Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vergelijkbare documenten
Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeenten Culemborg en Geldermalsen

Onteigening in de gemeente Utrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvoorstel. Relatie met programmabegroting en/of Mijlpalen van Meierijstad Mijlpalen van Meierijstad, Hoofdstuk 3 Economie.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de raad AGENDAPUNT 7

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeenten Haarlemmermeer en Aalsmeer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Procedure administratieve onteigening t.b.v. gronden rondweg Buitenpost. Raad. 6 maart Status.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onderwerp Start administratieve onteigeningsprocedure ten behoeve van realisatie bestemmingsplan 'Neptunus' te Kessel.

Onteigening in de gemeente Echt-Susteren

G E N N E P. : Verzoek aan Kroon tot onteigening. Geachte raad,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA

Raadsvoorstel. J.A.E. Landwehr 28 mei april De raad wordt voorgesteld te besluiten:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Zoetermeer VW

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Grondverwerving; een introductie

Onteigening in de gemeente Lingewaard

Wijziging van de onteigeningswet

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

WI J Y Y I LL E M M L E X A N DER, BIJ DE GRATIE GODS, PRIN S VA N ORA N J E-N ASSAU, (BIJLAGE) Besluitvan 24 januar i 2014, nr.

ontwerpvoorstel aan de raad

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Bunschoten

pikiekw,en O 3 NOV Paraaf Provinciesecretaris h-- Onderwerp start onteigening t.b.v. verlegging N456 en aansluiting A20 in de gemeente Zuidplas

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

N346 Schakel Achterhoek A1 Rondweg Lochem

ZAKELIJKE BESCHRIJVING

1. Beslispunten Vaststellen bestemmingsplan Rotonde Churchillstraat-Rijksweg te Naarden met inachtneming van de ingediende zienswijze.

Onteigening Lisbloemstraat 9 t/m 19 (Kleiwegkwartier) (nr. 604)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Grond of opstallen verkopen aan Rijkswaterstaat? Wat u moet weten over regelingen en procedures

Heerhugowaard Stad van kansen

Procedures tegen nieuwe 380 kv-hoogspanningsverbindingen van TenneT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Raadsvoorstel. Onderwerp:

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

B en W Adviesnota ADVIES. ontwerpbestemmingsplan Janslust 5 Heide.

Aan de commissie VROM

Zienswijze Schipper De zienswijze die naar voren gebracht wordt, kan als volgt worden weergegeven:

Onderhandelingen voorafgaand aan de onteigeningsprocedure

Onteigening in de gemeente Apeldoorn

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

VERZONDEN 1 8 DEC 2012

Koninklijk Besluit, , No , LJN: (Provinciale Staten van Fryslân)

Onteigening in de gemeente Denekamp

Afdeling bestuursrechtspraak. Behandelend ambtenaar. D.J.J.M. Wolfs

Datum vergadering: Nota openbaar: Ja ŷ. Onteigening van gronden ten behoeve van de aanleg van de Noordzuidverbinding.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Afdeling 3.4A Informatie over samenhangende besluiten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 24243 28 november 2012 Besluit van 15 november 2012, nr. 12.002717 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte krachtens artikel 72a van de onteigeningswet in de gemeente Ede Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz. Beschikken bij dit besluit op het verzoek van burgemeester en wethouders van de gemeente Ede bij brief van 21 maart 2012, kenmerk 703158, tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ingevolge artikel 72a van de onteigeningswet ten behoeve van de aanleg van een rondweg, vanaf afrit 23a van de Rijksweg A12 (km. 0.000) tot aan de gemeentegrens met Veenendaal ter hoogte van de weg Ravelijn (km. 1.544), met bijkomende werken in de gemeente Ede. Onze Minister van Infrastructuur en Milieu heeft de beslissing op het verzoek voorgedragen bij brief van 10 september 2012, nr. RWSCD BJV 2012/1566, Rijkswaterstaat Corporate Dienst, Eenheid Bestuurlijk Juridische Zaken en Vastgoed. Overeenkomstig artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht hebben het ontwerp van het te nemen besluit alsmede de in artikel 63 van de onteigeningswet genoemde stukken in de periode van donderdag 24 mei tot en met woensdag 4 juli 2012 in de gemeente Ede en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te Utrecht ter inzage gelegen. Voorafgaand daaraan is de terinzagelegging overeenkomstig artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht aangekondigd in het huis-aan-huisblad Ede Stad.nl alsmede in de Staatscourant, nr. 10105 van woensdag 23 mei 2012. Voorts is overeenkomstig artikel 3:13 van de Algemene wet bestuursrecht voorafgaand aan de terinzagelegging het ontwerp van het te nemen besluit toegezonden aan belanghebbenden en aan de verzoeker om onteigening. Belanghebbenden zijn hierbij uitgenodigd voor een hoorzitting in de gemeente Ede op woensdag 4 juli 2012. In genoemde kennisgeving zijn belanghebbenden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot het naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren brengen van zienswijzen. De volgende belanghebbende heeft van deze mogelijkheid gebruik gemaakt: 1. De heer C.J. van de Meene namens mevrouw A.A. van de Meene, de heer J.W.H. van de Meene, mevrouw I.S. van de Meene en mevrouw M.M.M. van de Meene, eigenaren/eigenaressen van de onroerende zaken met de grondplannummers 4 en 5. Overwegingen Ingevolge artikel 72a van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de aanleg en verbetering van wegen, bruggen, bermen, bermsloten en kanalen, alsmede daarop rustende zakelijke rechten, waaronder op grond van artikel 72a, tweede lid sub a mede begrepen wordt onteigening voor de aanleg en verbetering van werken en rechtstreeks daaruit voortvloeiende bijkomende voorzieningen ter uitvoering van een bestemmingsplan als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wet ruimtelijke ordening. In de op 5 juli 2012 gehouden hoorzitting is namens reclamanten puntsgewijs het volgende naar voren gebracht: 1. Reclamanten hebben op zich geen bezwaar tegen de aanleg van de rondweg en de verkoop van de grond, maar vinden de inzet van de administratieve onteigeningsprocedure te vroeg. Reclamanten voeren aan dat de definitieve bestemming van de gronden nog niet vastligt, aangezien er nog een beroepsprocedure bij de Raad van State loopt inzake het bestemmingsplan Rondweg de Klomp. 2. Reclamanten betwisten de urgentie van de onteigening ten behoeve van de aanleg van de rondweg. Volgens reclamanten heeft de gemeente de aanleg van de rondweg zelf getemporiseerd. Zij verwijzen daarbij naar een bij de door reclamanten opgestelde pleitnota gevoegde halfjaarsrapportage van de gemeente uit 2010, waarin dit wordt vermeld. Reclamanten zijn van mening dat de gemeente niet intensief heeft onderhandeld en dit tijdsverlies nu niet op hen mag afwentelen. 3. Reclamanten merken voorts op dat de verzoeker zich niet voldoende hebben ingezet om tot minnelijke overeenstemming te komen. De verzoeker heeft in de onderhandelingen een draai gemaakt door af te zien van de koop van het gehele perceel en vervolgens alleen een bod te doen voor de aankoop van de gronden ten behoeve van de aan te leggen weg en de aangrenzende werkstrook. De eerder benodigde grond voor de P + R-voorziening was niet meer nodig aangezien die verplaatst was. De verzoeker wil geen medewerking verlenen aan een nuttige bestemming of 1 Staatscourant 2012 nr. 24243 28 november 2012

Ad 1. invulling van de twee reststroken ten noorden en ten zuiden van de aan te leggen weg en laat geen ruimte meer over tot overleg of onderhandeling. Dit argument achten reclamanten van belang in het kader van de met de bestemming van de gronden samenhangende hoogte van de schadevergoeding. Ten aanzien van het onderdeel van de zienswijze met betrekking tot de start van de administratieve onteigeningsprocedure in relatie met de nog lopende planologische procedures merken Wij in algemene zin op dat de onteigeningsprocedure op grond van artikel 72a van de onteigeningswet niet de eis stelt dat de planologische grondslag van het te maken werk (in dit geval gaat het om een bestemmingsplan) onherroepelijk is. Wel geldt dat de planologische inpassing van het werk waarvoor wordt onteigend ten minste zover moet zijn gevorderd dat belanghebbenden, op het moment dat de termijn voor het indienen van zienswijzen tegen de voorgenomen onteigening gaat lopen, tevens de mogelijkheid hebben (gehad) om in de desbetreffende planologische procedure zienswijzen in te dienen. Aan dit vereiste is in dit geval voldaan, zoals blijkt uit hetgeen onder Overige overwegingen is weergegeven, zodat met de administratieve onteigeningsprocedure een aanvang mocht worden gemaakt. Overigens overwegen Wij dat de planologische aspecten van het te realiseren werk in de procedure op grond van de Wet ruimtelijke ordening aan de orde gesteld dienen te worden. In het kader van de administratieve onteigeningsprocedure kunnen hierover geen zelfstandige uitspraken worden gedaan. De verzoeker om onteigening heeft Ons medegedeeld dat het door reclamant tegen het bestemmingsplan De Klomp Oost Rondweg ingestelde beroep is afgewezen bij uitspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 5 september 2012, nr. 201204889/1/R2. Het bestemmingsplan is hiermee onherroepelijk geworden. Ad 2 Ten aanzien van de zienswijze van reclamanten over het ontbreken van urgentie, verwijzen Wij naar het gestelde onder Overige overwegingen, waarin is aangegeven dat de tijdsplanning voor het aanleggen van de rondweg mede verband houdt met de daarover gemaakte afspraken en gestelde subsidievoorwaarden in het met de provincie Gelderland gesloten Regiocontract 2008-2011, het convenant met de gemeente Veenendaal betreffende het ISEV-gebied, en het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit. Uit de door de verzoeker om onteigening overgelegde stukken en verstrekte informatie is Ons gebleken dat de temporisatie waar reclamanten naar verwijzen destijds is veroorzaakt door een uitvoerig en intensief flora- en faunaonderzoek ten behoeve van een benodigde ontheffing. De werkzaamheden ten behoeve van de aanleg van de rondweg zijn feitelijk gevorderd tot aan de grens van de onroerende zaak van reclamanten. De verzoeker om onteigening heeft desgevraagd medegedeeld dat het ontbrekende gedeelte zal worden aangelegd zodra de hiervoor benodigde gronden al dan niet minnelijk zijn verworven. De verzoeker verwacht dat alle werkzaamheden eind 2012 zullen zijn afgerond. Hiermee is de urgentie van onteigening in principe gegeven. Ad 3 Met betrekking tot het gestelde omtrent het gevoerde overleg overwegen Wij vooreerst, dat de onteigening moet worden gezien als een uiterst middel, waarnaar eerst (door het starten van de administratieve onteigeningsprocedure) kan en mag worden gegrepen, indien langs minnelijke weg redelijkerwijs niet of niet in de gewenste vorm overeenstemming kan worden bereikt. Daarbij geldt, dat in de procedure op grond van titel IIa van de onteigeningswet in het algemeen genoegzaam aan deze eis is voldaan, indien voor de tervisielegging van de onteigeningsbescheiden een aanvang met het minnelijk overleg is gemaakt. Dit overleg dient tot een redelijk punt te worden voortgezet alvorens, na gebleken noodzaak daartoe, de administratieve onteigeningsprocedure kan worden ingezet. Daarbij is het wenselijk doch niet altijd noodzakelijk, dat ten tijde van de tervisielegging van de onteigeningsbescheiden reeds een formeel bod is uitgebracht. Voldoende is, dat sprake is geweest van een redelijke doch vruchteloos gebleken poging om hetgeen onteigend moet worden langs minnelijke weg te verwerven. Alsdan kan een verzoeker om onteigening - teneinde op een redelijk tijdstip tot uitvoering van het betreffende plan over te kunnen gaan - in beginsel tot onteigening besluiten. Het voorgaande in aanmerking nemend merken Wij op basis van de Ons door de verzoeker overgelegde stukken en verstrekte informatie ten aanzien van het minnelijk overleg tussen partijen het volgende op. Partijen hebben in eerste instantie in 2010 verschillende malen contact gehad. Sinds maart 2011 heeft de huidige vertegenwoordiger van de verzoeker om onteigening overleg gevoerd met de adviseur van reclamanten. Bij e-mailbericht van 23 maart 2011 heeft de verzoeker om onteigening een bod uitgebracht gericht op de aankoop van de gronden benodigd voor de realisatie van de rondweg. Bij hetzelfde e-mailbericht doet de verzoeker om onteigening ook een voorstel 2 Staatscourant 2012 nr. 24243 28 november 2012

gericht op de aankoop van het geheel, aangezien zij onderkent dat reclamanten beperkte gebruiksmogelijkheden tot beschikking staan, gezien het huidige agrarische gebruik en de planologische bestemming van de overblijvende reststroken. Bij e-mailbericht van 5 april 2011 heeft de adviseur van reclamanten het aanbod van de verzoeker om onteigening afgewezen, waarbij de hoogte van de schadevergoeding en de herbestemming van de aanliggende gronden als belangrijke knelpunten worden genoemd. Na diverse contacten tussen de partijen heeft de adviseur van reclamanten vervolgens op uitnodiging van de verzoeker om onteigening een onderhoud met de wethouder van de gemeente Ede gehad om de mogelijkheden te bespreken om tot een verkoop van het ten behoeve van de aanleg van de rondweg benodigde perceel te komen. Volgens het gespreksverslag van de adviseur van reclamanten van 21 juni 2011 heeft de wethouder in die bijeenkomst te kennen gegeven dat de voorkeur van de verzoeker om onteigening in principe alleen uitgaat naar de verwerving van de grond ten behoeve van de weg. De verzoeker om onteigening toont zich echter ook bereid de overige grond voor dezelfde prijs per m_ te willen aankopen. Volgens de adviseur van reclamanten wordt bij de prijsbepaling echter geen rekening gehouden met de eventuele effectuering van de bevoegdheid tot wijziging van de bestemming in die van kantoordoeleinden, waardoor de prijs per m_ aanmerkelijk hoger zou uitvallen. Ook brengt de adviseur de optie van het uitruilen van de grond in het gesprek naar voren. De verzoeker om onteigening geeft reclamanten in het gesprek te kennen wel haar medewerking te willen verlenen aan de ruiloptie, maar een bestemmingswijziging in kantoordoeleinden niet mogelijk te achten. Bij brief van 28 juli 2011 heeft de verzoeker om onteigening haar standpunten nader uiteengezet. Zij stelt dat zij gezien de veranderde marktomstandigheden en het voorgenomen beleid in 2011 heeft besloten prioriteit te geven aan het project Veluwse Poort en meer aandacht te geven aan de invulling van de bestaande kantoren. Voor het toekomstige industrieterrein de Klomp betekent dit onder andere dat kantoorontwikkelingen niet worden toegestaan. De verzoeker om onteigening zal om deze reden niet overgaan tot effectuering van de wijzigingsbevoegdheid die (gedeeltelijk) op het perceel van reclamant rust. De verwijzing van reclamant naar een eerder gedane transactie uit 2000 waar een hogere prijs per m_ is betaald, wijst de verzoeker om onteigening als niet vergelijkbaar van de hand. Het prijsverschil valt te verklaren uit de verschillende planologische regimes, de veranderende marktomstandigheden en de daarmee gepaard gaande politieke besluitvorming. De verzoeker om onteigening geeft te kennen haar eerder (per e-mail van 23 maart 2011) uitgebrachte bieding gestand te doen, alsmede de verwerving van het gehele perceel als optie open te houden. Zij maakt hierbij wel het voorbehoud dat zij zich in de onteigeningsprocedure zal beperken tot het noodzakelijke ruimtebeslag van de rondweg en niet zal overgaan tot aankoop van het geheel. Voorts bevestigt de verzoeker om onteigening nog aan reclamanten niet afwijzend te staan tegenover een grondruil met het naastliggende perceel. Indien dit voor reclamanten een serieuze optie is, verklaart de verzoeker zich bereid de gronden te taxeren en reclamanten een ruilvoorstel te doen toekomen. Bij brief van 2 september 2011 heeft de adviseur van reclamanten een tegenvoorstel gedaan aan de verzoeker om onteigening. De verzoeker om onteigening heeft dit voorstel bij brief van 6 oktober 2011 als onaanvaardbaar van de hand gewezen. Zij geeft reclamanten ook te kennen dat aankoop van het geheel niet meer bespreekbaar is, aangezien reclamanten het ontwikkelpotentieel van het zuidelijk perceel te hoog inschatten. De verzoeker om onteigening kondigt bij die gelegenheid tevens aan dat het college van burgemeester en wethouders op 23 augustus 2011 heeft besloten om over te (kunnen) gaan tot het indienen van een verzoek tot onteigening op basis van titel IIa van de onteigeningswet. De adviseur van reclamanten heeft hierop aan de verzoeker bij brief van 20 oktober 2011 een nieuw tegenvoorstel gedaan, waarna op 7 december 2011 - in aanwezigheid van reclamanten - overleg is gevoerd met de verzoeker om onteigening. Bij brief van 28 februari 2012 heeft de verzoeker om onteigening reclamanten nogmaals laten weten niet langer geïnteresseerd te zijn in de verwerving van het gehele perceel van reclamanten. Zij wenst de planologische wensen van reclamanten afzonderlijk op basis van planologische gronden te behandelen. Tevens informeert de verzoeker om onteigening reclamanten van de belangrijkste wijziging in het ontwerp van het bestemmingsplan Rondweg de Klomp Oost, namelijk het verplaatsen van het P & R terrein naar een perceel oostelijk van de Veenendaalseweg. Als gevolg van deze aanpassing brengt de verzoeker om onteigening een vernieuwd aanbod uit, alleen gericht op de verwerving van de gronden benodigd voor de realisatie van de rondweg. Bij brief van 21 maart 2012 heeft het college van burgemeester en wethouders een onteigeningsverzoek ingediend bij de Kroon. Bij brief van 23 maart 2012 heeft de adviseur van reclamanten de verzoeker om onteigening laten weten niet op de aangeboden voorstellen in te gaan. Het bovenstaande in aanmerking nemend zijn Wij van mening dat namens de verzoeker om onteigening voorafgaand aan de start van de administratieve onteigeningsprocedure voldoende doch vruchteloos gebleken pogingen zijn ondernomen om met reclamanten tot overeenstemming te komen. Op het moment van de start van de procedure door middel van de terinzagelegging van de stukken stond naar Ons oordeel genoegzaam vast dat de verzoeker om onteigening niet binnen redelijke termijn met reclamanten, al dan niet in de door hen gewenste vorm, tot overeenstemming kon komen. Hiermee speelt mee dat partijen van mening verschillen over de hoogte van de schadeloosstelling. Een en ander kan naar Ons oordeel de aanwijzing van de onroerende zaken ter onteigening niet in de weg staan. In dit verband is van belang dat de onteigening plaatsvindt op basis van een 3 Staatscourant 2012 nr. 24243 28 november 2012

volledige schadeloosstelling voor alle schade die de onteigende rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak lijdt. De hoogte van de schadeloosstelling staat in het kader van de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure evenwel niet ter beoordeling, maar komt bij het uitblijven van minnelijke overeenstemming aan de orde in de gerechtelijke onteigeningsprocedure. Ten aanzien van het door reclamant aangevoerde onderdeel dat de biedingen van de verzoeker om onteigening in eerste instantie gericht waren op de aankoop van het gehele perceel en vervolgens zijn beperkt tot een bieding voor de oppervlakte die strikt noodzakelijk is voor de uit te voeren werkzaamheden en zich derhalve niet voldoende heeft ingezet om minnelijk tot overeenstemming te komen, overwegen Wij het volgende. In de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure op grond van titel IIa van de onteigeningswet kunnen alleen die gronden ter onteigening worden aangewezen die noodzakelijk zijn voor de aanleg van het werk. Onroerende zaken die slechts gedeeltelijk voor de aanleg van het werk nodig zijn kunnen mitsdien alleen voor dat gedeelte ter onteigening worden aangewezen. Ingevolge artikel 38 van de onteigeningswet heeft reclamant in bepaalde omstandigheden de mogelijkheid om gehele overname te vorderen van onroerende zaken waarvan slechts een gedeelte wordt onteigend. Deze mogelijkheid komt echter pas in het kader van de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde. Voordien kan aankoop van overige gedeelten dan wel gehele aankoop van de betrokken onroerende zaken in het minnelijk overleg tussen de verzoeker om onteigening en belanghebbenden betrokken worden. De verzoeker om onteigening heeft aangegeven van mening te zijn dat de verschillen van inzicht betreffende de waarde van de overblijvende gronden te zeer uiteenlopen en heeft zich daarom te beperkt tot verwerving van de gronden benodigd voor de realisatie van de rondweg. De juistheid van dit standpunt staat in het kader van de onderhavige procedure echter niet ter beoordeling, maar kan, zoals opgemerkt, aan de orde worden gesteld in het kader van de gerechtelijke procedure. Uit de overgelegde stukken is Ons gebleken dat het overleg met reclamanten na de indiening van het onteigeningsverzoek aan de Kroon is voortgezet. Bij brief van 23 maart 2012 heeft de adviseur van reclamanten de verzoeker om onteigening op de hoogte gesteld dat zij niet akkoord gaan met de gedane aanbiedingen en voorstellen. De verzoeker om onteigening heeft daarop de adviseur van reclamanten daarop bij e-mailbericht van 30 maart 2012 uitgenodigd voor een mondeling onderhoud. Bij e-mailbericht van 23 april 2012 heeft de verzoeker om onteigening nogmaals een aantal vragen waarop zij nog geen inhoudelijke reactie heeft ontvangen aan de adviseur van reclamanten voorgelegd. Tevens kondigt zij bij die gelegenheid de adviseur van reclamanten de formele start van de onteigeningsprocedure aan. Op 26 april heeft een mondeling onderhoud plaatsgevonden tussen partijen, waarin partijen niet van hun eerdere standpunten afwijken. In de hoorzitting van 4 juli 2012 hebben de verzoeker om onteigening en de vertegenwoordiger van reclamanten zich bereid getoond de onderhandelingen voort te zetten, waarbij de aankoop van het noordelijke overblijvende perceelsgedeelte alsnog aan de orde kan komen. Dit overleg dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet vooraf dient te gaan aan de start van de gerechtelijke onteigeningsprocedure zal wellicht alsnog tot een voor partijen aanvaardbare oplossing leiden. Overige overwegingen De planologische grondslag voor de aanleg van de rondweg ten westen van Ede wordt gevormd door het bestemmingsplan ISEV. Dit bestemmingsplan is op 29 januari 2004 door de gemeenteraad van Ede vastgesteld en met uitzondering van de zuidwesthoek van het plangebied op 29 oktober 2005 onherroepelijk geworden. Op 2 juli 2009 is het bestemmingsplan ISEV ook voor het zuidwestelijk gedeelte onherroepelijk geworden. De gronden van het voorgestelde tracé hebben voor het overgrote gedeelte de bestemming verkeersdoeleinden, waarbinnen het mogelijk is om het voorgestelde tracé te realiseren. Enkele gedeelten van de gronden hebben echter de bestemming bedrijventerreinen uit te werken en natuur Om het gehele tracé te voorzien van een passende planologische bestemming en in verband met de urgentie van de rondweg heeft de gemeente Ede besloten om voor de rondweg een nieuw bestemmingsplan op te stellen. Het ontwerp-bestemmingsplan De Klomp Oost Rondweg heeft van 7 juni 2011 tot en met 18 juli 2011 ter visie gelegen. Op 22 maart 2012 heeft de gemeenteraad van Ede het bestemmingsplan vastgesteld. Bij uitspraak van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 5 september 2012, nr. 201204889/1/R2 is het bestemmingsplan onherroepelijk geworden. Het doorgaand verkeer in en rondom de gemeente Ede maakt nu gebruik van de Veenendaalseweg als route tussen de N224 en de kern van Veenendaal. Die weg wordt dagelijks door 11.000 auto s gebruikt, waarvan 80% doorgaand verkeer is. Dit leidt tot stagnatie. Bovendien loopt deze ontsluitingsweg door het woongebied De Klomp naar de A12. Hierdoor rijdt er veel (vracht)verkeer door dit woongebied, wat gevolgen heeft voor de verkeersveiligheid. Ook ondervindt het verkeer veel stagnatie op de rondweg Veenendaal Oost, doordat het verkeer 4 Staatscourant 2012 nr. 24243 28 november 2012

richting het noorden momenteel uitsluitend aansluit op de A12 en in die richting geen verdere doorstromingsmogelijkheden heeft. Het bedrijventerrein de Batterijen beschikt slechts over één ontsluitingsweg, zowel voor inkomend als uitgaand verkeer, waardoor ook hier het verkeer stagneert. Met de geplande aanleg van een nieuw bedrijventerrein De Klomp Oost en een nieuw P+R-terrein bij het station Veenendaal-de Klomp is een toename van de verkeersstromen in de regio voorzien en zal nog meer de behoefte toenemen aan infrastructurele maatregelen ter voorkoming van stagnatie en de verbetering van de bereikbaarheid. De Klomp - het gebied tussen Ede en Veenendaal - maakt deel uit van het stedelijk netwerk van het zuidelijk Valleigebied, te weten Wageningen, Ede, Rhenen en Veenendaal. De centrale ligging in Nederland van de regio Ede-Veenendaal tussen economische kerngebieden als de oostflank van de Randstad en het knooppunt Arnhem-Nijmegen, de gunstige ligging van de bedrijventerreinen langs de autosnelwegen A12 en A30 en in de buurt van een treinstation en het aantrekkelijke woon- en leefklimaat maken de regio tot een gebied met goede economische potenties. In haar Verkeer en Vervoerplan (vastgesteld in 2005) kent de provincie Gelderland de hoofdstructuur van het wegennet in het zuidelijk Valleigebied een belangrijke functie toe in de regionale verkeersafwikkeling. Dat is ingegeven door het feit dat de Veluwe, dat als natuurgebied de oostflank van de regio vormt, een verkeersluw profiel dient te krijgen. Het grote verzorgingsgebied van de voorzieningen in de gemeente Ede, met haar vele perifeer liggende kernen, maakt een goede bereikbaarheid van Ede vanuit de omliggende kernen noodzakelijk. In het kader van het project Beter Bereikbaar Vallei worden door de betrokken partijen, te weten het Rijk, de provincies Utrecht en Gelderland en de gemeenten Ede en Veenendaal, maatregelen ontwikkeld om het gebruik van de bestaande infrastructuur te optimaliseren. Een goede bereikbaarheid van het gebied, dat wordt begrensd door station Veenendaal-De Klomp, de N224, het bedrijventerrein De Klomp en de A12, zal een positieve invloed hebben op de doorstroming van het verkeer op de overige wegen tussen Ede en Veenendaal en biedt ontwikkelingsmogelijkheden voor het deels nog te ontwikkelen bedrijventerrein langs de A12. In samenwerking met de andere omliggende gemeenten uit de WERV-regio (Wageningen, Rhenen en Veenendaal) is een visie opgesteld waarbij gekozen wordt voor een integrale aanpak om te zorgen voor een verhoging van de ruimtelijke, sociaal-economische en culturele kwaliteit van het gehele gebied. De geplande rondweg en het bedrijventerrein maken onderdeel uit van deze visie. In samenhang met deze provinciale en regionale beleidsvisies maakt het bestemmingsplan ISEV de realisatie mogelijk van drie bedrijventerreinen, waaronder De Klomp Oost. In het Actieplan Groei op het spoor van het toenmalige Ministerie van Verkeer en Waterstaat uit september 2007 wordt het intercitystation Veenendaal-de Klomp aangewezen als een van de zestig stations die worden uitgebreid met een P+R-voorziening. De verwachte reizigersgroei ligt in 2020 op 30%, waarvoor de NS extra treinen zal inzetten die stoppen op het station Veenendaal-de Klomp. Dit heeft gevolgen voor de parkeerdruk en verkeersveiligheid aan de Veenendaalseweg. De aan te leggen rondweg met bijkomende werken heeft meerdere functies. De aan te leggen rondweg geeft een directe toegang tot het nieuwe P+R-terrein en vormt de enige ontsluiting van het terrein voor autoverkeer. Door de aanleg van de rondweg wordt tegelijk het openbaar vervoer gestimuleerd. De rondweg vormt een rechtstreekse verbinding tussen de A12 en het station Veenendaal-de Klomp en vergroot de bereikbaarheid van het station per auto aanzienlijk. De rondweg geeft een (extra) directe aansluiting vanaf het bedrijventerrein De Batterijen naar het station en is een snellere route om van dat bedrijventerrein de Rijksweg A12 en de N224 te bereiken. Tevens heeft de rondweg een belangrijke ontsluitingsfunctie voor het nieuwe bedrijventerrein De Klomp Oost. Door de aanleg van de rondweg kan het woon-werkverkeer van dit bedrijventerrein vlot doorstromen naar de A12. Ook bevordert de nieuwe rondweg een betere doorstroming op de rondweg Veenendaal Oost in noordelijke richting naar de N224. Daarnaast heeft de aanleg van de rondweg positieve gevolgen voor de verkeersveiligheid, de luchtkwaliteit en de leefbaarheid in De Klomp, doordat het verkeer niet meer dwars door het woongebied zal rijden, maar onder andere de nieuwe rondweg zal gebruiken. De planning voor de aanleg van de nieuwe rondweg is mede gerelateerd aan het door de verzoeker met de provincie Gelderland gesloten Regiocontract 2008-2011 waarin onder andere is vastgelegd dat de gemeente Ede subsidie zal ontvangen. Voorwaarde voor de toekenning van de hierin gereserveerde gelden is dat alleen de gemaakte kosten tot en met mei 2012 in rekening kunnen worden gebracht, indien uiterlijk eind 2011 opdracht wordt gegeven voor de werkzaamheden. De oplevering van de werkzaamheden was oorspronkelijk voorzien voor juni 2011. Deze planning is niet gehaald. In verband met de voorwaarden die gesteld zijn aan subsidie is de gemeente Ede zo spoedig mogelijk 5 Staatscourant 2012 nr. 24243 28 november 2012

gestart met de realisatie. De aanleg is daarom opgedeeld in twee gedeelten. Het eerste gedeelte van de aanleg, gestart in het najaar van 2011, betreft het deel vanaf de afrit 23a van de rijksweg A12 tot aan het te onteigenen perceel kadastraal bekend als gemeente Ede, sectie M, nummer 1087. Het tweede gedeelte zal worden aangelegd zodra de gemeente Ede over de daarvoor benodigde percelen kan beschikken. Daarnaast heeft de gemeente Veenendaal op grond van een convenant betreffende het ISEV-gebied een financiële bijdrage geleverd voor de realisatie van de rondweg. In dit convenant zijn tevens afspraken gemaakt over de tijdsplanning voor het aanleggen van de rondweg om zo snel mogelijk de onveilige verkeerssituatie in Veenendaal op te lossen. Ook ontvangt de gemeente Ede gelden afkomstig uit het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL), die worden toegekend in verband met de verbetering van de luchtkwaliteit als gevolg van het verkeersluw maken van de Veenendaalseweg. Voorwaarde voor deze subsidie is dat de afsluiting van de Veenendaalseweg een feit is. Afsluiting kan plaatsvinden zodra de nieuwe rondweg is opengesteld. Het moet in het belang van een vlotte en veilige doorstroming van het verkeer, de verkeersveiligheid en de verbetering van de toegankelijkheid van het openbaar vervoer noodzakelijk worden geacht, dat de gemeente Ede de eigendom verkrijgt van de in dit besluit genoemde onroerende zaken. De door reclamanten naar voren gebrachte zienswijzen worden niet van zodanig gewicht geacht dat op grond daarvan het verzoek om een koninklijk besluit ex artikel 72a van de onteigeningswet, moet worden afgewezen. Beslissing; Gelet op de onteigeningswet, Gehoord de afdeling Advisering van de Raad van State, advies van 1 november 2012, nr. W14.12.0372/ IV, en gezien het nader rapport van Onze Minister van /Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 12 november 2012, RWSCD BJV 2012/1838, Rijkswaterstaat Corporate Dienst, Eenheid Bestuurlijk Juridische Zaken en Vastgoed, Hebben Wij goedgevonden en verstaan: Ten behoeve van de aanleg van een rondweg, vanaf afrit 23a van de Rijksweg A12 (km. 0.000) tot aan de gemeentegrens met Veenendaal ter hoogte van de weg Ravelijn (km. 1.544), met bijkomende werken in de gemeente Ede zullen ten algemenen nutte en ten name van de gemeente Ede worden onteigend de onroerende zaken, aangeduid op de grondtekening die ingevolge artikel 63 van de onteigeningswet in de gemeente Ede en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst ter inzage heeft gelegen als: Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift aan de Afdeling advisering van de Raad van State zal worden gezonden. s-gravenhage, 15 november 2012 Beatrix De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus. 6 Staatscourant 2012 nr. 24243 28 november 2012

Grondplan nr. Te onteigenen grootte Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Ede Als Ter grootte Sectie van en nr. Ten name van ha a ca ha a ca 4 00 02 16 terrein (akkerbouw) 00 61 58 L 1219 1/4 Eigendom: Mevrouw Agnes Antoinette van de Meene, 5 00 14 19 Breda; 1/6 Eigendom: De heer Jan Willem Hendrik van de Meene, Delfgauw; 1/6 Eigendom: De heer Christiaan Johan van de Meene, Utrecht; 1/6 Eigendom: Mevrouw Ieda Suzanna van de Meene, Utrecht; 1/4 Eigendom: Mevrouw Mirla Madeleine Marion van de Meene, Amstelveen. 7 Staatscourant 2012 nr. 24243 28 november 2012