Van M&O naar Bedrijfseconomie & Ondernemerschap

Vergelijkbare documenten
DOMEINBESCHRIJVING 27 mei 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Van M&O naar Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. Eindrapport van de vakvernieuwingscommissie M&O Oktober 2014

Examenprogramma bedrijfseconomie en ondernemerschap vwo

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Examenprogramma bedrijfseconomie en ondernemerschap havo

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

VELDRAADPLEGING CONCEPTSYLLABI BEDRIJFSECONOMIE, ONDERNEMERSCHAP EN FINANCIELE ZELFREDZAAMHEID

Examenprogramma management en organisatie vwo

Nascholing leraren M&O/bedrijfseconomie HET NIEUWE EINDEXAMENPROGRAMMA BEDRIJFSECONOMIE

management & organisatie

Eindtermen en examenprogramma Algemeen Voortgezet Onderwijs Aruba

HAVO. Ter voorbereiding is een deel van de stof bij het vak economie in de derde klas havo opgenomen. Marketing

Welkom op de. Voorlichtingsavond economie (eco) en bedrijfseconomie,ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid. (Beco).

Management & Organisatie. Een mooi vak in de bovenbouw van de HAVO en het VWO

Examenprogramma management en organisatie havo/vwo

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

DOMEINBESCHRIJVING 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Programmacommissie herziening eindtermen M & O HAVO ten behoeve van de sectie Bedrijfseconomie van de VECON

Opdrachtgever en begeleider: Dhr. J. Schilder, sectievoorzitter economie & M&O op het Baken Park Lyceum te Almere

Examenprogramma economie vwo

VERENIGING VAN LERAREN IN DE ECONOMISCH/MAATSCHAPPELIJKE VAKKEN

Ouderavond profielkeuze Economie en Bedrijfseconomie Voorlichting 3H & 3V

Bedrijfseconomie, Ondernemerschap en Financiële Zelfredzaamheid

Examenprogramma economie havo/vwo

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007

Kadernotitie Platform #Onderwijs 2032 SLO, versie 13 januari 2015

Bedrijfseconomie, Ondernemerschap en Financiële Zelfredzaamheid

Examenprogramma beeldende vorming

MANAGEMENT EN ORGANISATIE HAVO

STEM. Visietekst van het GO! onderwijs van de. 28 november Vlaamse Gemeenschap

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie

Examenprogramma economie havo

Het EBC*L onderscheidt drie niveaus, die zich met name richten op bedrijfseconomische (basis)kennis.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

'Hier havo.hbo hoort u mij?' (Nieuwe) Scheikunde

Beeldende vakken HAVO

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 7 van het Eindexamenbesluit v.w.o.- h.a.v.o.- m.a.v.o.- v.b.o.

Junior Company op havo en vwo

Regeling aanwijzing niet centraal examenstof profielen vwo en havo in 2002

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

TOELICHTING OP HET CENTRAAL EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN VWO 2020

Leergang Leiderschap voor Professionals

Regelgeving referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen versie 1.2

DOMEINBESCHRIJVING VERSIE 27 MEI 2014 VOORLOPIG CONCEPT

Waar gaan de ontwikkelteams mee aan de slag?

TOELICHTING OP HET NIEUWE EXAMEN MAATSCHAPPIJWETENSCHAPPEN HAVO 2019

Toelichting bij de concretiseringen wiskunde in de vorm van tussendoelen voor 3 havo/vwo ctwo en SLO oktober 2010

MANAGEMENT EN ORGANISATIE HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De VO - vakvernieuwing komt eraan

natuurkundeprogramma s vanaf 2013

UITWERKING KOERS BEST ONDERWIJS

Friese taal en cultuur VWO. Syllabus centraal examen 2010

Examenprogramma Klassieke Talen vwo

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Leergang Allround Leiderschap

1 De belangrijkste veranderingen ten opzichte van het programma 2007

MARKETEER RESULTAATGEBIEDEN. Wat kan ik doen om de doelen te bereiken? (Activiteiten) Wat moet ik bereiken? (Doelen)

Programma van toetsing en afsluiting. Vak: Economie 2 f vwo

Het Ontwikkelteam Digitale geletterdheid geeft de volgende omschrijving aan het begrip digitale technologie:

Achtergrond onderzoeksvraag 1

SKPO Profielschets Lid College van Bestuur

Mededeling vaststelling syllabi centraal examen vmbo 2008 en 2009

Hogeschool Leiden Odm

BIJGESTELDE VISIE REKENEN & WISKUNDE

Examenprogramma scheikunde vwo

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Het examenprogramma wiskunde A havo

Woudschoten Chemie Conferentie 7 november 2008 Chemie tussen context en concept. Nieuwe Scheikunde in het schoolexamen

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

De voorzitter van de Tweede Kamer Postbus EA Den Haag. Datum 5 juli 2013 Betreft: wetsvoorstel bovenbouw havo/vwo.

Uit de beleidsvisie maakt de AFM op dat vier modellen voor de inrichting van de corporatie te onderscheiden zijn. Dit zijn:

Hallo allemaal Wat fijn dat je er bent!

VO/BOB 1998/ juli 1998

LWEO. De lesbrieven. Levensloop Kleding Mobiliteit Arbeidsmarkt Economische Crisis Wereldeconomie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING EXAMENPROGRAMMA S VOORTGEZET ONDERWIJS

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Friese taal en cultuur HAVO. Syllabus centraal examen 2011

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

examenprogramma s vo AANVULLING BEROEPSGERICHTE VAKKEN VOORTGEZET ONDERWIJS vmbo

Nieuw intersectoraal programma vmbo. Studiemiddag VBG. Barneveld, 21 maart 2013

Informatica. Staatsexamen vwo. Vakinformatie

FRIESE TAAL EN CULTUUR HAVO. Syllabus centraal examen 2015

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

SOCIALE EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIE

Natuurwetenschappelijke, wiskundige en technische vaardigheden (bètaprofielniveau)

DE KRACHT VAN HET COLLECTIEF ONDERWIJS VAN MORGEN

Bijlage V. Bij het advies van de Commissie NLQF EQF. Tabel vergelijking NLQF-niveaus 5 t/m 8 en Dublin descriptoren.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING EXAMENPROGRAMMA S VOORTGEZET ONDERWIJS

20 november 2018 Hartelijk Welkom! COLLEGE DEN HULSTER

Examenprogramma wiskunde D vwo

Examenprogramma natuur, leven en technologie vwo vanaf schooljaar

Economie 2HV Economie 3HV (B3L, B3P, B3Q en B3R) Bedrijfseconomie 4H Management & Organisatie 5H

STAND VAN EDUCATIEF NEDERLAND

WISKUNDE A HAVO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Transcriptie:

VOORLOPIG CONCEPT 28 mei 2014 Van M&O naar Bedrijfseconomie & Ondernemerschap Rationale voor de vakvernieuwing M&O 1 Motieven voor vernieuwing M&O krijgt een nieuw examenprogramma en een nieuwe naam. De nieuwe naam, Bedrijfseconomie & Ondernemerschap geeft een moderne invulling aan het vak M&O, waarin het ook gaat om de eigen persoon als ondernemer of als privépersoon die staat voor belangrijke financiële beslissingen. In het vernieuwde vak komt dit op verscheidene manieren tot uitdrukking: het nieuwe examenprogramma gaat in op hoe ondernemingen ontstaan, op het initiatief dat hier voor nodig is (ondernemerschap), maar ook op eigen, persoonlijke, financiële beslissingen. Zelfredzaamheid is daarmee een prominent onderdeel geworden van het programma. Met deze nieuwe insteek is Bedrijfseconomie & Ondernemerschap een algemeen vormend vak dat tracht eenieder voor te bereiden op een werkzaam leven in welke vorm dan ook. Hoezeer dit ook mag suggereren dat de commissie grote veranderingen in het vak voorstelt, de insteek was en is om waar mogelijk voort te bouwen op het huidige programma. Enige kanttekeningen bij de invalshoek en werkwijze van de commissie zijn op hun plaats. 1.1 Aanpak commissie Na initiële beraadslagingen was de commissie het er snel over eens dat het vak zoals het bestaat vele goede dingen kent en dat de kern van de vernieuwing gevonden moest worden in het herstructureren en uitbouwen van al het goede dat er lag. Dit betekent dat het grootste deel van de bestaande vakonderdelen en leerstof hun plaats hebben behouden in het nieuwe programma. Er is dus geen sprake van een revolutie, maar wel van een vernieuwing van het programma dat op verschillende plaatsen nieuwe accenten legt en andere keuzes maakt. Ook is er een geïntegreerd overkoepelend nieuw domein toegevoegd om veel nadrukkelijker dan nu het geval is een duidelijke rode draad in het vak te introduceren. De aanpak van de commissie kan worden omschreven als behoudend. Het is de consequentie van de bovenstaande constatering dat het huidige vak vele goede dingen kent, en de wens van de commissie om niet onnodig zaken te veranderen (geen veranderen om te veranderen ). 1

De commissie hoopt dan ook dat hiermee, ondanks de toch aanzienlijke herziening, er voldoende aangrijpingspunten over blijven om een soepele invoering van het nieuwe examenprogramma mogelijk te maken. De grote veranderingen in het examenprogramma zijn: i. het individu de leerling staat meer centraal; zo speelt het nieuwe programma in op de zelfredzaamheid, ondernemerschap en meer in het algemeen de belevingswereld van de leerling; ii. een meer geïntegreerde structuur waardoor het vak een veel grotere samenhang krijgt. In het huidige M&O programma ontbreekt een duidelijke rode draad waardoor er sprake is van onvoldoende samenhang. De voorstellen van de commissie zijn er op gericht dit manco op te heffen. Om duidelijk richting te geven heeft de commissie niet alleen met het formuleren en bepalen van globale eindtermen het nieuwe examenprogramma bepaald, maar ook elke eindterm uitgewerkt om duidelijk te maken wat voor type gespecificeerde eindtermen hierbij horen. Al met al een nieuw perspectief op het vak. 1.2 Vanwaar een nieuw perspectief? Vanuit vak-, leerling- en maatschappelijk oogpunt is er alle reden voor een nieuw perspectief op het vak dat tot nu toe M&O heette. vak: De maatschappij wordt steeds dynamischer. Organisaties komen en gaan. Mensen hebben geen baan meer voor het leven, maar moeten zelf telkens nieuwe keuzes maken. In de troonrede van 2013 was sprake van de participatiesamenleving. Mensen moeten weerbaarder worden om de hectiek het hoofd te kunnen bieden. Financiële zelfredzaamheid neemt in belang toe. Het vak Bedrijfseconomie & Ondernemerschap kan handvatten bieden om belangrijke keuzes te analyseren zoals het beginnen van een eigen bedrijf maar ook voor persoonlijke keuzes zoals het kopen van een huis. De voor organisaties roerige tijden vragen ook om een beter inzicht in hoe zij succesvol kunnen zijn en hoe ze bestuurd moeten worden. Waaraan ontlenen organisaties hun bestaansrecht? Hoe kunnen ze beter concurreren? En ja, organisaties spelen ook een maatschappelijke rol. Crises (bij banken bijvoorbeeld), boekhoudkundige malversaties en schandalen over zelfverrijking hebben het vertrouwen in ondernemingen op de proef gesteld, zowel in de private als in de publieke sector, denk bij dit laatste bijvoorbeeld aan woningcorporaties. Het komt aan op zelfreinigend vermogen, en maatschappelijk verantwoord en financieel gezond, liefst vertrouwenwekkend, handelen. Dit alles heeft zijn weerslag op de besturing en positionering van organisaties. Hoe moeten ze omgaan met de dynamiek en toegenomen verantwoordelijkheden? Inzicht is nodig op allerlei fronten: interne organisatie, financiering, marketing, personeelsbeleid, financieel beheer en verslaggeving. 2

Deze ontwikkelingen raken het vak Bedrijfseconomie & Ondernemerschap. Niet alleen de leerinhoud dient op onderdelen aan de nieuwe realiteit te worden aangepast (en de naam), maar ook de missie moet worden vernieuwd. Als Bedrijfseconomie & Ondernemerschap het aangewezen vak is om havisten en vwo ers voor te bereiden op het werken in of met organisaties, dan hoort daar ook de toerusting tot persoonlijk ondernemerschap bij, om in die wereld de vleugels te kunnen uitslaan. En bovenal is het van groot belang bij te dragen aan het (financieel) zelfredzaam kunnen opereren. leerling: Jongeren krijgen meer en meer te maken met steeds ingewikkelder financiële kwesties. Niet alleen op latere leeftijd, maar juist ook eerder. Ze tellen steeds volwaardiger mee als consument, werknemer of contractpartner, inclusief de kleine lettertjes, die voor deze leeftijdsfase fikse onvoorziene gevolgen kunnen hebben. Zelfredzaam en verantwoord financieel handelen is met schade en schande te leren, maar waarom niet in het onderwijs, via het vak Bedrijfseconomie & Ondernemerschap, hieraan bijdragen? Ondernemen is in, ook onder jongeren. Meer dan drieduizend jongeren startten in 2013 een (eenmans)bedrijf: als eendagsvlieg, ambitieuze ondernemer in spe of eerste oriëntatie op het werkend leven, bijvoorbeeld als zzp er. Bedrijfseconomie & Ondernemerschap heeft alles in huis om de ondernemendheid van jongeren te stimuleren en hun vertrouwd te maken met wat een organisatie of activiteit tot een succes kan maken. maatschappij: De Onderwijsraad (2013) 1 signaleert maatschappelijke en, in navolging van de OESO (2013) 2, internationale trends met consequenties voor het onderwijs. Een inhoudelijke consequentie is, zo adviseert de Onderwijsraad, meer expliciete aandacht voor heldere, bredere doelen met betrekking tot de aansluiting tussen onderwijssectoren onderling en tussen onderwijs en arbeidsmarkt. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) spreekt in dit verband in zijn rapport De lerende economie (WRR, 2013 3 ) over adaptief vermogen en responsiviteit. In een dynamische omgeving is het belangrijk leerlingen in staat te stellen om te gaan met veranderende omstandigheden. Op zelfredzaamheid komt het aan. 1 Onderwijsraad (2013). Een smalle kijk op onderwijskwaliteit. Stand van educatief Nederland 2013. Advies uitgebracht aan de Minister en de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Den Haag. 2 OECD (2013). Trends Shaping Education 2013. OECD Publishing. 3 WRR (2013). Naar een lerende economie. Investeren in het verdienvermogen van Nederland. WRR-rapport nr.90. 3

De Onderwijsraad (2013), p.40, stelt in het licht hiervan de volgende leerdoelen voor: interactief gebruik kunnen maken van gereedschappen; kunnen interacteren in heterogene groepen; autonoom kunnen handelen. Dit klinkt iets abstract, maar waar het om gaat (in andere woorden) is dat leerlingen kennis opdoen (en weten te vinden) die hun probleemoplossend vermogen versterkt, constructief met anderen weten samen te werken en in staat zijn zelf verantwoordelijkheid te nemen. Deze doelen passen binnen het vak Bedrijfseconomie & Ondernemerschap. Van de ontwikkelingen en trends waar de Onderwijsraad (2013) en OESO (2013) op wijzen, hebben de onderstaande directe relevantie voor het vak Bedrijfseconomie en Ondernemerschap 4 : de verschuiving van de verzorgingsmaatschappij naar een samenleving waarin de burger geacht wordt zelfredzamer te zijn; de aandacht en waardering voor excellente prestaties mede als gevolg van de Europese ambitie om de meest competitieve kenniseconomie ter wereld te worden; globalisering: De dynamiek van nieuwe economische verhoudingen, meer diverse populaties én wereldwijde uitdagingen zoals klimaatverandering, vragen om wereldwijde oplossingen en samenwerking. Een nieuwe generatie zal hierop toegerust moeten zijn; de veranderende wereld van competenties en werk: In de afgelopen decennia is de verdeling van competenties en werk over bevolkingsgroepen aanzienlijk veranderd. Zo zijn de arbeidsparticipatie en het opleidingsniveau van vrouwen sterk toegenomen, zijn samenlevingen kennisintensiever geworden en worden waar mogelijk producten grotendeels gemaakt in lagelonenlanden. Wie over de juiste competenties beschikt, kan zich in de moderne wereld staande houden. Er zijn in dat opzicht nog steeds hardnekkige ongelijkheden. Onderwijs kan een bijdrage leveren aan het verkleinen ervan; de veranderende rol van informatie en toegang tot informatie: Informatietechnologie is zowel thuis als op het werk niet meer weg te denken. Zij geeft mensen kansen (vrije toegang tot informatie en onderwijs), maar levert ook risico s op (aantasting van privacy bijvoorbeeld). Ook speelt het probleem van information-overload. Hoe kan informatie efficiënt en effectief worden gebruikt om persoonlijke doelen dan wel organisatiedoelen te realiseren? 4 Geciteerd uit Onderwijsraad (2013), pp.15-17. 4

Het geheel van deze overwegingen geeft aanleiding tot een nieuwe invulling van het vak M&O, en dus ook tot de nieuwe naam Bedrijfseconomie & Ondernemerschap. Die nieuwe invulling bestaat uit herziening van: de missie van het vak; de conceptuele structuur van het vak, resulterend in een gewijzigde opzet van domeinen; de eindtermen. 1.3 Waarom een nieuwe naam? De naamgeving van het vak is gedurende het gehele vernieuwingstraject gespreksonderwerp geweest in de commissie. Vanwege de majeure ingreep die een naamswijziging met zich meebrengt is het standpunt van de commissie, dat een dergelijke wijziging alleen moet plaatsvinden als het werkelijk noodzakelijk is. In de loop van de maanden is het voor de commissie steeds duidelijker geworden dat de huidige naam M&O weliswaar ingeburgerd is, maar nergens meer voor staat. Velen, waaronder ook docenten, weten überhaupt niet (meer) wat de afkorting precies betekent. De naam M&O is te abstract en inhoudelijk dekt hij de lading niet, noch geeft hij een juiste invalshoek en uitstraling. In menige opleiding tot docent M&O wordt er vaak tussenhaakjes Bedrijfseconomie achter gezet om enige duidelijkheid te geven over wat het vak inhoudt. Daarnaast is de voluit geschreven naam Management en Organisatie (waar de afkorting M&O voor staat) geen afspiegeling van het vak. Het is een te institutionele naam waarin niets doorklinkt van eigen verantwoordelijkheid. Kortom: de huidige naam doet geen recht aan wat het vak moet uitstralen en sluit evenmin aan op de belevingswereld van de leerling. De nieuwe naam Bedrijfseconomie en Ondernemerschap biedt meer duidelijkheid en geeft een moderne invulling en uitstraling aan het vak M&O waarin het perspectief van de leerling voorop staat: als toekomstige werknemer, maar ook als aspirant-ondernemer of als privépersoon die staat voor belangrijke financiële beslissingen. Wij realiseren ons terdege dat Bedrijfseconomie & Ondernemerschap een lange naam is, maar een alternatief is volgens de commissie niet voorhanden. In de praktijk zal ongetwijfeld waar nodig een afkorting naar Bedrijfseconomie plaatsvinden. Wij vinden dit niet erg (dit is nog steeds veel beter dan M&O), zolang in officiële documenten de volledige naam maar wordt gebruikt. Hieronder werken wij de vernieuwde missie uit, en vervolgen met de conceptuele structuur. Daarin, en in de bijbehorende eindtermen, verandert het nodige. Ook worden er aanpassingen voorgesteld in het onderscheid tussen het havo- en vwo-programma en in de verdeling van de examenstof over het schoolexamen en het centraal examen. De navolgende paragrafen lichten elk van deze herzieningen nader toe. 2 De missie van het vak Bedrijfseconomie & Ondernemerschap De ontwikkelingen en trends die paragraaf 1 schetst, maken het vak Bedrijfseconomie & Ondernemerschap extra relevant. Niet alleen vanwege het inzicht dat het vak leerlingen kan verschaffen in de complexe financiële en bedrijfseconomische actualiteit, maar ook en vooral 5

vanwege de vorming die het kan bieden om leerlingen zelfredzaam te laten functioneren en verantwoorde persoonlijke keuzes te laten maken. Dit nieuwe perspectief laat zich vertalen in de volgende missie voor het vak: Bedrijfseconomie & Ondernemerschap is een zelfstandig en volwaardig Tweede Fase (profiel) keuzevak dat: havo- en vwo-leerlingen inzicht laat verwerven in o het bestaansrecht en functioneren van organisaties gericht op het produceren en leveren van producten of diensten; o het eigen functioneren binnen organisaties; bijdraagt aan het eigen financieel bewustzijn. Bovenstaande missie legt de basis voor de principiële leerdoelen van het vak Bedrijfseconomie & Ondernemerschap. Die zijn: (1) De leerling ontwikkelt een begrip over het functioneren van organisaties in een samenleving waarin de meeste goederen en diensten in georganiseerd verband worden voortgebracht; (2) De leerling verwerft essentiële vaardigheden op belangrijke bedrijfseconomische en organisatorische vakgebieden; (3) De leerling verkrijgt en vergroot zijn persoonlijke financieel bewustzijn, waaronder financieel inzicht en financiële vaardigheden, opdat hij in staat is verantwoord te handelen voor zichzelf en voor organisaties waarin hij in welke rol dan ook actief is; (4) Bedrijfseconomie & Ondernemerschap draagt bij aan de voorbereiding op het welslagen van een voortgezette studie, respectievelijk het werkzame leven, of dit nu is als zelfstandige, als ondernemer of als werknemer; (5) Het vak draagt bij aan de loopbaanoriëntatie en persoonlijke ontwikkeling van de leerling. 3 De opbouw van het nieuwe programma De nieuwe missie en doelstellingen van Bedrijfseconomie &Ondernemerschap maken een andere invulling en programmering van het vak noodzakelijk. Het functioneren van organisaties blijft een belangrijke invalshoek, maar veel meer komt het perspectief van het individu ofwel de leerling centraal te staan. Bijvoorbeeld: hoe zelf een onderneming te beginnen, wat behelst dit? Maar ook financiële zelfredzaamheid in het algemeen krijgt aandacht, onder meer bij persoonlijke financiële beslissingen zoals het kopen van een huis. Dit soort privé-beslissingen lijkt op het eerste gezicht af te wijken van de problematiek van een organisatie. Toch is er grote overlap. Allerlei afwegingen en technieken die bij de aanpak van organisatorische vraagstukken aan de orde zijn, kunnen ook worden benut bij financiële kwesties op privégebied. En het zelf beginnen van een ondernemingsactiviteit ondernemerschap valt daar weer precies tussen in. De nieuwe programmering had vooral tot doel, het vak een rode draad te geven samenhang is cruciaal. Het voorstel is om aan het nieuwe examenprogramma een overkoepelend domein toe te voegen dat daarvoor zorgt. Dit domein, genaamd, domein 0 Van persoon naar rechtspersoon, legt via een aantal subdomeinen de verbinding tussen de persoonlijke en de organisatorische 6

invalshoeken van het vak Bedrijfseconomie & Ondernemerschap. Schematisch loopt die van persoon, via eenmanszaak naar rechtspersoon. In paragraaf 4.3 wordt het nieuwe domein verder toegelicht (de volledige uitwerking is opgenomen in domeinbeschrijving van het nieuwe domein 0 Van persoon naar rechtspersoon. Schematisch valt domein 0, en daarmee de op bouw van Bedrijfseconomie & Ondernemerschap', als volgt te illustreren: In het bovenstaande schema zijn de verschillende domeinen van het vak het nieuwe examenprogramma dus te onderkennen. Domein 0 biedt dan ook een eerste oriëntatie op het gehele vak. Hieronder volgt een overzicht van alle te onderscheiden domeinen. In paragraaf 4 worden de verschillen met het huidige programma toegelicht. Domein globale inhoud A Vaardigheden de vaardigheden die nodig zijn voor (a) het welslagen van een voortgezette studie respectievelijk het werkzame leven, of dit nu is als zelfstandige, als ondernemer, of als werknemer (b) de persoonlijke ontwikkeling van de leerling (c) het leren beheersen van bedrijfseconomische en organisatorische vakgebieden 7

Domein 0 Van persoon naar rechtspersoon B t/m F K B C Interne organisatie en personeelsbeleid Investeren en financieren globale inhoud de verbinding tussen de (financiële) belevingswereld van de leerling en de domeinen B t/m F om de leerling tot persoonlijk financieel bewustzijn te brengen en diens inzicht en vaardigheden te vergroten, opdat hij tot financieel verantwoord handelen in staat is, voor zichzelf en voor de organisaties waarbij hij in welke rol dan ook is betrokken het functioneren van organisaties in een samenleving waarin de meeste goederen en diensten in georganiseerd verband worden voortgebracht: het interne functioneren van organisaties met als belangrijkste aspecten: (a) de interne organisatie (b) het personeelsbeleid de activiteiten en processen waarmee organisaties bepalen welke investeringen te doen en/of welke vermogensbronnen aan te boren om zodoende goederen en diensten te kunnen produceren en leveren D Marketing de activiteiten en processen waarmee organisaties hun klantwaardepropositie afgestemd houden op de veranderende behoeften en preferenties van consumenten E Financieel beheer de activiteiten en processen waarmee organisaties hun functioneren bewaken en (bij)sturen F Verslaggeving de activiteiten en processen waarmee organisaties zich extern via verslaggeving verantwoorden Keuze onderwerpen de mogelijkheid om in het schoolexamen eigen keuzes te maken en eigen accenten te leggen, op basis van een (niet-uitputtende) lijst van keuzeonderwerpen zoals: maatschappelijk verantwoord ondernemen, ondernemerschap, beleggingsanalyse, managementgames, voortgezette elementen van boekhouden, etc. 4 De belangrijkste veranderingen per domein 4.1 Domein appendices De commissie heeft voor elk domein een gedetailleerde domein appendix opgesteld die per domein een beschrijving en onderbouwing geeft van het voorstel tot vernieuwing. Elke domein appendix begint met een hoofdstuk met i. het doel en de inhoud van het domein ii. de voorgestelde eindtermen voor havo en vwo iii. specificaties van de eindtermen met richtinggevende inhoud voor havo en vwo, 8

iv. een overzicht van de verschillen tussen havo en vwo, v. de verdeling van het domein over het centraal examen (CE) en het schoolexamen (SE). Vervolgens bevat elke domein appendix een hoofdstuk met i. een toelichting op en verantwoording van de gemaakte keuzes ii. een nadere toelichting op de wijzigingen t.o.v. het huidige programma. Tenslotte bevat, elke domein appendix voor de volledigheid de globale eindtermen van het desbetreffende domein uit het huidige M&O examenprogramma. Hieronder volgt een overzicht van de wijzigingen in de domeinen. Allereerst echter een paar algemene opmerkingen over de gemaakte wijzigingen. 4.2 Enkele algemene opmerkingen Het onderscheid tussen commerciële en niet-commerciële organisaties vervalt. Elke organisatie gericht op het produceren en leveren van producten of diensten wordt aangeduid met organisatie. Die kan een commerciële, maar ook niet-commerciële organisatie betreffen, uit zowel de handels-, industriële als de dienstensector; Het huidige domein 'Informatievoorziening met behulp van ICT' is vervallen. Enige eindtermen hieruit zijn verwerkt in het nieuwe domein E 'Financieel beheer'; Domein 0 is toegevoegd om aan te sluiten op financiële zelfredzaamheid, een integraal perspectief te bieden en het vak aan te laten sluiten op de belevingswereld van de leerling; Met domein K is keuzeruimte ingebouwd. 4.3 Domein A Vaardigheden Om de samenhang in algemene vaardigheden tussen de diverse Tweede Fasevakken beter uit de verf te laten komen, is het A-domein geharmoniseerd met dat van de recent vernieuwde examenprogramma s voor de bètavakken. Dat heeft deels nieuwe benamingen, een herschikking en aanvulling van diverse subdomeinen tot gevolg. Het taalgebruik van de algemene vaardigheden is met het oog op de samenhang met andere vakken zo generiek mogelijk gehouden. Zie voor meer: de appendix met de domeinbeschrijving van het nieuwe domein A Vaardigheden. 4.4 Domein 0 Van persoon naar rechtspersoon Als leidraad van het nieuwe examenprogramma is een nieuw, overkoepelend, domein 0 toegevoegd. Dit domein brengt de domeinen B tot en met F in onderlinge samenhang, startend vanuit de (financiële) belevingswereld van de individuele leerling. In domein 0 zijn enkele eindtermen uit domein C van het huidige programma opgenomen. In zijn geheel is domein 0 een aanvulling op het huidige programma. Deze aanvulling betreft: een brede benadering van de persoonlijke financiële zelfredzaamheid van de individuele leerlingen. Hierbij wordt aandacht besteed aan de financiële consequenties van belangrijke beslissingen zoals de keuze voor een opleiding, werken, het kopen van een huis, pensioenen vermogensopbouw en de financiële en fiscale consequenties van trouwen, scheiden, erven en schenken; 9

het opstarten van een activiteit of bedrijf; een holistische benadering van het bestaansrecht van organisaties: waar ontlenen organisaties hun bestaansrecht aan (klantwaardepropositie) en hoe kunnen ze zo optimaal mogelijk worden aangestuurd? Zie voor meer: de appendix met de domeinbeschrijving van het nieuwe domein 0 Van persoon naar rechtspersoon. 4.5 Domein B Interne organisatie en personeelsbeleid Domein B 'Interne organisatie en personeelsbeleid' is drastisch geactualiseerd met als uitgangspunt de interne organisatie in de eenentwintigste eeuw en de veranderende arbeidsrelatie. Zie voor meer: de appendix met de domeinbeschrijving van het nieuwe domein B Interne organisatie en personeelsbeleid. 4.6 Domein C Investeren en financieren Domein C heeft een herschikking ondergaan, is vernieuwd qua stof (nadruk op risico s) en heeft een nieuwe naam gekregen. Het huidige subdomein C1 Rechtsvormen en een gedeelte van het huidige subdomein C2 Aantrekken van geld zijn verplaatst naar het nieuwe domein 0. Het onderwerp investeren dat in het huidige programma (voor zover aanwezig) is opgenomen onder domein G, is in het nieuwe programma opgenomen in domein C als nieuw subdomein. Nadrukkelijk is het begrip risico in de context van investeren en financieren toegevoegd. Domein C van het nieuwe programma heet Investeren en Financieren in plaats van Financiering van activiteiten. Het domein bestaat uit: - subdomein C1: Investeren - subdomein C2: Financieren. Zie voor meer: de appendix met de domeinbeschrijving van het nieuwe domein C Investeren en financieren. 4.7 Domein D Marketing Domein D Marketing is geactualiseerd. Het nieuwe domein D wijkt in de volgende opzichten af van het huidige: als insteek wordt de klantwaardepropositie gekozen. Deze stelt, dat klanten niet alleen waarde hechten aan het product dat ze kopen, maar ook aan de leverende organisatie. Marketing is meer dan het bewerkstelligen van een transactie. Het imago van het bedrijf is belangrijk, maar ook meer direct het nut van een product kan afhankelijk zijn van de toekomstige relatie tussen klant en organisatie. Daarmee wordt duidelijk dat marketing meer is dan enkel producten aan de man brengen; toegevoegd is dat marketing mede moet worden beschouwd vanuit het gezichtspunt van de consument en samenleving. Het algemeen vormend karakter van het vak wordt hiermee versterkt. Zie voor meer: de appendix met de domeinbeschrijving van het nieuwe domein D Marketing. 10

4.8 Domein E Financieel beheer Domein E heet in het nieuwe examenprogramma Financieel beheer in plaats van Financieel beleid. Subdomein E1 Vastleggen van financiële en niet-financiële gebeurtenissen is nieuw, in het bijzonder de globale eindterm die betrekking heeft op het vastleggen van niet-financiële informatie. De eindtermen van de huidige subdomeinen E1 en E3 zijn, voor zover relevant, opgenomen in het nieuwe subdomein E2 Kostenvraagstukken en beheermaatregelen. In dit domein vervallen de huidige eindtermen die vooral tot het maken van sommen aanleiding geven. Journaalposten en grootboekrekeningen worden niet voorgeschreven. Voor vwo is een globale eindterm toegevoegd die verschillenanalyse, niet-financiële- informatie inbegrepen, koppelt aan het nemen van passende beheermaatregelen. Zie voor meer: de appendix met de domeinbeschrijving van het nieuwe domein E Financieel beheer. 4.9 Domein F Verslaggeving Domein F in het nieuwe examenprogramma is grotendeels vergelijkbaar met domein G Externe financiële verslaggeving van het huidige examenprogramma. Er heeft vooral een modernisering van dit domein plaatsgevonden, waardoor beter op de dagelijkse praktijk wordt aangesloten. Het doel van dit domein is dat leerlingen de externe verslaggeving van een organisatie leren begrijpen zonder dat het daarbij nodig is dat ze tot in detail in hoeven te gaan op bijvoorbeeld verschillende accountingstandaarden. Hier staat de informatievoorziening gericht op stakeholders centraal, waarbij de nadruk gelegd wordt op het lezen en interpreteren van de jaarrekening (van een voetbalclub bijvoorbeeld). Het opstellen van een jaarrekening is onderdeel van domein E. Daar wordt de leerling ook inzicht gegeven in de relatie tussen financiële en niet-financiële zaken. Het onderdeel 'Investeringsbeslissingen' van het huidige domein G is verplaatst naar het nieuwe domein C. Zie voor meer: de appendix met de domeinbeschrijving van het nieuwe domein F Financieel beheer. 4.10 Domein K Keuze onderwerpen Het aansluiten op de belevingswereld van leerlingen en het meer centraal stellen van het individu vraagt volgens de commissie ook om een zinvolle ruimte voor keuze onderwerpen in het programma. De opzet van het nieuwe programma laat ongeveer 10% (ongeveer 40 uur) ruimte in het vwo programma voor keuze onderwerpen. Voor het havo programma lijkt minder tijd beschikbaar. De commissie ziet hier binnen het huidige aantal studielasturen niet meer ruimte dan maximaal 20 uur (dat is dus de helft van de tijd die op het vwo voor keuze onderwerpen kan worden uitgetrokken). De commissie heeft een (niet-uitputtende) lijst van mogelijke keuze onderwerpen opgesteld. Een dergelijke lijst biedt methodemakers enig houvast bij het inventariseren van interessant materiaal, en het doen onderscheiden van hun leerboeken. 5 De verdeling van de SE en CE stof In de verdeling SE/CE-stof is een zodanig evenwicht aangebracht dat het centraal examen representatiever is voor het vak als geheel, binnen de standaard 40/60%-verdeling. Delen van alle 11

domeinen, behalve het keuzedomein K, worden via het centraal examen getoetst. Dit beantwoordt aan één van de uitgangspunten waarop de commissie haar programmavoorstel baseert. Namelijk dat in het nieuwe vak Bedrijfseconomie & Ondernemerschap een rode draad herkenbaar moet zijn die de samenhang zichtbaar maakt tussen de verschillende domeinen en waardoor leerlingen een meer integraal begrip krijgen van het vak. De verdeling van de (sub)domeinen over SE en CE is als volgt: verplicht te toetsen via het school examen verplicht te toetsen via het centraal examen domein A Vaardigheden domein 0 Van persoon naar rechtspersoon domein B Interne organisatie en personeelsbeleid -subdomein B1 -subdomein B2 domein C Investeren en financieren - subdomein C1 - subdomein C2 domein D Marketing - subdomein D1 - subdomein D2 - subdomein D3 (alleen vwo) domein E Financieel beheer - subdomein E1 - subdomein E2 domein F Verslaggeving domein K Keuzeonderwerpen 6 Het onderscheid tussen havo en vwo in het algemeen De commissie heeft voor zowel vwo als havo een volwaardig programma opgesteld. Hoewel de havo het met minder studielasturen en onderwijstijd moet stellen dan vwo, heeft de commissie dit argument niet gebruikt om arbitrair onderwerpen te schrappen uit het havo-programma. Ten principale liggen inhoudelijke keuzes ten grondslag aan het onderscheid tussen het havo- en het vwo-programma. Voor havo zijn eindtermen vooral toepassingsgericht, vwo-eindtermen zijn, naast toepassingsgericht, in sommige gevallen beschouwender en analytischer. Domein B Interne organisatie en personeelsbeleid, domein C Investeren en financieren, domein D Marketing en domein E Financieel beheer bevatten voor vwo extra (en uitgebreidere) eindtermen. Eindtermen die voor havo en vwo hetzelfde zijn geformuleerd, kunnen verschillen in de inhoudelijke uitwerking. Zie de domeinbeschrijvingen voor meer details. 12

Voor het onderscheid tussen havo en vwo met betrekking tot het domein K Keuze onderwerpen wordt verwezen naar de toelichting in paragraaf 4.10. Hier past de opmerking dat het havo-programma weliswaar in minder tijd moet worden gerealiseerd, maar de commissie acht keuzeruimte voor de havo net zo belangrijk (en misschien wel belangrijker) als voor het vwo. Keuzeruime maakt het namelijk mogelijk, beter aan te sluiten op de belevingswereld van leerlingen en zelfredzaamheid verdere invulling te geven. Zeker voor de havoleerling achten wij dit cruciaal. De zelfredzaamheid en het eigen initiatief die het hier voorgestelde programma voor Bedrijfseconomie & Ondernemerschap centraal stelt, hebben voor de havo leerling misschien wel de grootste waarde. De commissie geeft dan ook in overweging om het aantal uren op de havo voor dit vak uit te breiden. 13