Branden als beheermaatregel

Vergelijkbare documenten
Heidebeheer in de 21 e eeuw

Heideherstel met steenmeel: resultaten drie jaar na toediening op bodem en vegetatie

Fauna in de PAS. Hoe kunnen we effecten van N-depositie op Diersoorten mitigeren? Marijn Nijssen Stichting Bargerveen

Heidebeheer en fauna. Verslag veldwerkplaats Droog Zandlandschap Strabrechtse Heide, 4 juni 2009

Reptielen in de heide

Maatregelen voor bosherstel

natuurbeheer Jens Verwaerde Natuurpunt CVN

Drukbegrazing en Chopperen als Alternatieven voor Plaggen van Natte heide

Wat valt er te kiezen?

Vegetatie van de heide,

Effectgerichte maatregelen: vergeet de fauna niet!

Marijn Nijssen, Toos van Noordwijk, Annemieke Kooijman, Herman van Oosten, Bart Wouters, Chris van Turnhout, Jasja Dekker, Michiel Wallis de Vries,

Effecten van begrazing in kustduinen

Notitie tbv. werkgroep praktisch natuur beheer Beheer Staatsbosbeheer. Onderhoud van deze twee poelen door wg pn ivn nijmegen

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Steenmeel in de praktijk: Van bodem via planten ook effecten op dieren?

Heide als landschap: historie, bodem en ontwikkeling. Rienk-Jan Bijlsma & Rein de Waal

Effecten van alternatieve maatregelen op abiotiek, vegetatie en paddenstoelen

Toekomst voor eeuwenoud bos Samenvatting van het beheerplan Norgerholt Concept

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

Biotoop heide. Cursus natuurmanagement, 2019

Ecologisch bermbeheer

Kleine schorseneer aan het infuus voortgang herstelplan in Drenthe

QUIZ: HOE KOM IK DE WINTER DOOR????

Ecologische bij-structuur: het beheer

Wandeling n 12 : Al basse Hé : Durbuy Bewegwijzering :

Natuurherstel: van standplaats naar landschap

Bermenplan Assen. Definitief

Defensie en Natuur: Ja, Natuurlijk!

De nutriëntenbalans van droge

EFFECTEN VAN GRAZERS OP BELANGRIJKE KWELDER PROCESSEN

PAS herstelmaatregelen en monitoring Wat kan en moet de kleine beheerder daarmee?

Herstel van hellingschraallanden

Kleine stuifzanden, laat maar waaien Of toch niet?

Oevers 2x maaien Oever 2

Verjongen en uitbreiding van Jeneverbessen in de gewestbossen van Ravels

Programma. Beheerplan Elperstroomgebied

BEHEERPLAN BATENDIJK (ONG.) TE BORCULO

Verspreiding en foerageergedrag van grote grazers (Konikpaard en Gallowayrund) in de Millingerwaard

Het wel en wee van het gentiaanblauwtje in Kampina

Beheer en herstel van kievitsbloemlanden

Fosfaat en natuurontwikkeling

Rucphen. Achtmaalsebaan 22. Inrichtingsplan ir. J.J. van den Berg. auteur(s):

Branden als EGM-maatregel. Roland Bobbink Maaike Weijters Marijn Nijssen Joost Vogels Rense Haveman Loek Kuiters

Trosbosbes Effecten op het ecosysteem en mogelijkheden voor bestrijding

Heidevegetaties op golfbanen. Presentatie:

De inrichting en het beheer van de kwelders sluit aan bij het Kwelderherstelprogramma Groningen.

Eindexamen aardrijkskunde havo 2003-II

Toekomst natuurbeheer: waar gaat het heen? Edo van Uchelen

Stroomdalgraslanden in Nederland

Regenwormen Tijdstip: in september, oktober en november, na een regenbui.

Herstel en beheer van heideterreinen

Wandelen Wandelroute Leuvenumse Bos, bij Ermelo

Woensdag 3 september: Vennen in een veranderend klimaat

VOORBEELDEN REKENEN IN DE BEROEPSGERICHTE VAKKEN GROENHORST COLLEGE

KRW en Gedragscode: Houvast of last? Janneke van Goethem Platform beek- en rivierherstel17 april 2014

Natuurpad De Mient. Wandelen. In het Nationaal Park Duinen van Texel

grazers helpen de natuur.

Stuifzanden: Herstel Beheer en Monitoring

Licht en duisternis. Eindhoven 18 februari

Effecten van verhoogde N- depositie op natuur: is herstel nog nodig? Roland Bobbink, Leon van den Berg, Hilde Tomassen, Maaike Weijters & Jan Roelofs

Voorbereiding post 1. Werken voor hei en ven Groep 6-7-8

Marcel Vossestein, voormalig voorzitter Natuurbeschermingscommissie KNNV

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

Middels deze brief ontvangt u de resultaten van het nader ecologisch onderzoek op de projectlocatie Scheveningen Bad.

De invloed op de populatie van het gentiaanblauwtje in Kampina van het onderzoek OBN-Alternatieven voor Plaggen Stand van zaken juni 2012

Kan stimuleren van agrobiodiversiteit zonder externe gelden?

Amfibieën en poelen. Gerlof Hoefsloot

Uitgangspunten heidebeheer Sallandse Heuvelrug

De Leemvallei, ga je mee op onderzoek?

Voorbereiding post 1. Werken voor de hei Groep 4-5

BERGVENNEN. ROUTE 2,3 km

Hartelijk welkom. Informatieavond Beheerplan Natura 2000 Fochteloërveen

Waterhuishouding en herstelbaarheid van hoogveenvennen

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

Kleinschalig heidebeheer maatregelen diverse terreinen

6+ 10 WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS? Opdracht EDUKIT 3

Beschrijving plangebied bron: Koopman & Ingberg (2009)

3. Inventarisatie. Organisatie. Figuur 1: Grafiek met het aantal retour gezonden inventarisatieformulieren per organisatie.

Voorwoord Sneeuwklokjes

Voorbereiding post 1. Werken voor de hei Groep 6-7-8

WAARDEVOLLE VEGETATIE NA BEBOSSING VAN LANDBOUWGROND, KAN DAT?

Schraal schraler schraalst

De Dennen. Wandelen. Paardrijden. Fietsen. Onderedeel van Nationaal Park Duinen van Texel

Schraal schraler schraalst

Herstelbeheer soortenrijke natte heide

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

3 Wat is nu het aantal zwijnen dat momenteel in het gebied zit?

WAT MAAKT EEN BOS TOT EEN BOS?

Voorbereiding post 1. Werken voor hei en ven Groep 4-5

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Veelgestelde vragen schouw dagelijks onderhoud

Cultuurhistorisch natuurbeheer kan!

Boomcontrole vleermuizen boom 61145, Nieuwegracht te Utrecht

De Dennen. Wandelen. Paardrijden. Fietsen. Onderedeel van Nationaal Park Duinen van Texel

Dossiernummer: Projectnummer:

Transcriptie:

Branden als beheermaatregel Verslag veldwerkplaats ----Droog zandlandschap t Harde, 16 september 2010 Inleiders: Joost Vogels (Stichting Bargerveen), Roland Bobbink (B-ware) en Brand Timmer (Defensie) Branden werd vroeger wel gebruikt als beheermaatregel voor heide. Verschillende terreinbeheerders lopen rond met het idee dit weer te gebruiken als (goedkoper) alternatief voor plaggen. Maar werkt het wel en hoe voer je dat praktisch gezien uit? Op het artillerieschietkamp in t Harde bezoeken we terreinen waar al jaren ervaring is met branden. In dit terrein is plaggen niet mogelijk vanwege de gevaren van onder andere blindgangers, granaten die niet zijn afgegaan. Een snel brandje er overheen kan geen kwaad, maar als er een graafmachine op stuit, overleeft de machinist dat in het ergste geval niet. Wel of niet branden Joost Vogels (Stichting Bargerveen) vertelt, mede namens Roland Bobbink (B-ware), over hun bevindingen zoals die ook zijn samengevat in het OBN-preadvies Branden als EGM-maatregel (zie Meer info onderaan dit verslag). Hij begint met een aantal argumenten om wel of niet te branden: Wel Branden Heide: beter dan maaien Terugdringen vergrassing Verjonging van heide Sturen van begrazing Diversiteit van maatregelen Positieve effecten op fauna Positieve effecten op flora Niet branden Niet effectief tegen vermesting Werkt vergrassing in de hand Kan uit de hand lopen Vrees voor behulpzame burgers Negatieve effecten op fauna Negatieve effecten op flora Duidelijk is dat branden alleen kan in de winter, vanwege de Flora- en faunawet. Vervolgens legt Vogels uit van hoeveel factoren de temperatuur tijdens een brand afhankelijk is (bodem, wind, vochtgehalte strooisel, enzovoorts). Maar duidelijk is dat je de intensiteit van de brand grofweg op twee manieren kunt sturen: door de temperatuur of door de brandduur aan te passen. Daarbij is er een heel belangrijke voorwaarde: de vegetatie moet droog zijn, dus na minstens een week droog weer. Vervolgens moet je goed controleren of het inderdaad droog is. Beter niet gebrand, dan slecht gebrand, is het devies, en dat kan betekenen dat je 1, of zelfs 2 jaar moet wachten.

Vervolgens kun je kiezen uit branden met de wind mee of tegen de wind in. Tegen de wind in ( backfire ) geeft een hogere intensiteit de bodem in, en een lagere in het strooisel. Daarmee is een backfire geschikt als het doel is zoveel mogelijk stikstof te verliezen door strooisel mee te branden. Branden met de wind mee ( headfire ) geeft een hoge intensiteit in de strooisellaag, maar heeft door het korte, hevige karakter nauwelijks invloed op de bodem. Dat maakt een headfire vooral geschikt voor vegetatieverjonging. Over de effecten van ongecontroleerde zomerbranden is het een en ander bekend: as stroomt af (wat als voordeel heeft dat je diversiteit krijgt), het zand wordt hydrofoob, de fysische eigenschappen veranderen, de zaadbank is volledig weg en de ondergrond steriel. Doel: N-verwijdering Er is niet zo heel veel bekend over branden als maatregel. Duidelijk is dat een gecontroleerde winterbrand 100-170 kg N/ha verwijdert. De heersende N-depositie is 20 kg/ha, dus als het doel N- verwijdering is, zou je elke 5 jaar moeten branden, wat niet echt een duurzame oplossing is. Voordeel is wel dat je selectief stikstof verwijdert, en dat je de kationen behoudt. Mocht de N- depositie in de toekomst verder verlagen, dan kan het interessant worden. In dat opzicht is Nederland lastig te vergelijken met andere landen, met een hele andere N-depositie. Doel: heideverjonging Branden is veelbelovend als het doel heideverjonging is. Daarbij is bekend dat struikheide jonger dan 15 jaar na branden weer snel vegetatief uit kan lopen. Oudere heide moet regenereren vanuit zaad, wat uiteraard langer duurt. Het is dus slim om oude en jonge heide te mengen bij branden. Verder is wel duidelijk dat je in Nederland na branden moet begrazen, anders krijg je toch weer (her)vergrassing. Die grazers zoeken de brandvlakken vanzelf op, omdat de voedingswaarde van de grassen daar hoger is. Fauna Om te weten wat de effecten op fauna zijn, is het belangrijk te weten welke soorten er zitten. Logischerwijs is branden schadelijker voor dieren die in de vegetatie zitten, dan voor dieren die kunnen vliegen of ondergronds overwinteren (evt. als ei). Om herkolonisatie te stimuleren, geldt (net als bij plaggen) dat je brandvlakken niet te groot moet maken (een kwart tot een halve hectare) en liever in banen dan in vierkanten moet branden, zodat de afstanden korter zijn. Na branden zie je vaak een toename van het aantal insecten, en ook het aantal insectivore vogels. Ruim een eeuw brandervaring Brand Timmer (bos- en natuurbeheerder Dienst Vastgoed Defensie) vertelt dat op het artillerieschietkamp (4500 ha, in gebruik sinds 1875) nog veel blindgangers uit de Tweede Wereldoorlog liggen, toen de Duitsers het gebied gebruikten. Plaggen is te gevaarlijk, en daarom wordt al heel

lang grootschalig gebrand: 1700 ha, verdeeld in 52 blokken wordt liefst 1x per 8 jaar gebrand. In de praktijk is het 1x per 13-14 jaar. Ouder willen ze liever niet, omdat heide dan lastig regenereert. De blokken zijn 0,5 tot 75 ha, en moeten aan 3 kanten omsloten zijn door wegen of zand. Defensie heeft een speciale vergunning van LNV aanvullend aan de gedragscode, want de maximale eis van 0,5 ha werkt hier niet. Branden heeft als doel verjonging en het tegengaan van vergrassing. Het gebeurt met de wind mee ( headfire ) in februari-maart, met een natte of bevroren ondergrond, windkracht 3-6 uit de juiste richting (vanwege gevaar van rook op de snelweg) en helder weer ( schaatsweer ). Meestal branden ze vanaf 12 uur (dan is de dauw en rijp eraf) tot donker. Om te voorkomen dat bijvoorbeeld de biggen van wilde zwijnen verbranden, is men verplicht het gebied s ochtends met honden te doorlopen. Als er bijzondere soorten zoals klokjesgentianen voorkomen, houden ze die vrij. Na afloop vindt er begrazing plaats door edelherten. Zij vreten alleen jonge hei, en grazen graag op de brandplekken in de winter tot de vroege zomer; als de heide eenmaal bloeit, wordt ze nauwelijks nog door edelherten begraasd. Er wordt eerst een grens voorgebrand van 20 meter, en als er een bosrand is, wordt die natgehouden. Na een voorbereiding van anderhalf uur, brandt een gebied van 40 ha bij gunstige wind in een half uur af. Er zijn altijd zes auto s aanwezig van Defensie s eigen bedrijfsbrandweer, met zes tot zeven man per auto. De juiste brandervaring Daarmee komt Timmer op het grootste probleem voor branden als beheermaatregel: buiten Defensie hebben brandweerkorpsen er niet veel ervaring (meer) mee. Het korps NO-Gelderland oefent regelmatig samen met de brandweer van het ASK in het kader van een brandpreventieplan. Er zijn slechts enkele burgerkorpsen, vooral op de Veluwe, die ook brandweerauto s hebben met vierwielaandrijving. Het brandweerkorps van Defensie werkt veel samen met andere korpsen, maar is niet beschikbaar om te assisteren bij brandmaatregelen buiten Defensieterreinen. Per legertruck het veld in In een legertruck rijden we vervolgens naar vijf verschillende plekken

Het linkergedeelte is 8 jaar geleden gebrand, en het rechterdeel 3 jaar geleden. Op deze locatie wordt al meer dan 100 jaar brandbeheer gevoerd en er is nauwelijks geplagd waardoor hier een podzol heeft kunnen ontstaan. Hier wortelt de heide dus in een rijkere bodem, met directe gunstiger gevolgen voor de heide plant en organismen die hiermee samen leven in vergelijking met heide die bij een plagbeheer op een schralere bodem staat.

Oldebroekse Heide nabij de Wezeperberg. Deze is op 11 maart 2010 gebrand, en heeft dus dit jaar zelf alweer gebloeid (dat is niet altijd het geval). Dit is hetzelfde perceel als hierboven waarbij het oudere deel in de vorige brandcyclus, dus een jaar of acht a tien geleden niet is afgebrand (er blijven wel eens stukken midden in een perceel staan en deze zijn dus ongeveer een jaar of 20 oud). Is dus gebrand op 11 maart 2010. De leeftijd hier op de voorgrond is meer dan 20 jaar en door het ontbreken van knopen op deze leeftijd treedt er bijna geen vegetatieve hergroei op, slechts een klein percentage van de planten loopt weer uit. Voordeel is dat dit naast de jongere delen na een aantal jaren een mooie structuurvariatie geeft. In tegenstelling tot de VVV-heide die het branden van eenvormige jongere percelen doorgaans oplevert, krijgen ook bijvoorbeeld heidegrassen hier een kans.

Ook hier is twee jaar geleden oude heide van meer dan 20 jaar oud gebrand, waardoor hergroei op zich laat wachten. Links Roland Bobbink, in het midden Joost Vogels, rechts Brand Timmer. De deelnemers vragen zich af wat dat nou kost, branden als beheermaatregel. En dan met name als je niet zelf een brandweerkorps hebt, zoals Defensie. De conclusie is dat het interessant is als de plaatselijke brandweer het als oefening kan beschouwen, zodat er geen kosten mee gemoeid zijn. Maar het mag duidelijk zijn dat 'zomaar even branden' niet aan de orde is. Er komt heel wat bij kijken! Goed bestuderen van het OBN-preadvies Branden als beheermaatregel (zie hieronder) is geen overbodige luxe. Overigens zijn er meer beheermaatregelen mogelijk, zoals het maaien van heide. Timmer verkoopt heidemaaisel voor 75/hectare naar Rusland als biofilter. Vroeger gebruikten boeren heidemaaisel wel als structuurrijk voedsel voor hun vee, of om borstels te maken.

Meer informatie: Relevante documenten: OBN-preadvies Branden als EGM-maatregel (http://dt.natuurkennis.nl/uploads/dk117_o_branden_als_egmmaatregel.pdf) Joost Vogels, Stichting Bargerveen, j.vogels@science.ru.nl Roland Bobbink, B-ware, R.Bobbink@science.ru.nl Brand Timmer, Defensie, B.Timmer@mindef.nl