CFA Society VBA Netherlands De casus voor een nieuwe renteschok (S1) & de gevolgen voor het balansbeheer van Pensioenfondsen Jitzes Noorman Delegated CIO 16 oktober 2018
Huidige S1 / VEV 2
Dynamiek in regelgeving - pensioenfondsen Rekenrente Vaste rekenrente 4% Markt swaprente UFR 4,2% Variabele UFR???? Tot 2007 2007 2011 Jan 2015 Juli 2015???? Geen schok, wel buffers vastrentende waarden VEV S1 relatieve schokken Aanpassing VEV S1, grotere relatieve schokken???? Renteschok 3
Uitleg S1 VEV Het Vereist Eigen Vermogen voor pensioenfondsen wordt bepaald aan de hand van 10 risicofactoren, met o.a. renterisico (S1) Solvabiliteitstoets met 97,5% zekerheid op 1-jaars horizon S1: scenario voor renterisico Balansperspectief Meest negatieve scenario van een rentestijging c.q. rentedaling Relatieve renteschok o.b.v. rentefactoren per looptijd Voorbeeld: Indien de 20-jaars rente 4% is, geldt voor deze looptijd een rentedaling van 0,96%-punt (= (0,76-1)* 4%) En bij een rente van 1,5% geldt een daling van 0,36%-punt Rentefactor Nominale rente Looptijd Stijging Daling 1 (jaar) 2,05 0,49 2 1,79 0,56 3 1,65 0,61 4 1,55 0,64 5 1,49 0,67 6 1,44 0,70 7 1,40 0,71 8 1,37 0,73 9 1,35 0,74 10 1,34 0,75 11 1,33 0,75 12 1,33 0,75 13 1,33 0,75 14 1,33 0,75 15 1,33 0,75 16 1,32 0,76 17 1,32 0,76 18 1,32 0,76 19 1,32 0,76 20 1,32 0,76 21 1,32 0,76 22 1,32 0,76 23 1,32 0,76 24 1,32 0,76 25 1,32 0,76 > 25 1,32 0,76 Bron: BMO GAM, DNB 4
Casus voor een nieuwe S1 5
De voornaamste argumenten voor een aanpassing Classification: only van to be shown S1 if not public Kanttekeningen bij huidige S1 methodiek Niet in lijn met de economische realiteit (m.n. bij lage rentestanden) Bij negatieve rentes gaat het helemaal fout Niet stabiel Onduidelijkheid t.a.v. toegestane risicoprofiel 6
Met welke bril kijkt een pensioenfonds naar balansrisico? Tracking Error versus verplichtingen Vereist Eigen Vermogen S1 = renterisico S2 = aandelen- en vastgoedrisico S3 = valutarisico S4 = grondstoffenrisico S5 = kredietrisico S6 = verzekeringstechnischrisico Bron: BMO Global Asset Management, Nederlands pensioenfonds Momenteel forse verschillen wat betreft renterisico 7
Relatief renterisico is niet in lijn met economische Classification: realiteit only to be shown if not public 10-jaars Nederlandse staatsrente en volatiliteit (geannualiseerd o.b.v. maanddata) Bron: BMO Global Asset Management, Bloomberg, OESO, 27 September 2018 8
Volatiliteit 10-jaars staatsrentes (3 landen, 1962-2018) Standaarddeviatie renteverandering t.o.v. het renteniveau (dagdata, geannualiseerd) Bron: BMO Global Asset Management, Bloomberg, 27 September 2018 9
Absolute volatiliteit 10-jaars staatsrentes, Duitsland Classification: only & to be Japan shown if not public Standaarddeviatie renteverandering t.o.v. het renteniveau (dagdata, geannualiseerd) Bron: BMO Global Asset Management, Bloomberg, 27 September 2018 10
Er is sprake van Volatility Clustering Implied volatility EUR 1M10Y Swaption (oktober 2010 september 2018, maandbasis) Bron: BMO Global Asset Management, Bloomberg, 27 September 2018 Daardoor sprake van pad afhankelijkheid 11
Samenhang met financiële markten en macro-economie Implied volatility indices Standaarddeviatie renteverandering en PMI index (maanddata, geannualiseerd) Bron: BMO Global Asset Management, Bloomberg, CBOE, Merrill Lynch, Morgan Stanley, 1 oktober 2018 12
Bij negatieve rentes gaat het helemaal fout met Classification: S1only to be shown if not public S1 fictief pensioenfonds (20-jaars verplichting, 50% rentehedge) EUR swap renteontwikkeling (1/25 jaars looptijd) Bron: BMO Global Asset Management, Bloomberg, 4 oktober 2018 Volgens de huidige methodiek neemt S1 weer toe bij negatieve rentes! 13
S1 schept onduidelijkheid t.a.v. toegestane risicoprofiel Zelfde portefeuille resulteert in verschillende VEV s afhankelijk van meetmoment van de rente M.n. probleem bij bepalen wat grens is uit hoofde van Herstelplannen (2008 vertalen naar nu) Onderscheid tussen actieve (niet toegestaan) en passieve breaches (wel toegestaan) Met een vaste renteschok maakt het moment van berekenen van het VEV niet meer uit 14
S1 en de UFR Dekkingsgraden worden gedempt door de UFR Maandelijks berekent DNB de officiële RTS 1. De meest recente marktrentes worden als startpunt gehanteerd 2. Vervolgens wordt de RTS inclusief UFR berekend De methodiek zorgt voor een demping van de feitelijke marktbeweging De S1 rentescenario s echter vallen juist groter uit door de UFR De omgekeerde route wordt bewandeld 1. Eerst wordt de RTS inclusief UFR bepaald 2. Daar worden vervolgens relatieve renteschokken op losgelaten Doordat de startrentes inclusief UFR hoger zijn, vallen de renteschokken hoger uit dan o.b.v. markt 15
Voorstel voor een nieuwe S1 methodiek Vaste renteschokken 16
Voorstel: nieuwe S1 Absolute renteschok Rentescenario per looptijd Vaste bps voor elke looptijd 1Y standaarddeviatie * -1,96 Data Dagelijkse EUR swaprentes Looptijden 1/25 jaar 15/8/2001-4/10/2018 Uitkomst Circa -1¼% voor alle looptijden Bron: BMO Global Asset Management, Bloomberg, 4 oktober 2018 17
Voordelen In lijn met de economische realiteit Minder relevant met welke bril naar de balans wordt gekeken VEV wordt constanter (en bij huidige lage rentes en huidig beleid ook significant hoger) VEV wordt consistenter Omvang scenario s niet meer gekoppeld aan marktniveaus 18
VEV simulatie fictief pensioenfonds (50% renteafdekking) Bron: BMO Global Asset Management, DNB, oktober 2018. Uitgegaan is van een fictief pensioenfonds met een twintigjarige verplichting, 30% euro staatsobligaties, 20% Credits, 35% beursgenoteerde ontwikkelde markten aandelen, 5% Private Equity, 5% niet-beursgenoteerd vastgoed, 5% commodities, 100% afdekking valutarisico en 50% renteafdekking Aanzienlijk stabieler (en momenteel ook hoger) VEV 19
Minder grond voor rentestaffels Twee fundamentele argumenten voor rentestaffels: 1) Rentevisie & geloof in mean-reversion 2) Sturen op een constante S1 en VEV Renteniveau Afdekking 2% 40% 3% 60% 4% 70% 5% 75% 20
Standaardmodel VEV en de koppeling met de Classification: markt only to be shown if not public Huidig Voorstel Schok Koppeling met markt? Schok Koppeling met markt? S1 - renterisico Relatieve renteschokken Ja Vaste renteschokken Nee S2 - aandelen en vastgoedrisico Daling van 15% tot 40% Nee Daling van 15% tot 40% Nee S3 - valutarisico Daling van 20% of 35% Nee Daling van 20% of 35% Nee S4 - grondstoffenrisico Daling van 35% Nee Daling van 35% Nee S5 - kredietrisico Stijging rentemarges per rating Nee Stijging rentemarges per rating Nee S6 - verzekeringstechnisch risico S7 - liquiditeitsrisico S8 - concentratierisico S9 - operationeel risico S10 - actief beheer risico Voorstel resulteert in consistente VEV formule Omvang schokken van alle S jes onafhankelijk van marktniveaus Naast VEV bandbreedtes kunnen fondsen nu ook specifiek beleid gaan voeren voor alle S jes Norm + bandbreedte per S Geen passieve breaches meer a.g.v. renteontwikkeling 21
Voorstel absolute S1: gevolgen balansbeheer pensioenfondsen S1 zal hoger/strenger uitvallen bij huidige lage rentes Hogere afdekkingspercentages Afname discrepantie tussen markt en regelgeving perspectief Stabielere S1 Stabielere rentehedges / minder grond voor dynamisch afdekkingsbeleid en rentestaffels Stelt pensioenfondsen in staat om beleid te voeren op de individuele S jes in het VEV Afname complexiteit balansbeheer S1 stabieler Geen passieve breaches meer van VEV-limieten Geen onduidelijkheid t.a.v. meetmoment (i.v.m. VEV-limieten en Herstelplannen) 22
Bijlage Scheefheid Renterisico 23
Renterisico is een asymmetrisch risico Histrogram: Maandelijkse verandering 10-jaars Nederlandse staatsrente (1960-2018) Een veelgehoorde opmerking is dat bij lage rentes de kans op een rentestijging groter is dan een rentedaling Rente kent inderdaad een positieve scheefheid Uitslagen naar boven zijn groter Maar de positieve scheefheid is niet significant anders bij lage rentes Ook bij hoge rentes was sprake van een positieve scheefheid Bron: BMO Global Asset Management, Bloomberg, oktober 2018 24
Bijlage BMO Global Asset Management (EMEA Netherlands) 25
BMO Global Asset Management Nederland Lokaal specialist (sinds 1950) met wereldwijd bereik Advisory Solutions Verantwoord beleggen Specialistische oplossingen Fiduciair Management Liability Driven Investments (LDI) (ALM) reo -engagementservice Duurzame themafondsen ESG-integratie Vastrentende waarden Aandelen Themafondsen Vastgoed Private Equity Gericht op diversificatie en het leveren van (innovatieve) maatwerkoplossingen 26
Beleggingscyclus en de rol van BMO GAM BMO GAM partner voor pensioenfondsen ALM-studie Beleggingsbeginselen Doelstelling Strategisch beleggingsbeleid Jaarlijks beleggingsplan Implementatie & uitbesteding Monitoring & uitvoering Risicohouding Beleggingscategorieën Evaluatie (1-jaars cyclus) Evaluatie (3-jaars cyclus) Bron: BMO Global Asset Management, 2018 27
Contact BMO Global Asset Management Hoofdkantoor (EMEA) Exchange House Primrose Street London EC2A 2NY Tel: +44 (0) 20 7628 8000 bmogam.com BMO Global Asset Management Nederland Jachthavenweg 109e 1081 KM Amsterdam Tel: +31 (0) 20 582 3000 E: infonl@bmogam.com bmogam.nl Mondiale vermogensbeheerder met een diversiteit aan beleggingsstrategieën Volledig klantgericht Een breed palet aan beleggingsoplossingen en - producten Ruime expertise, inclusief een aantal gespecialiseerde beleggingsboetieks 2018 BMO Global Asset Management. Alle rechten voorbehouden. BMO Global Asset Management is een handelsnaam van BMO Asset Management Netherlands B.V., in Nederland gereguleerd door de Autoriteit Financiële Markten (AFM). Vertrouwelijk