toekomen van de resolutie die de Veiligheidsraad op 28 september had aangenomen, van de verklaring van de Islamitische conferentie van 26 september en van de verklaring van de Ministers van Buitenlandse Zaken van de Europese Gemeenschap van 23 september. Inleiding door de Minister 1 Samenstelling: Portheine (VVD), Mommersteeg (CDA), Van Thijn (PvdA), Van Rossum (SGP), Wolff (CPN), Dankert (PvdA), Van der Stoel (PvdA), Roethof (PvdA), Scholten (CDA), ondervoorzitter, Ter Beek (PvdA), voorzitter. Ploeg (VVD), Waltmans (PPR), Patijn (PvdA), Meijer (PvdA), Van den Broek (CDA), J. de Boer (CDA), Brinkhorst (D'66), Gualthérie van Weezel (CDA), Van den Bergh (PvdA), Van der Linden (CDA), Lubbers (CDA), Bolkestein (VVD), Blaauw (VVD). De Minister zette uiteen dat het hier om een eeuwenoud conflict gaat. In dat conflict spelen religieuze overwegingen een rol. Ook gaat het om etnische minderheden, zoals de Koerden in beide landen en de Arabische minderheid in Iran. Ten slotte zijn strategische kwesties van belang, in het bijzonder de waterverbindingen. In 1975 kwam tussen beide landen een verdrag tot stand dat voor vele kwesties een regeling moest geven. Dit verdrag werd gesloten te Algiers, om welke reden Algerije zich bij het conflict betrokken voelt en zich terughoudend opstelt. Het verdrag was op verschillende punten gunstig voor Iran, dat zijnerzijds de steun aan de Koerden in Irak beëindigde. Irak is van mening dat het verdrag niet goed is uitgevoerd wat betreft de afgesproken demarcatie van grenslijnen. Op 17 september heeft Irak het verdrag opgezegd. De Irakese ambassadeur in Den Haag heeft hiervan ten departemente mededeling gedaan. Het gaat in het bijzonder om de grenzen in de rivier tussen beide landen. Sinds 17 september is een escalatie opgetreden, waarbij bij voorbeeld vliegvelden in Iran werden gebombardeerd. Dit lijkt overigens niet effectief te zijn geweest. Wel was het optreden van Irak op de grond, in ieder geval in de aanvang, effectief. Iran lijkt maritiem sterker te zijn. Enkele olieraffinaderijen zijn vernietigd. Uit Iran vindt momenteel geen export van olie meer plaats. Er zijn berichten dat Irak voor zijn export van olie weer de pijpleidingen wil gaan gebruiken die lopen naar Noord-Libanon, naar Syrië en naar Turkije. Maar deze pijpleidingen schijnen niet in goede staat te zijn. Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400 hoofdstuk V, nr. 16 1

Zekerheid over de motieven van het Irakese optreden bestaat er niet. Weilicht speelt de wens zijn positie in de regio te versterken een rol voor de lrakese president. Wellicht ook streeft hij naar omverwerping van Khomeiny. Ook is het mogelijk dat het hem inderdaad slechts gaat om beperkte territoriale doelen. Volgens de laatste berichten is Irak nu bereid te praten over een wapenstilstand. Het heeft een brief aan de Voorzitter van de Veiligheidsraad gestuurd en geen specifieke voorwaarden gesteld. Iran stelt zijnerzijds wel voorwaarden aan het totstandkomen van een wapenstilstand. In New York vonden informele consultaties plaats rond de Veiligheidsraad. De Moslim-landen zonden op suggestie van Indonesië een delegatie naar de strijdende partijen, aan het hoofd van welke delegatie de president van Pakistan stond. Deze goodwill-missie lijkt geen succes te hebben gehad. Ook de poging tot bemiddeling van de PLO-leider Arafat heeft geen succes gehad. De Veiligheidsraad zou op de dag waarop het overleg plaatsvond weer bijeenkomen. De Irakese minister zou daar een uiteenzetting houden. De Nederlandse Minister verwachtte echter vooralsnog geen succes van deze activiteiten. Het streven moet er zijns inziens op gericht zijn het conflict zo beperkt mogelijk te houden. Uit dat oogpunt is het onrustbarend dat Iran gedreigd heeft de havens in het golfgebied te bombarderen zolang Irakese schepen daar hun toevlucht kunnen nemen. De grote machten gedragen zich terughoudend. Amerika concentreert zich op diplomatieke middelen. Van belang is natuurlijk dat de tankers nog steeds door de Straat van Hormoez kunnen varen, zij het, op verzoek van Iran, via een andere route dan gebruikelijk. Af en toe worden ze aangehouden maar ze kunnen dan ongestoord doorvaren. Kennelijk wil ook de Sovjet-Unie zich niet op enigerlei wijze in het conflict mengen. De Sovjet-Unie heeft een vriendschapsverdrag met Irak. De olie-export van Irak bedroeg voordat deze tot stilstand kwam ongeveer 2,9 miljoen vaten per dag, die van Iran 0,8 miljoen vaten per dag. In totaal is dit ongeveer gelijk aan het bestaande produktieoverschot, zodat geen problemen optreden. Bovendien is een aantal landen, zoals Venezuela, bereid tot verhoging van de produktie over te gaan. Andere landen hebben zich bereid verklaard de voorgenomen vermindering van hun produktie op te schorten. In Iran bevonden zich nog slechts zeer weinig Nederlanders. In Irak waren er veel meer. Dezen krijgen alle medewerking van de ambassade, wanneer zij het land willen verlaten. Door de Irakese autoriteiten worden geen exitvisa meer geëist. Het land kan verlaten worden via Amman of Koeweit. De Nederlandse zaakgelastigde in Bagdad, drs. C. J. Meeuwis, speelt een zeer actieve rol, niet alleen bij de hulpverlening aan de Nederlanders in Irak, maar ook waar hij, bij afwezigheid van een Luxemburgse ambassadeur in Bagdad, moet optreden namens de Negen. Hij verdient lof voor zijn geste. Volgens de laatste meldingen die de Minister had ontvangen zijn er nu ook grote branden opgetreden dichtbij de Nederlandse kanselarij. Vragen en opmerkingen uit de commissie De heer Van der Stoel (P.v.d.A.) begreep dat van westelijke zijde het accent gelegd wordt op diplomatieke activiteiten. De Minister heeft in het geheel niet gerept van de mogelijke oprichting van een internationale vlootmacht in de Straat van Hormoez. Toch doen geruchten de ronde dat de Amerikaanse president hierover gesproken heeft in een brief aan de Franse, Duitse, Britse de Japanse regeringen. Gaat het hier om planning van Amerikaanse zijde met het oog op eventuele calamiteiten? Is het waar dat de Bondsrepubliek op deze brief geantwoord heeft met de mededeling dat dat land niet aan activiteiten buiten het NAVO-gebied wil deelnemen? Intussen heeft de Nederlandse Minister-President een verklaring voor de televisie afgelegd waarin hij zinspeelde op eventuele Nederlandse betrokkenheid bij het overleg over een internationale vlootmacht, via het voorzitterschap van de Europese Gemeenschap. Dit wekt verbazing aangezien het hier Tweede Kamerzitting 1980-1981,16 400 hoofdstuk V, nr. 16 2

niet gaat om een zaak van de Gemeenschap. Ook had de heer Van der Stoel van de Minister van Buitenlandse Zaken niet de indruk gekregen dat Nederland erop gebrand is zich te profileren. Wat is nu het regeringsstandpunt in dezen? Een tweede gerucht dat de ronde heeft gedaan, wil dat de V.S. in Saoedi- Arabië AWACS-vliegtuigen zouden stationeren. Is de Regering hierover iets bekend? Zijn de eilandjes in de Golf van Hormoez ook een oorlogsdoel van Irak? De heer Van der Stoel stelde ten slotte de vraag wat precies de bepalingen zijn van het Russisch-Perzische verdrag van 1921 voor het geval van een aanval op Perzisch gebied. Heeft de Sovjet-Unie dan bepaalde rechten of plichten? De heer Waltmans (P.P.R.) zou graag vernemen of uit Nederland, direct of indirect, wapenexport plaatsvindt naar Irak of Iran. Zal Nederland eventueel deelnemen in een Amerikaanse, of een westelijke of een NAVO-interventiemacht? Welke garanties hebben de kleine Golfstaatjes eventueel van het Westen gekregen? Hoe denkt de Minister over het aanbod van Israël om hulp te geven aan Iran? De heer J. J. P. de Boer (C.D.A.) had in de verklaring van de Negen het begrip neutraliteit gemist. Is er dan niet sprake van een oorlog? De heer De Boer zou ook gaarne vernemen of door Nederland nog reserve-onderdelen aan Iran worden geleverd. Ook hem interesseerde de preciese positie van de Golfstaten, in het bijzonder Oman. Ten slotte stelde hij de vraag of de Straat van Hormoez een internationale zeeweg is. Bestaat er recht op doorvaart bij een eventuele blokkade? Wat doet de Regering als Nederlandse schepen in de doorvaart worden belemmerd? Bestaat er dan een volkenrechtelijke basis voor het geven van bescherming? De heer Blaauw (V.V.D.) vroeg of het waar is dat zich in de Indische Oceaan Britse, Franse, Duitse en Amerikaanse oorlogsschepen bevinden. Is een deel van de Golf tot oorlogsgebied verklaard? Ook naar de mening van de heer Blaauw is dit van belang voor het recht op vrije doorvaart. De heer Blaauw informeerde vervolgens naar de betekenis van berichten dat de voormalige Iranese minister-president Bakhtiar kortgeleden een bezoek aan Irak had gebracht. Zijn er indicaties dat bombardementen gericht worden op burgerbevolking? Zijn er aanvragen uit een van beide landen gekomen voor het verlenen van medische hulp of het opvangen van vluchtelingen? Wat is nu de werkelijke olievoorraad van Nederland en de Europese Gemeenschap? De heer Van Rossum (S.G.P.) zou graag van de Minister vernemen welk effect de Veiligheidsraadresolutie nu eigenlijk heeft. Ook ontving hij graag informatie over de verschillende grenstractaten die van kracht zijn in het Golfgebied en het riviergebied, bij voorbeeld met betrekking tot het loodswezen. De heer Van Rossum vroeg de Minister wat de houding van Turkije in het conflict tot nu toe is en of de Koerden bepaalde activiteiten lijken te ontwikkelen. De heer Gualthérie van Weezel (C.D.A.) was van mening dat Europa weinig kan doen. Levert geen enkel land van de Europese Gemeenschap wapens of strategische goederen aan één van beide partijen? Wat is de betekenis van het bezoek dat een Irakese politicus kortgeleden aan Parijs bracht? De heer Gualthérie van Weezel ontving gaarne informatie over de opstelling van Israël. Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 hoofdstuk V, nr. 16 3

Hoe verloopt de consultatie met Amerika met betrekking tot de houding in te nemen tegenover dit conflict? De heer Gualthérie van Weezel wees er ten slotte op dat zowel voor Irak als voor Iran toevalligerwijs net nieuwe Nederlandse ambassadeurs waren benoemd. Zijn dezen al geaccrediteerd op hun nieuwe post, respectievelijk al vertrokken naar hun nieuwe standplaats? Mevrouw Rempt (V.V.D.) zou graag vernemen of de steden die in de berichten genoemd worden nu inderdaad bezet zijn door Irak. Acht de Minister het verstandig van Israël om Iran hulp aan te bieden en Iran te suggereren over te gaan tot het bombarderen van kerncentrales in Irak? Kan de Minister iets meer vertellen over de onrust die schijnt op te treden op de geld- en kapitaalmarkt in Koeweit? De heer Patijn (P.v.d.A.) verbaasde zich wel enigszins dat de Veiligheidsraad zich nu zo terughoudend opstelt, terwijl de Verenigde Naties direct tot grote activiteit komen wanneer van Israëlische zijde iets ondernomen wordt. Heeft de Minister van Buitenlandse Zaken met zijn ambtgenoot van Economische Zaken al een plan opgesteld voor het geval de olievoorziening uit het Midden-Oosten totaal wordt afgesloten? Ook de heer Mommersteeg (C.D.A.) was geïnteresseerd in de sfeer van waaruit in New York tegen het conflict wordt aangekeken. Is het waar dat de Islamitische landen zeggen dat het conflict aan hen moet worden overgelaten en dat de Verenigde Naties zich er als het ware niet mee moeten bemoeien? Antwoord van de Minister van Buitenlandse Zaken De Minister had vernomen dat Britse maritieme eenheden op weg zijn naar het betrokken gebied. Deze eenheden behoren overigens tot het normale Britse oceaanflottielje daar. Er is geen sprake van Duitse schepen. Franse schepen waren, voor zover de Minister bekend, teruggetrokken. Van Amerika is geen voorstel en in ieder geval geen formele uitnodiging gekomen om een internationale vloot te vormen voor het Golfgebied. De Minister had geen bijzonderheden over het aanbod van AWACS-vliegtuigen aan Saoedi-Arabië. De Golfstaten stellen zich terughoudend op. Kennelijk willen zij niet bij het conflict betrokken worden. Er heerst bij hen nervositeit en dat is wellicht de verklaring van de genoemde kapitaalvlucht uit Koeweit. De Duitse Bondskanselier heeft verwezen naar de Duitse Grondwet, als argument waarom de Bondsrepubliek niets kan ondernemen in het betrokken gebied, maar de Bondskanselier heeft daaraan toegevoegd dat het ook zonder die grondwettelijke bepaling zeer lichtzinnig zou zijn van het Westen als het ging interveniëren. De Minister-President moest een verklaring afleggen bij afwezigheid van de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken. De Europese politieke samenwerking volgt met zorg het conflict; het voorzitterschap speelt daarbij een rol. De belangrijkste claim van Irakese zijde is gericht op de gehele grensrivier. Dit betekent dat Irak daar ook de havengelden zou incasseren en het loodswezen zou regelen. Op dit moment is dit echter niet actueel omdat er ten gevolge van de oorlog in het geheel geen scheepvaart plaatsvindt. Wel gaat de scheepvaart door in het zuidelijker deel van de Golf. Overigens is ook in dat gebied de haven Abadan gebombardeerd. Volgens de Irakese stellingname zijn de eilandjes in de Golf van Hormoez Arabisch. De vraag rijst dus of bedoeld wordt dat de soevereiniteit erover (bij voorbeeld) bij de Verenigde Arabische Emiraten zou moeten berusten. Dit is nog onduidelijk. In ieder geval stelt Irak geen voorwaarden voor het tot stand komen van een wapenstilstand. Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 hoofdstuk V, nr. 16 4

De Minister zegde toe de commissie schriftelijk te zullen informeren over de bepalingen in het Sovjet-Perzische verdrag van 1921. Vanuit Nederland vindt geen wapenexport plaats. Nederland levert überhaupt niet aan landen die betrokken zijn bij het Midden-Oosten-conflict en ook niet aan Iran. Waarschijnlijk worden door geen enkel EEG-land wapens geleverd aan de betrokken partijen. De Sovjet-Unie exporteert waarschijnlijk nog steeds wel wapens naar Irak. Het Iranese leger vecht met vroeger geleverde Amerikaanse wapens, die waarschijnlijk gekannibaliseerd worden. Aan de Golfstaten is van westelijke zijde geen garantie gegeven. Het voorstel van Israël is ietwat gratuit; het lijkt meer te zijn bestemd voor de publiciteit dan voor de realiteit. Aangezien er geen officiële oorlogsverklaring tussen beide landen is totstandgekomen, is het ook niet nodig te komen tot een neutraliteitsverklaring. Bij sommige Golfstaten bestaat sympathie voor Irak. Ook leeft in die landen de angst voor de export van wat wordt genoemd de godsdienstige revolutie in Iran. De Minister had geen bevestiging gekregen van berichten over activiteiten die de voormalige Iranese Minister-President in Irak zou hebben ondernomen. Dit ligt geheel in de sfeer van de geruchten. Door geen van beide partijen is gevraagd om humanitaire hulpverlening. De olievoorraden zijn overal ter wereld nog zeer groot. Er bestaan afspraken in het kader van het Internationaal Energie Agentschap met het oog op noodtoestanden. Daartoe wordt ook overleg gevoerd. De Veiligheidsraad oefent druk uit maar heeft niet besloten tot ingrijpen. Inderdaad heerst in New York een sfeer van een zekere berusting. De Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties nam het initiatief tot een bijeenkomst van de Veiligheidsraad toen de leden daarvan het daarover niet eens konden worden. De Minister was gelukkig dat zo'n bijeenkomst had plaatsgevonden, omdat dit toch de taak is van de Verenigde Naties. Nu de missie van de Islamitische landen geen succes heeft gehad, ligt het nog meer voor de hand dat de Veiligheidsraad activiteiten ontplooit. De Minister zegde toe om aan de commissie informatie te zullen toezenden met betrekking tot de verdragen die in de Golf gelden. Turkije heeft zich terughoudend opgesteld en wil kennelijk geen partij kiezen. De positie van de Koerden is niet aan de orde. In het noorden van beide landen bestaat grotendeels rust. Er hebben altijd goede banden bestaan tussen Irak en Frankrijk. Frankrijk is een zeer belangrijke afnemer van olie uit Irak. Beide nieuw benoemde Nederlandse ambassadeurs moeten nog vertrekken. In Teheran verblijft momenteel nog de vorige Nederlandse ambassadeur aldaar. Vragen en antwoorden in tweede termijn De heer Gualthérie van Weezel wees op het gevaar dat zich een situatie ontwikkelt waarbij Iran wapens zou krijgen van de V.S., min of meer op voorwaarde dat de gijzelaars worden vrijgelaten en dat Irak wapens van Frankrijk ontvangt. Dit zou een noodlottige spiraal zijn. De heer Van der Stoel meende dat bij een eventuele en onverhoopte verslechtering van de situatie het plan van een vlootmacht actueel kan worden. Heeft de Minister-President dan een rol gezien voor het voorzitterschap van de EPS als een soort vertegenwoordiger van de vijf kleine lid-landen? Zou Nederland accepteren om deel te nemen aan het overleg over een vlootmacht? De heer Waltmans wilde zijn in eerste termijn gestelde vraag preciseren. Deze betrof de levering van strategische goederen in de zin van de ln- en Uitvoerwet via Nederland. De heer Waltmans had vernomen dat het wegvervoer van Nederland naar Irak juist in deze tijd sterk is toegenomen. Tweede Kamer, zitting 1980-1981,16 400 hoofdstuk V, nr. 16 5

De heer J. J. P. de Boer herhaalde dat zich in de Golf schepen met Nederlandse vlag bevinden. Dit brengt rechten en verplichtingen van de Nederlandse overheid mee, waar het gaat om het bieden van bescherming. Kan Nederland die bescherming bieden? De heer De Boer bracht in herinnering dat Nederland bij voorbeeld in de jaren '30 Nederlandse schepen in de Straat van Gibraltar had geëscorteerd, toen Spanje zich in oorlogstoestand bevond. De heer Blaauw vond het heel normaal dat oorlogsschepen koopvaardijschepen vragen om hun bestemming mee te delen. Dit is geen bijzondere procedure. De Minister van Buitenlandse Zaken antwoordde dat hem niets bekend was over wapenleveranties op dit moment vanuit Frankrijk aan Irak. De vorming van een internationale vlootmacht staat nu niet ter discussie. De eventuele verplichtingen van de Nederlandse Regering tegenover Nederlandse schepen kunnen ook worden uitgevoerd in de vorm van het geven van raadgevingen aan de betrokken rederijen. Ook Amerika doet niet meer dan dat. De Regering is voortdurend in contact met de rederijen. Naar de mening van de Minister zou in het betrokken gebied uitsluitend moeten worden opgetreden op basis van een resolutie van de Veiligheidsraad, niet eenzijdig. De Minister deelde aan het adres van de heer Waltmans mede dat een grote tentoonstelling in Bagdad was voorzien en dat zich transporten vanuit Nederland op weg naar Irak bevonden, die reeds waren geregeld vóór het conflict uitbrak. Die tentoonstelling is inmiddels uitgesteld tot 15 november. De Minister-President heeft in zijn verklaring voor de televisie niet meer bedoeld dan dat Nederland wil meepraten in de Europese politieke samenwerking. De voorzitter van de commissie, Ter Beek De griffier van de commissie, De Beaufort Tweede Kamer, zitting 1980-1981, 16 400 hoofdstuk V, nr. 16 6