Georganiseerd Overleg G&G-sector Overleg Arbeidsvoorwaarden Gezondheidscentra Document: OAG/07.00022-An.13.3.b Principe akkoord CAO Gezondheidscentra 2007-2008 (looptijd 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008) Ondergetekenden, partijen bij de CAO Gezondheidscentra, te weten: A. Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn (LVG), gevestigd te Utrecht; als werkgeversorganisatie enerzijds en B. ABVAKABO FNV, gevestigd te Zoetermeer; C. de Federatie van Beroepsorganisaties in de Zorg en daaraan gerelateerd onderwijs en onderzoek (FBZ), gevestigd te Utrecht, waarvan lid zijn: -Landelijke vereniging van Artsen in Dienstverband (LAD) -Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) -Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) -Nederlandse Vereniging van Diëtisten (NVD) -Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) -Nederlandse Vereniging voor Ergotherapie (NVE) -Nederlandse Vereniging voor Logopedie en Foniatrie, Sectie Gezondheidszorg (NVLF/G) als werknemersorganisaties anderzijds verklaren hierbij: dat partijen met als basis de per 1 januari 2006 geldende CAO Gezondheidscentra/AHG overeenstemming hebben bereikt over de inhoud van een voor de periode 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008 geldende CAO versie d.d. 07-11-2007
Bladzijde: - 2 - Gezondheidscentra/AHG. Partijen beogen hiermee materieel de op 31 maart 2007 geldende CAO Gezondheidscentra/AHG (hierna te noemen: CAO) voor een periode van twaalf maanden te verlengen, zulks onder het doorvoeren van een aantal op de hiernavolgende bladzijden vermelde wijzigingen. Deze wijzigingen treden per 1 april 2007 in werking, tenzij bij de desbetreffende wijziging een andere ingangsdatum wordt genoemd. 1. Looptijd De CAO wordt aangegaan voor de duur van twaalf maanden: van 1 april 2007 tot en met 31 maart 2008. 2. Algemene salarisverhoging Per 1 april 2007 worden de salarissen structureel verhoogd met 2,0 procent. Per 1 januari 2008 worden de salarissen structureel verhoogd met 0,8 procent. 3. Tegemoetkoming premie ziektekostenverzekering De tegemoetkoming van de werkgever in de premiekosten voor de ziektekostenverzekering (de in artikel 40 CAO en artikel 7.1.2. AHG genoemde bedragen) wordt vastgesteld op 30,00 bruto per maand respectievelijk in artikel 40 lid 3 en van de AHG 7.1.2. lid 3 12,-- en 30,-- waarbij de uitbetaling van deze laatste bedragen plaatsvindt in de maand december van enig jaar. 4. Formule rekenpatiënten Partijen zijn overeengekomen de tekst van de AHG op pagina 159 van de CAO 2006-2007 als volgt te verduidelijken: Bij een overschot van deze 40% zal het restant worden uitgekeerd als éénmalige bonus (voor dat jaar) voor de huisartsenpraktijk van het betreffende centrum. De verdeling van de bonus zal in overleg met het huisartsenteam plaatsvinden, waarbij ook de assistenten, praktijkondersteuners en andere hulpverleners, die werkzaam zijn ten behoeve van deze huisartsenpraktijk, in aanmerking komen voor (een deel van) de bonus. 4. Fysiotherapeuten Partijen hebben overeenstemming bereikt over een éénmalige uitkering voor fysiotherapeuten voor het jaar 2007 (zie bijlage 1). 6. WGA-premie Partijen zijn overeengekomen dat werkgevers geen gebruik zullen maken van de mogelijkheid om een gedeelte van de gedifferentieerde WGA-premie te verhalen op werknemers.
Bladzijde: - 3-7. Redactionele wijzigingen Partijen zijn overeengekomen een aantal redactioneel/technische wijzigingen in de CAO-tekst door te voeren. Het betreft: a. Relatie-partner Artikel 5, lid 2. Een relatie-partner kan pas als zodanig worden erkend, nadat de werknemer die een beroep wenst te doen op bepalingen die van toepassing zijn op de gehuwde werknemer, een mede door de relatie-partner ondertekende schriftelijke verklaring heeft overlegd, waaruit blijkt dat er sprake is van een affectieve relatie, als bedoeld in artikel 1, sub j. De werknemer is verplicht bij beëindiging van de affectieve relatie hiervan onverwijld de werkgever in kennis te stellen. b. Indexering Partijen zijn overeengekomen dat ingeval een automatische indexering geldt, deze automatisch wordt doorgevoerd. c. Definitie werknemer/huisarts Artikel 1, lid c. Werknemer: degene die als werknemer in de zin van het Burgerlijk Wetboek een arbeidsovereenkomst met de werkgever is aangegaan en de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt. Artikel 1.1.1., lid c Huisarts: de arts die blijkens inschrijving in het BIG-register en het register van de Huisarts en de Verpleeghuisarts Registratie Commissie (HVRC) van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) is erkend als huisarts en de pensioengerechtigde leeftijd nog niet heeft bereikt.
Bladzijde: - 4-8. PROTOCOL AFSPRAKEN 1. Gedurende de looptijd van de CAO zullen partijen nader onderzoek doen naar de uitbreiding werkingssfeer van de CAO Gezondheidscentra/AHG. 2. De LVG wenst invulling te geven aan het concept partnerschap binnen het gezondheidscentrum als basis voor een arbeidsvoorwaardenregeling. Indien het concept partnerschap is uitgewerkt, dient de vraag te worden gesteld of en zo ja waar de huidige AHG het functioneren van door de LVG voorgestane partnerschapconcept eventueel belemmert en hoe deze belemmeringen kunnen worden weggenomen. Ook wil de LVG de komende tijd aandacht besteden aan het begrip normpraktijk. Zodra de LVG haar visie over partnerschap en normpraktijk heeft ontwikkeld, worden de voorstellen met de vertegenwoordigers van FBZ en ABVAKABO FNV besproken en uitgewerkt. Daarbij zijn partijen overeengekomen om gedurende de looptijd van de CAO de rekenformule voor het bepalen van het aantal rekenpatiënten per huisarts, zoals beschreven in artikel 1.1.3. van de AHG te evalueren. De uitkomsten hiervan worden betrokken bij een volgende CAO. Gedurende de looptijd van de CAO zal eveneens overleg plaatsvinden over een aparte arbeidsvoorwaardenregeling voor fysiotherapeuten, apothekers en verloskundigen, naar analogie van de regeling voor huisartsen (AHG). Partijen hebben de intentie om bij overeenstemming over een aparte arbeidsvoorwaardenregeling deze in de volgende CAO in te voeren. 3. Partijen zijn overeengekomen het aantal professionele statuten in bijlage II uit te breiden. 4. Partijen zullen in 2008 in gezamenlijkheid een model arbocatalogus ontwikkelen. Utrecht, 10 oktober 2007 Landelijke Vereniging Georganiseerde eerste lijn voor deze: A.G.H. Groot Roesink ABVAKABO FNV voor deze: W.J.F. van Loon FBZ voor deze: mr. A.W.J.M. van Bolderen ***
Bladzijde: - 5 - Bijlage 1: éénmalige uitkering voor fysiotherapeuten in de CAO gezondheidscentra: Indien aan de volgende voorwaarden wordt voldaan heeft de fysiotherapeut recht op een éénmalige uitkering over het jaar 2007. Deze éénmalige uitkering valt niet onder de pensioengrondslag. Formule: Omzet x 62,5% (fictieve inkomenscomponent in het tarief) -/- werkelijke loonkosten fysiotherapeuten, inclusief loonkosten eventueel aanwezige assistent(en). Omzet is het totaal aan inkomsten uit fysiotherapeutische behandelingen/verrichtingen van het betreffende gezondheidscentrum met inachtneming van de afspraken met de zorgverzekeraars Fictieve inkomenscomponent is het fictieve inkomensbestanddeel dat in de tarieven was verdisconteerd Werkelijke loonkosten zijn alle salariskosten, inclusief de loonkosten van de eventueel aanwezige ondersteunende assistent(en) ten behoeve van de fysiotherapeuten. Hieronder vallen ook de vaste structurele toelagen en/of bonussen die aan fysiotherapeuten zijn toegekend/toegezegd die betrekking hebben op het uitoefenen van de functie fysiotherapeut. De loonkosten zijn inclusief de werkelijke werkgeverslasten De omzet bestaat uit de totaal aan inkomsten uit fysiotherapeutische behandelingen/verrichtingen overeenkomstig de afspraken met de zorgverzekeraars. Van de omzet wordt als inkomensdeel 62,5% gerekend en als kostendeel 37,5%. Bij de werkelijke loonkosten moet er rekening mee worden gehouden dat er met sommige fysiotherapeuten al afspraken zijn gemaakt over een extra toelage en/of incidentele bonus met betrekking tot het uitoefenen van de functie fysiotherapeut. Echter, het is niet redelijk de betreffende fysiotherapeuten twee keer in aanmerking te laten komen voor een extra uitkering, in casu een éénmalige uitkering, naast een toelage of bonusuitkering. In die gevallen wordt na de berekening van de éénmalige uitkering de toegezegde toelage en/of bonus in mindering gebracht op deze éénmalige uitkering van de betreffende fysiotherapeut en komt dit bedrag ten goede aan de éénmalige uitkering van de overigen. Omdat de éénmalige uitkering alleen betrekking heeft op de functie fysiotherapeut blijven bijvoorbeeld toelagen/bonussen in verband met managementactiviteiten buiten beschouwing. De omvang van het beschikbare bedrag en de verdeling van de éénmalige uitkering wordt vastgesteld in overleg met de fysiotherapeuten van het betreffende gezondheidscentrum, waarbij overeenstemming is bereikt over deze vaststelling indien een overwegende meerderheid van de fysiotherapeuten van dat centrum daarmee instemt. Het bedrag dat vervolgens beschikbaar is voor de éénmalige uitkering wordt uitgekeerd aan de individuele fysiotherapeuten naar evenredigheid van de omvang van het dienstverband, tenzij in overleg met de meerderheid van de fysiotherapeuten van het betreffende gezondheidscentrum (een deel van) het bedrag dat voor de éénmalige uitkering op een andere wijze wordt aangewend,waarbij overeenstemming is bereikt indien een overwegende meerderheid van de fysiotherapeuten van dat centrum hiermee instemt. Bij de verdeling van de éénmalige uitkering wordt geen onderscheid gemaakt naar de aard van het werk van de fysiotherapeuten. De uitbetaling van de éénmalige uitkering vindt plaats over het jaar 2007 in de maand december 2007 doch uiterlijk in de maand januari 2008.